HANDELINGEN TAN DEN GEMEENTERAAD TAN LEIOEN. 63. INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. N°. 381. Leiden, 19 November 1874. Op het adres van B. E. Spijker, straatmaker alhier, Waarbij hij na een bijna 60jarigen diensttijd eenig pensioen of eene toelage verzoekt, hebben wij de eer uwe vergadering te kennen te geven dat er, naar ons oordeel, geene termen bestaan om aan het verzoek gunstig gevolg te geven. Tot dusverre is aan de gewezen stadswerk lieden nimmer van gemeentewege pensioen of eenige andere toelage toegekend, en er zijn ons geene redenen bekend om in dit geval van den aangenomen regel af te wijkenterwijl bovendien eene inwilliging van het verzoek aanleiding zoude geven tot her haalde aanvragen van dien aard, die alsdan bezwaarlijk zouden kunnen worden algewezen. Wij achten ons derhalve, boe ongaarne ook, vérplicht u in overweging te geven om afwijzend op het adres te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en .Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Barend Egbert Spijker, straat- maker der gemeente Leiden, dat hij den 8sten Juni 1815 door den Wel-Ed. heer Van Outeren, wet houder-president en de beeren Van Oordt en Hoppestein, leden der Com missie van Fabricage, als leerling-straatmaker is aangesteldj dat hij nu bijna 60 jaren onafgebroken de gemeente naar zijn beste we ten, trouw en ijverig heeft gediend, en zelfs meermalen de tevredenheid van zijne superieuren mocht ondervinden, als hij bij gevaar, hetzij met brandblussching, met storm, epidemische ziekten of ook bij het verrichten der werkzaamheden voor feestviering, als de krachten der werklieden dubbele inspanning vorderenzijne diensten had verricht dat hij na eene korte ongesteldheid ondervindt dat zijne krachten hem begeven om langer zijne werkzaamheden te verrichten en zich daarom ge noodzaakt ziet, om zijn ontslag als straatmaker aan te vragen; dat hoewel hij en zijne vrouw getracht hebbenzooveel mogelijk het welzijn van hun talrijk gezin te bevorderen en zoo mogelijk nog iets voor hun ouden dag te besparenmaar wat het laatste betreft door ongunstige omstandigheden en door het stijgen van de prijzen der levensmiddelen zijn teleurgesteld, zoodat zij hunne verdere levensdagen met bezorgdheid te ge- moet zien om bovenstaande redenen en ook op het herhaald aanraden van vele aan zienlijke ingezetenen dezer gemeente, durft hij zich met bescheiden aan drang tot den gemeenteraad wenden met het verzoekhem door toekenning van eenig pensioen of toelage hem en zijne echtgenoote op bun 76-jarigen leeftijd deze zorg te willen verligtenopdat hij zich mogt verheugen dat in hunne behoeften wordt voorzien, zonder dat zij hunne toevlucht tot de openbare liefdadigheid behoeven te nemen. Hij doet dit verzoek met te meer vrijmoedigheid in een tijd dat nevens andere, ook onze gemeente er zich op toelegt, om zooveel mogelijk het lot van den werkman te verbeteren en het lot van den ouden, afgeleefden en zich door langdurigen getrouwen dienst onderscheiden hebbenden werk man bijzonder aan te trekken redenen waarom hij op eene gunstige beschikking mag hoopen. Leiden, November 1874. 't Welk doende enz., B. E. Spijker. N#. 383. Leiden, 29 November 1874. De districtsschoolopziener heeft aan ons college bij zijnen hiernevens ge- voegden brief in overweging gegevenom eene overplaatsing voor te stellen van mej. Jesse als hoofdonderwijzeres van de meisjesschool der 2de klasse naar die der 1ste klasse, ter vervanging van mej. Eenssen aan wie bij be sluit van 12 November eervol ontslag is toegekend. Gaarne vereenigen wij ons met het plan van den schoolopziener, overtuigd dat mej. Jesse in vele opzichten de hoedanigheden bezit, die worden vereischt om voor de hier bedoelde gewichtige taak in aanmerking te komen en wij onderschrijven ten volle het daaromtrent in den brief opgemerkte. Wij veroorloven ons alzoo de vrijheid u voor te stellen, mej. M. Jesse voornoemd te benoemen tot hoofdonderwijzeres aan de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs der 1ste klasse voor meisjes, met ingang van 1 Januari 1875. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 14 November 1874. Ongeveer uit dezelfde beweegredenendie mij in dezen voorzomer u deden voorstellen, den heer Van Dijk voor de betrekking van hoofdonderwijzer aan de voorbereidende school 2de kl. voor te dragenheb ik thans de eer u in overweging te gevenden gemeenteraad eene overplaatsing van mej. Jesse naar de meisjesschool 1ste kl. voor te stellen. Gij weet dat naar mijne meening de taak der hoofdonderwijzeres van deze school te zwaar is en dat eene verdeeling dier taak door mij noodig wordt geacht. Doch is zij naar eisch te vervullen, dan kan dit slechts geschieden door eene vrouw van talent en ervaringdie daarbij eene vaste gezondheid geniet. Juist om trent die eigenschappendie men vooral in deze hoofdonderwijzeres wenscht, kan een vergelijkend examen bezwaarlijk voldoende waarborgen verstrekken. Het kan tot eene vrij juiste