HAIDlLfflSEH VAH DIS DDII1HT1KJUD TAS LEIDEN. 48. Zitting van Donderdag 3 September 1874, geopend's namiddags te 2 uren. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren EigemanLe Poole, Suringar, Juta, Stoffels, Hartevelt, Du Bieu, Lezwijn, De Fremery, Van Outeren, Van Heukelom, Dercksen, Cock, Bijleveld en Van den Brandeler. De heer Van Hettinga Tromp gaf kennis verhinderd te zijn de vergade ring bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 20 Augustus jl. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: Dispositiën van de Gedeputeerde Statendd. 18/24 en 25/28 Augustus nos. 54/148/1 en 48/3houdende goedkeuring van de raadsbesluiten van 30 Juli en 20 Augustus, tot afstand van grond aan J. Van der Wiel en tot overbrenging van eene som van ƒ1340 van den dienst 1873 op de onvoor ziene uitgaven der begrooting voor 1874. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adressen van G. J.C. De Vries en P. A. Ramaer, om afschrijving van plaatselijke directe belasting. 2#. Verzoek van J. Verweyter bekoming van de Waterpoort aan de Garenmarkt. 3°. Adres van Dr. H. W. Waalewijnleeraar aan de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs, om verhooging van jaarwedde. Dit adres is van den volgenden inhoud: Aan den Gemeenteraad van Leiden. Nadat ik mij in Februari 11. tot UEA. had gewend met het verzoek, mijne jaarwedde als leeraar in de natuurlijke historie aan de gemeente instellingen voor hooger- en middelbaar onderwijs te verhoogen, en te brengen op 1200, werd mij in uwe missieve van den 27 Februari bericht, dat mijn verzoek niet kon worden toegestaan »vermits de begrooting voor het loopende jaar was vastgesteldgoedgekeurd en in werking getreden." 'Bij het rapport der Commissie van Financiën, te dier zake, was de aan merking gemaakt dat ffmocht overigens de adressant voor de vaststelling van de begrooting voor het volgende jaar op zijn verzoek wenschen terug te komen, dan zou, onzes inziens, daaromtrent het gevoelen van de Com missie van toezicht belmoren te worden ingewonnen." Daarom neem ik thans de vrijheid mij nogmaals tot UEA. te wenden, met het beleefd verzoek om mijne jaarwedde te verhoogenen te brengen op een minimum van ƒ1200, voor welk verzoek ik reeds vroeger mijne gronden heb ontvouwd. De leeraar in de Natuurlijke historie aan de Gemeente instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. Leiden, 1 September 1874. Dr. H. W. Waalewijn." Overeenkomstig de voordracht wordt besloten, deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën. 4°. Missive van het Bestuur van het H. G. Weeshuis, houdende mede- deeling van het aandeel van het Weeshuis in de nalatenschap van wijlen den heer Wijnaendts. Deze missive is van den volgenden inhoud: 'Leiden2 September 1874. In antwoord op uw verzoek van 2 October 1873 hebben wij de eer u mede te deelendat ons aandeel in de erflating van wijlen den Heer Mar- tinus Wijnaendts van Maarsseveen c. a. bedraagt 110.000bestaande in hypotheken en andere waarden, gevende te zamen eene jaarlijksche rente van ongeveer ƒ5000. Bij eene dergelijke vermeerdering van inkomsten kan de jaarlijksche subsidie, ons verleend, teruggebracht worden voor het jaar 1875 op ƒ5000, voor het vervolg telken jare met 10 pCt. van de hoofdsom te verminderen. Onder deze omstandigheden rekenen wij, dat onze inkomsten, bij voort gezette bezuiniging en vereenvoudiging, voldoende zullen zijn, om het weeshuis blijvend aan zijne bestemming te doen beantwoorden. Door bovengenoemd schrijven zijn wij bovendien in kennis gesteld van de aanvrage, door den Kerkeraad aan u gedaan, om het opperbeheer over het Weesbuis aan genoemd college af te staan. Wij hebben van de stukkendie tusschen de gecommitteerden uit de betrokken lichamen gewisseld zijn, met groote belangstelling kennis geno men en kunnen niet nalaten reeds thans onze verwondering te kennen te geven over de meening, dat art. 9 der armenwet onder de aangewezen omstandig heden zou toelaten die overdracht te bewerkstelligen. Immers, al is het, dat er naast het Heilige Geest Huis eene dergelijke inrichting van de Hervormde Gemeente verrijstdan kan toch het doel van ons weeshuis niet geacht worden vervallen te zijnzoolang er nog weezen in dit gesticht verpleegden de met eene bepaalde bestemming gegeven goederen voor het aangewezen doel uitsluitend gebezigd worden: Eerst dan kan er van het regelen der weezen-kapitalen tot eene andere bestemming sprake zijnwanneer die gelden niet langer voor het aangewe zen doel gebruikt kunnen worden. Van eene regeling tot eene andere be stemming der kapitalen is echter in de aanvrage van den kerkeraad geene quaestie; alléén van de overdracht der kapitalen onder ander beheer, en hiervan wordt in genoemd art. 9 niet gesproken. 