HANDEN TAN DEN GEHEENTEBAAD TAN LEIDEN. INGEKOMEN STIKKEN (er inzage van de leden ncdcrgclcgd. A?" Leiden, 26 Februari 1874. Tri het bierbij gevoegd adres verzoekt J. J. Kellenbag ten gevolge van zijn vertrek naar elders in de maand Juli jl. afschrijving van plaatselijke directe belasting over de laatste vier maanden van 1873. De adressant na van de bevolkingsregisters in die maand te zijn afgeschreven heeft recht om die voor vijf maanden te verkrijgen, zoodat Burgemeester en Wethouders u voorstellen hem die afschrijving te verleenen voor 6 maanden en wel tot een bedrag van f2.21. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 26 Februari 1874. De Commissie van Financiën vereenigt zich met het uitgebracht rapport van Burgemeester en Wethouders op het adres van J. J. Kellenbag, en raadt u de daarbij voorgestelde afschrijving in de plaatselijke directe belas ting over het jaar 1873 ad f 2.21 te verleenen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 48. Leiden, 26 Februari 1874. Naar aanleiding der hierbij gevoegde missive van den heer J. W. F. Bouberg Wilson, nemen Burgemeester en Wethouders de vrijheid, u, nadat het hun gebleken is, dat hij den 21 Juni jl. van de bevolkingsregisters naar elders afgeschreven werdvoor te stellen aan dien belastingschuldige in de plaatselijke directe belasting over 1873" afschrijving te verleenen voor 6 maanden ad f5.11. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 26 Februari 1874. De Commissie van Financiën heeft gecne bedenking, om ingevolge het voorstel van Burgemeester en Wethouders, den heer J. W. F. Bouberg Wilson afschrijving van zijnen aanslag in de plaatselijke directe belasting over 1873 te verleenen voor een bedrag van f5.11 Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. ^>0- ^®- Leiden, 26 Februari 1874. Ter vervulling der vacature ontstaan door het verleend eervol ontslag aan mej. A. Visser, uit de betrekking van hulponderwijzeres in de vrouwelijke handwerken aan de scholen n®. 2 voor on- en minvermogenden, hebben wijin overleg met de hoofdonderwijzers dier scholen en den districts schoolopziener, de navolgende voordracht opgemaakt, welke wij u hiernevens aanbieden, ten einde daaruit eene keuze te doen, als: 1®. mej. W. C. Engelbrechtj 2®. S. L. Coronelj 3®. G. M. Breebaart, allen te Leiden woonachtig. Aan deze betrekking is verbonden eene jaarwedde van 200. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. N®. ÖO. Leiden, 2 Maart 1874. Wij hebben de eer aan uwe vergadering hiernevens aan te bieden de volgende voordracht, in overleg met den districtsschoolopziener en den hoofd onderwijzer opgemaaktvoor de benoeming van een hulponderwijzer aan de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs der le klasse voor jongens, als: 1°. E. J. Van Sonsbeek2°. C. Goedeljee, en 3°. C. Van der Waals. De eerstgenoemde is werkzaam te Vianende beide overigen alhier, ter wijl de jaarwedde bedraagt f 450. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. N®. 51. Leiden, 2 Maart 1874. Van wege Commissarissen over het Werkhuis is ons het aangenaam be richt geworden, dat over het op de begrooting voor 1873 uitgetrokken sub sidie van 7000 niet in zijn geheel behoeft te worden beschikt, vermits over dat jaar niet meer dan ƒ5000 is benoodigd geweest, zoodat op Hoofd stuk VIII, art. 7, volgn. 133, subsidiën aan werkhuizen en dergelijke inrichtingen tot het voorkomen van armoede, een bedrag van ƒ2000 be schikbaar blijlt. Intusschen leveren enkele artikelen van uitgaaf een tekort op, waarin vóór het sluiten van den dienst zal moeten worden voorzien en daaronder behooren in de eerste plaats de verplegingskosten van zieke armen in het Akademisch Ziekenhuis en van de behoeftige krankzinnigenblijkens het door den Voorzitter medegedeelde in de vergadering van 4 December jl. (zie Handelingen van den Gemeenteraad pag. 54, 3.) Van de laatstbedoelde verplegingskosten is het juist bedrag nog niet be kend doch de verplegingskosten in het Akademisch Ziekenhuis overschrijden de raming ad f 4500 met een bedrag van 1423.60, vermits die kosten over het eerste halfjaar 1873 hebben bedragen f 3516.10 en over het tweede halfjaar ƒ2407.50, te zamen uitmakende een som van 5923.60. Wij bieden u alzoo hiernevens ter vaststelling een staat van af- en over schrijving aan, strekkende om Hoofdstuk VIII, art. 10, volgn. 137kosten van verpleging in het Akademisch Ziekenhuis met ƒ1423.60 te verhoogen, door afscbrijvjng van Hoofdstuk VIII, art. 7, volgn. 