HAHDMGER TAR DER GHEERÏ1BAAD TAR LEIDER INGEKOMEN STEKKEN ter inzage van de leden nedergelegd. N#. SB. In het slot van onzen brief van 13 Maart jl., opgenomen onder N°. 63 der gedrukte stukkenbetrekking hebbende tot ons voorstel om eenige lokalen van het voormalig Nosocomium op de Oude Yest in te richten tot tusschen- school, deelden wij inede dat, in verband met de conclusie van de Commissie van Financiën, het advies der schoolautoriteiten zoude ingewonnen en aan uwe vergadering worden overgelegd. Aan deze toezegging voldoende, bieden wij u hiernevens aan een rapport van den heer districtsschoolopziener van den 21 Maart jl., alsmede eene missive van de Plaatselijke Schoolcommissie dd. 28 Maart d. a. v. Tevens voegen wij hierbij een nader schrijven van den schoolopziener van den 23 Maart jl., waarop mede het bovenvermeld rapport van de School commissie betrekking heeft, en waarbij wordt voorgesteld om aan het besluit tot oprichting van eene tusschenschoolop grond van het vermeerderd aantal leerlingengeen uitvoering te gevenmaar om in de plaats daarvan twee nieuwe scholen der 2de klasse, als ééne voor jongens en ééoe voor meisjes, op te richten en de betrekkelijke schoolverordeningen dienovereenkomstig te wijzigingen. Door uwe vergadering zal alsnu moeten worden beslist of aan het nieuwe voorstel van den sohoolopziener gevolg zal worden gegeven en zoo daartoe wordt besloten, waar de vier scholen alsdan zullen worden gevestigd, dan wel of het oorspronkelijk plan tot oprichting van eene tusschenschool zal worden gehandhaafd, en welke lokalen in dat geval daarvoor zullen worden aangewezen. De schoolopziener geeft in overweging de jongensschool der lste klasse te verplaatsen naar het schoollokaal op de Breêstraat en voor eene der beide meisjesscholen der 2de klasse het schoollokaal op de Aal markt aan te wijzenterwijl alsdan twee nieuwe schoollokalen op genoeg- zamen afstand van elkander verwijderd zouden moeten worden opgericht, en de school van den heer Japikse niet zoude behoeven te worden vergroot. De Schoolcommissie neemt de plannen van den schoolopziener over; alleen geeft zij daarbij als hare meening te kennen dat des noods een der beide nieuwe scholen en bepaaldelijk eene voor jongens zoude kunnen worden ge plaatst in het Nosocomiumniet in het door ons aangeweien achtergedeelte van het gebouw, maar in de lokalen thans bij de maatschappij van wel dadigheid in gebruik en gelegen aan den voorkant, die, haars inziens, verre de voorkeur verdienen. Tot toelichting van het rapport der School commissie kunnen wij mededeelen dat wij, bij het verzoek om haar gevoelen in deae te mogen vernemen, gewezen hadden op de wensche- lijkheid om, wanneer tot de oprichting van twee nieuwe scholen der 2de klasse mocht worden beslotendaarvoor aan te wijzen de boven- en beneden-lokalen van het achtergedeelte van het Nosocomium, die elk 220 leerlingen konden bevatten en alzoo meer dan voldoende ruimte opleverden. Ten einde uwe vergadering in staat te stellen om de zaak zoo volledig mogelijk te kunnen beoordeelen, hebben wij den gemeente-architect uitge- noodigd eene schetsteekening te doen opmaken van dat gedeelte van.het Nosocomium hetwelk door de maatschappij van weldadigheid wordt gebruikt. De gemeente-architect heeft daarbij tevens een plan opgemaaktmet raming van kostenop welke wijze aan het 'denkbeeld der Schoolcommissie uitvoe ring zoude kunnen worden gegevendoor de bovenvertrekken van het voor gebouw tot schoollokalen in te richten. Uit de stukken, die ter leeskamer zijn gedeponeerd, blijkt dat door verbouwing 5 schoollokalen zouden kunnen worden verkregen op de schetsteekening aangeduid met de letters A. B. C. E. Lokaal A bestemd voor 45 leerlingen, elk 95 decimeter; B. 54 leerlingen elk 114 decimeter; C. 42 leerlingen elk 88 decimeter; D. 46 leerlingen elk 87 decimeter; E. 48 leerlingen elk 87 decimeter, te zamen 235 leerlingen. De kosten der verbouwing en inrichting tot schoollokaal