MDELDÏGEH VU DES 6UEEHTERAU VU LEQEI.
lNfiËKOMEN STUKKEN,
ter inzage van de leden nedergelegd.
N°. 214. Leiden, 27 Augustus 1874.
Wij hebben de eer aan uwe vergadering hiernevens ter vaststelling over
te leggen een staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1874, strekkende tot verhooging van Hoofdst. VII, art. 11, volgn. 123,
Kosten voor het onderwijs in kunsten en wetenschappen met f 100,te
vinden door afschrijving van dat bedrag van den post voor Onvoorziene
Uitgaven, en zulks ten einde uitvoering te kunnen geven aan het Raadsbe
sluit van 20 Augustus jl.waarbij is besloten eene toelage van f 100.
te verleenen aan de Commissie voor de Volksvoorlezingen ten behoeve van
de door haar ontworpen bloemen-tentoonstelling.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 27 Augustus 1874.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de vaststel
ling van den door Burgemeester en Wethouders overgelegden staat van af-
en overschrijving tot een bedrag van f 100.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N#. 215. Leiden, 27 Augustus 1874.
De heer Luitenant-Kolonel Garnizoens-Kommandant heeft zich bij nevens-
gevoegd schrijven tot uwe vergadering gewend, met verzoek dat het duin
water gratis moge worden verstrekt aan het garnizoen en de Infirmerie,
terwijl reeds vroeger een dergelijk verzoek was ingediend aan den Burge
meester, waarop is te kennen gegeven dat, vermits de Raad had besloten
dat het duinwater tegen betaling zoude worden verkrijgbaar gesteld en
daarop voor het garnizoen geene uitzondering was gemaakt, aan het ver
zoek geen gunstig gevolg kon worden gegeven. Tevens is aan de mili
taire autoriteit alstoen medegedeeld dat het ten zeerste zoude zijn te be
treuren wanneer de gelden benoodigd voor het gebruik van water door de
militairen bij voortduring ten laste zouden moeten komen van de soldijdoch
dat het was te verwachten dat, wanneer het Departement van oorlog met
het raadsbesluit in kennis zoude zijn gesteld, de noodige maatregelen zou
den kunnen worden genomenten einde de bedoelde gelden niet meer be
hoefden te worden gebracht ten laste van de menages.
Tot ons leedwezen kunnen wij ook thans geene vrijheid vinden om
uwe vergadering in overweging te geven, het duinwater gratis beschikbaar
te stellen ten behoeve van het garnizoenhoezeer dan ook de verstrek
king daarvan tegen betaling tot eenige bezwaren voor de militaire autori
teiten moge aanleiding geven. Wij zijn namelijk van oordeel dat eene-
zoodanige aanvulling of wijziging van het Raadsbesluit van 25 Juni jl. on
middellijk tengevolge zoude moeten hebben dat ook ten aanzien van andere
inrichtingen een dergelijke maatregel in toepassing zoude moeten worden
gebrachten hebben daarbij het oog op het Akademisch Ziekenhuisde
onderscheidene weeshuizen en de overige instellingen van liefdadigheidwaar
door de vergoeding voor de aanzienlijke kostenverbonden aan den aan
voer en verstrekking van duinwater, belangrijk zoude verminderen. Boven
dien blijven wij van oordeel dat zonder eenig noemenswaardig bezwaar van
rijkswege de noodige gelden kunnen worden beschikbaar gesteld ten einde
te voorzien in de behoefte van het garnizoen aan duinwater.
Op grond van een en ander achten wij ons verplicht u voor te stellen
aan den heer Garnizoens-Kommandant te kennen te geven, dat de Raad
geen termen heeft kunnen vinden om naar aanleiding van zijn verzoek
eene wijziging te brengen in het besluit van den 25 Juni jl.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 21 Augustus 1874.
Daar het duinwater ingevolge besluit van den Raad der gemeente Leiden
dd. 25 Junij 11. thans alleen tegen betaling kan verkregen worden, zoo
heb ik de eer den Raad der gemeente beleefd te verzoeken mij wel te willen
doen kennen, of de bezetting en de Garnizoens-Infirmerie niet van die
betaling zouden kunnen vrijgesteld wordenaangezien de daarvoor benoo-
digde gelden ten laste der menages moeten komenwaardoor de manschap
pen die wegens de duurte der levensmiddelen reeds nu een sober soldij
genietenalsdan door de betaling hier boven bedoeld eene nog mindere
bezoldiging zouden ontvangen.
Ik heb de eer deze aangelegenheid in het belang van den militair, ten
zeerste tot een gewenscht resultaat aantebevelen.
De Luitenant-Kolonel Garnizoens-Kommandant,
Aan het Raadsbestuur der v. d. Capellen.
gemeente Leiden.
Leiden, 27 Augustus 1874.
De Commissie van Financiën kan zich vereenigen met het afwijzend
praeadvies van Burgemeester en Wethouders aangaande het verzoek der
militaire autoriteit alhier, betrekking hebbende tot de kostelooze verstrekking
van duinwater ten behoeve van het garnizoen alhier.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N". 216. Leiden, 29 Augustus 1874.
Op het adres van mejuffrouw H. P. Werst, om een eervol ontslag als
onderwijzeres der 2de klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid
lager onderwijs der 2de klasse, voor meisjes, hebben wij bet advies inge
wonnen van de hoofdonderwijzeres der betrokken school, hetwelk hierbij
wordt overgelegd en waarmede wij ons vereenigen.
Wij nemen alzoo de vrijheid u te radende adressante het gevraagd eer
vol ontslag tegen 1 October e. k. te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 25 Augustus 1874.
De ondergeteekendeonderwijzeres aan de openbare school voor m. u. 1. o.
der 2de klasse voor meisjes, verzoekt beleefd haar tegen 1 October (zoo
mogelijk tegen 15 September) eervol ontslag te verleenen uit hare tegen
woordige betrekking.
Aan HH. Burgemeester en Wethouders H. P. Webst.
der gemeente Leiden.
Leiden, 29 Augustus 1874.
In antwoord op uwe missive van den 27sten dezer, heb ik de eer u mede
te deelen, dat bij mij geen bezwaar bestaat tot het verleenen van eervol
ontslag aan mejufivrouw H. P. Werst.
De hoofdonderwijzeres aan de openbare
Aan HH. Burgemeester en Wethou- School der 2de klasse voor meisjes,
ders der gemeente Leiden. M. Jesse.
N#. 21?. Leiden, 31 Augustus 1874.
De Commissie van Financiën hééft de eer u te berichten dat zij zich
vereenigt met de voordracht van Burgemeester en Wethouders betrekkelijk
den afstand van een gedeelte erf aan den vestwal bij den Vliet, aan Klaas
Visserjagersbaas alhieren mitsdien in overweging geeft, overeenkomstig
die voordracht, te besluiten tot afwijzing van het verzoek.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
1874.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRaBBE.
52