De ontvangsten worden geraamd op ƒ8800 als voor afbraak der poort, uurwërk met wijzerplaten én klokken. Volgaarne zullen wij bet plan der Commissie ondersteunen, overtuigd dat daar door voor èene betrekkelijk geringe uitgave wederom een uitgestrekt en voor het botnveh van WoniMgen niet ongunstig gelegen terrein zal worden aange wonnen, waarvan niet alleen verbetering van dit gedeelte der gemeente het gevolg zal wezenmaar waardoor tevens de gemeente op finantieel gebied zal worden gebaat. Inmiddels wordt in ovérWeging genomen in hoeverre door aan Bèl plan eenige uitbreiding te geven, eene meerdere uitgestrektheid bouwterrein aan de zijde van het, Plantsoen zoude kunnen worden verkregen en stellen wij ons voor u eerstdaags met den uitslag daarvan te kunden bekend maken. Wij hebben het evenwel dienstig geacht uwe vergadering thflöS reeds voorloopig met het oorspronkelijk voorstel in kennis te stellen» Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, euz. Leiden, 11 Maart 1874. Binnen weinige dagen verkrijgt de gemeente de beschikking térug over het gedeelte van den vroegeren vestwal, ter zijde van de HoogéWoerdspoört lSatstëlijk ib gebruik afgestaan «tin wijlen den beer Jhr. Mr. J» N. Van Puttkarümer. De beantwoording der daardoor ontstane vraag: op welke wijze die plek gronds het best in het belang der gemeente zoude te benutten zijn mi heb ben wij getracht in verband te brengen met aangrenzende Voorzieningen welke toch binnen kort aan de orde moeten komen. Wij bedoelen de spoedig onvermijdelijke herstelling der Hoogewoerdspoort, blijkbaar uit de in het metselwerk ontstane en meer én meer eén dreigend karakter aannemende scheuren, alsmede bet niet ver verwijdërde tijdperk, dat de voor die poort gelegen Singelbrug, zoo al niet eene geheele Ver nieuwing, dan toch zeker eene kapitale herstelling zal vorderen. De daarover na opname in loco van bedoeld stuk vestwal, alsmede van de poort en van de brug, plaats gevonden gedachtenwisselingheeft geleid tot de opdracht aan den gemeente-architect, om een plan met begroeting van kosten te ontwerpengegrond opslechting van dien vestwaloprui ming van dén omringenden ouden vestingmuur, opruiming van de poort, verbinding door eene rechte lijn van de Hoogewoerd met den Leiderdorp- schen straatwegalsmede vernieuwing van de Singelbrng en hare verplaatsing in die verbindingslijn. De hierbij aangeboden schetsen, aangevende den bestaanden en voorge- stelden nieuwen toestandmet daarbij behoorénde toelichtende voordracht en begrooting van kosten» zijn ons naar aanleiding van die opdracht ge worden, en achten wij overwaardig aan de overweging en beslissing van UÈd. en van den Gemeenteraad te worden onderworpen. Uit die bescheiden blijkt, dat de ontwerper, in verband met de te ver anderen locale omstandigheden, heeft gemeend te mogen en te moeten rekenen op eenige aanplemping tot vergrooting en regelmatige bijwerking van het na de slechting van den vestwal beschikbaar gerakende terreinmet benutting van den aanwezigen grondalsmede tot terugverkrijging voor zoo veel strikt noodig en mogelijk van de ruimte, welke aan het Plantsoen zoude ontnomen worden. Ter verduidelijking van de wijze, waarop door bebouwing met woningen van de te ontstane ruimte, niet alleen nuttig, maar ook tot verfraaiing van de stad partij zoude te trekken zijn heeft de ontwerper op de tweede schets tevens aangetoond dat daarop plaats kunnen vinden een veertiental huizen met tuinen, en wel ter geschatte huurwaarde van ƒ800 één, van ƒ600 twee, van 500 acht, en van ƒ300 drie, en bovendien een blok van acht arbeiderswoningen met binnenplaatsen. Uit den aard der zaak is dat planwat de wijze van bebouwing betreft voor verschillende wijzigingen vatbaar, en dient het daarom, zooals vVij reeds zeiden, slechts beschouwd te worden als eene aantooning van hetgeen er van den bouwgrond te maken zoude zijn. Behalve het blok arbeiderswonin gen, waarvoor wij daar geen noodzakelijkheid zien, lacht bet plan ons als zóódanig zeer toe, en bewijst het overtuigend, dat indien het tot uitvoering mocht komen, daar een der tot bewoning fraaiste en