De heer Krantz. Door den heer Van Iterson is opgemerkt dat er
goerie andere bezwaren tegen het Liernurstclsel zijn ontwikkeld dan die
door de Commissie van Financiën; evenwel zijn in deze vergadering meer
malen de moeilijkheden van technischen aard daaraan verbonden besproken.
Alvorens echter over de hoofdzaak verder tespreken, merk ik op dat ook
nu de Marendorpsche Achtergracht als een drijfkracht gebezigd wordt, om
de uitbreiding van het Liernurstelsel aan te bevelen. Wanneer daartoe mocht
besloten worden en men met dezelfde onachtzaamheid zoude handelen als
dat bij de Marendorpsche Achtergracht heeft plaats gehad, zullen de gevol
gen nog belangrijk schadelijker zijn. De bestaande moeilijkheid aldaar in
den afvoer van de faecale stoffen zijn niet bet gevolg van het stelsel, maar
te wijten aan den onjuisten aanleg der hoofdriolen. Indien men dat bezwaar
wilde wegnemen, zoude daarvoor wel een middel te vinden zijn; hetzij
door het maken van vergaarpultendie nu en dan moeten geledigd worden
hetzij door gedeeltelijke toepassing van het tonnenstelsel of des noods eene
verbetering van het bestaande. Wat het Liernurstélsel aangaat, ik heb
behoord tot degenen die het nemen der proef hebben aanbevolen, maar tot
dusver heb ik het bewijs nog niet, dat dit stelsel dat der toekomst zal zijn,
vooral om de groote daaraan verbonden uitgaven. Het alhier bestaande is van zeer
kleinen omvang, en door de bijzondere omstandigheid, dat het als een model
voor geheel Europa dienen moet, is het moeilijk een juist oordeel te vellen.
Alvorens tot eene grootere uitbreiding te besluitenis het raadzaam de
resultaten af te wachten van de proefnemingen die op grootere schaal te
Amsterdam en Dordrecht worden genomen. Dat de voorgespiegelde voor
deden van den verkoop der faecalien aan de verwachting nog niet beant-
woorJenblijkt uit de onlangs plaats gehad hebbende uitschrijving te
Amsterdam, tot het weghalen dier stoffen, waarvoor zich niet één inschrijver
heeft aangemeld. In Leiden i3 de voorraad niet groot en toch heeft de
pachter bij het laatste contract voorwaarden tot schadeloosstelling bedongen
ingeval van vriezend weer, waarvan, naar ik meen, het bedrag niet is be
paald en de kosten nog al belangrijk kunnen zijn. Ik zal mij niet als
een tegenstander van het Liernurstelsel verklaren, maar acht het onvoor
zichtig nu reeds tot eene uitbreiding te besluitenwaardoor ook andere
gemeenten zouden kunnen worden misleid. Zeer verstandig is mij het
antwoord voorgekomenonlangs door den burgemeester van 's Gravenhage
bij de behandeling van de begrooting, gegeven op eene vraag het Liernur
stelsel betreffende, luidende dat men in Leiden voornemens was eene grootere
uitbreiding aan het bestaande te geven daarbij aanradende het resultaat
daarvan af te wachten. Ik wensch die uitbreiding niet, en meen ook dat
de toestand van de Marendorpsche Achtergracht ons niet tot een onvoor-
zichtigen stap leiden mag.
