HANDELINGEN TAB DDI GENEENTEDAAD TAB LEIDEN.
50.
Zitting van Donderdag IT September 1874,
geopend 'e namiddags te 2 uren.
Voorzitter! de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren SeeligSuriugar, Juta, Hartevelt, Stoffels,
Driessen Krantz, Van Outeren, Van Heukelom, Cock, Veefkind, Eige-
manDe FreraeryBuysDercksenLezwijnGoudsmitLe Poole en
Van den Brandeler.
De heer Van Hettinga Tromp gaf kennis verhinderd te zijn de vergade
ring bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 3
September 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
Dispositiën van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 1/4en 7/9
September, nos. 88/1 en 37/3; houdende goedkeuring van het eerste supple
toir kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1874, en van het Raads
besluit van 20 Augustus tot verhooging der begrooting 1874 met/15000
(verbouwing van het schoollokaal op de Aalmarkt).
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1®. Verzoeken van A. J. Van den Burg, J. G. De Man, H. Van der
Koog, voor mejuör. De Pecker; om afschrijving van plaatselijke directe be
lasting.
2®, Verzoek van P. Van der Waals, ter bekoming van grond aan den
Vestwal bij den Vliet.
3®. Verzoek van de agenten van politie, 2de klasse, om verhooging van
jaarwedde.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze verzoeken te stellen
in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van
Financiën.
4°. Verzoek van T. Hooiberg, om ontslag als leeraar aan de hoogere
burgerschool.
5®. Idem van D. M. Speijer, om een riool te leggen in de Mare.
6®. Adressen van Dr. C. Ter Laag en J. L. A. Desertine, om continuatie
als stadsdoctor en chirurgijn.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze stukken te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders.
7®. Voordrachten tot het verleenen van eene personeele toelage aan de
heeren Dr. Brongersma en Dr. Van der Mey, leeraren aan de hoogere
burgerschool en het gymnasium.
8®. Voordracht tot wijziging der verordening tot heffing van gelden voor
het bezichtigen van het Museum in de Lakenhal.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze tc stellen in handen
van de Commissie van Financiën.
9°. Voordracht voor de benoeming van een hoofdonderwijzer aan de school
n°. 1 voor onvermogendenbestaande uit: l®. J. Wuyster, te Hendrik-Ido-
Ambacht2®. G. Noëltc Amsterdam3®. S. De Gastte 's Gravenhage.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze ter inzage van de leden
in de leeskamer neder te leggen,
De Voorzitter. Nog kan ik mededeelen de ontvangst van eene missive
van den adjudant des Koningshoudende bericht dat Z. M. de Koning den
3en October de gemeente zal bezoeken en goedkeuring verleent aan eene
uitnoodiging van de leden van bet koninklijk huis en aan het voorloopig
vastgesteld programma. Ook kan de komst van H. M. de Koningin te
gemoet worden gezien. Burgemeester en Wethouders stellen thans voor
aan den Baad hun een crediet te verleenen ten einde de vorstelijke personen
en de overige te noodigen hooge autoriteiten op eene waardige wijze te ont
vangenterwijl zij later aan den Baad een voorstel zullen indienen tot aan
wijzing der vereischte gelden.
Dienovereenkomstig wordt besloten:
De Voobzitter. Nog is ingekomen eene missive van de interimaire Com
missie voor de Bank van Leeningvan den volgenden inhoud
.Leiden, 14 September 1874.
Uwe vergadering heeft goedgevonden, in hare zitting van 9 April 11.,
de ondergeteekenden te benoemen tot leden eener interimaire commissie,
belast met de taak om de invoering van bet nieuwe reglement voor de
bank van leening voor te bereiden. Aan die benoeming ging intusschen
vooraf eene discussie over de vraag, welke het karakter van die interimaire
commissie zijn zoude. Burgemeester en Wethouders bedoelden dat het be
heer van de bank aan de tegenwoordige commissarissen zou blijven opge
dragen en dat alleen bet werk der reorganisatie voor rekening zou komen
van de nieuwe commissie; maar tegen die regeling verklaarde zich Mr. Van
Outerendie aantoonde dat het onpraktisch zijn zoude dus twee commissiën
met verschillende taak en verschillende beginsels volgende aan dezelfde in
stelling te verbinden. Het werk der reorganisatie meende bij zou het
plegen van daden van beheer telkens noodzakelijk makenzoodat beide op
den duur onmogelijk gescheiden konden blijven. Hij stelde daarom voor
dat de commissie van reorganisatie .te bekwamer tijd" het beheer van de
tegenwoordige commissie zoude overnemen, en dat deze alsdan geheel zoude
hebben gedefungeerd. Dit gevoelenook door een onzer aangedrongen
vond algemeen bijval en_ in dien zin werd dan ook door uwe vergadering
besloten.
1874.
Thans nu het oogenblik gekomen is waarop wij het beheer van de bank
zouden kunnen aanvaardenstuiten wij intusschen op eene moeielijkbeid van
welke wij uwe vergadering niet onkundig mogen laten. Wij werden namelijk
benoemd onder de heerschappij van het oude reglement en het beheer aan
vaardende zullen wij dat aanvankelijk ook overeenkomstig de voorschriften
van dat reglement moeten uitoefenen. Nu is echter onze benoeming met
die, nog altijd geldende, voorschriften niet in overeenstemming. Immers
artikel 2 van het reglement van 1827 bepaalt, dat de commissie zal be
staan uit twee Raadsleden met den Burgemeester of een der heeren Wet
houders door hem aan te wijzenals Voorzitter. Zulk een Voorzitter nu
is in ons midden niet te vinden, terwijl ook de Raadsleden niet benoemd
werden, zooals het reglement wil, namelijk uit dubbeltallen door Commis
sarissen van de bank en Burgemeester en Wethouders opgemaakt.