aangenaamste gedeel ten van onze stad zal verrijzen. Wij betwijfelen geenszins, dat zich stemmen zullen doen booren tegen de opruiming der poort. Met eerbiediging der meening van die tegenstanders vermoedelijk gegrond op de oudheid- of geschiedkundige waarde van bet monument, gelooven wij het algemeen belang, dat voor de opruiming pleit hooger te moeten stellenen derhalve voor een voorstel daartoe niet te moeten terugdeinzen; vooral niet, zooals bereids aangevoerd, aangezien de tijd nadertdat gekozen zal moeten worden tusschen slooping en bet toe staan eener niet onbelangrijke uitgaaf tot kapitale restauratie. Evenzeer achten wij tegenwerping denkbaar, met opzicht tot de Singel- brug, van de zijde dergenen, die hare vernieuwing nog niet noodzakelijk achten, en daarin aanleiding vinden tot de meening, dat de daarvoor ge raamde uitgaaf, na altrek der afbraakwaarde van de bestaande brug, ad 7400, uitsluitend het gevolg is van een verfraaiingsplan. Wij kunnen niet beter doen, dan die tegenstanders te verwijzen naar de brug, niet twijfelendedat eene deskundige opname in loco tot de overtuiging zal leidendat 'de tijd niet ver verwijderd is, waarin eene boven kostbare herstelling te verkiezen vernieuwing onvermijdelijk zal zijn. Overigens ligt het in de bedoeling de vernieuwing der brug met de minst mogelijke kosten te bewerkstelligen. Daartoe is bij de raming gerekend op een beschoeid palenhoofd met houten vleugels aan de stadszijdeop een middenhoofd mede van palenen op het benutten aan de overzijde van den bestaanden steeuen wal; voorts op liggers van balkijzer en eene houten overdekking met gemetselde kei- en klinkerbestratingzonder verhoogde trottoirs, en eindelijk op eenvoudige leuningen met vier lantaarns. Die korte omschrijving van de ontworpen eenvoudige inrichting zal mede overtuigen dat hier geen rede i9 van verfraaiing, maar alleenlijk van voorziening in het strikt noodzakelijke; met de strekking, om zonder aan de doelmatigheid en aan billijke eischen van duurzaamheid te kort te doen het beoogde geheele werk met de minst mogelijke kosten uit te voeren. "Vermelding verdient, dat de bestaande brug kan blijven staan, tot dat de nieuwe voor het gebruik gereed zal zijnzoodat in de communicatie geen belemmering zal behoeven te ontstaan. Volgens het ontwerp Zfil» na de aanplempihgin de Sihgelgracbt een watervlak behouden blijven van 20 meters breedte, en zal de nieuwe brug die lengte verkrijgen. Wij vleied ons, dat uit dien hoofde tegen de aan plemping geen overwegend bezwaar zal verrijzen van de zijde van het Hoog heemraadschap van Rijnland, en teekenen te dien opzichte ten overvloede aandat de Singelbrug voor de voormalige Koepoort slechts eene doorstroo- mingsbreedte van 12 meters beëft, Omtrent de verdere bijzonderheden van bet plan, ook met betrekking tot de begrooting van kostentermeenen wij te mogen verwijzen naar de schetsen en naaf dé toelichtende voordracht van den gemeente-architect, en ons te mogen bepalen tot bespreking der totaalcijfers. De geraamde kosten van uitvoering bedragen 14500 of, na aftrek van wat in taindéling ktibt (SM élbraak, uurwerk met wijzerplaten en Kldkkeri) teé waarde v«d 3800» in liet geheel f 10700» of de ronde som van ƒ11000. Daartegenover staan de verkoopswaarde vin den te Verkrijgen bduwgrond, ter oppervlakté van -fc 46 irenen de directe en indirecte reordeelen» welke der gemeente door de bebouwing zullen ten deel vallen, zonder eenige noe menswaardige verhooging van lasten wegens bet Onderhoud van de bestratihg, de straatverlichting enz. De directe voordeelen zijn, bij bebouwing volgens het overgelegde pfiH met veertien woonhuizen, te schatten op minstens ƒ2000 'êjaars, d. i. op bijna 20 percent van de geraamde totale uitgaafindiën de grond kosteloos werd afgestaan. Vindt daarentegen de uitgifte plaats tegen betaling van gemiddeld één gulden per centiare» dan vermindert dat totaal tdt 8100» of» op ƒ11000 rekenende» tot ƒ6400, en wordt db jaarlijks te Vferkrijgën rente ruim 31 percent. Hoe wij over de geldelijke voorwaarden, te verbinden aan den afsthnd van bouwgrond binnen de gemeente