IV. Verzoek van C. Stolp Gz. om ontslag als hulponderwijzer aan de jongensschool 1ste klasse. (Zie Handd. 10, n°. 88.) Het voorstel om aan den adressant een eervol ontslag te verleenen wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. V. Verzoek van mej. A. Visser om ontslag als hulp-onderwijzeres in de handwerken aan de scholen n°. 2 voor on- en minvermogenden. (Zie Handd. 10, n#. 33.) Wordt op gelijke wijze aangenomen. VI. Voordracht tot wijziging der verordeningen, regelende het onderwijs in de gymnastiek. (Zie Handd. 10, n*. 35.) De heer Bijleveld, Tegen de wijzigingen, die voorgesteld zijn, heb ik geen overwegend bezwaarmaar ik wenschte toch de aandacht te vestigen op eene uitdrukking, die m. i. niet juist is, die althans niet uitdrukt wat men bedoelt. Men wenscht namelijk tusschen artt. 10 en 11 der verorde ning, waarin het gymnastiek-onderwijs geregeld is, een nieuw artikel in telas- schen, waarvan de 1ste alinea zou luiden: #Het is den onderwijzer en den hulponderwijzer in de gymnastiek verboden privaat-onderwijs te geven in dat vak;" en de 2de alinea: »l)e onderwijzer is evenwel bevoegd om, na be komen vergunning van Burgemeester en Wethouders, privaat-onderwijs te geven in de orthopaedische gymnastiek." Volgens de voorgestelde redactie zal de onderwijzer privaat-onderwijs mogen geven in de orthopaedische gym nastiek. Dit beteekent, naar ik meen dat hij aan leerlingen zal mogen leeren wat orthopaedische gymnastiek is. hoe zij moet worden toegepast, in korte woorden, hun in dat vak zal mogen onderricht geven, gelijk b. v. een onder wijzer in de Engelsche taal aan iemand Engelsch leert, maar dit bedoelt men blijkbaar niet met de 2de alinea. Men wil den onderwijzer toestaan niet om onderricht te geven in de orthopaedische gymnastiekqua vak of wetenschapmaar om de orthopaedische gymnastiek toe te passen ook op personendie niet van het openbaar onderwijs gebruik makenmen bedoelt niet hem te vergunnen in de orthopaedische gymnastiek privaat onderwijs te geven aanmaar die als geneesmiddel aan te wenden op individus. Ik neem de vrijheid voor te stellen de redactie te doen luiden: #Het is den onderwijzer evenwel vergund, na bekomen toestemming van Burgemeester en Wethouders, privaat-onderwijs te geven in de gymnastiekvoor zooverre be treft hare orthopaedische toepassing." De Voorzitter. Ik meen, dat duidelijk blijkt wat er bedoeld is. Mis schien is het voor eene tweeledige uitlegging vatbaar. Maar het is toch altijd in dien geest opgevatdat voor de orthopaedische gymnastiek het privaat-onderwijs kan worden toegelaten. De heer Bijleveld. Ik heb er ook geen overwegend bezwaar tpgen maar het is alleen duidelijkshalve, dat ik, in overeenstemming roet de wer kelijke bedoeling van den Baadeene andere redactie zou verlangen. De Voorzitter. Ik zou mij daar wel mede kunnen vereenigen. De heer Goudsmit. Ik moet mij verzetten tegen dit amendement, omdat het doel, dat de geachte voorsteller beoogt, niet zal worden bereikt. Als ik bet wel hebis besloten, dat de onderwijzer privaatles niet zal mogen geven, dan voor zooverre zij betreft de orthopaedie, maar volgens het amendement zal hij gewoon privaat onderwijs mogen geven indien hij het slechts toepast op de orthopaedie. Door b. v. te zeggen dat is de regeldoch ingeval iemand kromme beenen heeft, zal op deze of gene wijze moeten worden gehandeld. Dit nu is geenszins onze bedoeling. De heer Bjjleveld. Ik moet zegge», dat ik het bezwaar van den heer Goudsmit niet begrijp. Over de bedoeling beslaat m. i. geen verschildeze wordt, gelijk ik straks meen te hebben aangetoond, niet uitgedrukt door de voorgestelde redactieniet onderricht geven inmaar toepassing van orthopaedische gymnastiek wordt toegelaten. De heer Goüdsmit. De bedoeling van den Raad is in het amendement geenszins uitgedrukt. Deze was dat de onderwijzer het privaat-onderwijs uiet zal mogen geven, behalve in