wierd bepaald, dan dat men voor een aanzienlijk deel op eene onzekere
ontvangst zou moeten wachten. Ik geloofdat 3 pCt. wel wat een te groet
aandeel is in het inkomen, in verhouding tot het bepaaldetractement. Daar
alleen het tractement van den boekhouder door den Kaad wordt besproken
acht ik het beter, dit punt nu te gelijk te regelen, en dan is de Kaad ook
veel meer vrij om de gasprijzen te verlagen. Dan heeft dat niet zooveel
invloed op het inkomen dier personen.
De heer Krantz. Ik zoude er voor zijn om een hooger tractement te
bepalen omdat het bedrag der overwinsten van verschillende omstandigheden
afhankelijk is. Volgens het voorstel van Commissarissen der gasfabriek,
zal de directeur f2200 vast tractement hebben, en zoude hij volgens de
gemaakte berekening met de overwinsten op ruim 3300 kunnen rekenen
maar indien nu de overwinsten minder bedragen, is hij te leur gesteld.
Door het gemeentebestuur van den Haag is het voorstel gedaan om den
nieuw te benoemen directeur, naar ik meen, voor drie jaren te benoemen
tegen een vast tractement van ƒ4000, met vooruitzicht op aandeel in de
winst r wat ik zeer doelmatig vindomdat men daardoor de gelegenheid
heeft, om zich van de meerdere of mindere verdiensten van den persoon
te kunnen overtuigenen daarnaar het inkomen te bepalen. Hierover
zoude ik gaarne het gevoelen der Commissie vernemenalsmede of er bij
de verordening een tijd bepaald is, waarvoor de benoeming zal geschieden.
De heer De Fremery. De Eaad isdunkt mijaltijd geheel vrij om
afs' eenmaal eene benoeming heeft plaats gehaddie benoeming desvereischt
weder in te trekken; eene tijdelijke aanstelling kon wel eens aanleiding ge
ven dat zeer bekwame sollicitanten zich terugtrokken, en dit zoude zeker
niet in het belang van de gemeente zijn; ik acht ook daarom eene definitive
benoeming meer gewenscht.
De heer Dercksen. Mijnheer de Voorzitter. Ik heb het woord gevraagd
om alleenlijk te verklaren dat ik tegen iedere percentsgewijze belooning
der ambtenaren aan deze fabriek zal stemmen, omdat die belooning verkre-
gen wordt uit winsten, en ik iedere winst uit die fabriek genoten eene
onrechtmatige acht: Ik neem echter de vrijheid tevens mijne verwondering
te betuigen over het hoofddenkbeeld, dat die evenredige belooning in het
leven riep. Bedrieg ik mij niet dan- bedoelde men hiermede den directeur
en mindere beambten tot ijver aan te sporen. Zoo ietsvolkomen passende
in het stelsel vati een particulier industrieel beheer, voegt alweder niet
daar waar eene gemeente de gasverlichting ten behoeve van zichzelve exploi-
téferf: De vrees dat de ambtenaar te weinig ijver zou aan den dag leggen
wordt in dat geval opgewogen door de even gegronde of even ongegronde
vrees dat de gegeven stimulans te krachtig zou blijken en er over-ijver
zou kunnen geboren wordenwelkè tengevolge zoude hebben dat de winsten
ten nadeele der gasverbruikers hoog werden opgevoerd. Ik zou het daarom
beter achten het tractement des directeurs te bepalen op ƒ3000, niet
omdat dit dan gelijk zou staan met dat van den Haagschen directeur, want
die ontvangt niet drie maar vier duizend gulden belooning, maar omdat
voor ƒ3000 'sjaars wel een goede directeur zal te vinden wezen, wiens
ijver dan toch altijd gecontroleerd wordt dóór ijverige commissarissen.
ï)e heer Bijleveld. In afwijking van hetgeen door de heeren Krantz
en Dercksen is aangevoerdben ik zeer voor eene percentsgewijze belooning.
Het komt mij zeer wenschelijk voor, dat de belangen van den directeur ten
nauwste verbonden zijn aan den gang van zaken in de fabriek. De onder
vinding spreekt ook in dit opzicht luide. Ambtenaar of geen ambtenaar,
menschen blijven menschen, en waar aan plichtsbetrachting bijzondere be
langen inrtig vérbónden zijnis het zéér natuurlijk, dat ook de ijverige tot
Verhoogden ijfer wordt aangespoord. Wat betreft het gesprokene door den
beer Du Eieu, die zijnerzijds is blijven vasthouden aan het primitive voor
stel van de Commissie der gasfabriek, zoo wenschte ik op te merken, dat
Vóór mij het groóte bezwaar tegen dat voorstel daarin gelegen isdat eene ver
hooging van het tractement van den bóekhouder zoude gepaard gaan met
eene vermindering van het voor de mindere beambten en werklieden bestemd
aantal percenten,- zonder dat blijkt van voorgenomen verhooging Van hun
vast loon. De bepaling van dat loon behoort niet aan den Eaad, maar
aan Commissarissen: wanneer hunnerzijds toezegging kon worden gedaan,
dat naarmate de uit te keeren percenten minder werden gesteldnaar die
mate ook de vaste loonen zouden worden verhoogd, zoude mijn bezwaar
vervallen; zulk een toezegging heb ik evenwel niet vernomen.
