HMOEIJHGEH TAS DEI BEIEEÏTERAAD TAS LEIDEN. 39. Zitting van Donderdag 18 September 1873 geopend te 1 uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Veefkind, Verster, Van Hettinga TrompSeelig, Suringar, JutaDe Fremery, Stoffels, Krantz, Du Rieu, Buys, Van OuterenGoudsmit, Bijleveld, Dercksen Van Ueukelom, Cock, Eigeman en Van den Brandeler. De heeren Hartevelt en Van Wensen gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De Voorzitter stelt aan de orde: I. Beëediging en installatie van het nieuw inkomend lid Mr. J. T. Buys. De heer Buys legt als zoodanig de eeden afvoorgeschreven bij artikel 83 der grondwet en art. 39 der gemeentewet. De Vooezittee. Mijnheer Buys! Ik wensch u geluk met het vernieuwd mandaat u door de burgerij verstrekt. Ik hoop dat uwe tegenwoordigheid in ons midden moge strekken tot bevordering van den bloei en van de wel vaart dezer gemeente. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Dinsdag 2 September 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositiën van de Gedep. Staten van Zuidholland dd. 1/6 Sept. en 10/13 Sept., n#. 45/1, 45/2 en 15/2, houdende goedkeuring van de Raadsbesluiten van 21 Aug. en 2 Sept., tot verhooging der gem.-begrooting dienst 1873, en af- en overschrijving op die begrooting tot een bedrag van 397.40, onbetaald gebleven gelden van den dienst 1872, wegens oprichting van een taplokaal voor de exploitatie van het Liernurstelselen tot onderhandsche verpachting van de tienden onder Leiderdorp. 2°. Dispositie van de Gedep. Staten, dd. 15/17 Sept., n°. 16, houdende goedkeuring van het le suppletoir kohier der plaats, directe belasting, dienst 1873. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van G. De Groot, om verhooging van jaarwedde als agent van politie le kl.fungeerend inspecteur. 2°. Adressen van P. F. A. Rooseboom om afschrijving van plaats, directe belasting. 3°. Adres van de Commissie voor den schouwburg, om voor 1874 we derom van de gemeente het gewoon subsidie te mogen ontvangen. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Finan ciën, ten fine van bericht en raad. 4°. Adres van Dr. W. P. Weebersom continuatie als stads-geneesheer. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit adres te stellen in han den van Burgemeester en Wethouders, ten fine van bericht en raad. 5". Begrooting van het Werkhuis, voor 1874. 6°. Voordrachten tot aanstelling van drie leeraren voor de nieuwe talen aan de gemeente-instellingen voor hooger- en middelbaar onderwijs en be trekkelijk eene splitsing van de 3de klasse der Hoogere Burgerschool. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie van Financiën ten fine van bericht en raad. De Voorziiter. Ik stel thans voor over te gaan tot de (II.) Benoeming van een hulponderwijzer of hulponderwijzeres aan de openbare lagere school n°. 2 voor minvermogenden. Mag ik de heeren VeefkindSuringar en Van Heukelom uilnoodigen met mij het stembureau te willen uitmaken. Tot stemming overgegaan zijnde, verkreeg Mejufvrouw A. A. Van Rijn 16 stemmen, terwijl 2 biljetten in blanco waren gelaten, zoodat benoemd is tot hulponderwijzeres aan de openbare lagere school n°. 2 voor minver mogenden Mejufvrouw A. A. Van Rijn, te Hendrik-Ido-Ambacht. III. Voordracht betrekkelijk de rioleering in de Marendorps-achtergracht. (Zie Handd. 80 en 38, n°. 