pit ,deB ongeregelden toestand waarin wij pny;tqu a&>>Wi6h $er pepsipeijen
sedert jaren bevinden,. Vroegerik moet het bekennenwas ik niet vqor
zulk een pensioenfonds. Ik was toen nog te zeer onder den indruk van de
Streng economische regels die het pensionneeren overlaten aan de priyaat indus
trie, aan tal .van maatsohappijen. Een ander middel zou zijn dat da amb
tenaren zejlf spaarden. Maar zoolang de ambtenaren weten dat zij toch
altijd pensioen krijgen (en voorzooyer ik mij berinneren kan is ippoit pen-
siqen geweigerd) is bet folW niet kwalijk te nemenbetzij ze goed of sleebt
bezoldigd wordendgt zij niet die bnlpmiddelenprivate maatschappijen en
besparing, ,te baat ,nemep om voor hun ouden dag te zorgen. Volgen wjj
daarentegen het den,kbeeld van de Cpmm.issie ygp Fipanpiën, /dan #nllen wij
daardoor tegemoet komen aan de trouwens verklaarbare zwakheid van
de leden van den 'Baad -in zake pensioen. Dan zal men tot de ambtenaren
kunnen zeggengij kunt pensioen krijgen zoo gij 'bijdraagt in het fonds en
zoo er een tekort in 4e kas ven dat fonds mocht zijndan «al de stad het
ontbrekende bijpassen. Wilt gij echter geen deel nemenook goeddan
hebben wij onzen plicht betracht. Het -zou mij dus veel genoegen doen
zoo aan dit denkljeqld van 4e Commissie W Financiën werd gevolg gegeven,
mpar ik zie niet in dat daarmede pulk een groove beest is; bet Dygelijksch
Bestuur moge de zaak met bedaardheid onderzoeken. De geopperde raqeie-
lijkheden zijn quaestiën van toepassing en door een vast te stalen reglement
uit den weg te ruimen. Er kan worden bepaald dat het zooveelste gedeelte
zal worden teruggegeven in geval van het verlaten van den .dienst, enz.
De beer Boys, Twee woorden nog wil ik bij het gesprokene door den
beer Cock voegenin antwoord op de opmerking door den heer Gpudsmit
gemaakt. Die geachte spreker beeft tegen ons denkheeld bezsvparin ,de
eerste plaats omdat men daardoor ten slotte den ambtenaar zelf zijp pensioen
laat betalen. Dit nu was geenszins onze bedoeling, Wij wenschten nip!
een even groote bijdrage te vergen als bet yijkmaar zouden reeds tevreden
zijn met eene doorloopende korting van 2 pCt. bij voorbeeld. En wat bet
tweede punt betreft, het beweren van dien spreker dat het eenige middel
om het pensionneeren af te snijden in het verleenen van hooge tractementen
gelegen is, ik geloof dat dat geachte lid zich daaromtrent groote illusien
maakt. De ervaring toch leert het tegenovergestelde. Juist daar waar de
ambtenaren hooge tractementen genietenvalt het oneindig moeielijker hen
te ontslaan. Wel valt het zulke ambtenaren gemakkelijker iets op te leg
gen, maar dat belet niet dat zij zulks veelal nalaten. Het is gemakkelijker
zich te ontdoen van ambtenaren die een kleindan van diewelke een
boog tractement genietenen wel juist omdat 'het hoog is.
De heer Goudsmit. Een enkel woord, mijnheer de Voorzitter! ter we
derlegging van het gesprokene door den heer Bays. Als een ambtenaar
die een zeer goed tractement gehad heeftniet voor zijn ouden dag heeft
gezorgd, hij heeft dit zich zelf te wijten, en er is geen reden om hem
ongeschikt gewordenlanger dan noodig is te behouden. Is daarentegen
het tractement onvoldoende, dan is er ontegenzeggelijk eene hardheid in
gelegen den ambtenaar voor het alternatief te plaatsenom eene bijdrage
te geven in het pensioenfonds of geen pensioen te ontvangenterwijl zijn
geheele leven reeds één worsteling was met onvoldoende middelen van be
staan.
De heer Cock. Op dat laatste gezegde wensch ik nog even te repliceeren.
Ik blijf, niettegenstaande het betoog van den heer Goudsmit, bewerendat
al geeft men nog zulke groote bezoldigingen en de ambtenaar die verzuimd
heeft te sparen, vraagt pensioen, dpn de leden van den Baad, en ik onder
hen misschien wel een der eerstende zwakheid zullen hebben dat pensio.en
toch te verleenen. De ondervinding heelt mij dit geleerd. Theoretisch is
het waareen ambtenaardie goed bezoldigd iskan opsparen intusschen
leert de ondervinding meestal dat bij het verzuimt.
