verzoeken nan de hoeren Liernur en de Bruyn Kops, met toevoeging van den heer gemeente-architect., "op te dragen het ontwerpen van een alge meen plan en van eene begrooting van kosten tot toepassing van het Lier- nurstelsel op de geheele stadopdat de Baad dan zal kunnen beslissen oi dat stelsel bij gedeelten of wel in eens (hoenel dit natuurlijk zeer veel zou kosten) zal worden toegepast. Zooals reeds door een der vorige sprekers is opgemerkt, verkeert de Gedempte Marendorpsche Achtergracht thans in eeu toestand, welke dringend verbetering vorJert, en onvermijdelijk maakt te heslissen, op welke wijze, d. i. volgens welk stelsel, men dat doen zal. Zoolang wij zóódanig algemeen plan niet bezittenzou ik niet durven aan raden met de toepassing van het Liernurstelsel voort te gaan. Hebben wij heten mocht dat worden goedgekeurddan zal men het successivelijk kunnen toepassen naarmate van de behoefte, en stelselmatig kunnen doorwerken. Met de verbetering van den toestand aan de Marendorpsche Achtergracht zal toch niet voor Maart of April van het volgend jaar kunnen worden aan gevangen. Als men nu hij de behandeling der begrooting het beginsel uit maakt: voor of tegen het Liernurstelsel, en zoo men er voor mocht zijn, machtiging verleende tot het doen van die betrekkelijk kleine uitgave, voor het maken van het plan en van de begrooting van kosten, dan zou men die gegevens nog tijdig genoeg kunnen in handen hebbenom tegen Maart met de toepassing van het stelsel op meergemelde gedempte gracht te be ginnen. Men zalin één woordeene keuze moeten doen óf het Liernur stelsel uitbreidenóf de oude wijze van rioleering behoudendat wil zeggen op de oude wijze voortwerkendéonderwerpelijk weder f 20000 uitgeven, en toch een gebrekkigen toestand behouden! Wat nu wordt voorgesteld, ten behoeve van de straat riolen te bepalen, praejudicieert dus volstrekt niet eene volgende beélissing omtrent het Liernurstelsel. Integendeel, ik breng hulde aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders, ondersteund door de Commissie van Financiëndat zelfs iets verder is gegaan dan dat van de Commissie van Fabricage. Deze laatste toch had voorgesteld eerst op de begrooting van 1874 de noodige gelden aan te vragen. Maar ik erken gaarne dat Burgemeester en Wethouders terecht verder zijn gegaan, en reeds nu die 'som hebben aangevraagd, omdat de bestaande toestand niet lunger houdbaar is. Ik hoop dan ook dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders algemeen adhaesie zal vinden. De Voorzitter. Ook ik mag by "het gesprokene nog opmerkendat de quaeslie van het Liernurstelsel niets ter zake doet. Wat wij nu op het oog hebben is: verbetering te brengen in den bestaanden gebrekkigen toe stand. Zelfs al wierd het Liernurstelsel algemeen toegepast, dan zouden daarmede toch nog cenige jaren verloopen, terwij! nu hier en daar onmid dellijke hulp vereischt wordt. Als men dit in het oog houdtdan zal men niet bevreesd behoeven te zijn dat het geld is weggeworpenmaar buiten dien zal men ook voor het kolkwater toch altijd in den toestand moeten blijven voorzien. Het voorstel van de Commissie van Financiën strekt om 1650 voor de verbetering van den gebrekkigen toestand toe te staanalleen voor dit jaar, en de beslissing omtrent het onderhoud van de riolen op gemeente grond aan te houden tot bij de behandeling der begrooting. De heer CocK. Ook ik zou geaarzeld hebben mijne stem aan deze voor dracht te geven. Nu de Commissie van Financiën echter zóó uitdrukkelijk zich heeft voorbehoudenomtrent deze zeer voorname zaak in beginsel thans geene beslissing te nemenzal ik mijne stem er niet aan weigeren. Men moet toch niet vergeten dat de zaak hierop nederkomt: dat door de stad zal gedaan worden wat onwillige eigenaren verplicht schijnen te zijn zeiven te doen. Daarin lag voor mij een bezwaarmaar het voorbehoud van de Commissie van Financiën komt aan dit bezwaar te gemoet. Toch wénsch ik niet geacht te wordendoor thans vóór de voordracht te stemmenin eenig opzicht goed te keuren het hoofdbeginsel der zaak. Ik toch ben