worden geraamd op ƒ5700, waaronder het volgende is begrepen: het uitbreken van onderscheidene binnenmuren op het plan aangegeven het wegnemen van een zoldertrap en het breken van twee openingen voor glaswanden het afbreken van 5 scboorsteenen met de pijpen der beneden- schoorsteenen uitbreken der rookmüren inmetselen van nieuwe vakken enz.; het metselen van drie nieuwe schoorsteenpijpen langs den gevel in de steeg, een nieuwe binnenpijp en het veranderen eener pijp met de daaruit volgende werken aan het dak; het maken en stellen van twee glaswanden met toebehooren; het plaatsen van 8 a 9 boven lichtkozijnen in de zijmu ren met ramen en toebehoorennieuwe ramen in den voorgevelongeveer 150 meters nieuw stukadoorplafond en herstellen der oude plafonds; het afkappen en het nieuw pleisteren der muren; het inrichten van een privaat-lokaaltje met toepassing van het tonnenstelsel; verfwerk aan de on derscheidene lokalen verplaatsen van den zoldertrap en het dichten der oude trapopeningen enz.; het aanbrengen van 16 a 18 ventilatieroosters met kokers enz. in en langs de muren; vijf kachels met toebehooren enz. Hierbij dient te worden opgemerkt datwanneer wordt verlangd dat in het plafond van elk lokaal een ventilatiekoker worde aangebrachtevenals geschied is in de nieuwe school aan de Marendorpsche Achtergracht en bij de verbouwing van de bewaarschool in de Groenesteeg zal worden toegepast, daarvoor eene som van 1500 beschikbaar moet worden gesteld. Eene diergelijke uitgave zoude evenwel evenzeer moeten geschieden, wanneer inde bovenlokalen van het achtergedeelte van het Nosocomium dusdanige ventilatie- kokers noodig mochten worden geacht. Ten opzichte van de privaatlokaaltjes moet nog worden medegedeeld, dat de situatie slechts een zeer beperkte ruimte daarvoor toelaatverder dat 1874. de lokalen A en E alleen toegankelijk zijn door de lokalen B en D te pas- seerendat er op de verdieping der schoollokalen geen gelegenheid is voor het bergen van overkleederenzoodat de vestibule of een beneden-zijvertrek daartoe zal moeten dienen en dat een ander benedenvertrek voor spreek kamer zal moeten worden ingericht. Nog zij medegedeeld dat de beneden lokalen geene verbouwing als de bovenomschrevene zouden toelaten omdat het wegbreken van muren als anderszins aldaar niet kan worden toegepast. Uit een en ander blijkt dat op deze wijze de door de Schoolcom missie aangewezen lokalen tot een niet ongeschikt schoolgebouw zouden kunnen worden ingericht, doch de daarmede gepaard gaande belangrijke kosten makenonzes inziensde uitvoering van het plan alles behalve aannemelijk. Overigens zijn wij ook door de gewichtige bedenkingen van den school opziener niet teruggebracht van onze oorspronkelijke zienswijze ontwikkeld in onze rapporten van 26 Februari en 13 Maart jl. Wij blijven van oordeel dat het licht en de ruimte van de benedenlokalen voldoende zijn. Wat het eerste puilt betreft komen ons de bezwaren van den schoolopziener in vele opzichten overdreven voor. De herhaalde bezoeken in het gebouw afgelègd hebben ons althans tot eene andere overtuiging geleid, terwijl bovendien dóór de plaatsing van twee lichtramen in de benedenlokalen het licht aanmer kelijk kan worden verbeterd. Hoe dit zij dit punt zal bezwaarlijk door üfve vergadering kunnen worden beslist zonder eene inspectie ih loco, en wij noodigen u dientengevolge ten dringendste uit door een persoonlijk bezoek u in staat te stellen tot de beoordeèling van de vraagof bet lióbt al of niet voldoende kan worden geacht. Wat aangaat de ruimte ligt het in den aard der zaak datnu het blijkt dat de tusschenschool door 260 kinderen zoude worden bezochtde beneden lokalen geene voldoende ruimte zullen opleverenals kunnende deze slechts een aantal van 220 leerlingen bevattenwelk aantal wel zoude kunnen wor den vergroot door gebruik te maken van het vertrek bestemd voor den hoofdonderwijzerdoch in geen geval tot 260 kan worden uitgebreid. Wan neer men