BAIDMHI VAN DEN fiEBEENTERAAD VAN LEID1H. 50- INGEKOMEN STUKKEN ter inzage van de leden nedergelegd. N°. lï». Leiden, 30 October 1873. De heer W, G. C. Byvanckleeraar aan de hoogere burgerschool alhier, heeft ons verzocht om één uur 's weeks gebruik te mogen maken van een der lokalen in het gebouw der hoogere burgerschool, lot het houden van een cursus in de geschiedenis voor eenige dames alhier. Blijkens het hiernevens overgelegd bericht bestaat bij den Directeur van voornoemde school geen bezwaar tegen de inwilliging van het verzoek. Vermits bij ons College daartegen evenmin bedenkingen bestaan, nemen wij de vrjjheid u in overweging te geven aan den adressant een der lokalen van de hoogere burgerschool lot bedoeld einde ten gebruike te verleenen, onder bepaling dat het lokaal waarin en de uren waarop de lessen zullen worden gegeven, worden aangewezen door den Directeur en verder onder voorwaarde dal de adressant verplicht is voor het lokaal en de schoolmeubelen behoorlijk zorg te dragen, alle eventuëele schade daaraan te vergoeden en de kosten van het gaslicht, wanneer dat bij de lessen gebruikt wordt, voor zijne rekening te nemen. Onder dezelfde voorwaarden werd indertijd een gelijksoortig verzoek van den leeraar Wolters ingewilligd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. Leiden, 22 October 1873. De ondergeteekenden door eenige dames uitgenoodigd een geschiedenis cursus le beginnen in het midden van November a. s. neemt bij dezen de vrijheid daarvoor het gebruik te verzoeken van een der lokalen inde hoogere burgerschool alhier, één uur in de week. Aan Heeren Burgemeester en Wet- 'l Welk doende enz. houders der gemeente Leiden. W. G. C. Byvanck. Leiden, 27 October 1873. De Directeur der hoogere burgerschool heeft de eer u kennis le geven, in antwoord op uwe missive n#. 2054, dat bij hem volstrekt geen be zwaar bestaat lot de inwilliging van het verzoek van den heer Byvanck. Aan Heeren Burgemeester en De Directeur der h. burgerschool, Wethouders van Leiden. D. De Loos. N°. ISO. Leiden, 3 November 1873. Wij hebben de eer u hierbij over le leggen de stukken van hen, die zich hebben aangemeld voor de twee betrekkingen van onderwijzer der 2e klasse aan de openbare lagere school n°. 2 voor minvermogenden, legen eene jaarwedde van 600. Na een gehouden vergelijkend praclisch examen, hetwelk op 11. Zater dag heeft plaats gehad, hebben wij in overleg met den hoofdonderwijzer dier school en den districts-schoolopziener twee drielallen opgemaakt, die wij ons de eer geven u bij deze aan te biedenmet verzoek daaruit de benoeming te doen, als: 1* drietal. 1®. Nicolaas Pieter Jacobus Woensdregl, le Schiedam; 2°. Bernardus Johannes Troll, te Wassenaar; 3°. Willem Simon Petrus Hoff, te Schermer. 2® drietal. 1°. Laurenlius Petrus Haring, te Veghel; 2". Bernardus Johannes Troll, te Wassenaar; 3°. Willem Simon Petrus lloff, te Schermer. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 181. Leiden, 4 November 1873. Ter vervulling der ontstane vacature door het verleend eervol ontslag aan F. C. Corbach, hulponderwijzer aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2e klasse, voor jongens, hebben wij eene oproeping van sollicitanten gedaan, wier stukken wij hiernevens over leggen. Na een vergelijkend practisch onderzoek, hebben wij, in overleg met den hoofdonderwijzer dier school en den districts-schoolopziener, de na volgende voordracht opgemaakt, die wij ons de eer geven u bij deze aan te bieden, met verzoek om tot de benoeming over te gaan, als: 1°. Cornelis Albertus Staal, in 't bezit eener acte als hoofdonderwijzer; 2®. Johannes Jacobus Werst; 3°. Cornelis Van der Waals, de eerste te Zwolle, de beide laatslcn alhier werkzaam. Aan deze betrekking is eene jaarwedde van 450 verbonden, terwijl de te benoemen hulponderwijzer, wanneer de lusschenschool zal zijn opgericht, naar die school zal worden overgeplaatst. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 183. Leiden, 6 November 1873. De onlangs benoemde hulponderwijzer P. Veen Jz. verzoekt, blijkens bijgaand adres, dal zijne jaarwedde van ƒ500 om daarbij vermelde rede nen met 1®. Januari e. k. op f600 incge worden gebracht. De daarop door ons ingewonnen adviezen van den hoofdonderwijzer der betrokken school en den districts-schoolopziener leggen wij hiernevens over. Met de daarbij aangevoerde argumenten kunnen wij ons geheel veree nigen, zoodat wij de vrijheid nemen u le raden den adressant le kennen le geven dal er geenc termen bestaan om op zijn verzoek gunstig te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. Den Edelachtbaren Raad der gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren! De onderget., sedert 15 October jl. onderwijzer aan de tusschenschool n®. 