niet in staat die zaak thans te beoordeelen, want op den bodem daarvan schijnt eene vrij ingewikkelde juridische quaestie te liggenwaarover ik geen oor deel kan vellendaarzoowel overlegging der daarop betrekking hebbende stukken, als tijd en gelegenheid tot onderzoek, mij althans, hebben ont broken. Ik kan mij zeer goed voorstellendat bij het warme weder van deze dagen en bij andere dreigende verschijnselen men het noodig heeft gevonden iets te doen voor den gezondheidstoestand en men zoodoende ge komen is tot het aanvragen van deze som tot verbetering der riolen. Maar toch zou ik wel willen aanraden daarmede niet zoo losjes voort te gaan, alvorens eerst den rechtstoestand grondig te hebben onderzocht. Wanneer het toch waar is, dat de onwillige eigenaren privaatrechtelijk verplicht zijn tot onderhoud der riolendan zullen er toch wél middelen te vinden zijn om ze'ook strafrechtelijk daartoe te dwingen. Ondftr het uitdrukkelijk voorbe houd van de Commissie van Financiën, zal ik mij dus met deze voordracht vereenigen. Het voorstel van de Commissie van Financiën tot het toestaan van f 1650 voor onderhoud der riolen voor dit jaar, alnu in oravrage gebracht, wordt aangenomen met 13 stemmen tegen 1 die van den heer Bu ltieu. IV. Voordracht tot opheffing van de administratie der Vereenigde gast- en leprooshuizen. (Zie Handd. 37, n°. 117.) De Voorzitter. Zooals uit de stukken blijkt, kan de Commissie van Financiën zich vereenigen met de voordracht van Burgemeester en Wet houders maar wenscht zij alleen nu nog niet ontslag aan heeren Gecom mitteerden te verleenenmaar daarmede te wachten tot na de goedkeuring van de binnen weinige dagen in te dienen liquidatie-rekening. Ik neem namens Burgemeester en Wethouders dat voorstel der Commissie over. Door HH. Gecommitteerden is eene missive ingezonden waarbij zij den wensch te kennen gevendat door den Baad eene commissie worde be noemdaan wie zij hare administratie kan overdragen. Naar het mij voorkomt, zou daarvoor geene afzonderlijke commissie behoeven te worden benoemd, maar zou die commissie kunnen bestaan uit het college van Burgemeester en Wethouders. Ik doe daartoe het voorstel. De heer Cock. Zou dit niet meer eigenaardig behooren tot den werkkring van de Commissie van Financiën? De heer Stoffels. Naar het mij voorkomt ligt het meer op den weg van Burgemeester en Wethouders die zaken over te nemenwant er moet dan toch een staat van worden opgemaakt. Als de Commissie van Finan ciën wordt aangewezendan moet deze toch wederom aan Burgemeester en W'ethouders overdragen. Mij is het echter hetzelfde. De heer Cock. Ik hecht er evenmin veel aan, maar nogtans blijf ik van raeening, dat die zaak meer eigenaardig behoort tot den werkkring van de Commissie van Financiën. De heer De Fbemery. De liquidatie-rekening zal in elk geval door de Commissie van Financiën moeten worden beoordeelddit verhindert echter in geenen deele dat er vooraf rekening aan Burgemeester en Wethouders wordt gedaan, en deze de verschillende waarden overnemen, behoudens nadere goedkeuring van den Raad. De heer CocK. Dat is ook mijne bedoeling. De heer Krantz. Ik kan mij zeer goed vereenigen met het voorstel om aan Burgemeester en Wethouders het overnemen der administiatie op te dragen; zij zijn beter met alle toestanden bekend dan de Commissie van Financiën. Later zal de rekening en verantwoording aan den Raad moeten plaats hebbenen kan alsdan die in handen der Commissie worden gesteld. De heer Cock. Dat was eenvoudig mijne bedoeling. De heer Eigeman. Naar mijne meening zou de zaak gevoegelijk aan Burgemeester en Wethouders zijn op te dragen, daar het hier niet alleen geldt het doen van rekening en verantwoording, maar ook de overgave der roerende en onroerende goederen van de administratie. De rekening en verantwoording moet later toch in den Raad komenen kan dan worden gesteld in handen der Commissie van Financiën. Op deze wijze wordt even zeer aan de bedoeling van den heer Cock voldaan. De Voorzitter. Door het voorstel der Commissie van Financiën wordt eigenlijk geene