De heer Stoffels. Ik meendat de heer Krantz over de Marendorpsche
Achtergracht wel wat te licht spreekt, terwijl toch de toestand voor een
ieder zichtbaar is, zoo zelfs, dat bij durende regens of stortbuien de vuile
stoffen over de publieke straat heenvloeien. Het wordt dus hoog tijd, dat
er iets gedaan worde. Men heeft f 500 bestemd om aanvankelijk den
toestand zooveel mogelijk goed te houden maar dat kan voor slechts korten
tijd. Er is aan dien toestand niets te doenof men moet overgaan tot
eene radicale verbetering, hetzij door het leggen van nieuwe riolenof wel door
het tonnenstelsel toe te passen. Dit laatste is niet wel doenlijk, daar asch en
straatvuil nog voor te langen tijd verpacht zijn om van het op te halen
secreetvuil compost te kunnen maken. De heer Yan Heukelom heeft ook gespro
ken van de Koepoortsgracht gelijktijdig te ledigen, door eene aan de Maren
dorpsche Achtergracht te plaatsen stoommachine. Ik moet zeggendat de
heer Liernur, na tweemaal hier te zijn geweest en met ons te hebben ge
sproken ons de verzekering heeft gegevendat dat zeer goed kan gaan
enmet het oog op hetgeen door den architect was medegedeeldhad hij
het vertrouwendat het geen bezwaar had. Maar bij den kruidtoren zouden
wij aanvankelijk eene groote uitgaaf hebbendaar aldaar eene machine zou
moeten worden geplaatst, die minstens 10,000 zou kosten. Indien wij
tot eene uitbreiding mochten besluiten zou de tegenwoordige machine toch
blijken te klein te zijn. En nu wat hel Liernurstelsel zelf betreft, kan ik
de verzekering geven, dat, om dit van nabij te zien, een tal van vreem
delingen deze stad heeft bezochtzoowel EngelschenDuitschersFranschen
als Kussen. Ieder, die het stelsel hier heeft zien toepassen, heeft er zijne
ingenomenheid mede aan den dag gelegd. Dat die werking te Amsterdam
zich minder gunstig heeft voorgedaan, lag alleen aan de niet goede en juiste
aanwending van het stelsel. Immers degenen, die zich naar Amsterdam
hadden begeven, en de toepassing met Leiden konden vergelijken, hebben
betuigd, dat hetgeen te Amsterdam met het stelsel geschiedt niet navol
genswaardig is. Wat geschiedt daar namelijk Dat men niet alleen nog
in wezen laat de verschillende bestaande riolen hoedanige zich vroeger ook
hier voordeden bij de Koepoort, en niet zorgt voor eene behoorlijke afvloeiing
van het hemel- en vuil-afval-water, maar er bovendien nog te veel tijd ge
vorderd wordt voor de wegruiming der faecale stoffen. Hier is in den tijd
van een half uur alles weggenomen. Dus laten wij nu beginnen met de
Marendorpsche Achtergracht en daar plaatsen een tapgebouw en machine,
groot genoeg om in het vervolg voor de geheele gemeente dienstbaar te
kunnen zijn. De kosten echter daaraan verbonden zullen nietzooals de heer
Van Iterson vermoedt, ƒ60.000 zijn, doch nader aan het dubbel dier som
komen.
De heer Buys. De geachte eerste spreker beeft o. a. ook strijd gevoerd
tegen het rapport der Commissie van Financiën. Ik vind daarin aanleiding
om in korte woorden op dat rapport terug te komenen zulks te eer om
dat ik meen te bespeuren dat die geachte spreker, even als trouwens een
deel van het publiekhet standpuntwaarvan de commissie is uitgegaan
niet volkomen zuiver waardeert. Het verschil tusschen haar en hem is, ge
loof ik, ten slotte hierin gelegen, dat de Commissie van Financiën een
radicaler geneesmiddel wil hebben aangewend dan hij en de Commissie van
Fabricage aanbeveelt. Dat er behoefte bestaat aan afdoende maatregelen in
