moeilijk te berekenen zijn. Men boude tooh in het cog, dat het hier te doen is om de algeméene toepassing van een stelsel, dat tot heden nergens in de wereldvoor zoover wij althans wetenop eenigszins breede schaal is toegepast, en dat, wanneer groote steden met eene rijke en sterk aanwas sende bevolking de kosten van eene mislukte proef betrekkelijk gemakkelijk dragen, gemeenten, welke in soortgelijke omstandigheden verkeeren als de onze, tegen de gevolgen van zulk eene mislukking vrij wat minder zijn op gewassen. Het waren juist deze overwegingen welke ons in den aanvang van dit jaar tot het voorstel leiddenom alvorens het beginsel eener algemeene toe passing van het Liernurstelsel uit te makeneerst te onderzoekenwelke financieele resultaten men van eéne uitbreiding der aanvankelijk genomen proeve zoude kunnen verkrijgen Dit voorstel, door uwe vergadering aangenomen, heeft geleid tot het belangrijk en helder rapport van de heeren Liernur en De Bruyn Kopsdat thans voor ons ligt. Wij willen niet ontveinzen dat de mededeelingen in dat rapport vervat, ons hebben teleurgesteld; wij had den gehoopt, dat de gewenschte uitbreiding met betrekkelijk geringe kosten tot stand zou kunnen komen, en nu blijkt het dat daarvoor noodig is een kapitaal van f 50000, of bijna andèrhalfmaal de som, welke tot heden voor de eerste proeve met het Liernurstelsel besteed werd. Uit een finan cieel oogpunt verdient deze nieuwe uitgave al dadelijk geen aanbeveling, omdat de 50000, welke bij aanneming van het voorstel, door Burge meester en Wethouders gedaanvoor het Liernurstelsel zouden worden be steed, gevoegd bij de f 34000 vroeger voor dat zelfde stelsel aangewezen, ook onder de gunstigste omstandigheden nog niet zooveel renten zullen afwerpen als de gemeente nu ontleent van het enkele kapitaal van f 50000, zoolang dit op het Grootboek staan blijft. Maar afgescheiden van deze overweging: eene som van f 50000, enkel tot voortzetting van eene proef, komt ons voor Leiden veel te bezwarend voor. Immers blijft het bij eene proef, dan zou de gemeente niet minder dan f 84000 vrij doelloos hebben weggeworpenwant elkeen erkentdat alleen bij algemeene toepassing het Liernurstelsel dien goeden invloed op den openbaren gezondheidstoestand kan uitoefenenom welken het ten slotte te doen is. Wij zouden niets noemenswaard tot stand gebracht en door het breken van onze financieele kracht toch dit hebben uitgewerkt, dat het uitzicht op andere groote maat regelen in het belang van de openbare gezondheid, niet weinig verzwakte. Onder deze omstandigheden durven wij uwe vergadering niet aanbevelen nu reeds uitvoering te geven aan het derde gedeelte van het besluit den 8sten Januari 11. genomen. Om dit te kunnen doen op zulk eene schaal als nu wordt voorgesteld, moet het plan om cam quo tot eene algemeene toepassing te geraken, beter vaststaan dan nu nog het geval is. Wij zou den daarom wenschen en nemen dus de vrijheid u voor te stellen, om, de verdere uitvoering van het besluit van 8 Januari nog voorloopig aanhou dende, de heeren Liernur en De Bruyn Kops uit te noodigen, als een vervolg op hun schrijven van 18 April, aan den Baad over te leggen een voorloopig plan voor de toepassing van het Liernurstelsel op de ge- heele stad, met eene zoo nauwkeurig mogelijke opgave van de kosten èn van aanleg èn van jaarlijksch onderhoud. Komt zulk een plan in dan zal uwe vergadering de financieele offerswelke de algemeene toepassing van het Liernurstelsel vordert, beter dan nu kunnen overzien en dus ook beter dan nu beslissen of men al dan niet verder behoort te gaan't zij aan de Koepoortsgracht 't zij elders. Valt de beslissing gunstig uit dan zal de rege ling derwijze van uitvoering vermoedelijk minder bezwaar opleveren en ook minder verschil van meening uitlokken dan thans, terwijl men dan tevens in de gelegenheid zijn zal te bepalen, hoe de buitengewone geldmiddelen moeten gevonden wordenwelke men voor de