BAHDllfflSEH VIN DIM GEMEENTERAAD VAM LEIDEN.
31
Zitting van Zaterdag S Augustus 1973,
geopend te 3 uur.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren Krantz, Driessen, Van Outeren, Dercksen,
Du ltieu, Veefkind, Verster, Eigeman, Van Hettinga Tromp, Seelig,
De Fremery, Stoffels, Cock en Van den Brandeler.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Maandag 21
Juli II. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter legt over:
1". Adressen van C. J. Abraas, J. P. J. Driessen en Dr. J. Sasse, om
afschrijving van hunnen aanslag in de plaats, directo belasting.
2°. Adres van A. Ingeneeger, amanuensis voor natuurkunde enz. aan
de Hoogere Burgerschool, om verhooging van zijne jaarwedde.
3°. Adres van J. Wiekhart, J. II. Oldenburg en G. Van Uijk, agenten
van politie Ie klasse, om verhooging van jaarwedde.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Finan
ciën ten fine van bericht en raad.
4°. Voordracht van Burgemeester en Wethouders betrekkelijk do riolce-
ring in de Marendorpsche Achtergracht en omliggende buurten.
5°. Voordracht van Burgemeester en Wethouders tot verhooging van dc
jaarlijksche bijdrage ten behoeve van het onderwijs van het personeel der
bewaarscholen.
6°. Voordracht van Burgemeester en Wethouders betrekkelijk het voor
stel der Gemeente-Commissie van het Ncderd. Herv. Kerkgenootschap tot
overname van de klok der llooglandsche kerk en hare huizing.
7". Voordracht van Burgemeester en Wethouders betrekkelijk de aflossing
van de obligatiën ten laste van de voormalige hoofdkerken.
Overeenkomstig do voordracht wordt besloten deze stukken te stellen in
handen van de Commissie van Financiën, ten fine van bericht cn raBd.
8°. Proces-verbaal van de opneming der boeken en kas van den gemeente
ontvanger.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit gedurende veertien dagen
ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen.
De Voorzitter. Ik heb de eer mede te deelen dat aan mij verlof
is verleend om mij van 4 tot 25 Augustus buiten de gemeente op te houden
zijude de waarneming mijner functiën aan den oudsten wethouder opgedragen.
Voorts nog dat de gelden op de begrooting uitgetrokken voor het her
stellen van den stadhuistoren en het carillon niet voldoende zijn voor de
werken, welke noodzakelijk moeten worden uitgevoerd; vermoedelijk zullen
die met een bedrag van f 300 moeten worden verhoogd. Dio misrekening
valt licht te verklaren want als eenmaal de steiger is geplaatst ziet men
eerst de gebrekendie men niet zoo nauwkeurig van buiten kan opnemen.
Zoo de vergadering zich daarmede vereenigt, zal in de eerstvolgende vergade
ring een staat van af- ên overschrijving worden aangeboden.
Dienovereenkomstig wordt besloten,
i
Aan de orde is:
I. Voordracht tot uitbreiding van het hulppersoneel op de openbare lagere
scholen voor on- en minvermogenden.
(Zie Handd. 37, n®. 116.)
Wordt zonder discussie met algemeene stemmen aangenomen.
II. Idem tot tijdelijke aanstelling van eene onderwijzeres aan de open
bare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der le klasse voor meisjes.
(Zie Handd. 38, n®. 119.)
Wordt zonder discussie aangenomen met 12 tegen 2 stemmen.
Tegen stemdende heeren Cock en Verster.
III. Idem betrekkelijk het onderhoud van riolen, met een staat van af-
en overschrijving op de gemeente begrootingdienst 1873.
(Zie Handd. 38, n®. 120.)
