ges heb ik van den heer Seelig gehoord, dat men naar middelen zoekt om verbetering aan te brengen en die zullen ook wel gevonden worden. Het gebruik van het pneumatisch zuigtoestel voldoetnaar ik vernomen heb niet. Met het rapport van Burgemeester en Wethouders was ik voornemens mij te vereenigenmaar de bemerkingen door den heer Buys gemaakt komen mij zeer juist voor. Ik acht het ook doelmatiger eene bepaalde beslissing te nemen, en niet langer in eene weifelende positie te blijven ten opzichte eener zoo belangrijke zaak. De heer van Heukelom. Ik wenseh een enkel woord te zeggen. Ik ben het niet eens met den heer Krantz. Ik geloof, dat de proeven met het Liemurstelsel volkomen gelukt zijn. Wat was te onderzoeken? Of pneumatisch de faecale stoffen waren weg te nemen. En dat is gelukt. Van geldelijk voordeel heb ik mij nooit iets voorgesteld op zoo kleine schaal. Maar ik geloofdat in het tegenovergesteld geval wel degelijk de resul taten anders zouden zijn. Wat nu het beste stelsel zou zijn, ook in het vervolg, wij Weteh het nieti Maar wij wetendat tot nog toe zich geen beter stelsel heeft voorgedaan] Alle andere stelsels, die tot nog toe beproefd zijn, geen daarvan is geslaagd. Dit is ten minste bewezendat de resultatendie verkregen zijn allesafddende waren. Eene uitbreiding der toepassing van het stelsel zou dus niet zijn eene tweede proefmaar de applicatie eener goede en bekende zaak. Het denkbeeld dier uitbreiding juich ik dus volkomen toe; En daartoe acht ik wel degelijk de indiening; van een plan noodig. Anders kunnen wij, niets doen. Ik ben dus alleszins voor de toepassing van het stelsel op de St. Jabobsgrachten dat er verder een plan worde gemaakt betrekke lijk die toepassing in de geheele stad. Welligt zou dat in sectiën kunnen geschieden^ maar dat is eene zaak van latere zorg. De heer Gotidsmit. Ik weüsch een enkel woord in het midden te bren gen naar aanleiding vati hetgeen door den heer Van Heukelom is aangevoerd. Ik vereenig mij volkomen met de conclusie Van het rapport der Commissie van Fabricage. Ik stel mij op het standpunt van het Liemurstelsel zelf; en ik geloof inderdaad, dat de verwachtingen van dat stelsel zich hebben verWeienlijkt. Maar dat neemt niet wegdat ik mij niet genoeg op de hoogte acht om een volkomen overtuiging uit te spreken. Ik ben daarvoor te zeer leek. Maar aan de andere zijde, als men steeds blijft zoeken naar het betere, terwijl men van het goede zoo goed als verzekerd is, zal er nooit iets tot stand komen; want in den tegenwoordigen tijd vooral is er geen werk, hoe doelmatig ook ingericht, dat niet door betere procédés zou kunnen worden vervangen. Intusschen'mannendie geacht kunnen worden geheel op de hoogte der zaak te zijn, betwijfelen geenszins het doelmatige van het Liemurstelsel. Ook de Commissie van Financiën niet. Zij betwij felt slechts het draagvermogen' der ingezetenen voor de groote kostenaan eene algemeefle toepassing van het stelsel verbonden. En nu stel ik mij' geheel op het standpunt van die doelmatigheid. En dan is alleen de vraag, waar eene verdere proef van de uitbreiding van het stelsel zal gesohieden. of, wil men liever dat woord proef niet gebezigd hebbenwaar de toepas sing van het stelsel zal worden voortgezet. Zal het geschieden als vervolg van hetgeen bestaat, of elders? Met het denkbeeld om voor en aleer men verder ga opgave vai^. kosten te vragen voor eene verdere partieele uitbrei ding kan ik mij in geen geval vereenigen. Wij. zullen daardoor geeno schrede gevorderd zijn, omdat het bedrag dier ko3ten alleen bij benadering kan worden aangewezen en van verschillende niet te voorziene omstandigheden afhankelijk is.. Ik wil onmiddellijke voortzetting. Maar waar? Opper vlakkig zou het schijnendat men moest voltooienwaar het werk begon nen wasindien slechts niet de toestand van de Marendorpsche Achtergracht van dien aard wasdat verbetering geen uitstel gedoogt. Naar het oordeel althans van deskundigen is de zaak daar niet te redden. Er zullen dus daar in elk geval kosten noodig zijn. Wat dan te verliezen, als de proef op de Marendorpsche Achtergracht, zal wórden voortgezet? Het zou mo gelijk zijn dat het naderhand bleek dat onze financiële krachten niet ge- doogen om de toepassing van het stelsel over de geheele stad uit te brei den maar dan zullen wij er ten minste dit mede gewonnen hebben dat de toestand van dat gedeelte der stad waar verbetering meest dringend vereiseht wordt, werkelijk verbeterd zal zijn. De heer Krantz schijnt zich minder ongerust te maken.; maar moet men deskundigen gelooven, dan be