123 en 123*). De heer Krantz. Mijnheer de VoorzitterDoor de Commissie van Financiën wordt voorgesteld aan eene commissie van drie raadsleden de taak op te dragen een nader onderzoek omtrent de rioolstelsels in te stellen. Op zich zelf heb ik tegen dat voorstel van de Commissie van Financiën geen bezwaarmaar toch komt het mij voor dat de toestand der riolen in de Marendorps-achtergracht zoodanig is, dat deze eene spoediger voorziening eischt, dan zal kunnen plaats hebben zoo men wacht op het rapport der te benoemen commissie. Wat nu het Liernurstelsel en de andere rioolstelsels betreft, hetgeen wij daarvan welen is weinig geschikt om althans op dit oogenblik eene beslissing te nemen. Naar mijne meening is de weg door vele steden in ons vaderland ingeslagenmet name GroningenLeeuwarden Zwolleden Haag en Delftde voorgeschreven weg voor de toekomst te achtenmaar alleen wanneer men de vrije beschikking heeft over het straatvuil. Zonder dat toch leveren de andere stoften der riolen geen ge noegzaam voordeel op. Omtrent de wenschelijkheid van het Liernurstelsel is men niet alleen in ons land maar zelfs in geheel Europanog niet tot zekerheidtot eene beslissing gekomen. Ik weet wel dat het Liernurstelsel 1878 in Berlijn is afgekeurdmaar die afkeuring mag niet als maatstaf gelden om het stelsel als onvoldoende te bestempelen. Het levert echter wel een reden te meer op om voorzichtig te zijn. Ik zou daarom wel in overweging wenschen te geven de Commissie van Fabricage uit te noodigen een onder zoek in te stellen of het niet mogelijk zou zijn ten aanzien van de riolee ring der Marendorps-achtergracht een middel te vindenwaardoor volstrekt niet wordt geanticipeerd op de toekomst. Het groote bezwaar toch tegen den tegenwoordigen toestand is dat de faecale stoffen in het water afloopen. Dat stelsel wordt door iecfhr afgekeurd en ondoelmatig geachtmaar zou er nu geen mogelijkheid bestaan om die faecale stoffen op te vangenb. v. in een groote putdie men zoo dikwerf als noodig is kan ledigen Zoo dit mogelijk is, waaraan ik niet twijfel, dan waren wij, wat de Marendorps- achtergracht betreftalthans voor het oogenblik geholpen en zouden wij vrij blijven in onze keuze omtrent het stelsel dat voor de toekomst dient te worden aangenomen. De heer Stoffels. De Commissie van Fabricage, in overleg met Bur- gemeester>en Wethouders, heeft, even als de heer Krantz, begrepen dat de toestand der Marendorps-achtergracht dadelijke verbetering eischt en niet kan wachten tot eene definitieve beslissing over eenig aan te nemen stelsel genomen is. Daarom hebben Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Fabricage gemeend de zaak betreffende de genoemde gracht zoo veel mogelijk te moeten onderzoeken en daarover alle helderheid te verspreiden om tijdelijk aan den Raad die middelen voor te stellen die aan dien on- houdbaren toestand een einde maken. Zoowel ik als de heer gemeente-architect hebben zich dan ook naar Delft begeven en hebben daar nauwkeurig onder zocht en nagegaan wat het tonnenstelsel is, dat daar is aangenomen, en of dat stelsel ons als hulpmiddel op genoemde gracht kan dienstbaar zijndat ons dan tevens leeren kan of het al of niet voor verdere toepassing in de gemeente vatbaar is. Ik wensch nu niet te bespreken of en waarom dat tonnenstelsel goed- of af te keuren is. Ik persoonlijk beken er niet zeer mede te zijn ingenomen. Maar toch acht ik het als tijdelijke maat regel geschikt om in de Marendorps-achtergracht te worden toegepast. De kosten er aan verbonden bedragen f9000 a f 10000 voor den aanleg, en als jaarlijksche uitgave f 1200 a 1400met ongeveer gelijke revenuen. Wil men namelijk het tonnenstelsel daar beproeven, dan is het wenschelijk den maatregel te nemen de beer te verkoopenwant composteven als te Delftkunnen wij