De beer Goudsmit. Eén woord zij mij nog vergund mijnheer de Voor
zitter! Ik twijfel er aan of de heer Cock hier ter stede ooit de ervaring
heeft opgedaan, waarop hij zich beroept. Hier toch zijn nooit, voor zoover
ik mij herinner, hooge tractementen gegeven. En nu zegt de heer Cock:
al geeft men hooge tractementende Baad zal niettemin zwak wezen en
pensioen verleenen; maar, mijnheer de Voorzitter! tegenover een zwakken
Baad baat noch voorschrift noch het stellen van een beginsel.
De heer Cock. Ik wil alleen nog antwoorden dat ik wel een voorbeeld
zou kunnen noemen, maar dit liever niet wensch te doen.
De heer Dercksen. Ik wil alleen bij het reeds aangevoerde door andere
sprekers nog deze opmerking voegen: welk nut zal de maatregel der Com
missie van Financiën hebben; welke ambtenaren zullen aan zoodanig pen
sioenfonds deelnemen? -Niet de jongeren, maar alleen zij die meenen weldra
in de termen voor pensioen te vallen. Ik geloof dus niet dat het fonds
zeer groot zal worden. Er is gesproken van de zwakheid van den Baad, die
telkenmale pensioen toestaat; ik geloof dat de Baad evenmin sterk zsl zijn
in het geval dat een ambtenaar de gelegenheid was geschonken voor zijn
pensioen te zorgen, maar deze die verzuimde; dan zullen er altijd genoeg
causes atténuantes zijn om het pensioen toch toe te staan. En nu nog dit:
heeft de ondervinding geleerd dat men zoo angstig behoeft te wezen P Op
het oogenblik is het cijfer der pensioenen niet groot. Gewoonlijk houden
de ambtenaren het zoolang mogelijk volomdat zij toch altijd liever hun
geheel tractement dan 2/3 er van ontvangen. Zij genieten dus in den regel
slechts zeer kort van hun pensioen. Ik vind derhalve geen reden tot onder
steuning van liet denkbeeld der Commissie van Financiën.
De Voorzitter. Ik stel tbans voor de zaak uit te maken door in om
vraag te brengen het voorstel van de Commissie van Financiën strekkende
Burgemeester en Wethouders uit te noodigen deze zaak te overwegen en
zoo noodig een ontwerp-regeling aan te bieden.
Dit voorstel van de Commissie van Financiën wordt aangenomen met 13
tegen 9 stemmen.
Tegen stemden: de heeren Dercksen, Stoffels, De FremeryLezwijn,
Seelig, Suringar, DriessenGoudsmit en de Voorzitter.
No. 143 wordt hierop goedgekeurd.
Hoofdstuk IX wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Hoofdstuk X. Andere uitgaven niet onder de vorige hoofdstukken
BEGREPEN.
No. IM- Kosten der kamer van koophandel en fabrieken flH.
De postalsmede de begrooting van de kamer van koophandel en fabrie
ken tot gelijk bedrag, worden met algemeene stemmen aangenomen.
Nos. 145148 worden aldus goedgekeurd: Kosten, vallende op het
houden der lotingen voor de nationale militie en schutterij ƒ300Bij voor
schot te verstrekken reiskosten aan militie-plichtigen ƒ10; Kosten van jus-
teerloop in zake den ijk en herijk der maten en gewichten fl0; Kosten
voor openbare vermakelijkheden en feesten en voor het uitsteken van vlag
gen ƒ2000.
No. 149. Kosten van brandverzekering der gebouwen ƒ1500.
De heer Bijleveld. Van deze som behoort ook een gedeelte te worden
gebracht op dj? be^ioqting van de fonda®" der Gast- en Leprooshuizen.
De Voorzitter. Tot een bedrag van ƒ100, welke dienen overge
bracht te worden op nommer 1-64
No. 149 wordt goedgekeurd.
Nos. 150'158 worden aldus goedgekeurd: Kosten vallende op het voeren
van gedingen Memorie,- Kosten van rechtskundig onderapisk JWWfcMjjk bet
instellen van gedingen ƒ600; Kasten van gemeenschappelijke zaken, be
langen en inrichtingen of werken bedoeld bij art. 122 der wet yen 29
Juni 1851 3000: Uitkeering aan hef rijk van bet aandeel in de kwade
posten wegens de directe belastingen ƒ4200.
De Voorzitter. Na nommer 153 stel ik voor, overeenkomstig den w^n^cb
van de Commissie van Financiën, een nieuw nommer ,153a in te voegen,
zijndeKosten voor de Bank van Leening, Memorie.
Dit nommer wordt goedgekeurd.