evenwel ook de bovenlokalendie geheel overeenstemmen met de benedenlokalen in gebruik neemt, dan verkrijgt men eene ruimte voor 440 kinderen. Zonder eenig bezwaar hoegenaamd zoude men alzoo een of meer klassen der tusschenschool op de bovenverdieping kunnen plaatsen. Het zij voldoende in deze te verwijzen naar de overgelegde schetsteekening met bijbekoorende toelichting van den architect, waaruit tevens blijkt dat voor 220 leerlingen in elk lokaal voor eiken leerling eene ruimte van meer dan 100 decimeters beschikbaar iszoodat het door Gedeputeerde Staten voor geschreven minimum van 85 decimeters wat de gesubsidieerde schoollokalen betreften waarvan in den brief van den schoolopziener melding wordt ge maakt verre wordt oversohreden. Toegegeven moet overigens worden dat het wenschelijk ware zoo de lokalen eenige meerdere hoogte bezatendoch dit bezwaar wbïdt grootendeels opgeheven door de ruimte waarover menwan neer zoowel de beneden- als de bovenverdieping in gebruik Wordt genomen heeft te beschikken. In welken zin nu ook door uwe vergadering omtrent het voorstel van den schoolopziener worde beslist en of alzoo de tusschenschool zal worden opge richt dan wel twee nieuwe scholen der 2de klasse Zullen moeten tot stand komen, in beide gevallen zullen de door ons aangewezen lokalen, onzes in ziens als schoolgebouwen kunnen worden gebruiktals wanneer de geméente zal worden ontheven van de aanmerkelijke uitgaven die aan hét bouwen van een of meer schoollokalen zijn verbonden. Wij zijn thans genaderd tot de bespreking van het voorstel van den school opziener tot oprichting van twee nieuwe scholen der 2de klasse, hetwelk wordt ondersteuud door de schoolcommissie. Het voorstel is gegrond op de overweging dat het aantal leerlingen van de drie laagste klassen der beide scholen der 2de klasse die de tusschenschool zouden moeten bezoekenthans bedragende 260, te groot is geworden voor het nauwlettend toezicht van eenen hoofdonderwijzer; dat de klassen op de drie scholen te talrijk zullen worden en moeten worden gesplitst en dat, wanneer later mocht blijken dat de tusschenschool niet aan de verwachting beantwoorddehoogst bezwaarlijk tot de oprichting van eene vierde school zoude kunnen worden overgegaan. Verder geeft de schoolopziener een ontwerp tot wijziging van de betrek kelijke verordeningen, waarbij o. m. het aantal van het hulppersoneel wordt vermeld, hetwelk voor de vier scholen wordt noodig geacht. len einde eenigermate de kosten te kunnen berekenen welke met de in voering van den voorgestelden maatregel gepaard gaandoen wij hier vol gen eene opgave van het onderwijzend personeel volgens de bestaande ver ordeningen waarin eene tusschenschool is opgenomen en van het onderwijzend personeel overeenkomstig de voorgestelde wijziging. De Verordening van 4 Mei 1872 (Gem. blad n°. 8) bepaalt dat op de scholen vermeld ondér litt. c in Art. 2 der Verordening (Gem. blad n°. 7) het hulppersoneel minstens zal bestaan Op de school voor voorbereidend onderwijs (tusschenschool) uit: 1 onder wijzer der eerste en 1 onderwijzer der tweede klasse; 2 hulponderwijzers en 2 hulponderwijzeressen; 6 kweekelingen; op de jongensschool der 2de klasse, uit: 1 onderwijzer der eerste en 1 der tweede klasse; 4 hulponderwijzers en 6 kweekelingen; op de meisjesschool der 2de klasse, uit: 1 onderwijzeres der eerste en 1 der tweede klasse; 4 hulponderwijzeressen en 6 kweekelingen, te zamen alzoo: 3 onderwijzers of onderwijzeressen der eerste en 3 onderwijzers of ondèrwijzeressen der tweede klasse; 12 hulponderwijzers of hulponderwijze ressen en 18 kweekelingen. Volgens de voorgestelde regeling zullen er zijn op elk der vier scholen: 1 onderwijzer of onderwijzeres der eerste, 2 onderwijzers of onderwijzeressen der tweede klasse, 5 hulponderwijzers of hulponderwijzeressen en 6 kweeke lingen; alzoo te zamen 4 onderwijzers of onderwijzeressen der eerste, 8 onder- 22

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 1