Op zich zelve hechtten wij weinig aan die informaliteit, het gold toch in
elk geval een zeer interimair beheer en de invoering van het nieuwe regle
ment zounaar wij hooptenspoedig genoeg kunnen volgen. Intusschen
mochten wij de mogelijkheid niet voorbijziendat wijtijdens de reorgani
satie beheerende, op moeielijkheden zouden stuiten, tot wegneming waarvan
zelfs judiciëele stappen konden noodig zijn. Wij achten iets dergelijks
op dit oogenblik zeker niet waarschijnlijk, maar dat het tot de mogelijke
gevallen behoort zal niemand betwisten. Mocht nu dergelijk geval zich
voordoen en de tegenpartij de wettigheid van ons bestaan betwistendan
zouden uit de hierboven aangewezen informaliteit allicht geldelijke nadeelen
voor de gemeente kunnen voortvloeien.
Heeren Commissarissen van de bank van leening, aan wie wij onze be
zwaren mededeelden, erkenden de billijkheid daarvan en gaven toe dat, al
gold het ook eene zeer onwaarschijnlijke eventualiteit, er toch reden bestond
zich daartegen tijdig te wapenen. Het eenvoudigst middel daartoe was nu
naar ons inzien dit, dat men terugkwam tot het oorspronkelijk plan en onze
commissieals louter belast met de reorganisatieliet handelen naast Com
missarissen die met het beheer belast bleven. De praktische bezwaren hier
tegen bestaande en boven ontwikkeld zouden dan zeker niet zijn opgeheven,
maar, met medewerking van heeren Commissarissen, hoopten wij die te
boven te komen. Wij meenden daarom te meer op de door ons voorgestelde
schikking te mogen aandringen, omdat zij tot geenerlei tijdverlies aanleiding
gaf en ook voor den Raad de noodzakelijkheid wegnam op het eens geno
men besluit terug te komen. Immers uwe vergadering bepaalde, dat wij het
beheer zouden overnemen »te bekwamer tijden nu hadden wij haar
slechts mede te deelen, waarom naar onze gemeenschappelijke overtuiging die
bekwame tijd niet kan aanbreken zoolang het nieuwe reglement niet wordt
ingevoerd.
Tot ons groot leedwezen hebben wij echter heeren Commissarissen niet
tot ons inzicht kunnen overhalen; de bezwaren reeds vroeger door Mr. Van
Outeren blootgelegdwogen bij hen zoozeer, dat zij die inderdaad onoverko
melijk achtten.
Onder deze omstandigheden kunnen wij niet anders doen dan uwe verga
dering te verzoeken om, terugkomende op haar besluit van 9 April 11:, ons
te ontheffen van het mandaat bij dat besluit opgedragen, en in onze plaats,
met inachtneming van bet bepaalde in art. 2 alin. 2 van het reglement,
twee medeleden te benoemendie met den Burgemeester of een door hem
aan te wijzen Wethouder, tot Voorzitter, de commissie zullen uitmaken,
welke de invoering van het nieuwe reglement voorbereidt en tevens van de
tegenwoordige Commissarissen het beheer overneemt op den tijd en met in
achtneming der bepalingen in gemeen overleg te regelen.
Bij dit ons verzoek willen wij nog enkel den wensch voegendat de be
noeming der nieuwe commissie zoo spoedig mogelijk en reeds in de eerst
volgende bijeenkomst geschiedeomdat het in meer dan een opzicht noodig
is dat de reorganisatie van de bank nu haar beslag krijge; Commissa
rissen van de bank zullen door tijdige indiening van een dubbeltal candidate»
voor de vaceerende plaatsen zeker wel tot dat doel willen medewerken.
De Commissie voornoemd
J. T. Büy3.
C. Cock.
R. Th. Bijleveld."
Ik stel voor die missive in handen te stellen van de Commissarissen van
de Bank om in de eerstvolgende vergadering te worden behandeld.
De beer Buys. Indien bet mogelijk ware een anderen weg in te slaan
dan thans door u wordt voorgesteld, mijnheer de Voorzitterzou het, dunkt
mij, raadzaam zijn dit te doen, daar ik vrees dat er anders een geruime
tijd nutteloos zal verloren gaan. Indien het namelijk mocht blijken dat de
vergadering het gevoelen deelt van de interimaire Commissiedan komt het
mij wenschelijker voor reeds thans het besluit te nemen, door de Commissie
voorgestelden daarna de missive aan beeren Commissarissen der Bank toe
te zendenmet verzoek een dubbeltal op te maken. Handelt men dusdan
kan reeds in de volgende vergadering tot de benoeming worden overgegaan
terwijl er in een omgekeerd geval, naar ik vrees, wel zes weken zullen ver-
loopen eer de nieuwe Commissie voor de Bank kan optreden.
De Voobzitter. Dit was ook mijne bedoeling met de voorstellen der
Commissie in banden van Commissarissen van de Bank te stellen.
De heer Van Outeben. Commissarissen der Bank zijn met den inge
komen brief door uwe welwillendheid, mijnheer de Voorzitter, even vóór deze
zitting bekend geworden, en indien dit stuk nu in onze banden wordt ge
steld, dan durf ik verzekeren dat wij, binnen zeer weinige dagengevolg
zullen geven aan het daarin vervat voorstel om een dubbeltal op te maken
zoodat reeds in de eerstvolgende vergadering tot de verlangde benoeming,
ter onzer vervanging, zal kunnen worden overgegaan.
De Voobzitter. Door die verzekering van den vorigen spreker is,
meen ikbet bezwaar van den heer Buys opgeheven.
55