No. 154. Toelage aan de eigenaars van den Schouwburg ƒ16,00, in
stemming gebrachtwordt aangenomen met 22 stemmen tegen 1die ypn
den heer Verster.
Nos. 155159 worden aldus goedgekeurd: Aankoop van inschrijvingen
op bet grootboek der nationale werkelijke schuld 2{ pCt, ƒ3000; Bijdrage
in de kosten van den weg naar Alkemade 700; Schadeloosstelling vqorhet
gemis van vroeger genoten emolumenten 15 0Kosten van iflgiqnatiën
notariëele acten en andere kleine uitgavenniet onder de vorenstaande hoofd
stukken begrepen ƒ800; Voorschotten tot het doen van dagelijks voorko
mende uitgaven ƒ5000.
De Voorzitter. Nu vdlgt een nieuw
No. 160. Uitgaven voor de gast- en leprooshuizen ƒ2390.
Dit nommer wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Hoofdstuk X wordt eveneeps met algemeene stemmen aangenomen.
Hoofdstuk XI. Onvoorziene uitgaven.
No. 161, Onvoorziene uitgaven ƒ6000.
De Voorzitter. Daarop moet nu gebracht worden de 1200 voor de
Pauwbrug, waardapr bet artikel wordt ƒ7200.
Aldus gewijzigd wordt hoofdstuk XI met algemeene stemmen aangenomen.
De heer Van Heukelom komt ter vergadering.
De Voorzitter. Nu komen wij terug op
Hoofdstuk VII. Kosten voor het onderwijs en ter bevordering
VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
No. 113. Kosten vopr bet gymnasium ƒ11750.
Hierbij is eene vraag gedaan door de Commissie van Financiën, om den
leeraar in het Hebreeuwseh ad ƒ100, aan het gymnasium, hij eyentqeele vaca
ture niet te vervangen, Burgemeester en Wethouders zijn nog fiat in de
gelegenheid geweest heeren Curatoren hieromtrent te booren. Zij wenscben
die vraag dus in bedenking te houden tot later. In de tweede plaats komt
hierbij in aanmerking het voorstel omtrent het aanstellen van een dubbeltal
van leeraren in de FranseheEngelsclie en Hoogduitsche talen.
De heer Cock. Is nommer 113 reeds aangenomen?
De Voorzitter. Neen, dat nommer is nu in discussie.
De heer Cock. Dat voorstel heeft geen betrekking op het gymnasium.
Het behoort dus liever behandeld te worden bij nommer 114.
De Voorzitter. Ja, maar thans kunnen beide instellingen besproken
worden.
De heer Cock. Dan stel ik er prijs op, er op te wijzen dat van de zijde
van het gymnasium geen poging in dien zin is uitgegaan.
De Voorzitten, Ik stel aan de orde het voorstel tot aanstelling van drie
leeraren voor de nieuwe talen aan de gemeente-instellingen vqor booger en
middelbaar onderwijs.
(Zie Handd. 39, 40 en 44; nos. 151, 151* en 151**.)
De heer Driessen. De heer Cook zeide daareven dat dit voorstel niet is
uitgegaan van Curatoren van het gymnasiummaar de zaak is tooh in de
vereenigde Commissie, waarin ook Curatoren zitting hebben, besproken, en
door dezen unaniem aangenomen. De heer Cock was toen echter afwezig.
De lieer Cock. Ik wensebte juist deze discussie uit te lokken en met
j genoegen zie ikdat ik mijn doel heb bereikt. Ik zal nu eenigszins breed
voeriger mijne opmerking uiteenzetten. Het voorstel tot het aanstellen van
3 nieuwe leeraars in de nieuwe talen iszqoals ik zeideniet uitgegaan van
Curatoren van het gymnasium. Dat in de vereenigde vergadering der ge
mengde commissie voor het onderwijs, waarin ik ongelukkigerwijze niet
tegenwoordig was, door Curatoren unaniem het voorstel zou zijn aangeno
men weet ik niet, maar neem dit gaarne aan op de verklaring van den
heer Driessen. Ik stelde er prijs op dit te releveeren. Ziet hier wat er van
deze zaak is: Alvorens dat de vereenigde commissie vergaderd is geweest,
welke vereenigde commissie bestaat uit curatoren van het gymnasium en
leden der commissie voor het middelbaar onderwijs, is bij het college van
curatoren een schrijven ingekomen van den directeur van de hoogere burger
school of van de commissie voor het middelbaar onderwijs, dit vveet ik niet
zeker, waarbij werd voorgesteld eenvoudig weg de leeraren in de nieuwe talen
te ontslaan van liet lesgeven aan het gymnasium, want, zoo luidde het
motief ongeveer dan hebben wij precies genoeg voor onze instelling. Terstond