De heer De Fremery. De Commissie beeft natuurlijk rijpelijk overwo
gen of er ook redenen warén om in de wijzë van belooning, welke tot dus
verre gevolgd is, verandering te brengen; zij heeft die niet gevonden.
Allen waren/ wij eenstemmig omtrent de wenschelijkheid om nevens een vast
tractement ook een aandeel toe te kennen in de winstwaardoor de lust en de
ijver om te arbeiden wordt aangemoedigd. Nadat jaren lang zeer aanzien
lijke percenten aan den directeur zijn verzekerd en die wijze van belooning
goede vruchten heeft opgeleverd, zouden wij bet niet voorzichtig achten om
die percenten nu in eens en geheel weg te nemen. Ik ben bet eens met
den heer Krantz, dat ontzaglijk veel afhangt van den man, die benoemd
zal worden; maar het is ook zeker waar dat de bekwame man door zijne
verdiensten, door zijn ijver en kunde zich voordeelen zal weten te verschaf
fen, die door den minder ontwikkelden niet verkrijgbaar zijn. De voorge
stelde wijze van belooning zal aldus eenigerraate gèëvénredigd zijn aan de
verdiensten, en ik zou op dien grond ook liet stelsel dat tot dus verre
gevolgd is niet willen loslaten. Wil men in lateren tijd, als het blijkt dat
de persoon die benoemd is waarborgen aanbiedt voor stipte plichtsbetrach
ting, ook als de premie wegvalt, de percentsgewijze belooning vervangen
door een vast tractement, ik zal er later wellicht niet tegen zijn, maar op
dit oogenblik zou ik de wijziging niet in het belang der fabriek achten.
De lieer Krantz. De heer Bijleveld heelt mij niet goed begrepen, als
hij meende dat ik mij tegen eene percentsgewijze belooning verklaard heb.
Integendeel ik acht die zeer wenschelijk, maar ik wenschte het bedrag
daarvan nu niet vast te stellen. Volgens het voorstel van bh. commissarissen
zal de nieuwe directeur een inkomen van 3340 hebben ftiaar dat bedrag
komt mij te laag voor, indien liet een kundig en geschikt persoon is, om
gekeerd kan het te hoog zijn; om die reden zoude ik het doelmatiger
achten om het cijfer der percentsgewijze belooning niet vast te stellen.
De heer Hartevelt. Toen de heer Dercksen als zijn gevoelen te ken
nen gafdat percentsgewijze belooning uit winsten van eene stedelijke
gasfabriek niet te pas komt, kon ik mij dat zeer goed denken, omdat dit
van zijn standpunt zeer consequent is. Maar ile moet opkomen tegen zijne
gevolgtrekkingdat door eene percentsgewijze belooning aan den directeur
gelegenheid zou worden gegeven om misbruiken te plegen ten koste der
gasverbruikers. Dat ware eene daad van oneerlijkheid, die ik niet hoop
dat zal kunnen plaats hebben. Dergelijke praktijken mag men mijns inziens
niet eens vooronderstellen-. De heer Krawtz- zegtdat waar het vaste tracte
ment op ƒ2200 wordt vastgesteld, en de 3 pCt van de winst op ƒ1141
wordt berekendde Kaad gehouden zal zijn omwat er aan die som van
ƒ1141 zal ontbreken, door minder behaalde winst, aan den directeur bij te
betalendeze opvatting is dunkt mij niet juist. De directeur zal boven
zijn vaste tractement van ƒ2200 genieten 3 pCt. van de zuivere win9t; of
die winst groot of klein is, doet niets ter zake en blijft alleen- eene kans
rekening voor den directeur. Wat de Commissie van Financiën echter
wenscht, is dat de tractementen van den boekhouder even als die van de
mindere beambten, zullen verhoogd worden, met hetgeen gedurende de laatste
tien jaren aan die beambten uit de 3 pCt van de winsten is toegekend
dus een vast verhoogd tractement, en geen aandeel meer in- de winsten.
De redenen, die pleiten voor de toekenning van een deel in de winsten aan
den directeur, bestaan niet voor de overige beambten. Gaat het voorstel
van Commissarissen der gaslabriek door, dan zou het tractement van den
boekhouder met 20.0 worden verhoogdten koste van de mindere beamb
ten aangezien men de 3 pCt.die tot nog toe zijn toegekendtot 2 pCt.
wil reduceeren. Kan de Eaad niet treden in de zienswijze van vaste bezol
diging, dan wenscht de Commissie van Financiën 3 pCt te behouden, door
Commissarissen te verdëelen.
