Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met den meest versehuldigden eerbied te kennen Johannes Zwetsloot bouwman, wonende onder de gemeente Leiderdorp; dat zijn verzoek om continuatie van de pacht van een stukje teelland gelegen aan de binnensloot van het Baamland onder de gemeente Leiderdorp is afgewezen dat hij genegen is dat stukje benevens het daar naast gelegen kleiner stukje van de gemeente uit de hand te koopen, tegen den prijs door twee deskundigen van beide zijden te benoemen, te schatten, daar toch bij open baren verkoop de kosten zulk een kleinen koop bezwaren. Beden waarom hij zich wendt tot den gemeenteraad niet verzoek hem die stukjes landdie voor hem meer waarde hebben dan voor anderen in koop op deze voet te willen afstaan. 't VV'elk doende, enz. Leiderdorp, 8 December 1874. J. Zwetsloot. Leiden, 16 December 1874. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het adres van J. Zwetsloot te berichtendat zij volhardt bij hare meening om de beide stukken teel land gelegen aan de binnensloot van het raamland, gelegen onder de ge meente Leiderdorp, in het openbaar te verhuren en geen gronden vinden kan, om die gemeente-eigendommen onderhands aan den adressant te ver- koopen wat door hem op de bij het request voorgestelde wijze bij schatting van deskundigen wordt gevraagd. De Commissie meent derhalve op dit adres ongunstig te moeten adviseeren en de openbare verhuring aan te radentenzij de gemeenteraad mocht van oordeel zijn, dat het belang der gemeente medebracht wegens den tegen- woordigen stand der koopwaarde van zulke eigendommenterwijl de ge meente geen belang heeft bij het bezit van die stukken teelland als buiten de grenzen van het raamland gelegente gelegener tijd openbaar te verkoopen. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 310. Leiden, 18 December 1874. In verband met de verbouwing van de woning nabij de Leiderdorpsche brug, waartoe in de zitting van 11 Juni jl. is besloten, heeft de pachter, zich bereid verklarende de helft van de kosten der vertiramering geraamd op 700, op zich te nemen, verzocht dat de pachttijd, loopende tot uit. April 1879, met 5 jaren moge worden verlengd, welk verzoek door de Commissie van Fabricage bij het hiernevens overgelegd advies wordt onder steund. Met de Commissie zijn wij van oordeel dat het verzoek van adressant billijk kan worden geacht en dat tegen eene inwilliging daarvan geene bezwaren bestaante minder nu kan worden ondersteld datwanneer de openbare verpachting in den loop van dit jaar gehoudenhad plaats gehad voor den tijd van 10 jaren, dezelfde pachtsom zoude zijn verkregen. Bo vendien strekt tot aanbeveling van het voorstel dat de tegenwoordige pach ter steeds in alle opzichten zijne verplichtingen met de meeste getrouwheid heeft vervuld. Wij geven mitsdien in overweging om overeenkomstig de conclusie van het rapport der Commissie van Fabricage te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Edel-Achtbare Heeren 1 Geeft met versehuldigden eerbied te kennen H. A. Van Ingen Schenau, pachter van de burg en woning te Leiderdorp, dat de adressant het besluit van den Baad der gemeente Leiden (op zijn verzoek om verbouwing zijner woning ter verbetering derzelve en ter bevordering zijner zaken, terwijl de adres sant ter gemoetkoming voor. de te maken kosten jaarlijks eene som van veertig gulden wilde storten) dat door uw Edel Achtbaren deze verbouwing werd toegestaan onder voorwaarde dat de adressant eene som van drie hon derd en vijftig gulden in den loop van zijn pachttijd zoude storten; dat de adressant, hoe gaarne hij ook deze verbouwing wenschte, hiertegen be zwaar moet maken om reden zijn pachttijd met Mei 1875 nog slechts vier jaren meer voor hem bestaat, zoodat hij aldus jaarlijks circa negentig gulden zoude moeten storten behalve de uitgaven voor