De Voorzitter. Zooals de heeren gezien zullen hebben maakt de Com
missie van Financiën geen bezwaar tegen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders, om den post van onderhoud der riolen voor dit jaar met ƒ1650
te verhoogen, maar wenseht zij eene beslissing over het geheele voorstel
van Burgemeester en Wethouders, nl. om de riolen op gemeentegrond in
het algemeen van gemeentewege te doen onderhouden voor te behouden
tot later bij de behandeling der begrootiug voor 1874. De voorgedragen
som is hoog noodig; ten einde zoo spoedig mogelijk den toestand der riolen
-op verschillende plaatsen te verbeteren.
De heer Du Bieu. Ik kan er mij niet best mede vereenigen, m|jnheer
de Voorzitter, deze som toe te staan. Het komt mij toch voor, dat het
niet aangaat om die kostendie door de bewoners moesten worden be
taald, omdat dezen nu onwillig zijn dit te doen, te brengen ten laste
der gemeente. De zaak komt mij voor van zoo gróotcn omvang te zijn,
dat ik niet gaarne mijne stem aan dergelijk voorstel zou willen geven, zoo
niet vooraf een algemeen plan ter tafel werd gebracht.Wat is toch het
geval? Men is begonnen aan eenen kant van de stad met het Liernur-
stelsel een proef te nemen. Als die proeve nu slaagt en het stelsel blijkt
1873.
goed te zijn dan zal mendunkt mijwel daarmede voortgaan. Maar
men moet niet beginnen, waar onwillige personen het onderhoud hunner
riolen niet willen bekostigen, die kosten middelerwijl maar ten laste der
gemeente te brengen.
De heer Stoffels. Ik wil alleen doen opmerken, dat de gebrekkige
toestand der riolenwaarop wij het oog hebbenniet numaar al jaren
bestaat. Jaarlijks sukkelen wij daarmede. Het kan zoo niet langer blijven.
Nu wil ik niet ontkennendat het wel soms van den onwil van de bewo
ners afhangt die de verstoppingen niet willen opruimenmaar in den regel
ontstaan die verstoppingen in de straatriolennamelijk in die waarin de
bijriolen van de buizen uitloopen. Hetgeen nu wordt voorgesteld is dan
ook volstrekt niet om de riolen van de bewoners der huizen zeiven van
gemeentewege te doen ruimenmaar het strekt om aan die bijriolen van
de huizen een vrijen afloop te verzekeren in de straatriolen. Daar toch
zijn op vele plaatsen verstoppingen. In de vorige vergadering is er nog
op gewezen, hoe bij de Narmstraat een ondragelijke stank waar te nemen
is, tengevolge van het overloopen der drekstoffen. En dat is daar niet
alleenmaar op verschillende plaatsen. Als de stad nu begint de riolen
in de straten in orde te brengendan zullen anderendaarvan houd ik mij
verzekerdwel volgenwant dan hebben de bewoners slechts ieder voor
hun eigen riool te zorgen. Het onderhoud, nu voorgesteld, is waarlijk
allernoodzakelijkstzoowel voor nu als voor volgende jaren. Daardoor toch
zal men er ook toe medewerken den gezondheidstoestand te verbeteren en
zal ieder bewoner dubbel gedrongen wordenvoor zich den toestand niet
langer te laten bestaan, zoonis die nu is, en zijn riool, dat inhuisis,ook
in orde brengen. De wet op de besmettelijke ziekten heeft zooveel forma
liteiten aan de hand gedaan om den gezondheidstoestand te verbeteren cn
in het oog te houden; nu zal weV.iet onderhavige het eerste raiddel zijn
om te voorkomendat er eene besmettelijke ziekte ontstatengevolge van
toestanden als waarop wij het oog hebben. Verbetering ten deze kan niet
uitgesteld wordenanders hadden wij zonder twijfel gewacht tot de be
grooting.