De heer Krantz. De toelichting, door den heer Hartevelt gegeven acht
ik niet overbodig; voor mij was het aanvankelijk twijfelachtig.
De heer Du Eieu. Het was mijn idéé niet om het tractement zoozeer
te verhoogen, maar om eene betere verdeeling der percenten te krijgen.
Laten wij toch toe, dat aan den boekhouder cfoór Commissarissen een aan
zienlijk deel in die percenten worde toegekend, dan kan ik dat tifet goed
keuren. Ik wensch de percenten meer gelijkelijk te hebben verdeeld.
Daarom zou ik het vast tractement willen zien verhoogd, zondér daarom
het Vooruitzicht te openen, dat het gezamenlijk bedrag van het tractement en
der percenten worde verhoogd. Het is mij te doen om tot eene betere veT-
deeling der percenten te komen. Mocht eens de fabriek minder opbrengen dan
zal de boekhouder ook minder nadeel er door ondervinden. Daarom alleen is
het voorstel gedaan om het tractement van den boekhouder te verhoogen.
De heer Dercksen. Ik veroorloof mij den heer Hartevelt te antwoorden
dat de benoeming door den Kaad van een hoofdbeambte der fabriekzaken
niet gedaan wordt met het denkbeeld dat hij oneerlijk zal wezen. Wij
zouden hem dan, gelijk van zelf spreekt, wel niet benoemen. Toch zqu
men meenen uit de belofte van winst hem gedaan op te maken dat het
vertrouwen in den benoemdenhier te benoemenambtenaar wel iets te
wenscben overlaat. De door hem af te leggen eedwaardoor hij zich
plechtig verbindt tot alles wat maar van den man kan verlangd worden
gevoegd bij een goed jaargeld, dat hem het houden van dien eed gemakke
lijk kan maken, schijnt naar het oordeel der voorstanders van de percentage
te zwak een waarborg te zijn voor getrouwe plichtsvervulling. Niet ik,
maar die voorstanders, zijn het dus die een vermoeden doen geboren wor
den, van welks uitspreken ik word beschuldigd. En zoo deze opmerking
als juist moet erkend worden, dan stel ik twee gevallen: of de directeur is
eerlijk en doet zijn plicht met ijver zonder percenten-prikkel, of hij is dit
niet en dan zal hij te weinig doen bij eene vaste belooningen te veel
veel te veel, bij aandeel in de winst. Hoe, en langs welken weg dit laat
ste mogelijk is weet ik niet juist aan te gevenomdat ik geen technicus
in gas-aangelegenheden ben; maar dat de belangen der gasverbruikers kun
nen geschaad worden door eene voor de fabriek meer winstgevende gasbe-
reiding, geloof ik veilig te mogen aannemen. De directeur, die zich niet
door eed en plicht gebonden acht, heeft dus Vemharras dn choix op welke
wijze hij kwalijk wil handelen. Ik herhaal dus dat ik tegen de percents
gewijze belooning zal stemmen.
De heer Verstee. De strekking van het rapport der Commissie van
Financiën zoo als die door den heer Hartevelt daar zoo even is toegelicht
is mij volkomen duidelijk. Het door den heer Du- Eieu aangevoerde doet
mij intusschen vooronderstellen dat de percenten aan de andere beambten
der gasfabriek door Commissarissennaar hun goedvindenwórden toege
kend en ik zoude gaarne van den beer Du Eieu vernemen of deze mijne
vooronderstelling juist is.
De heer Du Eieu. Dat is tot nog toe altijd zoo geschied.
De heer Verster. Dan zal ik mijne stem geven aan het voorstel der
Commissie van Financiën.
De beraadslaging wordt gesloten.
De Voorzitter. Ik zal thans in stemming brengen het tractement van
den directeurwaarmede de Commissie van Financiën zich heelt vereenigd.
De bepaling deswege wordt aangenomen met 18 stemmen tegen 1, die
van den heer Dercksen.
De Voorzitter. Ik breng alsnu in rondvraag het tweede punt, waar
mede de Commissie van Financiën zich niet heeft kunnen vereenigen, en
waartegen zij heeft voorgesteld om het tractement van den boekhouder niet
te verhoogenmaar de percentsgewijze belooning te laten op den tegenwoor-
digen voet.
Het voorstel der Commissie van Financiën wordt aangenomen met 14
tegen 5 stemmen.
Tegen stemden: de heeren Cock, Krantz, Le Poole, Du Eieu en Dercksen.
De heer Van Heukelom. Is hiermede de behandeling der instructie nu
ook reeds afgeloopen?
De Voorzitter. Die moet nog in behandeling komenen ik open daar
over thans de discussie.
De heer Van Heukelom. Dan heb ik op art. 1 bedenking. Ik wenschte
dat artikel aldus te lezen: //De directeur is belast met het dagelijksch be
heer der gasfabriekonder toezicht van Commissarissen." Ik stel die ver-