het belang der algemeene gezondheid wordt door niemand betwist, allerminst
door onze commissie; maar waar zij tegen opkomt is, dat wij altijd kla
gende onze krachten versnipperen aan kleinigheden en ten slotte niets tot
stand brengen. Men veroorloove mij de uitdrukking: wij knoeien met het
Liernurstelsel zoo als wij knoeien met het duinwaterwij verkwisten zoo
doende de beperkte krachten over welke wij te beschikken hebben en het
einddoel wordt toch volkomen gemist. De toepassing van het Liernurstelsel
beantwoordt dan alleen aan het doel, krachtige bevordering van de openbare
gezondheid wanneer zij algemeen is. Bepalen wij ons tot de Koepoorts
gracht en de Marendorpsche Achtergracht, dan hebben wij ruim anderhalve
ton gouds besteed en ongeveer niets gedaanwant wat beteekent die beperkte
uitgestrektheid vergeleken met het geheele gebied van deze gemeente? Daarom
behoort, eer wij voortgaan, beslist te worden of wij den moed en de midde
len zullen hebben om de zaak tot een einde te brengen. Is de algemeene
toepassing ol te duur of om de eene of andere reden niet mogelijk of wel
geven wij ten slotte de voorkeur aan eene duinwaterleiding, dan moeten wij
ook niet verder gaan met de toepassing, want al het geld daaraan besteed
zal dan weggeworpen zijn en slechts dit uitweiken dat wij financieel te zwak
worden om ook wat anders te doen. Beslist men daarentegenna rijp be
raad, om de toepassing te voltooien, dan moet ook dadelijk op groote schaal
die algemeene toepassing bij de hand worden genomen. Wat men gezegd
heeftdat namelijk eene algemeene toepassing niet in overeenstemming zoude
zijn met onze financieele krachtendeel ik niet. Laten wijals het plan
vast staat, des noods anderhalf millioen leenen om het uit te voeren, en hoe
eer wij het dan voltooien hoe spoediger het geld productief zal worden ge
maakt. Die financieele last zal zeker zwaar zijn, matr wij bereiken dan
althans een groot resultaat, dat de moeite van zulk eene groote opoffering
waard is. Het geheim om groote dingen tot stand te brengen is dat men
weet wat men wil, en ons ongeluk is dat wij het niet weten, noch bij het
Liernurstelsel noch bij de duinwaterleiding. Dit, mijnheer de Voorzitter,
is het standpunt der Commissie van Financiën zij is er niet tegen dat men
geld, des noods veel geld, voor het Liernurstelsel bestede, maar eerst dan
als het vast zal staan dat men het stelsel voltooit. En welk bezwaar heeft
men nu tegen het voorstel onzer commissie? Dat het oponthoud veroorzaakt.
Maar, vraagt de Commissie van Fabricage dan ook niet» een algemeen plan
En daarenboven gaat het aan een zoo grooten maatregel als wij hier bedoe
len te nemenzonder dat wij ons den tijd gunnen om te onderzoeken
welke financieele opofferingen daaraan zullen verbonden zijn en zonder dat
wij gelegenheid hebben na te gaan of eene duinwaterleiding misschien ook
meer doelmatig en minder kostbaar zijn zoude? De Commissie van Finan
ciën bestrijdt het tegenwoordig voorstel omdat het dient tot uitvoering van
een groot plan, dat nog niet is vastgesteld. Zoolang die vaststelling blijft
ontbreken, zal zij zich verklaren tegen het beschikbaar stellen van gelden
voor dergelijk doel.
De heer Van Heukelom. Uit den aard der zaak heelt de heer Buys
mijne bezwaren niet weggenomen. De heer Buys en de Commissie van
Financiën toch wenschen ook de toepassing van het Liernurstelsel hier in
het groot onvoorwaardelijk te doen, ik ben daar tegen en wensch partieele
toepassing, en de gronden die ik daarvoor opgaf zijn nog niet wederlegd.