staat aldaar wezenlij k een dreigend gevaar, Zoodat, wanneer de proef gelukt wij wel degelijk iets goeds voor de openbare gezondheid in Leiden zullen hebben uitgewerkt. Mijn denkbeeld derhalve zou zijn, onmiddellijk op de Marendorpsche Achtergracht de zaak voort te zettenzonder wederom nieuwe aanvragen te doen of andere vertraging te weeg te brengen. Zoo alleen kan worden afgeweerd een dreigend gevaar, dat de stad thans boven het hoofd hangt. Dé heer Krantz. Ook ik, mijnheer de Voorzitter, apprecieer, even als de heer Van Heukelom, de doelmatigheid van het Liemurstelsel en ben voor de voortzetting der proef. Maar ik zie daarin te groote bezwaren vooral vah finandeelert aardom eene beslissing voor de toekomst te kunnen aanraden. De heer Goudsmit heeft met ernst op den toestand der Maren dorpsche Achtergracht gelezenmaar ik moet toch opmerken dat de on derteekenaars van het ingekomen adres, die tot de voornaamste inwoners irv dat gedeelte der stad behoorenverklaren geen hinder te ondervinden van den bestaanden toestand. Alleen de bewoners van kleine huizen heb ben óVerlastwaarin zal moeten worden voorziendaar straks heb ik reeds geZegd dat de Marendorpsche Achtergracht, schijnbaar, voorbedacht in dien slechten toestand is gebracht. De heer Stoffels. Ik wenseh even te antwoorden op de vraag door den heer Krantz gedaanof namelijk het Liemurstelsel voldoende waarbor gen geeft en of het de proef heeft doorstaan. Na hetgeen ik er nu van gezien! heb, in de twéé jaren tijds dat het Stelsel hier in practijk gebracht is, aarzel ik niet op die vraag volmondig ja! te antwoorden. Ik kan dat met gerustheid doen, omdat ik bijna dagelijks de bewerking bijwoon. Nu is mij de vraag gedaanzijt gij ook bekend met den toestand der buizen in den gröndroesten die daar niet en welke werking hebben zij op den grond? Op die vraag kan ik antwoorden dat ik dezer dagen eenige buizen heb laten opgraven en eenige stukken uit het buizennet heb onderzocht en hét is mij toen gebleken dat aan die buizen niets was waar te nemendat zij zich bevonden juist in dénzelfden staatwaarin zij voor twee jaren waren, toen zij in1 den grond gelegd werden. Wat de werking op den grond be treft, nu reeds is het water op sommige plaatsen veel verbeterd, zoodat b. v. op het einde bij het Plantsoen het water bijna weder drinkbaar is. Dit bewijst dat de faecaliën, die zich op die plaats bevonden, verdwenen zijn of zich met de verschillende aardsoorten vereenigd hebben, en dat geen nieuwe toevoer van faecaliën meer plaats heeft, waardoor het water wordt bedorven. De heer Krantz heeft ook er van gesproken dat de toestand van de Marendorpsche Achtergracht door andere middelen kan verbeterd worden. Naar de verklaringen van deskundigen nu dringen in zeer vele huizen op die gracht de faecale stoflen door den grond heenhetgeen niet alleen lastig is, maar, wat erger is, zeer schadelijk voor de gezondheid. Vele bewoners van de Haarlemmerstraat hebben zich wel is waar per adres tot oris gewend, met verzoek om niet het tonnenstelsel in te voerendaar zij geen hinder ondervondèn. Maar de Haarlemmerstraat ligt f meter hooger dan de Marendorpsche Achtergrachtzoodat alle faecale stoffen uit de riolen dér Haarlemmerstraat wegvloeien naar de Marendorpsche Achtergracht. Het is zéér natuurlijk dus dat de bewoners dier straat geen hinder ondervinden, maar tevens blijkt er uit dat zij zeiven de bewoners der Marendorpsche Ach tergracht veel last doen ondervinden. Dat de requestranten dus miuder be zwaar hebben bewijst niets. Als dus de vergadering mocht besluiten, over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, het Liemurstel sel, daar waar het nu reeds is toegepast, verder uit te breiden, om te zien of het, in evenredigheid der meerdere uitbreidingmeer rendeeren zaldan zullen toch spoedig voorzieningen moeten worden genomen ten aanzien van den toestand der Marendorpsche Achtergracht, en daarvoor nieuwe kosten moe ten worden gemaakt. In hoever de draagkracht der gemeente de groote kosten toelaat, is een punt dat ik nu niet uitvoerig zal bespreken. Maar dit is zeker, dat als op de Mareudórpscho Achtergracht het pneumatisch stelsel of het tonnenstelsel, of welk ander stelsel ookwordt ingevoerddit ook een enorme som zal kosten; die verloren zal zijn, als later mocht blij ken dat het stelsel niet beantwoordt aan de gekoesterde verwachtingen. Mij komt bet dan ook wenschelijk voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders te volgen, die wenschen de proef te nemen of de opbrengst vermeerderen zal in evenredigheid tot de