verandering gebracht in ons voorstel, terwijl wij nu ook haren wensch hebben overgenomen om nog niet ontslag te geven aan I1H. Gecommitteerden alvorens de liquidatie-rekening zal zijn goedgekeurd. Eigen lijk zou men dus den hrief van HH. Gecommitteerden, met hun verzoek tot benoeming eener commissie tot overnemingoverbodig kannen achten. De heer Stoffels. Dat kan ik niet zoo gaaf toegeven, mijnheer de Voorzitter! dat die brief overbodig zou zijn. Gecommitteerden zijn aange steld door den Raad en geven nu dat beheer terug aan den Baadde Raad moet dus eene commissie benoemen om de zaak over te nemen. Dat is dus een zeer gewone gang van zaken. Maar het is mij goed als Burge meester en Wethouders als zoodanig goederen en gelden overnemen en de Commissie van Financiën de rekening en verantwoording nagaat en daarna rapport tot décharge daarvan doet. De Voorzitter. Ik zal nu het eerste punt in behandeling brengen lui dende: 1°. »De administratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen wordt opge heven zoodra het sub 2° vermeld besluit door de Gedeputeerde Staten van Zuidholland zal zijn goedgekeurd." Werdt zonder discussie goedgekeurd. 2°. 'De bezittingen dier instelling worden op gezegd tijdstip in beheer overgedragen aan het gemeentebestuur van Leidenten einde daaruit in de eerste plaats te voldoen de bijdrage van f 125,000 in de kosten van oprich ting van het Akademisch Ziekenhuis aan het Rijk, ingevolge art. 4 der over eenkomst bekrachtigd bij de wet van 6 Juli 1867 (Stbl. n°. 63), en voor het overblijvend bedrag te worden aangewend ter tegemoetkoming in de jaar- lijksche kosten der gemeentelijke ziekenverpleging." De heer Eigeman. Is het genoeg, mijnheer de Voorzitter, hier te zeg gen: dat de bezittingen der instelling in beheer worden overgedragen aan het gemeentebestuur van Leiden enz.zonder een titel te noemenonder welken de onroerende goederen en gelden, die het hier betreft, zullen worden gebrachtP Is het de bedoeling van het Dagelijksch Bestuur het geheel in eigendom aan Leiden te brengen of het onder een titel tot een fonds te stellen De heer Stoffels. Als er iets aan de omschrijving ontbreekt dan zou het dit zijn, dat er wordt gesproken van het overblijvend bedrag. Mij dunkt, het zou beter zijn om te spreken van de rente van het overblijvend bedrag. De heer Eigeman. Dat is een ander bezwaar, dat ik wel kan declen. Doch wat ik bedoel is dit. De onroerende goederen dezer instelling staan op naam van de administratie der Gast- en Leprooshuizen. Door de ophef fing van deze administratie vervalt ook dit hoofden de onroerende goede ren zullen moeten worden overgeschreven. Onder welken titel Ik vermeen dat als die bezittingen komen tot eene andere bestemmingaan de laatst bekende zoo nabij mogelijkdat dan ook die bestemming uitdrukkelijk moet worden aangewezen, door het noemen van een titel, waaronder die bezittingen worden opgenomen. De Voorzitter. Ik geloof, dat het niet noodig is ze onder een titel te brengen. De heer De Fremery. Als de bezittingen van die administratie alleen worden overgedragen aan de gemeente, is deze verplicht die te bestemmen voor de zieken-verzorging, welke haar uitdrukkelijk bij de wet reeds is op gedragen. Daar de wet die verplichting reeds oplegt, behoeft het dus eigen lijk in het besluit niet te worden vermeld. De heer Stoffels. Ik wenschte wel het voorstel te doen de laatste woorden te lezen»en voor de renten van het overblijvend bedrag te wor den aangewend" enz. De heer De Fremery. Dan zou ik wel in overweging willen geven in het voorstel van den heer Stoffels, in plaats van «renten", te lezen: «vruchten en inkomsten", onverschillig dus welke. De heer Eigeman. De heer Stoffels is mij voor geweest; ik wilde ook, een voorstel doenom nl. te lezen«en de verdere revenuen van de over blijvende gelden en goederen te worden aangewend enz." Te spreken van het overblijvend bedrag js niet juist. De heer Driessen. Is het wel noodigmijnheer de Voorzitter 1 die be stemming nu reeds te bepalen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 2