HAKDSUVfiBI Til 111 KEIEEITEMil TAN UDU. 30 INGEKOMEN STUKKEN ter inzage van de leden nedergeleg-d. N°. 138. Leiden80 Mei 1874. Naar aanleiding der hierbij gevoegde missive van den heer C. A. Kuipers waarbij hij afschrijving verzoekt van plaatselijke directe belasting over de laatste 8 maanden van 1873, ten gevolge van zijn vertrek naar 'sGraven- hage in de maand Mei van dat jaarnemen Burgemeester en Wethouders de vrijheidnadat het hun gebleken is dat de adressant Van den lsten Mei' tot en met den laatsten September 1873 te 'sGravenhage woonachtig is geweest en na dien tijd zich weder binnen deze gemeente gevestigd heeft en op het suppletoir kohier over de maanden OctoberNovember en Decem ber 1873 voor een bedrag van f 1.45 is aangeslagen geworden, welk bedrag door hem is voldaanu voor te stellen aan genoemden belastingschuldige de gevraagde afschrijving voor 8 maanden te verleenen tot een bedrag van /"4.68. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 22 Mei 1874. De ondergeteekende neemt de vrijheid den Baad der gemeente te verzoe ken acht maanden te willen doen afschrijven op bijgaand belastingbiljet van 1873, zijnde hij van 1 Mei tot 1 October in garnizoen geweest te 's Hageen hebbende reeds voldaan aan de belasting over de maanden October, November en December 1873. C. A. Kuipers. Leiden, 1 Juni 1874. De Commissie van Financiën in wier handen werd gesteld, ten fine van bericht en raad, een adres van den heer C. A.. Kuipers, die ten gevolge van zijn vertrek naar 's Gravenhage in de maand Mei 1873, afschrijving van plaatselijke directe belasting verzoekt, heeft de eer u te raden om de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde afschrijving te verleenen en wel tot een bedrag van f 4.68. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°- 133. Leiden, 28 Mei 1874. Wij hebben de eer u te berichten dat wij op het verzoek van D.Pander, om voor zijn buis op de Hoogewoerd hoek Kraaierstraat en voor dat in de Kraaierstraat eene doorloopende stoep te mogen doen leggen en daarbij palen te plaatsende Commissie van Fabricage hebben gehoorddie daar tegen geene bedenkingen heeft. Ook bij ons bestaat geen bezwaar den adressant de gevraagde vergunning te verleenen, mits de stoep niet meer dan één meter buiten den gevel uitsteke. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. Leiden29 April 1874. Edel-Achtbare Heeren! De ondergeteekende geeft met verschuldigden eerbied te kennen, dat hij voornemens is, voor de perceelen staande en gelegen in de Kraaijerstraat, Wijk 3, n®. 2, en hoek Hoogewoerd, Wijk 3, n°. 98, ééne omgaande stoep met palen te mogen plaatsen volgens bijgaande schets, waarvoor hij beleefd uwe goedkeuring verzoekt. Aan den Gemeenteraad 't Welk doende, van Leiden. D. Pander. N®. 131. Leiden, 1 Juni 1874. Ten gevolge van het overlijden van den heer P. Herdingh Hz., amb tenaar ter gemeente-secretarie en werkzaam op de afdeeling Financiën, op den 7den Maart jl.is eene vacature ontstaan in het ambtenaars-personeel, waarin wij hebben voorzien door den heer G. H. Kokxhoorn, werkzaam op de afdeeling Burgerlijke Stand te verplaatsen naar die voor Financiën den heer A. W. J. Van Driesten, werkzaam op de afdeeling Secretarie, te verplaatsen naar de afdeeling Burgerlijke Stand en tot ambtenaar aan te stellen den heer P. J. La Laubeambte ter gemeente-secretarie te Gouda, ten einde werkzaam te zijn op de af deeling Secretarie welke laatstgenoemde met 1 Juni jl. als zoodanig is in functie getreden. Wij hebben gemeend de jaarwedde van den nieuw benoemden ambtenaar behoudens de goedkeuring van uwe vergadering ingevolge art. 136 der gemeentewette moeten bepalen op f 800 en die van den ambtenaar thans geplaatst op de Bekenkamer met 100 te verhoogen en alzoo vast te stellen op f 600 met ingang van 1 April jl. Wanneer uwe vergadering zich met deze regeling mocht kunnen vereenigen, dan zal op den post jaarwedden van de ambtenaren en bedienden der ge- meente-secretarie een bedrag van 135.75 beschikbaar blijven, vermits aan de erven van den overleden ambtenaar diens jaarwedde over den tijd van drie maanden na het overlijden is uitgekeerd in overeenstemming met daar omtrent vroeger genomen beslissingen. Inmiddels iszoo ten gevolge van de ziekte en het overlijden van den heer Herdingh als van min of meer langdurige ongesteldheid van andere ambtenaren, behoefte ontstaan aan buitengewone hulp op de onderscheidene bureauxwaarvan de kosten uit den aard der zaak behooren te worden vol daan uit den post schrijfloonen. Wij veroorloven ons mitsdien de vrijheid u hiernevens ter vaststelling aan bieden een staat van af- en overschrijving op de begrooting van het 1874. te loopend jaar, strekkende om art. 11, van Hoofdst. I, volgn. 