algemeene toepassing zal behoeven. Wij hebben met dit voorstel nog een bijzonder doel: uwe vergadering herinnert zich, dat bij haar nog altijd aanhangig is het plan eener duinwater leiding: Hoever de overwegingendat plan rakendereeds gevorderd zijn weten wij nietmaar wij zouden zeer wenschendat wanneer de algemeene begrooting van de heeren Liernur en De Bruyn Kops ter tafel komt, de Raad ook kennis konde nemen van eene raming der kostènaan de invoering eener duinwaterleiding verbonden. Beide plannen bedoelen ten slotte het zelfde: het nemen van krachtige maatregelen in het belang van de openbare gezondheidstoestand; maar het is tevens volkomen duidelijk, dat de finan cieele krachten der gemeente in geen geval gedogen aan beide groote plannen uitvoering te geven, althans niet in de eerste tien of twintig jaren. Zijn nu beide plannen te gelijk aan de orde, kan men de geldelijke opofferingen metenwelke men zich voor elk van beide moet getroostendan zal het ook gemakkelijker zijn tusschen beide te kiezen, en alzoo het gevaar te ontgaan, 'twelk nu maar al te zeer dreigt, dat men namelijk béide onder nemingen in het oog houdendezich met halve of kwart maatregelen verge noegt, welke schatten verslinden en toch geen afdoende hulp bieden. Ons voorstel stemt geheel overeen met dat gedeelte van de voordracht der Commissie van Fabricage't welk onder nommer 2 a van haren brief van 15 Juli voorkomt. Met haar voorstel 2 b, om namelijk aan de heeren Liernur en De Bruyn Kops te gelijk met het avant-projet voor de geheele onderneming ook te vragen een bepaald bestek voor de uitvoering van het stelsel aan de Marendorpsche Achtergracht, kunnen wij ons echter niet ver eenigen. Immers dat voorstel gaat uit van de gedachtedat de algemeene toepassing reeds eene besliste zaak isen die gedachte deelen wij allerminst. Trouwens de wijziging, welke wij aanbevelen, behoeft volstrekt niet tot vertraag te leiden. Kunnen de heeren Liernur en De Bruyn Kopszooals wij wenschenzich bepalen tot het ontwerpen van een algemeen plan dan zullen zij spoedig met die taak gereed komen en zal uwe vergadering betrek kelijk spoedig haar eindbesluit nemen. Is dit genomen en valt het uit in den zin der Commissie van Fabricage dan kan de uitvoering van haar voor stel 2 b ook onmiddellijk volgen. Moeten de bovengenoemde heeren daar entegen met het algemeene plan ook een uitgewerkt bestek overleggen dan zullen zij noodzakelijk vrij wat meer tijd behoeven en zal ook de eindbe slissing uwer vergadering dus aanmerkelijk worden vertraagd. Ons advies komt alzoo ten slotte neer op deze twee voorstellen 1°. aan de heeren Liernur en De Bruyn Kops als vervolg op hun schrijven van 18 April te vragen een voorloopig plan voor de toepassing van meerge noemd rioolstelsel door de geheele stad, met zoo nauwkeurig mogelijke opgave van de koBten zoowel van aanleg als van onderhoud aan de uitvoering van dat plan verbonden; 2". in afwachting van het sub 1 bedoelde plan de verdere uitvoering van het besluit van 8 Januari voorloopig te schorsen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 33!?. Leiden, 5 October 1874. Door het overlijden van den heer Mr. P. G. Hubrecht is in het College van Regenten van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis binnen Leiden eene vacature ontstaan. Ter voorziening in die vacature heeft het bestuur der voormelde instelling de eer bij deze aan den Raad der gemeente Leiden in te dienen de vol gende voordracht van twee personen, te weten: 1°. J. J. Hubrecht, ontvanger der registratie en domeinen, en plaatsver vangend kantonrechter, en 2°. Mr. C. A. De Vassyadvocaat en collecteur der staats-loterijbeide wonende te Leiden. Het Bestuur voormeld, H. Obreen, Voorzitter. M. d'AuMerie Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N®. 