gevolge van een wild en ruw gebruik, maar ook door bet baldadig brengen van
vuilnis in de open stangbuizenhetwelk de slotklep verstoort en aldus de werking
doet ophouden. Als een tweede teil mag hier niet verzwegen worden dat
men jongens op een pomppaal heeft zien klimmen of elkaar oplichten
om in de pompbuis te urineeren."
Gaarne brengen wij ook de volgende woorden van dat rapport over:
»Uit de voorgaande niet overdreven schets, van hetgeen ten opzichte van
het duinwatergebruik gedurende de eerste maanden dezes jaarssedert
welke de pompen onbeheerd zijn, is waargenomen, blijkt: dat behoudens
uitzondering dergenendie het voorrecht van zuiver drinkwater en de kosten
daaraan besteed naardeeren, het meerendeel der bevolking, vooral de ge
ringe stand, in zóódanige opprijsstelling niet deelt, en de dienstboden,
knechts, jongens, enz., die de feitelijke beheerschers der pompeu en kranen
zijngeen het minste begrip hebbenvan de weldaad in hek verschaffen
van duinwater gelegen."
Trouwens, behalve dat op de ondervinding der afgeloopen maanden dezes
jaars gegronde verslag, zijn ook vroeger klachten te berde gebracht, o. a.
laatstelijk in de zitting van den Gemeenteraad op 2 September 1873 over
het gebrekkig toezicht op de reservoirs, en het daardoor plaats vindend mis
bruik van duinwater, welke ons niet alléén voor een verwijt van overdrijving
zullen vrijwaren, maar ook meer algemeen onze overtuiging zullen doen
ingang vindendat die toestand niet mag voortdurenen dringend voorzie
ning vordert.
De eenige afdoende maatregelen achten wij de uitoefening van een ge
regeld toezicht op de verstrekking van het duinwater, en het eiscben van
eenige betaling daarvoor van hendie daartoe bij machte zijn. Indien daar
mede gepaard gaan de zoo goed mogelijke afsluiting der pompen om ze
te vrijwaren voor beschadiging, en te beletten dat door middel der open
pompbuizen de inhoud der reservoirs wordt verontreinigd, en verder de Policie
een degelijk waakzaam oog houdt op de reservoirs en pompen, zal alles
gedaan zijn wat mogelijk is, en zeer zeker het ontstaan van verdere klach
ten, over bet onderwerpelijke gewichtige gemeentebelang, in den vervolge
tot de buitengewone feiten gaan behooren.
Het vorderen van eenige betaling, van de zijde der gegoeden voor het
genot van duinwater, is herhaaldelijk het onderwerp van bespreking geweest
in den Gemeenteraad. In zijne zitting van 23 April 1870 was reeds aange
nomen bet voorstel van de Commissie van Financiënomhoe laag ook de
prijs worde gesteld, voor dat water toch iets te doen betalen, doch is dat
besluit nimmer tot uitvoering gekomeD; omdat daarna, in de zitting van
16 Juli daaraanvolgende, werd besloten, om de aanvankelijk goed gelukte
proef, met het gratis verstrekken van duinwater, voort te zetten.
Ter gelegenheid der behandeling van de gemeentebegrooting voor 1874
daarop teruggekomen, vide het rapport van de Commissie van Financiën
over de ontwerp begrooting werd de beslissing tot een volgend jaar uitge
steld doch achten wij werkelijk verder uitstel ondoenlijk, en het tijdstip
gekomenomin den geest als in gemeld rapport omschreven te vorde
rendat een billijke prijs voor het genot van het duinwater worde betaald,
behalve'door de onvermogenden.
Eenige bepalingenin algemeene trekken de door ons bedoelde regeling
aangevende, nemen wij d? vrijheid, bij wijze van proefneming, aan de
overweging van Uw Collegie te onderwerpen, en wel:
1°. Het beperkt openstellen der reservoirs, en wel dagelijks gedurende
één uur in den vóór- en één uur in den namiddag.
2". Het kosteloos verstrekken van het duinwater te beperken tot de on
vermogenden en door ieder ander daarvoor te doen betalen één halve cent
per emmer van tien liters inhoud.
3*. Op het stadhuis, en op eenige plaatsen in de stad verspreid daar
te boven, tegen betaling en voor onvermogenden kosteloos verkrijgbaar te
stellen kaartjes, rechtgevende op de ontvangst aan de reservoirs van de
hoeveelheid op die kaartjes uitgedrukte emmers (a 10 liter) duinwater.
4°. Voor de bediening der reservoirs aan te stellen vaste personen, die
de pompen en kranen op de vastgestelde tijden openen en sluitenhet pom
pen of tappen verrichten, het water naar eene vastgestelde maat van 10
liters inhoudtegen ontvangst der kaartjes of tegen contante betaling ver
strekken en de kaartjes en gelden verantwoorden.