meerder ameublement en alzoo de adressaot zich in eene bezwaring zoude brengen waaraan hij wellicht niet zoude kunnen beantwoorden. Het is daarom dat de adressant zich nogmaals eerbiedig tot uw Edel-Achtbaren wendt met het nederig ver zoek om van uw Edel-Achtbaren de verzekering te mogen verkrijgen zijn pachttijd met vijf jaren te verlengen op de thans bestaande pachtsom, daar hij dan die opoffering in de nu loopende vier jaren wil aannemen te voldoenzich alsdan vleiendedat hij door deze verlenging van pachttijd zich zoude kunnen dekkenen de regering zoowel voor de góede waarne ming der zaak als van de gelden verzekerd zouden zijn, daar hij zich op de soliditeit zijner borgen mag beroepen. De adressant hoopt dan ook op uw Edel-Achtbaren toegenegenheid en welwillende medewerking, opdat zoowel ten "genoegen van uw Edel-Achtbaren als ten voordeele van den pachter dit werk moge worden tot stand gebracht. Vleiende de adressant zich alzoo met eene door uw Edel-Achtbaren te .nemen gunstige beschikking. Hetwelk doende, Leiderdorp, 4 December 1874 H. A. Van Ingen Schenau. Leiden, 16 December 1874. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van H. A. Van Ingen Schenaupachter van het Leiderdorpsche hek, waarbij hij vraagt om den pachttijd met vijf jaren te verlengenwaardoor hij zou kunnen voldoen aan de voorwaarden bij raadsbesluit van 11 Juni dezes jaars ge steld, ten aanzien van de verbouwing der pachterswoning, te berichten, dat zij voldoende gronden meent te kunnen aanvoeren om daarop gunstig te adviseeren. De Commissie toeh acht het zoowel in het belang der gemeenteals in dat van den pachter, wanneer de pachttijd van tollen, bruggen, enz. vooral wanneer daarmede de uitoefening van eeuig bedrijf verbonden is, niet be perkt zij binnen een termijn van vijf jaren zonder eenige zekerheid dat die pacht, na het verstrijken van den pachttijd, op een billijken voet kan worden verlengdwaarom zij ook hare meening heeft te kennen gegeven dat bij de nieuwe verpachting van het Leiderdorpsche hek de pachttijd werd bepaald op tien jaren. Nu bij raadsbesluit van den Hen Juni dezes jaars, de voorwaarde is gestelddat de pachter voor de helft zou dragen in de kosten der ver bouwing van de pachterswoning te betalen telken jare van zijn pachttijd het vijfde gedeelte, doet zich het bestaand bezwaar op nieuw gevoelen, dat de ijver en de trouw, die de pachter aanwendt, om zijn bedrijf te doen bloeien en alzoo de verpachte gemeente-eigendommen in waarde te doen stijgen verlamd worde, door de vrees van binnen een te beperkten tijd geene ver goeding te zullen vinden voor al hetgeen hij in het belang der gemeente zoowel als in het zijne aanwendt en opoffert. De Commissie acht het derhalve in het belang der gemeentemet het oog op toekomstige verpachtingen, dat aan den pachter H. A. Vau Ingen Schenau wordt toegestaanom zijn paehteontract te verlengen tot 60 April 1884, mits voldaan worde aan de voorwaarden bij raadsbesluit van 11 Juni 1874 bepaald, ten aanzien der betaling van/350 in vijf jaarlijksche ter mijnen, waarvan de eerste termijn verschijnt 1° Mei 18 75. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 311. Leiden, 18 December 1874. In de zitting van 9 Juli jl. werd ons college gemachtigd om over te gaan tot de inrichting van het voorgedeelte van het voormalig Nosocomium tot woning voor den hoofdonderwijzer der Tusschenschool en ons een crediet verleend van ƒ4000, waarvan 700 bestemd was voor het gereed maken van eenige vertrekken van het Caecilia-gasthuis ten behoeve van de Maat schappij van Weldadigheid alhier, zoodat 8300 beschikbaar werd gesteld voor de onderwijzerswoning. Nadat met de verbouwing een aanvang was gemaakt, heeft de heer Van Dijk in het belang van de gezondheid der aanstaande bewoners verzocht dat in het plan eenige veranderingen mochten worden