HANDELINGEN TAN DEN GEMEENTERAAD TAN LEIDEN.
32,
Zitting van Donderdag 13. Juni 1SÏ1,
geopend te 2 uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren Bijleveld, Verster, Du Bieu, Dercksen, Van
Outeren WttewaallVan Wensen, Hartevelt, Juta, Soringar, Van Het-
tinga Tromp, Cock, Van Heukelom, Driessen, Krantz, Stoflels, Le Poole,
De Fremery en Van den Brandeler.
De heeren Veefkind, Eigeman en Buys gaven kennis verhinderd te zijn
de vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 28
Mei 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede
1°. Dispositiën van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, da. 1/2 en
2/6 Juni jl.n°. 28, 44/1, 44/2 en 44/3, houdende goedkeuring van de
Baadsbesluiten van 28 Mei, tot onderhandsche verhuring van het huisje
buiten de voormalige Wittepoorttot aankoop van inschrijving op het
Grootboek en tot verhooging der begrooting, dienst 1873, wegens aankoop
van inschrijving en dekking van het tekort ter zake van de niet verant
woorde gelden door wijlen den schipper B. Deegen.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
2°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 30
Mei/2 Juni, houdende goedkeuring van het kohier der plaatselijke directe
belasting voor 1874, en afwijzing der reclames van J. Fonteyn en Mr. P.
P. P. Kist.
Wordt mede voor kennisgeving aangenomenzullende de beschikking
van de Gedep. Staten worden opgenomen onder de gedrukte stukken.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1®. Adres van J. De Koning, ter bekoming van een stuk grond achter
zijn pakhuis aan de Middelstegracht.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van
Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën.
2®. Kekening van het Evangelisch-Luthersch Weeshuis, over 1873.
3®. Voordracht betrekkelijk den aanvoer van duinwater.
4°. Idem betrekkelijk de jaarwedde van den hoofdonderwijzer der tus-
schenschool.
5®. Idem betrekkelijk de inrichting van den grond bij de Hoogewoerds-
poort tot bouwterrein.
6®. Adres van G. Boorda Tz.verzoekende afschrijving van den aanslag
in de plaatselijke directe belasting van wijlen Dr. G. C. B. Suringar.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze stukken te stellen in
handen van de Commissie van Financiën.
7®. Adres van Mr. A. E. J. Modderman en 58 andere ouders of voogden
van leerlingen van de jongensschool 1ste klasse op de Aalmarkt, houdende
klachten over den onvoldoenden toestand van dat schoollokaal.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit adres te stellen in han
den van Burgemeester en Wethouders.
8°. Missive van Commissarissen der Gasfabriek houdende inlichting aan
gaande de opmerkingen der Commissie van Financiën betrekkelijk de
rekening.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze ter inzage van de
leden in de leeskamer neder te leggen.
9®. Missive van P. M. Van Leeuwen, houdende bericht dat hij geen ge
bruik kan maken van de hem verleende vergunning tot demping van het
paardenwed aan de voormalige Marepoort.
Deze missive luidt als volgt:
«Aan den Baad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Pieter Matthijs Van Leeuwen,
wonende op den singel bij de voormalige Marepoort, onder de gemeente
Leiderdorp, dat door UEd.-Achtb. op zijn verzoek is toegestaan het in ge
bruik nemen van een gedeelte van het paardenwed nabij zijne woning, dat
echter aan de concessie zoovele bezwarende reserves zijn verbondendat hij
genoopt is voor deze gunstige beschikking te bedanken.
't Welk doende,
P. M. Van Leedwen."
Overeenkomstig de voordracht wordt deze missive voor kennisgeving aan
genomen.
10®. Missive van de Begelings-Commissie van het 14de Taal- en Letter
kundig Congres, houdende mededeeling dat het congres dit jaar niet zal
kunnen plaats hebben.
Deze missive luidt als volgt
'Leiden, 6 Juni 1874.
De Begelings-commissie van het XlVde Taal- en Letterkundig congres
is, in hare vergadering van 30 Mei jl.tot het besluit gekomen, dat het,
wegens de geringe deelneming, zoowel uit Noord-, als uit Zuid-Nederland,
raadzaam is, dit jaar het congres niet te doen plaats hebben.
Namens de Commissie voornoemd,
M. De Vries, Voorzitter.
J. Verdam, le Secretaris.
Aan de Edel-Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders
der gemeente Leiden."
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze missive voor kennis
geving aan te nemen en het verzoek om subsidie alsnu aan te houden.
1874.
11®. Missive van Mr. F. H. De Veye, leeraar aan de gem.-instellingen
voor hooger en middelbaar onderwijs, daarbij inzendende het bewijs van
bevoegdheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de geschiedenis.
Deze missive luidt als volgt:
«Leiden, 11 Juni 1874.
De ondergeteekendein uwe vergadering van den 17den October 1872
benoemd tot leeraar in de staatswetenschappen en de geschiedenis aan de
H. B. School alhier, onder voorwaarde dat hij vóór het einde van den
cursus 1873/74 acte voor geschiedenis moest verkrijgenheeft de eet- UEd.-
Achtb. te berichten, dat hij blijkens nevensgaand stuk aan die voorwaarde
heeft voldaan.