1 alhier, op eene jaarwedde van f 500, neemt de vrijheid het vol gende aan uw aandacht en uw oordeel te onderwerpen, in de hoop, dat het daaruit voortvloeiend verzoek door u gebillijkt en met een gun stig besluit vereerd zal worden. Van de 5 sollicitanten, die deelnamen aan 't vergel. ex. voor de be trekking van onderwijzer alhier, was ondergeteekende één der drie, die werden voorgedragen en benoemd, terwijl de twee overigen werden uitgenoodigd te solhciteeren naar een betrekking als hulponderwijzer. Één van de twee gaf zich aan en werd benoemd op een jaarwedde van f500, -f 50 voor de acte als hoofdonderwijzer, dus f50 meer dan onderget. Twee der drie benoemde onderwijzers hebben hunne betrek king alhier niet aanvaard, waarvan het gevolg is een nieuwe oproeping van sollicitanten op een jaarwedde van ƒ600, dat is f 100 meer dan onderget. Alzoo heeft onderget. ƒ50 minder dan één der 5 sollicitanten, die natuurlijk minder goed op 't vergel. ex. heeft voldaan en dan ook hulp onderwijzer is, en f 100 minder dan de 2 te benoemen onderwijzers, die met hem in betrekking gelijk staan. Redenen, waarom onderget. beleefdelijk de vrijheid neemt, le verzoeken, dat zijne jaarwedde met p°. Januari 1874 op ƒ600 gebracht wordt. Was hij niet uitgenoodigd zoo spoedig mogelijk te Leiden in functie le treden, dan zou dit verzoek zijn komst alhier vooraf zijn gegaan, doch èn door genoemd verzoek, èn met de gedachte dat zijn verzoek dan niet minder kans op inwilliging zou hebbenheeft hij gemeend zich nu tot u te moeten wenden. Hopende op een gunstig besluit, noemt hij zich van den Edelachtbaren raad de dienstwillige dienaar. Leiden, 27 October 1873. De Onderwijzer voornoemd, P. Veen Jz. Leiden, 3 November 1873. Ter voldoening aan uwe aposlille van den len dezer, waarbij gevoegd een verzoek van den onderwijzer P. Veen Jz.om zijne jaarwedde met 1®. Jan. e. k. te brengen op ƒ600, heb ik de eer het volgende in het midden le brengen. De vermeende onbillijkheid, waarop adressant wijst, is een gevolg van de omstandigheden. Soms komen eerst sollicitanten op, nadat eene hoogere jaarwedde wordt aangeboden, 't Is de vraag of nu allen, die vroeger op eene lagere wedde zijn aangesteld, over onbillijkheid mogen klagen. Omtrent hel aangevoerde van een hulponderwijzer, die op hel maximum der jaarwedde is benoemd, meen ik le moeien opmerken, dat de nood zakelijkheid gebood om aldus le handelen. Komen er vacatures door hel vertrek van hulponderwijzers, die elders eene betere bezoldiging kunnen erlangendan zal men wellicht weder genoodzaakt zijn het maxi mum aan te bieden. Hoe gaarne ik het verzoek van den adressant zou ondersteunen, omdat f 500, voor een onderwijzer, die de hoofdonderwijzersacte bezit, een karig loon is, mag ik dit niet doen, wanneer bij u hel voornemen niet bestaat om ook aan anderen, die in dezelfde omstandigheden verkeeren, eenige verhooging toe le kennen. Aan den Heer Burgemeester De hoofdonderwijzer der openbare school der Gemeente Leiden. n®. 1 voor minvermogenden, A. Van der Harst. Leiden, 4 November 1873. Onder terugzending van het door u in mijne handen gesteld adres van den onderwijzer P. Veenmet hel daarop uitgebracht advies van den betrokken hoofdonderwijzer, heb ik de eer u le berichten, dat ik mij geheel vereenig met het door genoemden hoofdonderwijzer aangevoerde. Aan Heeren Burgemeester en De districts-schoolopziener Wethouders der gemeente Leiden. M. J. De Goeje. N°. 183. Leiden, 6 November 1873. Wij hebben de eer aan uwe vergadering hiernevens over te leggen het adres van Commissarissen der Leidsche Bouwvereeniging, verzoekende kos- teloozen afstand van hel terrein naast hel Nosocomium op de Oude Vest, ten einde daarop eenige burger- en arbeiderswoningen te bouwen, inel het daaromtrent ingewonnen rapport van de Commissie van Fabricage, met de conclusie waarvan wij ons op de daarin ontwikkelde gronden kunnen vereenigen. Voor de adressanten is hel van het meeste belang te achten, dal, alvorens de plannen van bebouwing worden opgemaakt bekend zij of de Raad genegen is om hel terrein zonder vergoeding voor bebouwing af te staan, ten einde in het tegenovergesteld geval voor het maken van onnoodige kosten le worden gevrijwaard. Wij stellen u alzoo voor aan adressanten in antwoord op hun adres te kennen te geven dat de Raad bereid is bedoeld terrein, na aftrek van eene strook van ongeveer 2l{ meter breedl aan de zijde van het Noso comium -ten einde als toegang te strekken toe dat gebouw, koste loos aan de vereeniging af le slaan ter bebouwingwanneer de nader in te dienen plannen de goedkeuring van den Raad zullen hebben verkregen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. 1878 64

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 1