1874. Wij achten het verder overbodig alle argumenten aan te voeren of te herhalendie tegen genoemde overdracht pleitenin het vaste vertrouwen dat gij de taak niet van u zult willen werpen, om het oppertoezicht te houden over eene instelling, die tot de belangrijkste onzer Gemeente behoort en die over aanzienlijke kapitalen beschikt, waarvan het richtig beheer door de erflaters aan uwe controle is toevertrouwd. Namens het bestuur van het Heilige Geest ot arme wees- en kinderhuis. J. J. Peins, President. Aan den Gemeenteraad van Leiden. W. Pleyte, Secretaris". Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze missive te stellen in handen der Raadscommissie in zake de superintendentie van het Weeshuis. 5°. De begrooting der gemeente voor den dienst 1875, bedragende in ontvangst en uitgaaf 498,726.96, zijnde de plaatselijke directe belasting geraamd op ƒ99100. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie van Financiën en te behandelen in de sectiën, terwijl de stukken zijn gedrukt en aan de leden worden toegezonden. 6". Adres van J. Dondorp om ontslag als hulponderwijzer aan de jongens school 2de klasse. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. 7°. Missive van den heer B. W. Wttewaall, waarbij deze, wegens ver trek uit de gemeente, ontslag neemt als lid van den Gemeenteraad. Deze missive luidt als volgt: 'Leiden, 22 Augustus 1874. De ondergeteekende beeft de eer u kennis te gevendat hij deze ge meente metterwoon verlaat, en mitsdien zijn ontslag als lid van den Ge meenteraad moet nemen. B. W. Wttewaall. Aan den Gemeenteraad van Leiden." Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. De Vooezittee. Ik heb de eer mede te deelen dat de verkiezing van een nieuw lid is bepaald op Dinsdag 13 October ek.en dat volgens den rooster in het hoofdbureau zullen zitting hebben de leden Mr. Cock en Mr. Buys en in het onderbureau de heer Mr. Van Hettinga Tromp, als Voor zitter, en de heeren Mr. Suringar en Mr. Le Poole als leden. Aan de orde is I. Benoeming van leden in de vaste commissiënals a. Drie leden van de Commissie van Financiën, en uit dezen van den Voorzitter. De heeren Suringar, Dercksen en Cock worden door den Voorzitter uit- genoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Worden benoemdde heeren Buys (met algemeene stemmen)Hartevelt met 13 stemmen (de heer Cock verkreeg 1 stem; 1 blanco-briefje), en Eigeman met 13 stemmen; (zijnde op de heeren Krantz en Bijleveld elk 1 stem uitgebracht); tot Voorzitter, de heer Buys (met algemeene stem men). b. Twee leden van de Commissie, belast met het ontwerpen van en herzien der plaatselijke verordeningentegen wier overtreding straf is be dreigd van welke de Burgemeester regtens Voorzitter is. Worden benoemd: de heeren Van Outeren met 14 stemmen (blanco 1 briefje) en Bijleveld met 13 stemmen (de heer Goudsmit verkreeg 1 stem; 1 blanco-briefje). i c. Drie leden van de Commissie tot het ontwerpen van en herzien der plaatselijke verordeningen betreffende de huishouding der gemeenteen uit dezen van den Voorzitter. Worden benoemd: de heeren Goudsmit met 14 steramen (de heer Bijle veld verkreeg 1 stem), Cock met 14 stemmen (1 blanco-briefje) en Surin gar met 13 stemmen (de heer Bijleveld erlangde 1 stem1 blanco-briefje; tot Voorzitter, de heer Goudsmit met 14 stemmen (zijnde 1 stem uitgebracht op den heer Cock). d. Twee leden in de Commissie van Fabricage. Worden benoemdde heeren Van Wensen met 14 stemmen (1 blanco-briefje) en Seelig met algemeene stemmen. II. Benoeming van eene onderwijzeres der 1ste klasse aan de meisjesschool 2de kl. (Zie Hand. 46, n°. 213). Met 12 stemmen wordt benoemd mejufvr. J. E. Werner, geb. Drechsler zijnde 1 stem uitgebracht op mej. A. M. Will, terwijl 2 briefjes in blanco waren gelaten. III. Verzoek van K; Visser, ter bekoming van gemeentegrond. (Zie Handd. 46 n°. 212 en 47, n». 217.) De conclusie van het ongunstig rapport, waarmede de Commissie van Financiën zich heeft vereenigdwordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen. IV. Verzoek van mej. H. P. Werstom ontslag als onderwijzeres der 2de klasse aan de meisjesschool 2de kl. (Zie Handd. 47, n°. 216.) Overeenkomstig de conclusie van het rapport van Burgemeester en Wet houders wordt aan de adressante een eervol ontslag verleend. 53

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 1