Aan den E. A. Gemeen
teraad van Leiden."
De Leeraar aan de H. B. School,
F. H. De Veye.
Deze wordt voor kennisgeving aangenomen.
12°. Missive van het feestcomité voor de viering van het zilveren kro
ningsfeest, daarbij aanbiedende het batig saldo der rekening ad ƒ282.435,
met verzoek die gelden te willen bestemmen voor de feestviering op 3
October ek.
Deze missive luidt als volgt:
'Aan den Burgemeester van Leiden.
De Commissie ter feestviering van het zilveren kroningsfeest brengt aan
u, haren hooggeachten Eere-Voorzitter, den welgemeenden dank voor den
krachtigen steun dien zij van en door u mocht ondervinden.
De Commissie heeft in hare vergadering dd. 9 Juni jl. besloten het
batig saldo harer rekening ad f 282.431 in uwe handen te stellen, met be
leefd verzoek die gelden te doen strekken tot opluistering van den 3den
October aanstaande.
Namens de Commissie,
Leiden, 10 Juni 1874. J. Van Odteren, Voorzitter.
Mr. H. L. A. Obreen, Secretaris."
De Voorzitter. Zooals de vergadering weetwas van wege de ge
meente f 500 voor de feestcommissie beschikbaar gesteld. Ik stel thans
voor het batig saldo in de gemeentekas te storten en te bestemmen voor
de feestviering op 3 October aanst.onder dankbetuiging aan de Commissie.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter. Ik heb voorts de eer aan de vergadering mede te deelen,
dat de pachter van den tol aan den Bijnsburgervliet bezwaar heeft gemaakt
om, ingevolge het raadsbesluit van 28 Mei 11., tot de ontbinding van het
pachtcontract over te gaanop grond dat hij bezwaarlijk vóór 1 Juli eene
andere betrekking zal kunnen bekomenzoodat Burgemeester en Wethouders
voorstellen dc ƒ150 als schadeloosstelling, hem door den Baad toegestaan
te doen vervallen. Zij stellen tevens voor het nieuwe tarief met 1 Januari
1875 in werking te doen treden, en tegen dien tijd de verpachting uit te
schrijven.
Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders kunnen voorloopig mede-
deelendat zij voornemens zijn eerstdaags aan den Baad aan te bieden een
door hen ontworpen programma voor de aanstaande feestviering van Leidens
ontzet. In de eerste plaats wenschten zij die te doen bestaan in eene te
houden feestredealsmede uitvoering van vierstemmig koraal in de Pieterskerk;
voorts volksspelen en des avonds algemeene illuminatie en muziekuitvoeringen
op verschillende plaatsen. Den daarop volgenden Zondag zal het feest gods
dienstig worden gevierdden Maandag daarop vauxhal op het terrein van
het Plantsoen en op Dinsdag eene groote muziekale uitvoeringmede in de
Pieterskerkwaarop onder anderen Leidens ontzet van Bichard Hol zou
worden ten gehoore gebracht. Burgemeester en Wethouders meenen, dat
de kosten voor deze uitvoering, even als die voor de vauxhal, uit deentrée-
gelden zouden kunnen bestreden worden.
Een en ander wordt voor kennisgeving aangenomen.
Aan de orde is
I. Voordracht tot vaststelling van de jaarwedden en instructiën van den
directeur en den boekhouder der stedelijke gasfabriek.
(Zie Handd. 29, n°. 130, en 30, n°. 139.)
De Voorzitter. Zooals de vergadering gezien heeft, heeft de Commis
sie van Financiën eenige bedenkingen, waaromtrent ik den Wethouder De
Fremery uitnoodig nader de zienswijze van de Commissie voor de gasfabriek
te willen mededeelen.
De heer De Fremery. De bedenkingen van de Commissie van Finan
ciën zijn door Commissarissen voor de gasfabriek overwogen en twee leden
kunnen zich wel vereenigen met het eind-advies van de Commissie om de
percenten voor de beambten te laten zoo als ze nu geregeld zijn. Aanvan
kelijk bestond er reeds eenig bezwaar tegen het verlangen der meerderheid
om de percenten der beambten lager te stellen, en nu de Commissie van
Financiën mede bezwaar heeft in de voorgestelde regeling, is de meerder
heid van uwe Commissie vnn oordeel dat het maar beter is de belooning
der beambten onveranderd te laten.
De beer Dd Bied. Ik heb het, als tot de minderheid der Commissie
beboorende, niet goed kunnen keuren, dat die percenten een aanzienlijk
deel zullen uitmaken van de belooning dier beambten. Als de beambten
daarop zullen rekenenzullen zij een geruimen tijd moeten wachteneer zij
in het genot er van kunnen worden gesteld, en eer alzoo hunne belooning
in den vorm van procenten hun worde toegekend. Daarom had ik liever
de belooning van den boekhouder verhoogd gezien en de percenten der be
ambten verminderd. Ik zou veel liever wenschen, dat een vast tractement
34