De heer Eigeman. De Commissie van Financiën heelt in de eerste plaats
het bezwaar overwogen dat door den heer Du Rieu is bijgebracht. Ook zij
heeft de vraag gesteld: moeten eenigen, onwillig om te voldoen aan hunne
verplichtingen, ontheven worden van lasten, en mogen deze zoo maar op
anderen worden overgebracht? Maar zij heeft op de gronden, door het
Dagelijksch Bestuur in zijn rapport vooropgesteld, evenzeer moeten lellen,
en daarom, toegevende aan den drang der omstandigheden, geadviseerd nu
over te gaan tot het toestaan, voor dit jaar, van de geraamde f 1650,
doch niet verder te besluitendan na alvorens te hebben onderzocht of,
en zoo ja, welke maatregelen zouden kunnen worden beraamd om de on-
willigen tot hun plicht te brengen.
De heer Van Outeren. Ik kan mij met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders zeer goed vcreenigenmits onder het voorbehoud daarom
trent door de Commissie van Financiën gemaakt, nl. om later het hoofd
beginsel uit te maken in boeverre er termen zijn om eenig recht te hellen
voor het gebruikmaken der riolen. Daarenboven zou ik dan willen vragen
in hoever wellicht uitbreiding aan de toepassing van het Liernurstelsel
waarmede nu slechts eene proeve is genomenzal worden gegeven. Wanneer
dit werd doorgezet of althans mocht worden uitgebreid en meer algemeen
toegepast, dan zou al wat wij in de eerstvolgende jaren, op de voorgestelde
wijzevoor de riolen mochten geveneene nutteloozc uitgave zijn.
De heer Stoffels. Naar aanleiding van hetgeen de heer Van Outeren
zooeven zeide, moet ik opmerken dat wij reeds het bewijs hebben dat het
Liernurstelsel zeer veel nut kan stichten. Ook voor de Marendorpsche Achter
gracht is thans een voorstel, dat stelsel betreffende, door ons gedaan. Maar
nis men met herstel van den tegenwoordigen gebrekkigen toestand zoolang
wil wachten dat het Liernurstelsel algemeen is toegepast, dan zouden wij
wellicht nog wel een dozijn jaren in die ongelukkige en ondrugelijke positie
moeten blijven; dat kan toch niet.
De heer Van Out eren. 4 Ik hoorden vorigen spreker zeggen »ecn dozijn
jaren." In dien tijd zou er dan toch een bedrag van 60000 5000 per
jaarvolgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders) nutteloos voor
die riolen zijn uitgegeven.
De heer Stoffels. Nutteloos zou die uitgave zeker niet zij^n, maar om
in de geheele stad het Liernurstelsel toe te passen zou misschien een millioen
vorderen.^ En dan is het vooruit te ziendat men die som niet zoo heel
gemakkelijk zal toestaan. Intussehen ik herhaal liet, kan deze gebrekkige
en ellendige toestand niet gedurende al dien tijd blijven voortbestaan.
De heer Van Outeren. Maar overal in de stad is die toestand dan toch
niet even slecht. En daaronf juist vind ik het goed om alleen nu de som
van 1650 toe te staan en daarmede de meest gebrekkige gedeelten te
herstellenmaar het hoofdbeginsel nog niet uit te maken.
De heer Stoffels. Op zeer vele plaatsen in de stad is de toestand zeer
gebrekkig.
De heer Van Outeren. Die zaak is dan toch van later zorg en kan
beter besproken worden als de hoofdquaestie wordt behandeld.
De heer Seelig. Ik meen straks te hebben hooren zeggendat de maat
regel, thans door Burgemeester en Wethouders voorgesteld, zou praejudicieeren
eene verdere toepassing van het Liernurstelsel. Dit komt mij voor volstrekt
niet het geval te zijn. Het is toch de Commissie van Fabricage, die den
maatregel genomen wenseht, en juist zij heeft sterk gepleit, in haar advies
aan Burgemeester en Wethouders, dat zoo even door den Voorzitter werd
voorgesteld in handen te stellen van de Commissie van Financiën,ten gunste
eener uitbreiding van de toepassing van het Liernurstelsel. In verband
daarmede is het haar voornemen, in elk geval den Raad ernstig te
40