te welken einde in den avond van den 7den Februari eene receptie zoude
kunnen worden gehouden in de Stads-Gehoorzaal.
Zoodanige plechtige verwelkoming vóór den aanvang der feestviering be
hoort uit den aard der zaak te geschieden door den Gemeenteraad als ver
tegenwoordigende de gemeente en uit dien hoofde stellen wij u voor ons
college te machtigen namens uwe vergadering de betrokken autoriteiten en
personen tot bijwoning dier receptie uit te noodigen.
Yerder bestaat het plan om de feestviering op te luisteren door verlichting
van eenige openbare gebouwenhet houden van muziekuitvoeringen enz.
terwijl, nu overigens de officieele feestviering zal plaats hebben op den gedenk
dag zeiven het geen nadere opheldering zal behoeven, dat de op de begroo
ting toegestane gelden hoofdzakelijk voor deze feestviering zullen moeten
worden aangewend en daarvan slechts een gering bedrag kan worden be
stemd voor de feestelijkheden in de maand Juni a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 303. Leiden, 10 December 1874.
Wij hebben de eer aan uwe vergadering hiernevens over te leggen de
rekening van de Commissie voor de viering van het derde eeuwfeest van
Leiden's ontzet wegens de door baar gedane uitgaven en genoten ontvangsten
ter zake van de feestviering op den 3den October jl. en volgende dagen,
bedragende in ontvangst ƒ8285.66 en in uitgaaf 15132.77 en alzoo slui
tende met een nadeelig saldo van ƒ6847.11.
Wij stellen u voor aan de Commissie voornoemd een subsidie te verleenen
tot laatstbedoeld bedragdat te voldoen uit den post voor openbare verma
kelijkheden en te dien einde voormelden post te verhoogenterwijl in het
te kort, naar het ons voorkomt, gevoegelijk kan worden voorzien door ver
hooging van de raming der ontvangsten van de gasfabriek, aangezien deze
tengevolge van de lagere prijzen der steenkolen belangrijk hooger zullen
zijn dan het bedrag waarop men bij de vaststelling der begrooting heeft
gerekend.
Tevens kunnen wij u mededeelen, dat het op den post voor openbare
vermakelijkheden uitgetrokken bedrag niet geheel voldoende zal zijn tot
dekking van die uitgaven, welke niet door tusschenkomst van de Feestcom
missie zijn geschied en betrekking hebben tot de illuminatie, volksspelen,
inkwartiering, het verblijf van bedienden behoorende tot het gevolg van
de vorstelijke personen als anderszins, of van de nog te doene uitgaven,
waarvoor alsnog een bedrag van ƒ500 a 600 zal worden vereischtzoodat
eene verhooging van het betrekkelijk artikel met ƒ7400 wordt voorgesteld.
Een suppletoire staat van begrooting strekkende tot verhooging der be
grooting voor dit jaar met voormeld bedrag in ontvangst van hoofdst. III
art. 7, volgn. 27. Ontvangsten, resultaat van een afzonderlijk beheer:
a. Gasfabriek en in uitgaat van hoofdst. X art. 5, volgn. 148, Kosten
voor openbare vermakelijkheden enz., wordt alzoo ter vaststelling hierbij
aangeboden.
Alle betrekkelijke stukken en bescheiden zijn iu de leeskamer ter inzage
van de leden nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz.
N°. 306. Leiden, 7 December 1874.
Op het verzoek van Mr. J. T. Buys, om een eervol ontslag als lid der
plaatselijke schoolcommissiehebben wijonder overlegging van het daarop
uitgebracht advies door die Commissie, de eer u dienovereenkomstig te ra
den den adressant het gevraagd ontslag eervol te verleenenonder dankbe
tuiging voor de door hem in die betrekking belangeloos bewezen diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 1 December 1874.
De ondergeteekende heeft de eer uwe vergadering eerbiedig te verzoeken
hem met 1 Januari 1875 ontslag te willen verleenen als lid van de plaat
selijke schoolcommissieaangezien zijne toenemende bezigheden hem de
richtige vervulling van de aan dat lidmaatschap verbonden plichten op den
duur hoogst moeilijk maken.
Aan den Gemeenteraad van Leiden. J. T. Buys.
Leiden, 7 December 1874.
Met betuiging van ons leedwezendat wij den heer Mr. J. T. Buys uit
onze Commissie zullen moeten missenhebben wij de eer u te adviseeren
aan den Gemeenteraad voor te stellenhet door genoemden heer als lid
der plaatselijke Schoolcommissie verzocht ontslag eervol te verleenen.
De Plaatselijke Schoolcommissie alhier,
Aan Heeren Burgemeester en F. Was, Secretaris.
Wethouders van Leiden.
N°. 3091. Leiden, 14 December 1874.
Op het verzoek van P. Van Duurenvleescbhouwer alhier, om eene
waterloozing te mogen doen maken uit zijne slachtplaats aan den Ouden
Rijn n°. 63 door de straat naar het water, hebben wij, even als de Com
missie van - Fabricage, daarop door ons gehoord, geene bedenkingenwes
halve wij de eer hebben u te raden des adressants verzoek in te willigen
mits betalende de rechten bepaald bij art. 11, 16 én 17 van het tarief van
5 Maart 1857.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geve met verschuldigden eerbied te kennen P. Van Duuren vleeschhouwer,
wonende aan den Ouden Rijn n°. 63, dat hij wensehte te leggen eene water
loozing, waaruit de waterdigte kolk in zijne slachtplaats aanwezig, uitloo-
pende onder de straat in den Rijn.
Zich onderwerpende aan de daarop gestelde voorwaarden.
't Welk is doende,
Leideu, 23 November 1874. P. Van Duuren.
N#. 308. Leiden, 14 December 1874.
De woning boven het telegraafkantoor op de Aalmarkt, geteekend met
n°. 7, bij het kadaster bekend onder Sectie G n°. 76, is tot dusverre tel
kenmale voor een jaar verhuurd geworden aan den heer W. Vruggink,
directeur van 's rijks-telegraafkantoor alhier, en er bestaat geen bezwaar
omingevolge het verzoek van den huurderde huur wederom voor den
tijd van één jaar te continueeren op de bestaande voorwaarden. De huur
overeenkomst is aangegaan voor de som van ƒ120, te betalen telken drie
maanden een vierde gedeelte, onder bepaling dat ingeval de huurder mocht
worden verplaatstalleen de huur van het alsdan loopend kwartaal voor zijn
rekening komt.
Wij stellen u alzoo voor om in dien zin te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DKABBE.