gemaaktvermits slechts in eene der 5 voorkamersen dan nog alleen wanneer de deur daarvan openstaat, de zonnestralen kunnen binnendringen, welk ongerief voor een groot deel zoude kunnen worden weggenomen door verplaatsing van de trap en het maken van twee kamers in het verlengde van de bene den- en bovenvoorkamer, gelegen naast de nieuw gebouwde huizen. De Commissie van Fabricage heeft onverwijld een onderzoek doen instellen in hoeverre aan de zeker niet ongegronde bezwaren zoude kunnen worden tegemoetgekomen en heelt in het hierbij overgelegd rapport mededeeling gedaan van de vereischt wordende werken en de daarmede verbonden kosten waaruit blijkt dat het toegestaan bedrag van ƒ3300 met ƒ800 zoude moeten worden verhoogd. Gaarne willen wij onze medewerking verleenen, ten einde aan het ver langen van den hoofdonderwijzer te voldoendaarnu deze tot eene geldelijke bijdrage bereid is, de meerdere uitgaven in deze tot geene noe menswaardige finaricieele opoffering aan de zijde van de gemeente aanleiding zullen geven. Wij geven uwe vergadering alzoo in overweging het ons voor de verbouwing verleend crediet met 800 te verhoogen en te brengen op ƒ4100 en verder te bepalen dat door den heer Van Dijk jaarlijks eene som van ƒ40 aan de gemeentekas zal worden uitgekeerd als tegemoetkoming in de meerdere kosten welke aan de wijziging van het plan zijn verbonden. Wanneer met juistheid bekend zal zijn welke uitgaven uit den post aan- en ver bouw van schoollokalen van de begrooting voor dit jaar moeten geschieden, zullen wij de noodige voorstellen indienen tot verhooging van bedoeld begroo- tingsartikel. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 9 December 1874. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het in hare handen gesteld verzoek van den hoofdonderwijzer der tusschenschool J. A. Van Dijk te berichtendat in verband daarmede staan na ingewonnen advies van den gemeente-architect, de navolgende aan het gebouw van het gewezen Noso comium Academicum op de Oude Vest te verrichten werkenbuiten het bestek van aanneming om een gedeelte van dat gebouw tot onderwijzers woning in te richten, als: 1°. het uitbreken van het trapportaal met een volgtrap naar den zolder; 2°. het wegbreken van muren en verder getimmerte 3°. het metselen van een dwarsmuur in de zijkamer, aan de rechterzijde tot ondersteuning van een bovenmuur; 4®. het plaatsen van een suite-kozijn in den nieuwen muur; 5°. het metselen van een muur in strekkende richting van de vestibule met eene deur tot toegang naar de nieuwe tuinkamer; - 6°. het leggen van een bintlaag met bevloering en van kespen met bevloering 7°. het maken van glasdeuren in de kozijnen aan de tuinzijde 8°. het maken en plaatsen van een nieuwe open trap met trapopening leuningen enz. 9°. het plaatsen van een suite-kozijntusschen een bovenvoorkamer en de nieuwe achterkamer; 10°. het berasteren en stucadoren van twee plafonds 11°. het behangen en verven der beide nieuwe kamers; 12®. onderscheidene bewerkingen aan de vestibule, nieuwe trap enz.; 13°. het maken en plaatsen van een nieuwe zoldertrap met een zijschot op een der bovenkamers 14®. onderscheidene daarmede gepaard gaande werken verven enz. De kosten van al deze werken na aftrek van hetgeen bij de tegenwoor dige trap niet vereischt wordt, worden geraamd op ƒ1200, terwijl de afbraak komt in het voordeel van den aannemer. Voor deze ƒ1200 is alleen beschikbaar een som van ƒ400 op den post voor onderhoud van schoolgebouwen over dit jaar toegestaanterwijl die post alzoo met 800 zou behooren te worden verhoogd. De hoofdonderwijzer Van Dijk heeft zich bereid verklaard om jaarlijks eene bijdrage te gevengelijkstaande met de renten van de som die vereischt wordt om zijne woning in den gewenschten toestand te verbeteren. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 7