kerstoep te vervangen, alsmede 8 Cm. te verhoogen, en de bestaande kolk-
ateen door eene ijzeren te verwisselen.
Het gedeelte voor zijn magazijn liggende in de lange Koorsteeg en Pieters
kerkhof n*. 28 ter bestaande breedte van 45 bij 88 Cm. door eene gepla
veide stoep te vervangen en wel het laatste deel 9 Cm. te verboogen.
Eindelijk de door hem weggenomen hardsteenen stootpaal te vervangen
door eenen ijzeren boog uitspringende 25 Cm.
'tWelk doende enz.,
J. P. Duyvekman.
Leiden, 18 Februari 1874.
Bij zijn request van 29 Januari jl. verzoekt J. P. Duiverman een gemet
selde stoep te leggen langs zijn huis, magazijn en werkplaats Wijk 4 n°.
6865 (straatn0. 23 en 28) in de St. Pieterskerk Choorsteeg ter breedte van
45 centimeters en niet meer dan 9 centimeters aan het einde boven de straat
uitspringende en op het St. Pieterskerkhof ter breedte van 88 centimeters
cn evenzoo niet meer dan 9 centimeters aan het einde uitspringendealsmede
om de kolksteen liggende in de St. Pieterskerk Choorsteeg door een ijzeren
rooster te vervangen.
l)e Commissie van Fabricage heeft tegen de inwilliging geen bezwaar en
kan het verleenen der vergunning tot het leggen van die stoepen op ge
meentegrond aanraden, omdat daardoor geen hinder aan de passage wordt
veroorzaakt, maar moet bedenking maken tegen het verzoek om de stoot
paal die op den hoek is geplaatst te vervangen door een ijzeren boog die
25 centimeters zou uitspringen, omdat daardoor werkelijk hinder en onge
lukken zouden kunnen ontstaan.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage enz.
en Wethouders.
N°. 43. Leiden, 23 Februarij 1874.
In uwe vergadering van 22 Januari jl. werd aangehouden het verzoek
van de fabriekanten Van Hartrop en Zoon voor zooveel betreft het leggen
ran een spoelvlot in het Galgewaterten eindealvorens daaromtrent eene
besehikking te nemen, een onderzoek zoude worden ingesteld aangaande het
eigendomsrecht van bedoeld water.
Wij zijn thans in staat gesteld u mede te deelen dat bij processen-verbaal
van 18 en 25 April 1856 aan den heer D. D. Noordman is verkocht het
uitsluitend recht van visscherij in den Bijn strekkende van de Borstelbrug
der gemeente Leiden at tot aan het Haagsche Schouw onder de gemeente
Leiden, ZoeterwoudeVoorschoten en Oegstgeest, met alle zoodanige rech
ten en gerechtigheden als aan den eigendom van dat vischwater zijn ver
bonden terwijl daarbij o. a. is bepaald dat de kooper zal kunnen vorderen
en ontvangen van de daartoe verplichte personen al zoodanige verdere
recognitiën als welke ten behoeve van gemeld vischwater bestaan en dat het
water de Bijn, Galgewater, op bet kadaster staat ten name van D. D.
Noordman, houtkooper te Zoeterwoude, onder Sectie F n°. 639, G,
n°. 1006, A, n°. 365 en B, n°. 1591, ter grootte van 1.35.98 hectaren.
Hoezeer nu de burgerrechtelijke eigendom van het Galgewater alzoo niet bij
de gemeente berust, zal, vermits dit water behoort onder de openbare
gemeentewaterenvoor het leggen van een spoelvlot de vergunning van
den Gemeenteraad worden vereischt, ingevolge art. 74 der Algemeene Politie
verordening, waarbij is verboden zonder toestemming van den Gemeenteraad
de wateren der gemeente te vernauwendaarin hoofdenplatingeu stoepen
of dammen tc stellen, palen te bevestigen of daarover planken to leggen
of bruggen te slaan.
Inmiddels hebben wij de adressanten uitgenoodigd om eene verklaring over
te leggen van den eigenaar van het vischwater voormeld dat bij hem tegen
de inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat en stellen wij uwe ver
gadering voor om te besluiten dat, zoodra de bovenbedoelde verklaring zal
zijn overgelegd, de krachtens de Algemeene Policie-verordening vereischte
vergunning tot wederopzeggens wordt verleend, behoudens de toestemming
van het Hoogheemraadschap Bijnland en tegen betaling van bet recht be
paald bij art. 3n°. 2van het tariefvastgesteld bij raadsbesluit van 5
Maart 1857 (Gemeenteblad n°. 12.)
Aangezien dit besluit regelt de heffing eener plaatselijke belasting voor
bet gebruik van openbare gemeente-werken en bezittingenkomt bel ons
voor dat de daarbij vastgestelde recognitie van f\ per jaar voor het leggen
van een spoelvlot in casu moet worden gehevenal moge dan ook de bur
gerrechtelijke eigendom van bedoeld water niet aan de gemeente toekomen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 44. Leiden, 23 Februari 1874.
Wij hebben geene bedenkingen tegen de in onze handen gestelde voor-'
drachten van Burgemeester en Wethouders strekkende: a tot onderhandsche
verpachting van het grasgewas van het Bijasburgerbolwerk en van de vis
scherij in de singelslootenen b tot afwijzing van het verzoek van Dr.
Waalewijn, leeraar in de natuurlijke historie aan de gemeente-instellingen
voor hooger en middelbaar onderwijs, om verhooging van jaarwedde, en
geven uwe vergadering derhalve in overweging om dienovereenkomstig te
besluiten.
Wat dit laatste verzoek betreft zijn wij met Burgemeester en Wethouders
van oordeel, dat midden in bet jaar bezwaarlijk eene verhooging zoude kun
nen worden toegestaanallerminst danwanneer de bestaande verplichtingen
in geen enkel opzicht worden gewijzigd. Mocht overigens de adressant
vóór de vaststelling van de begrooting voor het volgend jaar op zijn verzoek
wenscben terug te komen, dan zoude, onzes inziens, daaromtrent het ge
voelen van de Commissie van toezicht behooren te worden ingewonnen.
Aan den Gemeenteraad, De Commissie van Financiënenz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DBABBE,