134, subsidiën aan werkhuizen enz. Wij stellen u tevens voor om de begrooting, dienst 1873, in ontvangst en uitgaaf met ƒ4000 te verhoogen, door vaststelling van den hiernevens overgelegden suppletoiren staat van begrooting, en wel in ontvangst van 1874. Hoofdstuk II, Afdeeling I, art. 3, volgn. 4, opcenten op de hoofdsom der belasting op het personeel met ƒ800 en van Afdeeling II, art. 1 volgn. 5, 4/5 geueelten van de opbrengst der belasting op het personeel in hoofdsom en opcenten met ƒ3200, en in uitgaaf van Hoofdstuk XI, art. 1, volgn. 162, onvoorziene uitgaven met ƒ4000. Uit laatstgenoemden post zal dan in de eerste plaats kunnen worden be streden het te kort op het artikel verplegingskosten van behoeftige krank zinnigen, maar bovendien is het gebleken dat nog eenige artikelen also. m. volgn. 85, aanvoer van duinwater, volgn. 86, reinigen van riolen, stelsel Liernur, volgn. 115c, kosten voor de middelbare scholen, vuur en licht in de scholen, en volgn. 117. veranderlijke belooning van de onderwijzersniet voldoende zullen ter bestrijding van de noodzakelijke uitgaven. Zoodra deze uitgaven alle met juistheid bekend zijnzullen de noodige voordrachten tot af- en overschrijving worden aangeboden. Aan den Gemeenteraad, Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 6 Maart 1874. De Commissie van Financiën heeft gecne bedenkingen tegen de voordracht van Burgemeester en Wethouders tot af- en overschrijving op en tot ver hooging van de gemeente-begrooting, dienst 1873, en stelt mitsdien voorde overgelegde staten vast te stellen, ten einde aan de goedkeuring van de Gedeputeerde Staten te worden onderworpen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. Leiden, 5 Maart 1874. Onder overlegging van het adres van G. Plantema, verzoekende met 1 April e. k. ontslag als hulponderwijzer aan de openbare school ne. 1 voor minvermogenden en het daaromtrent ingewonnen advies van den hoofdonder wijzer geven wij uwe vergadering in overweging het gevraagd ontslag tegen voormeld tijdstip eervol te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 2 Maart 1874. Aan EdelAchtbare Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. F.delAchtbare Heeren! Ondergcteekende, hulponderwijzer aan de openbare lagere school voor minvermogenden n®. 1 alhier, neemt de vrijheid zich tot UEA. te lichten met verzoek om eervol ontslag uit zijne betrekking met ingang van 1 April 1874. Na zich daartoe in uwe gunst te hebben aanbevolen, noemt hij zich met de meeste hoogachting, EdelAchtbare Heeren UEA. dienstv. dienaar, G. PLANTEMA. Leiden, 4 Maart 1874. Ter voldoening aan uw apostille van den 3den dezer, waarbij een ver zoek van den hulponderwijzer G. Plantema, om met 1° April e. k. eervol ontslagen te worden uit zijne tegenwoordige betrekking, heb ik de eer u omtrent adressants verzoek gunstig te adviseeren. De hoofdonderwijzer der openbare school Aan den Heer Burgemeester n°. 1 voor minvermogende, der Gemeente Leiden. A. Van dee Habst. N°. 53. Leiden, 6 Maart 1874. De dames-commissie voor de loterij ten behoeve van de oprichting van een standbeeld voor Van der Werf, heeft zich bij nevensgaand adres tot uwe vergadering gewend ter bekoming van het kosteloos gebruik van een der lokalen van de stads-gehoorzaal op de daarbij vermelde dagenten einde de prijzen aldaar zouden kunnen worden tentoongesteld. Met het oog op de reeds meermalen door uwe vergadering genomen beslissingen ten aanzien van het verleenen van vrijstelling van zaalhuur ten behoeve van bovenvermeld doel, vermecnen wij tot inwilliging van het verzoek te moeten adviseeren, en u alzoo voor te stellen om aan voormelde Commissie vrijstelling van de betaling van zaalhuur te verleenen wegens het gebruik van een der lokalen in de gehoorzaal, door ons college aan te wijzen van 24 tot en met 31 Maart e. k. De Commisse van Fmanciën heeft ons te kennen gegeven dat tegen eene gunstige beschikking op het verzoek ook bij haar geene bedenking bestaat. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Edel Achtbaren Gemeenteraad te Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de damescommissie voor de loterij van Van der Werfs standbeeld, dat zij het voornemen heeft eene tentoonstelling te houden van de prijzen ten behoeve van het Van der Werfs monument door de ingezetenen ingezonden. Dat echter hare financiële mid delen ontoereikend zijn om voor de gehoorzaal huur te betalen reden waarom zij zich wendt tot UEd. Achtbaren met het verzoek dat haar van 2-131 Maart of van 1421 April het gebruik van een der lokalen in de gehoor zaal kosteloos worde vergund. Hetwelk doende, enz. G. De Vries—Gockinca Presidente. 16

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 7