57, schrijf loonen, met f 135 te verhoogente vinden door afschrijving van dat bedrag van art. 6 van voormeld Hoofdstuk, volgn. 52 jaarwedden van de ambtenaren en bedienden der gemeente-secretarie, ten einde, voor zooveel noodig, de gemaakte kosten wegens schrijfwerk uit eerstgemelden post te kunnen voldoen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 135. Leiden, 5 Juni 1874. Wij hebben de eer u hierbij over te leggen een voorstel van den hoofd onderwijzer der openbare school n°. 1 voor onvermogendentot overplaatsing van den hulponderwijzer Cornelis Van der Waals van de school n°. 2 voor minvermogenden naar eerstgenoemde schoolen zulks ter vervulling der vacature ontslaan door de benoeming van den hulponderwijzer G. Brinks. De Schoolopziener, daarop door ons gehoord, heeft geen bezwaar tegen dat voorstel. Bij ons bestaan daartegen evenmin bedenkingen, zoodat wij de vrijheid nemen u te raden genoemden hulponderwijzer Van der Waals naar de school n°. 1 voor onvermogenden over te plaatsenen zulks op eene jaarwedde van f 450. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 3 Juni 1874. Door de benoeming van den hulponderwijzer G. Brinks tot onderwijzer 2de klasse aan de openbare school n°. 2 voor minvermogenden alhier is weder eene vacature aan de openbare school n°. 1 voor onvermogenden ontstaan. De hulponderwijzer C. Van der Waals, aan de eerste der genoemde scholen werkzaamverzoekt deze opene plaats te mogen vervullen. Daar hij gunstig bekend staat en zijn tegenwoordige hoofdonderwijzer, de heer N. Brouwer, het verzoek ondersteunt, heb ik de eer u in overweging te geven het voorstel tot zijne overplaatsing aan den Gemeenteraad te doen. De hoofdonderwijzer Aan Heeren Burgemeester en Wethouders J. A. Van Dijk. der Gemeente Leiden. N°. 136. Leiden, 4 Juni 1874. De Commissie van Financiën beeft de in hare handen gestelde rekening en verantwoording van het Werkhuis alhier over 1873, onderzocht en daarop geene aanmerkingen gevonden. Zij heeft de eer u te raden die goed te keuren in ontvangst ad ƒ28914.231, jn uitgaaf ad 28914.23jalzoo sluitende quite. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N®. 13?. Leiden, 5 Juni 1874. Wij hebben de eer u hierbij over te leggen het verzoek van mejuffrouw C. J. G. Van der Upwich, om een eervol ontslag tegen 1 Juli e. k. als hulponderwijzeres aan de openbare school n®. 2 voor minvermogenden. Het daarop door ons ingewonnen bericht van den hoofdonderwijzer der betrokken school wordt mede hierbij overgelegd. Onder referte aan dat adviesnemen wij de vrijheid u te raden genoemde hulponderwijzeres het gevraagd ontslag tegen gemeld tijdstip eervol te ver leenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Edel Achtb. Gemeenteraad van Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende C. J. G. Van der Upwich hulponderwijzeres aan de school voor minvermogenden n°. 2dat zij benoemd zijnde te Oudewater verzoekt met ingang van 1 Juli 6. s. eervol ontslagen te worden uit bovengenoemde betrekking. 't Welk doende, enz., Leiden, 4 Juni 1874. C. J. G. v. d. Upwich. Leiden, 5 Juni 1874. Ed. Achtb. Heer! Ter voldoening aan uw apostille van gisteren, n®. 1215, heb ik de eer u te berichten dat er bij mij geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek om eervol ontslag van mej. C. J. G. Van der Upwich als hulponderwijzeres aan mijn school. De hoofdonderwijzer der openbare school n°. 2 voor minvermogenden. Den Ed. Achtb. Heer Burgemeester N. Brouwer. van Leiden. N". 138. Leiden8 Juni 1874. Ten aanzien van de in onze handen gestelde voordrachten van Burge meester en Wethouders betrekking hebbende: 1°. tot eene overschrijving van den post jaarwedden van de ambtenaren ter Secretarie op den post schrijfloonenen 2°. tot het adres van den pachter van het Leiderdorpsche hek verzoekende verbouwing van de pachterswoning, hebben wij de eer u mede te deelen dat wij ons met de eerstgemelde voordracht kunnen verecnigen en u alzoo in overweging geven tot de voorgestelde overschrijving van 135 op den post schrijfloonen te besluiten. 32

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 1