uitbreiding aan de toepassing van het Liemurstelsel gegeven. Dan praejudicieeren wij niets ten aanzien dér Marendorpsche Achtergracht en kunnen wij met voorloopige hoogst noodige hulpmiddelen in den toestand daar voorzien, altoos tijdelijk, en later eene beslissing nemen of wij op die Marendorpsche Achtergracht het Liernur- dan wel een ander stelsel zullen aannemen. De heer Hartevelt. Mijnheer de Voorzitter! Bij de Commissie van Financiën bestaat geen twijfel dat de proef, voor zooverre die genomen is„ met het Liemurstelsel volkomen geslaagd is. Zij zegt dit met zoovele woorden in haar rapport. Maar de Commissie van Financiën dient niettemin het oog te blijven vestigen op de financiën der gemeente en in de eerste plaats na te gaan wat de financieele gevolgen zullen zijn van eene groote uitbreiding van het Liemurstelsel op een ander gedeelte der stad, of later misschien door de gansche gemeente. En nu veroorloof ik mij, de opmerr kiug te maken, dat er eene groote tegenstrijdigheid bestaat tusschen betgeen door den Voorzitter van het Collegie van Dagelijksch Bestuur en den heer Stoffels is betoogd. De Voorzitter zeide dat wij aannemende het voorstel van Burgemeester en Wethouders, niets zouden beslissen ten aanzien, van het, te volgen stelsel op de Marendorpsche Achtergrachtin afwachting van da plannen en bestekken door de heeren Liernur en de Bruyn Kops op te maken. De heer Stoffels echter betoogde dat er dringende behoefte bestond aan verbetering van den toestand op de Marendorpsche Achtergracht, dat er, het woord is al meermalen gebruikt, ten dien aanzien periculumin mora was.. Maarwanneer dit waarlijk het geval isvergeet men dan niet dat de toer passing van het Liemurstelsel op de Mareudorpsche Achtergracht lJ- ja 2 jaar minstens zal moeten duren. Ik althans zouna hetgeen wij onder vonden hebben bij het werk aan de Binnenvestgracht, niet gaarne aanne men dat er voor de Marendorpsche Achtergracht slechts één jaar noodig waswie het mij ook wilde verzekeren. Alsi er dan zoo dringende nood zakelijkheid is tot verbetering van den toestand op de Marendorpsche Ach tergracht, hoe kan men dan voorstellen daarmede twee jaar te wachten, terwijl over eene maand misschien reeds eene vreeselijke ziekte het gevolg vaa den ellendige» toestand zijn kan? Dan helpt ons de latere invoering van het Liemurstelsel niets meer. Naar mijn inzien moet dus aan een dadelijk, Zoo afdoend mogelijk middel tot herstel worden gedacht. En wat betreft de heden te nemen beslissing, vraag ik: waarom doen Burgemeester en Wethouders niet, evenals de Commissie van Fabricage, ruiterlijk een voorstel, om te doen beslissen of het Liemurstelsel al dan niet op de Marendorpsche Achtergracht zaf worden toegepast? Dan ten minste weten wij allen wat wij willenen stemt de vergadering niet in met bet voorstel van de Com missie van Fabricagedan moet er spoedig eene beslissing volgenhoe de toestand op de Marendorpsche Achtergracht te verbeteren. De beer Bdys. Met genoegen, mijnheer de Voorzitter, bemerk ik dat er langzamerhand in onze discussie meer klaarheid komt, .dan ik bij den aanvang van het debat vermoedde. Zooals ik reeds kortelijk heb uiteenge zet heeft de vergadering op dit oogenblik drie verschillende systemen voor zich namelijk1°. het systeem van de Commissie van Fabricage (dat bij den heer Goudsmit ondersteuning heeft gevonden), om de proef aan de Binnenvest gracht voor het oogenblik onvoltooid te laten en nu met de toepassing van het Liemurstelsel in deze gemeente te beginnenen wel in de eerste plaats in den omtrek van de Marendorpsche Achtergracht; 2°. het stelsel van Bur gemeester en Wethouders, om thans de eindbeslissing aan te houden, totdat een algemeen plan, met opgaaf van kosten, zal zijn ontworpen, en naar mate de uitkomst van dat ontwerp zijn zal of enkel over te gaan tot uitbrei ding der toepassing van het Liemurstelsel aan de Binnenvestgraebt of ook te besluiten om het toe te passen op de Marendorpsche Achtergracht. In af wachting van die nadere beslissing zou men dan de Marendorpsche Achter gracht laten liggen zooals zij is; en 3°. het stelsel van de Commissie van Financiën om nu niet verder te gaan met de toepassing van het Liemur stelsel in andere gedeelten der gemeente maar voor het oogenblik enkel uit te breiden het bestaande buizennet, om dan later, als het blijkt dat het Lier- nurstelstel financieel bruikbaar is, nader te beslissen of men al of niet ver der gaan zal. Nu nog een enkel woord, mijnheer de Voorzitter, om dit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1874 | | pagina 3