In de zitting van 3 Januari (Hand. bi. 4) werden alsnu de oonolusiën van het rapport der Commissie van Financiën aangenomennadat ons voor stel om aan den heer Liernur op te dragen, bij de beantwoording der meer- bedoelde vragen in acht te nemen eene eventuëele latere toepassing van het stelsel over de geheele gemeente en eenë invoering daarvan in de eerste plaats in de Marendorpsche Achtergracht c. a.was verworpen. Het daarop ingekomen antwoord is met de betrekkelijke rapporten van de Commissie van Fabricage en van ons college aan uwe vergadering ingediend (Hand. bl. 43, n°. 195), en het rapport der Commissie van Financiën is opgenomen onder n". 236, bl. 62. Terwijl eerstgenoemde commissie in overweging geeft geen gevolg te geven aan het project tot uitbreiding aan de Koepoortsgrachtmaar een plan te doen opmaken voor de Marendorpsche Achtergracht met een avant-project voor de geheele gemeente, hebben wij gemeend ons strikt te moeten houden aan de eenmaal door uwe vergade ring genomen beslissing en mitsdien voorgesteld voor eene uitbreiding van het stelsel aan de Koepoortsgracht de plannen met begrooting te doen opmaken, ten einde daarna omtrent de uitbreiding en de beschikbaarstelling van het vereischt kapitaal eene definitieve beslissing te nemen. De Commissie van Financiën eindelijk komt terug van het vroeger door haar verdedigd systeem, eene som van f 50000, waarop naar de bereke ningen van de Commissie van Fabricage de geprojecteerde uitbreiding voor- loopig wordt geraamd te aanzienlijk achtende om alleen te worden aange wend tot het nemen van eene proeve; zij wenscht voorshands geen gevolg te geven aan een der beide plannenmaar eene raming te doen opmaken van de kosten eener toepassing over de geheele gemeente, ook in verband met eene te ontvangen opgave van de kosten eener duinwaterleiding. Ten slotte hebben wederom een tal van ingezetenen alsmede de Vereeniging tot verbetering der volksgezondheid, op eene zoo spoedig mogelijke invoering van het stelsel in de Marendorpsche Achtergracht aangedrongen. Het zal bij uwe vergadering voorzeker geene bevreemding wekken dat wijna kennis genomen te hebben van de tegenwoordige zienswijze van de Commissie van Financiën, niet blijven aandringen op eene voortzetting der proeve op financieel gebied, doch integendeel ons thans geheel scharen aan de zijde van de Commissie van Fabricage. Immers alleen op grond dat de Commissie van Financiën eene financieele proeve noodig achttealvorens tot eene verdere toepassing van het stelsel in andere deelen der gemeente over te gaan, hebben wij ons voorstel om voor de Marendorpsche Achter gracht een plan te doen opmakentijdelijk terug genomen en achten ons alzoo thans, nu de Financieele Commissie zelve aan haar voorstel tot het nemen eener proeve geen verder gevolg wenscht te gevenalleszins gerech tigd wederom tot ons oorspronkelijk voorstel terug te keeren. Te minder bestaat daartegen bezwaar, omdat de toepassing aan de Marendorpsche Achter gracht, gelijk ons sedert is gebleken, op zoodanige wijze zal kunnen ge schieden, dat door het leggen van een verbindingsbuis met dezelfde machine tevens de buurt aan de Koepoortsgracht geëxploiteerd zal kunnen worden waardoor de tegenwoordige kosten van exploitatie niet noemenswaardig zullen behoeven te worden verhoogd, in verhouding tot de aanzienlijke vermeerde ring van de te verzamelen faecaliën. Dusdanige toepassing namelijk is nog onlangs met den heer Liernur besprokenterwijl daarbij tevens is aangege ven de plaatsing van drie machines in één lokaal in de buurt van de Gedempte Voldersgracht bij de Oude Vestals zijnde het meest geschikte punt bij even- tueele algemeene invoering van het stelsel over de geheele gemeente. Aangenomen alzoo de wenschelijkheid om den toestand van de Ma rendorpsche Achtergracht door middel van het Liernurstelsel te verbe teren en ten einde daartoe te geraken de vereischte plannen te doen opmakenschijnt het met het oog op het bovenaangevoerde niet wel voor tegenspraak vatbaar, dat