de orthopaedie. De heer Bijleveld. Neen, er staat: voor zooverre betreft bare ortho paedische toepassing. De Voorzitter. Er is reeds verboden het geven van privaat-onderwijs in het vermelde vak. De heer Goüdsmit. Juist. Maar door het amendement zou het omge keerde' plaats hebben, want het privaat-onderwijs in de gymnastiek zou mogen worden gegevenindien slechts eenige toepassing plaats grijpt op de ortho paedie en dat nu heelt geen onzer beoogd. De Voorzitter. Ik beb het amendement overgenomen. Als niemand verder bet woord verlangtzal ik het amendement in rondvraag brengen. Het amendement van den heer Bijleveld wordt verworpen met 12 tegen 10 Btemmen. Voor stemden de heeren: Eigeman, Le Poole, Soringar, De Fremery, Van Heukelom Veetkind Verster, Bijleveld, Buys en de Voorzitter. De Voorzitter. Verlangt nog iemand het woord over de ontwerp verordening? Zoo niet, dan zal ik die in rondvraag brengen. En dan stel ik in de eerste plaats voor, het eerste raadsbesluit, betreffende de jaarwed den dienovereenkomstig te wijzigen. Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. In de tweede plaats breng ik in rondvraag de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde wijzigingen. De heer Seelig. Betreit dat art. 8? De Voorzitter. De verschillende wijzigingen, zoo als die zijn voorge steld, en wel op artt. 7 8 en 9 en het nieuw artikel, iu te lasschen tus schen d6 artt. IQ en 11. De heer Seelig. Het is mijne bedoeling niet tegen de voordracht in haar geheel te stemmendaar zij het consequent gevolg is van een raads besluit. Maar ik ben tegen liet principe, om juist en bij uitzondering voor dit vak te verbieden de bevoegdheid tot het geven van privaat-onderwijs, terwijl voor andere vakken dat verbod niet bestaat. Ik wensch dus slechts iu herinnering te brengenwat ik daarover bij de behandeling der laatste begrooting beb gezegd tegen dit bijzondere verbodten nadeele der onder wijzers in dc gymnastiek. De Voorzitter. Zoo als door u terecht is opgemerktis het voorge stelde het gevolg van een raadsbesluit. De verschillende wijzigingen, hierboven bedoeld, worden vervolgens aan genomen met 17 tegen 5 stemmen. Tegen stemden: de Leeren Seelig, Van Heukelom, Veetkind, Versteren Bijleveld. Het nieuw artikel wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Het ontwerp der gewijzigde verordening in zijn geheel wordt met algemeene stemmen aangenomen. VU. Verzoek van S. Verbeek om eene stoep te leggen in de Haarlem merstraat. (Zie Handd. 10, n#. 36.) De conclusie van het gunstig rapport van Burgemeester en Wethouders wordt zonder beraadslaging oi hoofdelijke stemming aangenomen. VIII. Verzoek alsvoren van G. N. Langezaalop de Oude Vest. (Zie Handd. 10, n°. 36.) De conclusie van liet gunstig rapport van Burgemeester en Wethouders wordt op gelijke wijze aangenomen. IX. Verzoek alsvoren van J. C. Klikee, op de Boomraarkt. (Zie Handd. 11, n°. 41.) De conclusie van het gunstig rapport van Burgemeester en Wethouders wordt op gelijke wijze aangenomen. X. Verzoek alsvoren van M. Loeber, op den Apothekersdijk. (Zie Handd. 11, n°. 41.) De conclusie van bet gunstig rapport van Burgemeester en Wethouders wordt op gelijke wijze aangenomen. XI. Staat van af- en overschrijving op de begrooting van het Gerefor meerde Minne- ot Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, dienst 1873. (Zie Handd. 10n°. 37.) De conclusie van het gunstig rapport der Oommissie van Financiën wordt, zonder beraadslaging, met algemeene stemmen aangenomen. XII. Voordracht betrekkelijk de bebouwing van bet plein naast het voor malig Nosocomium Academicum op de Oude Vest. (Zie Handd. 10, n°. 