Tot toelichting van het voorgestelde diene:
a. Dat wij van meening zijndat door het dagelijksaan elke reservoir
gedurende twee urenwaarvan één in den vóór- en één in den namiddag
verkrijgbaar stellen van het water, voldoende in de behoelte zal te voorzien
zijn. Door verder te gaan zou het toezicht onnoodig kostbaar worden;
terwijl het in onze bedoeling ligt, door middel van eene billijke betaling vaste
en vertrouwde personen te vinden, en zoodoende waarborgen te erlangen
voor eene goede en eerlijke uitoefening van hun ambt.
b. Dat wij om verschillende redenen vide daarover verder punt c zoo
veel mogelijk zouden wenschen in de hand te werken dat de verstrekking
aan de reservoirs op kaartjes regelen die tegen contante betaling uitzonde
ring worde. Wij beoogen daarmede niet alléén vereenvoudiging van het
toezicht over de verstrekking, en van de verantwoordelijkheid der daarmede
belaste personen maar ook het tegengaan van kwade praktijken. Daar te
boven zal de uitdeeling op kaartjes, voor de onvermogenden veel van het
stootende der ko9telooze bedeeling wegnemen en hen waarborgen tegen de
mogelijkheid, dat zij minder goed worden bediend dan de betalende perso
nen of in de toerbeurt van ontvangst bij deze worden achtergesteld.
De classificatie in personen en gestichten die betalen kunnen, en in die,
waarvan de betaling in billijkheid moeielijk of in het geheel niet te vorde
ren is, zal zeker geen gemakkelijke taak wezen; doch wij achten baar in
geenen deele onoverkomelijkwanneer daarin de vrije hand worde gelaten
aan Burgemeester en Wethouders, die alle gelegenheid hebben zich deswege
met de Buurtmeestersen Bestuurderen van gestichten, te verstaan.
c. Dat wel geen betoog zal behoeven de noodzakelijkheid, om een vaste
maat aan te nemenals grondslag van verstrekking. Ons komt daartoe
doelmatig voor de emmer, van 10 liters inhoud.
Den aanvoer van duinwater houdende op de voor 1874 geraamde hoeveelheid
van 10000 kubieke meters, dan zullen één millioen van die emmers beschik
baar zijn.
Zoo lang over geen grooter hoeveelheid kan beschikt wordenzal
natuurlijk eenige beperking in de verstrekking onvermijdelijk zijn en die
zich strikt moeten bepalen tot het voorzien in de behoefte aan drinkwater,
en meer niet. Op hoeveel kannen daags per volwassen mensch, die be
hoefte te stellen, om te dienen als grondslagvoorde verstrekking, durven wij
niet schatten, tegenover het nog bestaande gemis, meenen wij, van een
bepaalden maatstaf, voor -de hoeveelheid water, die een mensch gemiddeld
per dag noodig heeft om te leven.
In ieder geval geeft de voorgestelde wijze van verstrekking, zoo veel
mogelijk op kaartjes, rechtgevende op de ontvangst van eene vastgestelde
hoeveelheid, het middel aan de hand, om eene behoorlijke verdeeling te
bevorderenen te zorgen dat de één niet ten koste van den ander meer
krijgt, dan hij strikt noodig heelt.
Üok in dat opzicht zal zeker de beoogde proefneming hare eigenaardige
bezwaren kunnen opleveren, om welke zooveel mogelijk te voorkomen het
onvermijdelijk zal zijn, de regeling aan de prudentie van Burgemeester en
Wethouders over te laten.
d. Dat voor de bediening van elke vijf het digtst bij elkander gelegen
reservoirs één persoon aanstellende, die zich bij elk reservoir één uur in
den vóór- en even lang in den namiddag ophoudt, deze 10 uren daags,
ol één gewonen werkdag, zal in dienst zijn.
Het bestaande getal reservoirs van 26 op 30 brengende, worden dan zes
personen gevorderd. Voor ieder van deze stellende een loon van f 1.—
per dag, of f 7.per week, wordt de totale uitgaaf voor dat toezicht
2184 'sjaars.
Gedurende het jaar 1873 is voor het toen gebrekkige toezicht f 1689
uitgegevenweshalve de nu in overweging gegeven uitgaafzullende leiden
zooals wij ons vleien, tot eene aan alle billijke eiscben voldoende regeling,
niet hoog te noemen is.
Gedurende de wintermaanden zal voor de bediening der reservoirs meer
personeel noodig zijn, en gerekend dienen te worden, voor elke vier reser
voirs op één persoon, hetgeen eene vermeerdering der uitgave met i f 150
's jaars zal te weeg brengen.
e. Dat wij a priori vermeenen te mogen rekenen dat de helft der beschik
bare hoeveelheid duinwater, d. i. 500000 emmers, tegen betaling zal te
verstrekken zijn, en a één halve cent per emmer eene inkomst zal opleveren
van 2500waardoor alle kosten aan bet toezicht over de reservoirs, de
aanschaffing der kaartjes, enz. verbonden, ruimschoots zouden gedekt worden.