nog niet maken. Daaraan valt nog vooreerst niet te den keu omdat het verzamelen van het straatvuil verpacht is voor nog 5 jaren, met inachtneming der bevoegdheid van den pachter tot continuatie voor gelijk tijdperk. De wijze van behandeling, van het stellen der tonnen, enz.kan natuurlijk later vastgesteld worden bij afzonderlijk voorstel van Burgemeester en Wethouders. Voor uitvoering acht ik het tonnenstelsel in de Marendorps-achtergracht dus zeer vatbaar. In den loop dezer week morgen of overmorgenzullen de tonnen hier zijn die ik als modellen uit Delft heb ontbodendaar ik begreep dat men gaarne de inrichting daarvan zou willen kennen. Eene beslissing in deze vergadering in genoemden zin komt mij dus alleszins wenschelijk voor. Eene verandering van den toestand in de Marendorps-achtergracht moet plaats hebben. Die toestand kan on mogelijk zoo blijven en de verbetering kan niet worden uitgesteld tot dat later eene beslissing zal zijn genomen omtrent het aan te nemen stelsel voor de geheele gemeente. En bovendienwanneer wij nu het tonnenstelsel toepassendan kunnen wij ook daaromtrent ervaring opdoendaar het in elk geval dienstig is om.alle onreinheden weg te nemen, en dan kunnen wij later kiezen welk stelsel ons voor de toekomst het meest wenschelijk voorkomt. Dit weinige heb ik willen mededeelen om te doen zien wat door Burgemeester en Wethouders reeds is gedaan. De heer Krantz. Het komt mij voor, mijnheer de Voorzitter, dat door de mededeeling van den heer Stoffels de zaak in een geheel anderen toestand is gebracht. Mij dunkt dat daardoor de moeielijkheid om nu eene beslissing te nemen niet is verminderd. Omtrent het tonnenstelselzooals het te Delft wordt toegepastheb ik zeer vee! goeds gehoordmaar het blijft niettemin moeielijk nu reeds eene keuze te doen tusschen het tonnenstelsel en het Liernurstelsel, en daarom wensch ik, zooals ik reeds zeide, in overweging te geven, te doen nagaan welke maatregelen kunnen genomen worden om voor- loopig in de ongelegenheid waarin de Marendorps-achtergracht verkeertte voorzien. Daar de pacht van het straatvuil tot 1878 loopt, zijn wij tot dien tijd niet in staat compostmest te maken en te verkoopenwelke ver koop bij de toepassing van het Liernurstelsel of tonnenstelsel belangrijke voordeelen kan opleveren. De heer Stoffels. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, dat door de Commissie van Fabricage in overweging is genomenstrekte om als tijdelijke maatregel den toestand op de Marendorps-achtergracht zoodanig te verbeteren, dat de faecale stoffen daar kunnen worden weggevoerd. Later zal dan aan deze vergadering een voorstel kunnen worden gedaan tot het nemen van eene definitieve beslissing. Dit kan onzes inziens nu nog niet geschiedendaar wij naar het mij voorkomtnog te weinig op de hoogte zijn om de zaak te kunnen beoordeelen. Wel weten wij uit het verslag omtrent de inrichting te Delft wat er noodig is en hoe het daar gaatmaar, en daarom hebben wij met opzet de modellen der tonnen laten komen, wij dienen eerst de zaak te onderzoeken en dan kunnen wij in de volgende ver gadering reeds, want langer tijd hebben wij niet noodig, eene beslissing daaromtrent nemen. De heer Krantz. Dan ondersteun ik gaarne het voorstel van den voor zitter der Commissie van Fabricageals dit de bedoeling heeft niet op dit oogenblik eene beslissing te nemen. De heer Seelig. Ik geloof, mijnheer de Voorzitter, dat de zaak in den tegenwoordigen toestand wèl rijp is voor beslissiug. De Commissie van 48

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 1