op grootere schaal raaar tooh nog altijd onvolledig, elders in de gemeente
De werkelijke inkomsten bedragen intussehen slechts ƒ1500, of nog op
verre na niet de helft van die som. Wel zullen die inkomsten in de vol
gende jaren eenigszins stijgenmaar vooreerst zal men het althans niet
verder brengen dan tot een dekken der jaarlijksohe exploitatie-kosten. Voor
rente en aflossing blijft volstrekt niets over.
Is die onvoldoende uitkomst aan het Liernurstelsel te wijten? Heeft men
recht althans in dit opzicht van teleurstellingen te spreken? Allerminst,
men heeft die uitkomst voorzienen wel voorzien met stellige wetenschap.
Wat was toch het geval Men wilde vóór alles zekerheid dat het stelsel
t echnisch bestaanbaar wasen die zekerheid zou ook bij eene minder kost
bare proeve op kleine schaal verkregen kunnen worden. Daarom aanvanke
lijk eene kleine proevemaar die proeve kon en dat wist men nu
vooruit geen goede financieele resultaten opleveren omdat men voor het
beperkte terrein waarop de proeve genomen werdongeveer eene even kost
bare exploitatie noodig had als voor een veel grooter terrein. De productie
welke men met de nu aangewende arbeidskracht zou verkrijgen, zou nauwlijks
half zoo groot zijnals zij konde wezenwanneer de proef op ruimer schaal
genomen werd.
Wat moet er dan gedaan worden, thans nu het technisch probleem is
opgelost? Op die vraag zijn, dunkt ons, geen twee antwoorden mogelijk.
Men moet nu de proef voltooien en dus onderzoeken of het stelsel ook
financieel houdbaar is. Met andere woorden men moet het buizennet, op
de plaats waar de proef genomen werd, gaan uitleggen, en wel zoover als
het met behoud van de tegenwoordige exploitatie-middelen uitgebreid kan
worden. Men zal dan met betrekkelijk weinig kosten de productie aanmer
kelijk vermeerderen en ten slotte ervaren welke financieele resultaten het
stelsel, zuiver toegepast, leveren kan. Is het tegenwoordig stoomwerktuig
onvoldoende, dan moet men zich de uitgave getroosten van een ander, dat
grooter vermogen heeft, maar in elk geval de eerste proef voltooien.
Dat de hier aangewezen weg de meest praktische is, ligt zoo voor de
band, dat het waarlijk overbodig mag heeten de redenen, welke voor die
aanwijzing pleiten, hier nader te ontwikkelen. Men vergete in elk geval
nietdat wij hier te doen hebben met eene eerste toepassing van een geheel
nieuw stelseldat nog nergensvoor zoover wij weten op groote schaal is
in praktijk gebracht. Wij hebben er niets tegen dat Leiden in deze de
baanbreker zij; integendeel, wij verlangen niets liever, mits men dan ook
werkelijk als baanbreker handele, dat wil zeggen, geen stap voorwaarts
zette eer men vasten grond gewonnen heeft waarop de voet rusten kan.
Wij gelooven niet dat men er aan gedacht zoude hebben bij uitbreiding
van het Liernurstelsel op andere wijze te werk te gaan dan wij hier aanbe
velen, wanneer het ongelukkig incident van de Marendorpsche Achtergracht
niet ware tusschenbeide gekomen. Wij zeggen ongelukkig incident, niet
alleen omdat het bij de toepassing van het Liernurstelsel die koortsachtige
gejaagdheid deed ontstaan, welke maar zelden eene verstandige raadgeefster
wasmaar ook omdat het ons dreigt af te brengen van de eenige goede
methode, welke naar onze overtuiging in deze kan gevolgd worden. Waarop
toch komen de voorstellen van de Commissie van Fabricage neer? Eenvou
dig hieropom de proef bij de Koepoortsgracht half voltooid te laten liggen
en intussehen elders nog eens een halve proef te gaan nemen. Immers de
commissie zegt uitdrukkelijk, dat de ontwerpers bij het inrichten van de
exploitatie op eene verdere uitbreiding rekenen en dus een stoomwerktuig
moeten verschaffen van meerdere capaciteit dan men althans voor het oogen
blik behoeft.
Wij begrijpen niet goed, dat de ijverigste voorstanders van het Liernur
stelsel niet de eersten zijn om tegen dergelijke wijze van handelen op te
komen. Immers juist op die wijze wordt het stekel in discrediet gebracht.
De twee halve proeven moeten te zamen zeer slechte financieele resultaten
opleveren, juist omdat het halve proeven blijven, en zoolang die resultaten
aanhouden valt er elders aan navolging van ons voorbeeld niet te denken.
En waarom nu die afwijking? Ómdat er aan de Marendorpsche Achter
gracht periculumin mora is, omdat daar met spoed moet gehandeld worden.
Is dit werkelijk zoo en wij zijn er van overtuigd dan zouden wij
zeggen: zoek toch vooral geen baat bij het Liernurstelsel, want aan spoedige
hulp valt daarbij niet te denken. Of zeggen wij te veel wanneer wij beweren,
dat ook onder de gunstigste omstandigheden althans nog twee jaren na dag-
teekening van dit rapport zullen moeten verloopen eer men met de exploi
tatie van het Liernurstelsel aan de Marendorpsche Achtergracht gereed kan
zijn. Noemt men dat eene spoedige voorziening, cn dit met het oog op
misschien nu dreigende epidemiën?