die plannen niet geisoleerd moeten wor den opgemaaktmaar dat daarmede noodzakelijk moet samengaan een zoogenaamd avant-project voor de geheele gemeente, ten einde de plaatsing der machines, het leggen der buizen als anderszins op zoodanige wijze ge schiede, dat eene verdere uitbreiding mogelijk wordt zonder verandering van den bestaanden toestand, terwijl met de opmaking van een dusdanig alge meen voorloopig plan in geenen deele eene begrooting van kosten behoeft gepaard te gaan. Het thans door de Commissie van Financiën ingediend voorstel om alvorens aan de toepassing van het Liernurstelsel eenige uitbreiding te geven eene beslissing te nemen of dat stelsel over de geheele gemeente zal worden inge voerd, dan wel ot eene duinwaterleiding zal worden aangelegd en ten einde daartoe in staat te worden gesteld eene zoo juist mogelijke raming voor de aan beide zaken verbonden kosten te doen opmakenkomt ons dan ook minder aannemelijk voor. Zooalsonzes inziensvolkomen juist door de vereeniging tot bevordering der volksgezondheid in haar onlangs ingediend adres wordt opgemerkt, kan aan zoodanige raming uit den aard der zaak al zeer geringe waarde worden toegekendop grond dat met eene toepassing van het stelsel over de geheele gemeente tal van jaren zijn gemoeid en alzoo niet dan eene zeer globale raming zoude kunnen worden verstrekt. Bovendien verliéze men niet uit het oog dat, al mocht deze gemeente in het bezit geraken van eene duinwaterleiding, dit feit geen reden kan zijn om de bestaande rioleering te behouden en dat de belangen der openbare gezondheid ook bij den meest ruimen aanvoer van .zuiver drinkwater steeds eene radicale verandering in de verwijdering der faecale stofien zullen blijven vorderen. Ook op dit punt wordt in bedoeld adres, onzes inziens, zeer te recht de aandacht gevestigd. Nog zij opgemerkt dat in de kosten van het Liernurstelsel al zij het dan ook in de eerste tijden slechts voor een zeer bescheiden deel wordt te ge- moet gekomen door de opbrengst der thans verloren faecale stoflenmaar dat alle kosten eener waterleiding hetzij uit de gemeentelijke fondsen hetzij uit de bijdragen der ingezetenen geheel zullen moeten worden bestreden. Thans reeds zoude bij uitvoering van de geprojecteerde uitbreiding aan de Koepoortsgracht van het in dat geval aangewend kapitaal geraamd op f 80000 eene rente worden genoten van ongeveer 2\- pCt. bij eene opbrengst der stofien ad 0.40 per honderd kilogram, terwijl de prijs daarvan naar het oordeel van bij uitnemendheid bevoegden op den duur. zal moeten stij gen hetgeen dan ook met het oog op de steeds vermeerderende behoefte van den landbouw aan deugdelijke bemesting niet wel valt te betwijfelen. Eindelijk wijzen wij u op de hoogst aanzienlijke kosten die het opmaken van eene begrooting als door de Commissie van Financiën wordt verlangd, vermoedelijk zal vorderen. Op grond van een en ander vinden wij alzoo in alle opzichten vrijheid ons thans geheel te vereenigen met het voorstel der Commissie van Fabri cage en U alzoo in overweging te geven omde uitbreiding aan de Koe poortsgracht voorshands verdagende, de noodige plannen te doen opmaken, ten einde zoo spoedig mogelijk kunne worden overgegaan tot eene toepas sing van het stelsel in de Marendorpsche Achtergracht en omliggende stra ten, in dier voege dat de buurt van de Koepoortsgracht door middel van de voor eerstgenoemdi gedeelte der gemeente te plaatsen machine worde geëxploiteerd en onder bepaling dat de aanleg behoort te geschieden in verband met eene mogelijke toepassing van het stelsel over de geheele gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 38©. Leiden, 20 November 1874. Blijkens het hierbij gevoegd adres verzoekt Jacob Van der Wiel, steen houwer alhier, den eigendom van een gedeelte gemeentegrond tusschen de Kaarsenmakersstraat en de Binnenvestgrachtter bebouwing met drie arbei derswoningen. Wij hebben hierop het advies der Commissie van Fabricage ingewonnen hetwelk hierbij wordt overgelegd en waarmede wij ons vereenigenzoodat wij de vrijheid nemen u te raden bedoeld gedeelte grond, bij het kadaster bekend onder Sectie C, n°. 