Wij geloven door het vorenstaande voldoende te hebben aangetoond,
dat voorziening in den bestaanden toestand onvermijdelijk is, en tevens in
ruwe trekken duidelijk te hebben gemaakt, in welken zin wij eene daartoe
leidende proefneming uitvoerbaar achten behoudens wijzigirtg in de detail
uitvoering, naar de lessen der bij de toepassing op te doene ondervinding,
Gaarne zouden wij daarmede gepaard zien gaan eene tweede proefneming
waarvoor vroeger ook reeds stemmen zijn opgegaan, en waarop de Com
missievan Financiën, in haar rapport op de ontwerp-begrooting voor 1874,
mede de aandacht heelt gevestigd. Wij bedoelen bet openstellen der gele
genheid voor de welgesteldenom bet duinwater aan huis te ontvangen.
Wij zouden ons moeten bedriegen, indien die maatregel geen opgang vond,
en achten de bepaling van één cent per emmer van 10 liter aan huis afge
leverd voldoende, om de kosten ruimschoots te dekken.
Zonder daarvoor een verbindend abonnement te openenzouden wij door
middel van inteekeningslijsten beproefd willen zien boe groot de deelneming
zoude zijn, ten einde te kunnen strekken als grondslag van berekening,
ol de kosten zouden goed gemaakt worden. Daarvan verzekerd, zoude ons
de wijze van verstrekking te Dellt gevolgdnl. bet rondbrengen van bet
water langs de huizen en de afgifte tegen dadelijke betaling, voorloopig als
de eenvoudigste en meest doelmatige toeschijnen.
Wij herhalen, dat wij met de in overweging gegeven maatregelen bedoe
len proefnemingenwelke, behalve door de aangetoonde noodzakelijkheid
gerechtvaardigd zeker zonder gevaar voor de gemeente-financiën uitvoerbaar
zijn, als zullende de te maken kosten dekken. Onze bedoeling is eigenlijk
voor te bereidendat de exploitatie overgaat in handen van particulieren j
met zekere subsidie van gemeentewege, voor de kostelooze verstrekking aan
behoeftigenzoowel personen als liefdadige gestichten.
Heeds in 1871 scheen uitzicht te bestaan, op de vorming eener maat
schappij zich ten doel stellende den aanvoer en de verstrekking van het
duinwater. Welke zijn de bezwaren, die de oprichting van zoodanige ven
nootschap hebben in den weg gestaan? Zeer waarschijnlijk, bij bet gemis
van gegevens om te strekken als grondslag van berekening van het te ver
wachten debiet, de moeielijkheid der verkrijging van het kapitaal benoo-
digd voorde aanschaffing van den gevorderden aanvoeren bewaarmiddelen, als
mede voor de uitoefening van bet bedrijf Welnu, in die bezwaren zal
grootendeels voorzien zijnals uit de thans voorgestelde proefnemingen
de omvang der verstrekking zal gebleken zijn, en de maatschappij in de
gelegenheid wordt gesteld, haren werkkring aan te vangen, met de mid
delen schuiten, reservoirs, pompen, enz. welke de Gemeente reeds
bezit. Als deze dan bereid werdt bevonden de maatschappij te subsidieeren,
al ware het aanvankelijk met de volle som, welke de duinwater-verstrekking
thans aan de Gemeente kost, om die van lieverlede te verminderen tot de
betalingvolgens bet tarief der maatschappij van de boeveelheid water
voor de behoeftigen noodig, en deze op even geleidelijke wijze wordt inde
gelegenheid gesteld tot vergoeding van de waarde van den overgenomen
inventaris, volgens taxatie bij de overname, dan zouden wij oris sterk
moeten bedriegen in den ondernemingsgeest onzer medeburgers, indien het
ontstaan van dergelijke maatschappij tot de onvervulde wenschen bleef behoo
ren. Wellicht dat op die aannemelijke voorwaarden de Vereeniging tot
verbetering der volksgezondheid, haren weldadigen ijver ten gunste der
Gemeente, ook zoude willen uitstrekken tot ondersteuning der pogingen van
den Gemeenteraad, om het ontstaan van eene maatschappij als hier bedoeld
in de hand te werken.
GedurenBe de in overweging gegeven proefnemingen zal ook ruimschoots
gelegenheid zijn, om de aanhangige vraagpunten: of bet verkrijgen eener
duinwaterleiding voor Leiden tot de mogelijkheden behoort, en zoo niet,
of andere minder kostbare, maar even afdoende middelen, ter voorziening
in de behoefte aan goed drinkwater, in te voeren zijn, tot eene beslissing
te brengen, en daarmede den twijlel op te hefien, die, uit den aard der
zaak, ook invloed moet hebben op het ontstaan der zooeven besproken maat
schappij.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage enz.
en Wethouders.