Wij hebben nog weinig ondervinding in die zaak en die ondervinding is
slechts gegrond op eene toepassing in het klein. Die ondervinding evenwel
zou ik wenscheu te benutten om aan de Marendorpsche Achtergracht ver
betering in den slechten toestand te brengenwant dit laatste moet geschie
den. Nu acht ik bet hoogst gevaarlijk ons in plannen van toepassing op
groote schaal te begeven, waarbij wij, naar mijn oordeel, met niet geringe
moeilijkheden te kampen zullen krijgen, wat dan ten slutte op bittere teleur
stellingen zou kunnen uitloopen. Daarmede wil ik nu niet zeggen dat ik later
tegen uitbreiding zelfs op groote schaal zou zijnik acht bet toch mogelijk dat
eene inrichting bij de Marendorpsche Achtergracht, als centraalpunt aange
nomen, zóó goed aan de verwachting voldoet, dat men later, van daar
uitgaandeaan de zaak uitbreiding zou willen gevenmaar dat is eene
zaak van latere zorg; zoo verre zijn wij nog niet en met de ondervinding
die wij nog slechts hebbenmoeten wij geen buis leggen van de Maren
dorpsche Achtergracht naar de Koepoort, maar liever aan de Koepoort,
volgens ons reeds genomen besluit, zooveel uitbreiding aan de zaak, daar
thans reeds gevestigd, geven, als de capaciteit der machine enz. toelaat.
Nu heelt de heer Wethouder van Fabricage wel medegedeeld dat de heer
Liernur zou gezegd hebben dat het verbinden van de Marendorpsche Ach
tergracht met de Koepoort door een buis best kon, maar, mijnheer de
Voorzitter, dat bewijst voor mij nog weinig. Het doet mij leed dat ik den
heer Liernur persoonlijk hier in het spel moet brengen, maar dat is nu
niet anders, en dan moet ik zeggen dat mijn vertrouwen op de natuurkun
dige kennis van dien heer eenigszins geschokt is, sedert ik kennis nam
van zijne plannen voor bet oprichten van poudrette-fabriekendie plannen
toch getuigen ten ecnenmaie van gebrekkige natuur- en scheikundige kennis
en daarom kan het woord van dien lieer inijne bezwaren niet wegnemen en
hecht ik oneindig meer aan eigen ondervindingen die bezitten wij voor
partieele inrichting, maar niet voor toepassing in het groot. Tegen de uit
breiding bij de Koepoortsgraeht heeft de lieer Wethouder van Fabricage mij
een bezwaar geopperder zou daar dan een nieuwe machine noodig zijn.
Ik betwijfel dit zeer, want dan zou die machine al zeer slecht moeten
geweest zijn, wanneer zij die vermeerdering van werk niet kan leveren.
Men bedenke toch dat bij eene uitbreiding aldaar slechts geëischt wordt
alterneerend een of twee spruiten meer dan er thans liggen te doen werken
en dat moet die machine even goed kunnen doen ais bet werk dat zij thans
verricht; dat kan geen bezwaar zijn, of de machine deugt toch niet en zou
nooit gedeugd hebben. Maar ook bij de koppeling van de Marendorpsche
Achtergracht met de Koepoort kan men niet weten wat kracht men zou
noodig hebben en in wat kosten men zou moeten vervallen voor de machine
die dat zou moeten beheerschen.
De heer Cock. Het komt mij voor, en in zooverre ben ik het met de
Commissie van Financiën eens, dat als wij heden besluiten tot uitbreiding
van het Liernurstelsel tot de Marendorpsche Achtergracht wij dan ook
dienen voort te gaan en het stelsel op de geheele stad dienen toe te passen.
Dat is wel geen wet van Perzen of Medenmaar als men eens zoo ver is
gegaan, dat men ruim ƒ130.000 aan een stelsel van rioleering heeft besteed
dan kan er geene sprake van zijn dat dit eene bloote proefneming zoude
zijn geweest, en dan heeft men dus reeds feitelijk het besluit genomen om
dat stelsel in de geheele stad in te voerenanders toch waren die 130,000
inderdaad weggeworpen geld. Ik mag niet ontveinzen dat ik vroeger ook
eenige illusiën gekoesterd heb ten aanzien van het Liernurstelsel, maar ik
mag ook niet verzwijgendat die illusiën eenigszins zijn vervlogen, Ik had