Ook met betrekking tot de Marendorpsche Achtergracht willen wij ten
slotte wat Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Fabricage
willen, wat zij allen willen die zich aan de bevordering van de openbare
gezondheid laten gelegen liggente weten dadelijke en afdoende opruiming
van het daar bestaande kwaad. Maar juist omdat wij dit verlangenwenschen
wij op die plaats en op dit oogenblik geen geneesmiddel te zien toegepast
namelijk het Liernurstelsel dat behalve zijne buitengewone kostbaarheid
dit groote nadeel oplevert, dat het in de eerste twee jaren nog zonder uit
werking blijft. Zoo ergens dan is het daar de plaats om het tonnenstelsel
toe te passen immers het ernstigste bezwaar dat tegen dat stelsel kan worden
aangevoerd het bezwaar van privaten op bovenverdiepingen doet zich
in die onaanzienlijke buurten of in het geheel niet gelden of althans in
eene niet noemenswaardige mate.
En inmiddels voltooie men het Liernurstelsel op de plaats waar de eerste
proeve genomen werd. Beantwoordt dan de voltooide proeve aan het beoogde
doel, dat wil zeggen, blijkt het, dat genoemd stelsel, dus toegepast, niet
alleen de exploitatie-kosten dekt maar ook nog eene matige rente van het
aangewende kapitaal kan afwerpendan zal men de Commissie van Finan
ciën gereed vinden, om alle pogingen tot verdere toepassing van het stelsel
elders in de gemeente, waar men ook moge goedvinden, krachtig te ondersteunen.
Wanneer wij al het bovenstaande resumeeren en de verschillende adviezen
van de Commissie van Fabricage, van Burgemeester en Wethouders en van
de ondergeteekenden onderling vergelijken, dan blijkt het, dat Uwe Vergade
ring aangenomen dat zij evenals die verschillende adviseursde verdere
ontwikkeling van het Liernurstelsel wil tusschen drie stelsels te kiezen heeft:
1". het stelsel der Commissie van Fabricagedie de proeve aan de Koe
poortsgracht onvoltooid laat liggen, en inmiddels eene andere proeve, wel
aanbeveelt
2". het stelsel van Burgemeester en Wethouders, die het Liernurstelsel
willen uitbreiden aan de Koepoortsgracht en het te gelijk gaan invoeren op
dc Marendorpsche Achtergracht cn omliggende buurten;
3°. het stelsel van onze Commissie, die het Liernurstelsel wil voltooien
op de plaats waar de eerste proeve genomen werden inmiddels door invoe
ring van het tonnenstelsel dadelijk voorzien in de dringende behoefte aan
een beter rioolstelsel voor de Marendorpsche Achtergracht.
Omtrent het eerste en derde stelsel -hebben wij niets meer te zeggen na het
boven medegedeelde. En wat het tweede betreftdat ons oordeel daarover ongun
stig moet zijnblijkt uit de voorgaande beschouwing duidelijk genoeg.
Vooreerst is daaraan dit nadeel verbonden, dat het niet dadelijk voorzienin
gen neemt voor de Marendorpsche Achtergrachten ten andere is het kost
baarder dan eenig ander plan omdat het op twee punten te gelijk tot verdere
of nieuwe toepassing van het Liernurstelsel komen wil. Het valt daarenboven
niet te loochenen dat aan dat stelsel eene inconsequentie ten grondslag ligt.
Men zal aan de Koepoortsgracht de eerste proef met het Liernursysleem
voltooien om een antwoord te bekomen op de vraag, of dat systeem financieel
bestaanbaar is, en te gelijk aan de Marendorpsche Achtergracht gaan han
delen alsof het antwoord op die vraag reeds gegeven was. Van hun stand
punt is die tweede proeve a leap in the dark, te gelijk kostbaar en onge
motiveerd.
Als slotsom van al het bovenstaande hebben wij de eer Uwe Vergadering
voor te stellen
1°. aan de firma Liernur en De Bruyn Kops op te dragen de beantwoor
ding der beide vragen aan het slot der missive van Burgemeester en Wet
houders dd. 24 November 11., gesteld;
2". na ontvangst van dat antwoord nader te beslissen op welke wijze het
Liernurstelsel aan de Koepoortsgracht zal worden uitgebreid
3°. na die beslissing het opmaken der plannen en de raming der kosten
voor de uit te voeren werken op te dragen aan de sub 1 genoemde firma
4°. Burgemeester en Wethouders op te dragen spoedig aan den Baad in
te dienen een plan tot verbetering van het rioolstelsel aan de Marendorpsche
Achtergracht en omliggende buurten door invoering aldaar van het zooge
naamde tonnenstelsel;
5°. ter bestrijding der kostenuit de sub 1 en 3 genoemde besluiten
voortvloeiende, voorloopig beschikbaar te stellen eene som van ƒ3000, te
vinden door verkoop van inschrijvingen op het Grootboek.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 195*196*, 197*, 198*. 200*.
Leiden, 1 December 1873.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de in hare
handen gestelde voordrachten van Burgemeester en Wethouders, betrekkelijk:
de verhuring van de zoogenaamde raamlanden;
de verhuring van de woning boven het Telegraafkantoor;
c. de adressen van T. Van Eysinga en van het bestuur der vereeniging
«Harmonie", om vrijstelling van de betaling van zaalbuur, en
d. tot verhooging van de voor verbetering van eenige riolen toegestane
gelden met f 400.
Zij geeft mitsdien uwe vergadering in overweging zich met die voordrach
ten te vereenigen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DltABBE.