338. Leiden, 21 September 1874. Aan den Gemeenteraad. De ondergeteekendenovertuigd van het groote belang der verbetering van den gezondheidstoestand voor de individuëele en de algemeene welvaart, hebben met ingenomenheid kennis genomen van de maatregelen die onder uwe medewerking ter bereiking van gezegd doel worden toegepast: Vermeenende, behoudens het reeds aangevoerde, dat de sanitaire toestand van Leiden in nauw verband staat met den bloei der universiteit, als zul lende deze toestand natuurlijk invloed oefenen op den toevloed der stude renden; Overwegende 1°. dat blijkens de ervaring der twee laatste jaren alhier een bedenkelijke toename in de frequentie van den abdominaal typhus wordt waargenomen 2®. dat volgens de bijna eenstemmige meening der deskundigen genoemde ziekte zich verbreidt en ontstaat door verontreiniging van den bodem en het drinkwater met faecale stoffen en de daaruit ontstaande ontledings-producten 3°. dat de zeer ongunstige toestand der riolen en der aan den bodem ontleende drinkwateren in deze gemeente met genoemde feiten overeenstemt; 4°. dat mitsdien verbetering van het rioolstelsel een eerste levensbehoefte voor onze stad mag genoemd worden; 5°. dat afdoende verbetering, onder de gegeven omstandigheden alleen van opheffing der bestaande riolen en invoering van Liernur's pneumatisch stelsel te wachten is; 6°. dat de proeve met genoemd stelsel alhier genomen alleszins bevredi gende uitkomsten heeft opgeleverd; 7°. dat ter voorkoming van noodelooze uitgaven elke maatregel tot ge deeltelijke verbetering van den onhoudbaren toestand behoort te passen in een plan waarbij de geheele gemeente is betrokken; Zoo is het dat wij eerbiedig verzoeken dat het u moge behagen te be sluiten overeenkomstig de voorstellen der Commissie van Fabricagein dato 15 Juli 1874: 1°. Om geen gevolg te geven aan het project tot uitbreiding aan de Koepoortsgracht, maar daarentegen 2°. Aan de heeren Liernur en De Bruyn Kops op te dragenom in overleg met den Gemeente-Architect op te maken en zoo spoedig mogelijk in te dienen a. een globaal plan (avant-project) voor eventuëele toepassing van het stelsel op de geheele staden b. een bepaald planmet begrooting van kosten ter voorloopige toepas sing op de Marendorps-Achtergracht en omliggende buurten 3°. Burgemeester en Wethouders op te dragen, om die plannen aan de goedkeuring van den Raad te onderwerpen en verder de noodige voorstellen te doen voor de uitvoering. 't Welk doende, A. Hevnsius, G. D. L. Huet, W. G. Pluygers, Th. M. Roest, A. C. Quant, J. H. Scholten, S. De Clbrcq, Wz.W. F. R. Suringar, S. S. Rosenstein, J. Pijnappel, Dr. C. Ter Laag, J. E. Van Iterson JAz.A. J. Wijnstroom, A. C. Leembruggen, A. L. Reimeringer Junior, G. A. Reimeringer, E. Vogelsang, Mr. H. L. A. Obreen, A. D. D. Schretlen, Dr. A. W. Kroon Jr. Dr. J. C. Kist, Mr. W. C. D. Olivier, B. F. Krantz Jz.Kla- verwijden, C. W. J. J. Pape, C. A. Leembruggen, J. Hoog, W. Plevte P. "A. v. d. Lith L. W. E. Rauwenhoff J. A. Boo gaard, C. G. Cobet, M. Polano, D. DoijerS. B. Vos, Fockema Andreie, H. J. Hamaker, Dr. G. Zaalberg, Dr. Weebers, C. P. Tiele, W. G. De Bruyn Kops, D. F. Van Heyst, C. A. Pekel haring A. E. Simon Thomas A. Kuenen A. Jongmans R. Fruin H. II. B. Vos, F. H. G. Van Iterson J. Knappert A. Van Iperen, J. Van SchravendijkD. De Loos, J. A. Van Dijk, J. A. F. Coebergh, H. G. Hagen, A. Hartevelt Jz., Fichet, R. Dozy, C. A. De Vassy, II. Boursse Wils, S. Vissering, P. J. Veth, H. Brongersma, H. Kern, Z. J. Jongmans, W. H. Jongmans, A. J. Jongmans, Dr. W. M. S. Junius, Dr. JB. BaertL. H. Feenders, Bierens De Haan G. Aalbertsberg J. D. B. Brouwer V. D. M., W. N. Du Kieu, D. Noothoven Van GoorW. F. Kaiser, Chr. Krabbe, W. HoogenstraatenP. L. Rijke, J. J. Hoffmann, A. E. I. Modderman, P. J. Cosijn, H. C. Rogge, J. L. A.Deser- tineA. Van Leeuwen, S. A. Andreson, F. Was, R. Van Bone- val Faure, G. J. Rollandet, T. Zaaijer, Van Bleiswijk Ris, E. J. Hoos, J. C. Van der Zweep, L. S. Van Praag, G. J. Grunert, H. G. Van de Sande Bakhuyzen. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 4