38.) De VoojtziTTER. Zoo als de heeren gezien hebben, is er later een brief ingekomen van de Bouwcommissie, waarin zij bezwaar maakt tegen eene der voorwaarden die gesteld zijn. De heer Stoffels. De reden, dat de Commissie van Fabricage die voor waarde gesteld heeft, was voornamelijk met het oog op hetgeen in den laatsten tijd als een der eiscben voor de openbare gezondheid is op den voorgrond gesteld. Dat wordt ook van wege de gezondheids-Commissie ver langd, die er prijs op stelt, dat de grond zoó min mogelijk door faecalia besmet worde. Door de Commissie van Fabricage is derhalve voorgeschreven het daarstellen van zeer dichte beerputtenzoo als die in den laatsten tijd hier en daar worden geplaatst en blijken zeer goed te zijn. Die beerputten moeten dan ook van het beste allooi zijn, even als de putten vóór liet duin water, zooriat zij volmaakt dicht zijn en niets doorlaten. En nu Was het idéé van de Commissie van Fabricage om zoodanige putten te laten maken die kunnen van tijd tot tijd worden geledigd, zij kunnen ook zoo worden gemaakt, dat aan het bovengedeelte een uitmondingspijp wordt aangebracht, die de meer vloeibare stoffen in de Dolhuisgracht doet uitloopendan be hoeft de lediging niet zoo dikwerf te geschieden en dan zou die wijze van inrichten niet veel bezwaar opleveren. Burgemeester en Wethouders willen een stap verder gaan en hoegenaamd geen uitloozing in een der riolen toe laten en meer bepaald de ruiming of lediging op bepaalde tijden doen plaats hebben; deze wijze van daarstelling is ja kostbaarder, doch alleen langs dien weg bereikt men bet doel. Deze wijze van bandelen moet dan ook in het vervolg bij bet bouwen van nieuwe panden worden gevolgd. Wil men verbeteringen aanbrengendan moet men er toch eens een begin mede maken, en als men het altijd onbeproefd laat, komt men nooit verder. Hier nu wordt zoodanig begin gemaakt met deze voordracht. En zoo zal men er ook toe komen om de beerputten op pneumatische wijze te ledigen even als dit tegenwoordig in den Haag geschiedt. De heer' Hartevelt. Het voorbeeld door den heer Stoffels aangehaald acht ik weinig afdoende. Immers de reservoirs voor het duinwater laten niets door, maar dat is dan ook duinwater. Hier betreft bet eetie ganscb andere quaestie: de vraag, of faecale stoffen, verzameld zijnde in een put, toch door de metselspecie dringen en zoo doende den grond bederven. Hieromtrent beb ik iets te zeggen en een voorbeeld bij te brengen van waterdichte beerputten. In het Weeshuis bevinden zich twee beerputten, die, blijkens gedane proefneming, gebleken zijn werkelijk in alleq. deele goed te zijn; deze zijn eebter geheel anders gemetseld dan de reservoirs voor bet duinwater; dat die putten veel geld hebben gekost is ontegenzeggelijk waar, maar ook is het bewezen waardat zij waterdicht zijn. De algemeene opinie moge zijn dat er geen waterdichte beerputten zijn te maken in het Wees huis is de oplossing van dit vraagstuk geleverd. De heer Stoffels. Ik dank u wel voor die mededeeling. Het zal een spoorslag zijn voor de Commissie van Fabricage om dat voorbeeld zooveel doenlijk te volgen. De heer Seelig. Ik wenschte allpen dit nog te doen opmerkendat juist de Commissie van Fabricage zich in haar rapport betrekkelijk de rei niging-stelsels beroepen heeft op de bedenking van de meeste deskundigen, die verklaard hebbendat het eene illusie is te meenendat beerputten ge heel en duurzaam waterdicht te metselen zijn. Behalve met sterk op met selwerk inbijtende vloeistoffen, heeft men immers bij beerputten te doen met gassen die worden geformeerd, met vluchtige producten van de rot tende stoffen die op den bodem neêrliggendie ten langen laatste zich een uitweg banen en den omringenden grond doortrekken. Dc quaestie bier aan de orde is echter niet den aanleg van beerputten voor te spreken maar uit de kwade middelen waarmede men zich tot dusverre heeft moeten behelpenhet minst kwade toe te passenin afwachting van beter. De Commissie van Fabricage beeft voorgesteld alléén de vloeibare stoffen te laten uitloopen in bestaande riolenen wel in degenen die de meeste ruimte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 4