waardeering van de kunde der sollicitanten lei- 1874. den, men leert er iets van hunne manier van onderwijzen kennen en krijgt een indruk van hunne persoonlijkheid. Meer kan het niet geven, en indien bet uitkomtdat de naar den uitslag van 't examen benoemde in alle op zichten een bekwaam hoofdonderwijzer is, moet men dit tot zekere hoogte beschouwen als een gelukdat men mocht hopenmaar niet stellig verwach ten. Hoe eenvoudiger het organisme eener school is, des te grooter is na tuurlijk de kans, dat het vergelijkend examen aan zijn doel zal beantwoorden. Voor de meisjesschool 2de kl. b. v. zal het lichter vallen, een voldoend examen af te nemen, dan voor de plaats die thans vacant is. Nu bezit de gemeente in mej. Jesse eene hoofdonderwijzeres, die, naar mijne overtuiging, in allen deele berekend is voor deze moeilijke taak, Harö school is met recht steeds geroemd als een der beste van deze gemeente daar zij eene kundige en vastberadene vrouw is, die een goed plan weet te maken eö uit te voeren, en daar zij leeft voor hare betrekking. Daarbij beeft zij bet geluk eene zeer goede gezondheid te bezitten. Wettelijk be zwaar bestaat tegen deze overplaatsing niet, zoowel naar mijn oordeel, als naar dat van den heer Inspecteur van het lager onderwijs, daarover opzette lijk door mij geraadpleegd, In de schoolcommissie werd mijne madedeeling, dat ik u dit voorstel zou doenmet ingenomenheid ontvangen. Voor mej. Jesse zelve zal eene uitnoodigingdeze betrekking te bekleeden, een schoon en welverdiend bewijs van vertrouwen zijn, dat haar bemoedigen zal in hét aanvaarden der zware taak. De gemeenteraad zal door deze benoeming in staat komeneene vaste overtuiging omtrent deze school te verkrijgen j in dien de inrichting onder ééne directrice aan alle eischen kan beantwoorden zal dit geschieden onder de leiding van mej. Jesse. Ziet zij zich, na ernstig P°Ben» genoodzaakt in te stemmen met het oordeel harer voorgangster, dat eene splitsing der school wenschelijk is, dan kan men veilig besluitendat verder uitstel in deze vruchteloos zal zijn. De Schoolopziener in het 3de district van Zuid-Holland Aan heeren Burgemeester en M. J. De Goeje. Wethouders van Leiden. N°. 383. Leiden, 23 November 1874. Op bet in onze handen gesteld verzoek van Casparus Cornells Tieteman alhier, om vier boomen uit de» tuin van zijn huis aan de Hooigracht n°. 84 te mogen doen verplanten in gemeentegrond op den Middelweg op een hslven meter afstands van den maur achter zijne woninghebben wij de eer n te berichten dat wij ons vereenigen met het hierbij overgelegd rapport der Commissie van Fabricageweshalve wij de vrijheid nemen u te raden des adressants verzoek toe te staanmits bedoelde boomen het eigendom der gemeente worden en naar goedvinden van het gemeentebestuurdes noodig oordeelendeworden gerooid. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met eerbied te kennen Casparus Cornelis Tieleman, wonende alhier op de Hooigracht n°. 84; dat hij gaarne vier boomen in den tuin van. zijn huis wilde verplanten in gemeentegrond op den Middelweg op een halven meter afstand van den rannr achter zijne woning, waartoe hij uwe toestemming verzoekt. 't Welk doende, enz. Leiden, 21 October 1874. C. C. Tieleman. Leiden, 11 November 1874. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van C. C. Tielemanhoudende verzoek o» vier boomen in den tuin van zijn huis op de Hooigraeht te verplanten in gemeentegrond op den Middelweg, op een balven meter afstand van den muur achter zijne woningte berichtendat meer dan eens dergelijke verzoeken zijn ingewilligd en er alzoo geen bezwaar bestaat om, evenals reeds aan den Middelweg boomen langs muren zijn geplaatst om te beletten het uitzicht van overburen in tuinen ook aan den requestrant toe te staan op den afstand van een halven meter van den muur achter zijn huis op de Hooigracht n°. 84 en aan den Middelweg uitkomende vier boomen te plantenmits die boomen worden het eigendom der gemeente en naar goedvinden van het gemeentebestuurdes noodig oordeelendewor den gerooid. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 384. Leiden, 23 November 1874. Met bet hierbij overgelegd rapport der Commissie van Fabricage op de adressen van J. Kriest en J. Zwetsloot, om continuatie der onderhandsche verhuring van twee stukjes teelland gelegen aan het raamland onder Leider dorp, kunnen wij ons geheel vereenigen, zoodat wij de vrijheid nemen u te raden op die verzoeken afwijzend te beschikken en ons college te mach tigen om tot eene openbare verhnring van bedoelde stukjes land over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 21 October 1874. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekendetuinman alhier, doet bij deze het beleefd verzoek weder in huur te mogen verkrijgen het stuk raamland, gelegen bniten de voormalige Marepoortwaarvan de huurtijd met Kerstmis aanst. verstreken is. 't Welk doende, J. Kriest. 71

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 1