1423, ter grootte van 176 centiaren, aan den adressant voor genoemd doel in eigendom af te staan tegen betaling van een koopprijs van f 106.60, berekend tegen het 25voudig bedrag van de jaarlijksche recognitie ad ƒ4.265, met vergunning om de privaten der nieuwe woningen te doen uitloozen in het algemeen riool van de Kaarsenmakersstraat en onder bepaling dat de bebouwing binnen een jaar voltooid zij. Voorts wenschen wij aan de vergunning de voorwaarde verbonden te zien dat bij toepassing op de wijk waarin de te bouwen huizen behooren van het Lier nurstelsel of van eenig ander algemeen voor de gemeente aangenomen reinigingsstelsel, de eigenaar dier huizen zal gehouden zijn, volgens door den gemeenteraad te geven voorschriftenvoor zijne rekening de noodige inrichtingen binnen'shuis te doen vervaardigen en voor hare aansluiting te zorgen aan de voor rekening der gemeente aangelegde straatbuizen of riolen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden 1 Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Jacob van der Wiel, steen houwer alhier, dat bij raadsbesluit van den 30en Juli dezes jaars aan hem in gebruik is afgestaan het gedeelte gemeentegrond tusschen de Kaarsenmakersstraat en de Binnenvestgracht, bij het kadaster bekend onder Sectie C, n°. 1423, mits daarop geene hinderlijke beroepen, bedrijven of werktuigen worden aangelegd of gedreven Dat hij een gedeelte van dien grondter grootte van een honderd zes en zeventig vierkante meters achter zijn woonhuis gelegen wilde bebouwen om daar op te plaatsen drie arbeiderswoningen zooals dat op de bierbij gevoegde kadastrale teekening met een goeie kleur is aangeduidwaardoor eene regelmatige bebouwing zal worden verkregen. Reden waarom hij verzoekt hem dat deel in eigendom af te staan omdat daardoor een ingesloten hoek zal worden verbouwd. 't Welk doende, enz. Leiden, 28 October 1874. J. Van der Wiel. Leiden, 11 November 1874. De Commissie van Fabricage heeft geen bezwaar tegen het verzoek van J. Van der Wiel, om het gedeelte van den grond dat hem bij raadsbesluit van den 30en Juli dezes jaars in gebruik is afgestaan en in de rooiing ligt van de Kaarsenmakersstraat in eigendom over te dragenten einde daarop drie arbeiderswoningen te bouwen, omdat daardoor blijkens de over gelegde kadastrale schetsteekening een uiterste hoek wordt bebouwd in een afgelegen gedeelte der gemeente met werkmanswoningenwaaraan behoefte bestaat en waaruit voor de gemeentekas door de heffing van 40 opeenten op de hoofdsom der grondbelasting van gebouwde eigendommen nieüwe voor- deelen worden verkregen. Zij wenscht ook steeds het bebouwen van open erven aan te moedigen, al is het tegen kosteloozen afstand van gemeentegrondmBar aangezien de bij bet ingediend request gevraagde grond in gebruik is gegeven tegen betaling eener jaarlijkscbe recognitie, acht zij het niet onbillijk, dat als koopprijs wordt betaald de afkoop tegen het 25-malig bedrag van dat deel in de recognitie, hetwelk voor den open grond wordt betaald en in verhou ding tot de grootte van 176 op de 713 centiaren beloopt eene som van 106.60 of 25-maal ƒ4.265. De Commissie van Fabricage meent derhalve het nemen eener gunstige beschikking op het in hare handen gesteld request te mogen aanraden, zoodat aan Jacob Van der Wiel, steenhouwer alhier, in eigendom wordt afgestaan een gedeelte gemeentegrond, ter grootte van 176 centiaren uit makende een gedeelte van het perceel in de Kaarsenmakersstraat bij het kadaster bekend onder Sectie C, n°. 1423, tegen een koopprijs van honderd zes gulden zestig cents, onder verplichting, om daarop te bouwen drie arbei derswoningen met vergunning om de privaten te doen uitloozen in het algemeen riool van de Kaarssenmakersstraat, mits de bebouwing binnen één jaar voltooid zij. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Fabricage, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 6