dekkenhebben wij reeds bij vorige gelegenheden te kennen gegeven, o. a. bij onze advieéen betreffende de be bouwing der groote Ruïne» alsmede van het plein naast het vroegere NöSo- comiumen nu onlangs, van het terrein der boomkwéekerij. GaarheZilllën wij door de ondervinding onze meening gelogenstraft zien, dat voor het tegenwoordige de belangen der gemeente beter gediend worden met door kosteloozen afstand de doelmatige en spoedige bebouwing in de hand te werken, dan door den grond zoo hoog mogelijk te verkoopenmet de daar van te verwachten vertragende, en daardoor bij slot van rekening winstder- vende gevolgen. Wij moeten erkennen, dat onderwerpelijk de bijzonder gunstige ligging de kansen verhoogtom al werd de grond niet kosteloos afgestaantoch de bebouwing spoedig te zien tot stand komen; doch in weerwil daarvan zal het geraden blijken op milde wijze te werk te gaandoor op geen hooger prijs te rekenen, dan gemiddeld één gulden per centiare. De voorwaarden aan den afstand te verbinden ten opzichte van den aan leg van regelmatig te ledigen beerputten en van de eventueele aansluiting der gebouwen, ten laste der eigenaars, aan een algemeen in te voeren stads reinigingsstelsel, zijn dezelfde als reeds elders door ons voorgesteld, en wél onlaugs voor het terrein der boomkweekerij. Het vorenstaande te zamen vattende hebben wij de eer, met verwijzing voor de bijzonderheden naar de aangeboden en bereids genoemde bescheiden» in overweging te geven, om bij het Hoogheemraadschap van Rijnland te informeeren of zijnerzijds geen bezwaren bestaan tegen de ontworpen aan- plëmpingen en brugverlegging, en na ontvangst van een bevredigend ant woord aan den Gemeenteraad de noodige voorstellen te doen l". tot de uitvoering van het ontwerp bestaande in a. de opruiming der Hoogewoerdspoort en verkoop van het daarvan afko mende aan afbraak, uurwerk met wijzerplaten en klokken; b. de opruiming van den ouden vestingmuur naast genoemde poort en het slechten van den doordien muur opgehouden verhoogden tuingrond., met be schoeiing langs de Binnenvestgracht en den Rijn; c. de aanplemping tot uitbreiding en bijwerking van dat terrein langs de Singelgrachtvolgens de grenzen daarvoor op de overgelegde teekening aan gewezen d. de aanplemping langs de Singelgracht tot terugverkrijging voor het plantsoen van een gedeelte der ruimtewelke daaraan door verlegging van de straat wordt ontnomenals op de teekening aangewezen e. het bouwen eener nieuwe brug over de Singelgracht in de verlenging van de Hoogewoerd tot den Rijksstraatweg; het verlengen van de Hoogewoerdsche straat tot die brug en het ver leggen daarmede in verband van het hek langs het plantsoen; en g. de opruiming van de bestaande kromme Singelbrug en de verkoop van do afbraak daarvanalsmede van de slooping van den ouden vesting muur afkomstig; met beschikbaarstelling der voor die werken noodig geraamde gelden tot een bedrag van ƒ14500, waarvan vermoedelijk door de voorgestelde ver koopen terug te ontvangen de somma van ƒ3800 j en 2°. tot de uitgifte ter bebouwing met woonhuizen van den te verkrijgen grond groot omstreeks 46 aren, op door Burgemeester en Wethouders vast te stellen voorwaardenen wel door middel van openbaren verkoopbij voorkeur in zijn geheel en anders in perceelen gesplitst, of bijaldien die maatregel mocht blijken niet te zullen leiden tot de spoedigo en doelmatige geheele bebouwing, alsdan de bereiking van dat oogmerk in de hand te werken door kosteloozen afstand van den grondter geheele bebouwing binnen den tijd van twee. jaren na den afstand. Aan Hll. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. Leiden, 28 Maart 1874. Ter voldoening aan het bij uwen brief van 21 dezer, n°. 259,x gedaan verzoek, hebben wij de eer u te kennen te geven, dat ca.su quo bij ons geene bedenking zal bestaan tegen het verleenen van vergunning tot de nu geprojecteerde aanplemping van een gedeelte der Singelgracht bij de Hooge woerdspoort en tot het verleggen van de brug buiten die poort, wanneer daaraan de volgende voorwaarden worden verbonden:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 2