Verder moet gelet worden op onderscheidene bijzondere omstandigheden welke de kosten ten aanzien van de Marendorpsachtergracht en Voldersgracht zullen verhoogenen daarbij komen in aanmerking de gesteldheid van den grond de zich aldaar bevindende poorten en sloppen het in elkaar gedron- gene en minder wijd liggen van vele privatenalle welke omstandigheden mindere bezwaren opleverden ten aanzien van de buurt bij de voormalige Koepoort, en waardoor de geraamde som zoude moeten worden verhoogd tot 60000. Nog valt hierbij op te merken dat de prijzen der materialen in de laatste jaren met 25 a 30 percent zijn verhoogden dat met het oog op den verwijderden afstand van de buurt, waar het stelsel reeds in toepassing is gebracht, het tegenwoordig personeel in deze geen dienst zou kunnen praes- teerenen derhalve hetzelfde bedrag van exploitatiekosten in rekening zou moeten worden gebracht. De aangegeven cijfers zullen zekeroppervlakkig beschouwdniet leiden tot eene voor het Liernurstelsel gunstige beslissing van de door de Commissie gestelde vraag. Toch zouden wij er niet gaarne toe overgaan u in overweging te geven om thans, nu eene uitgestrekte buurt eene afdoende verbetering van den afvoer der faecale stoffen dringend vordert, over te gaan tot de bestendiging van eene oude enwij mogen zeggeneene verouderde wijze van rioleering. Ware het Liernurstelsel eene onbekende zaakdan voorzeker zoude het minstens voorbarig zijn in dit geval tot de toepassing er van te besluiten. Doch de genomen proeve heeft de meest gewenschte resultaten opgeleverd. Gedurende het anderhalljaar waarin het wordt toegepastbeeft men er dagelijks de gunstige werking van mogen aanschouwen en daarbij nimmer eenige stoornis van belang kunnen waarnemen. Het voor den openbaren gezondheidstoestand zoo belangrijk voordeel, dat de faecale stoffen zonder ver ontreiniging van de grachten en den bodem en zonder nadeelige gassen te ontwikkelenworden weggevoerdgeeft alleen reeds aanleiding om niet te zeer door de aan het stelsel verbonden meerdere kosten, van eene meer algemeene toepassing er van te worden afgeschrikt. Doch ook dit finan- ciëel bezwaar kon op den duur niet overwegend worden geacht. Immers thans reeds worden de exploitatiekosten voor een groot deel door de opbrengst der faecale stoften gedekt, hoezeer de pachtprijs op ditoogen blik, uithoofde van onderscheidene omstandigheden, verre beneden de fei telijke waarde is moeten vastgesteld worden. Het is te verwachten dat de nog bestaande vooroordeelen tegen het gebruik der menschelijke excreta als bèmestingde verkrijgbaarstelling van groote hoeveelheden, de verbetering van de middelen van vervoer, de meerdere bekendheid met de voortreffe lijke hoedanigheden van deze stoffen ten opzichte van den landbouw en zoovele andere oorzaken, den prijs althans na verloop van eenige jaren, met een aanzienlijk bedrag zullen verhoogen. In allen gevalle schijnt het niet gewaagd het vermoeden te opperendatmet het oog op de gunstige getuigenissen ten aanzien van de waarde dezer stoffen voor bemesting afge legd de tijd niet verre isdat de bovenbedoelde exploitatiekosten door de opbrengst geheel zullen worden gedekt. Het bestaand rioolstelsel doet, afgezien van de nadeelige gevolgen met betrekking tot den gezondheidstoestand, de meststoffen verloren gaan, en vordert evenzeer als de pneumatische rioleering, al zij het dan ook in min dere matebelangrijke kosten van onderhoud. Op grond van het boven aangevoerde zijn wij zeer genegen uwe verga dering naar aanleiding van de door de Commissie van Fabricage gevraagde beslissing, in overweging te geven om te besluiten dat ten tweede male in deze gemeente eene proeve zal genomen worden met de toepassing van het Liernurstelsel en wel in de Marendorpsachtergracht en Yolmolengracbt met de bijbehoorende buurten. Bij de inrichting van eenen geheel nieuwen toestand ten aanzien van de rioleering in een gedeelte der gemeente ligt het, onzes inziens, voor de hand, daarvoor gebruik te maken van^een systeem hetwelk, blijkens de ondervinding, de meest gewenschte resultaten- heeft opgeleverd, en niet terug te keeren tot eene vernieuwde en eenigermate verbeterde toepassing van het oude stelselwaarvan de nadeelige gevolgendie thans wel niet nader behoeven te worden aangeduidzich zoo ruimschoots hebben doen gevoelen en waardoor toestanden zijn ontstaanwaarvan de schadelijke werking eerst na jaren arbeids en aanzienlijke opofferingen kan worden op geheven. Mocht uwe vergadering, naar wij verwachten in deze ons gevoelen deelen dan zal het noodig wezen, dat onverwijld worde overgegaan, in overleg met de heeren Liernur en De Bruyn Kops, tot het opmaken van uitge werkte plannen met specifieke begrooting van kosten. Voor bedoelde werk zaamheden wordt eene som van ongeveer ƒ3000 noodig geacht, voor zoo veel betreft het opmaken van een plan tot toepassing van het stelsel in dat gedeelte der gemeente, hetwelk gelegen is tusschen de Oude Vest, de Mare en den Ouden Bijn. De bewerking van zoodanig plan komt ons zeer raadzaam voorten einde dit als basis zoude kunnen dienen om in de eerste plaats tot de thans besproken buurt enzoo noodigsuccessievelijk tot eene verdere toe passing over te gaan. Wij nemen derhalve de vrijheid uwe vergadering de vereischte machtiging te verzoeken om de bovenbedoelde voorbereidende maatregelen te nemen en tevens om over de daarvoor noodige gelden welkeonzes inziensgevonden bebooren te worden door verkoop van inschrijving op het Grootboek, te beschikken. Wij voegen hiernevens, ter kennisneming, een uitvoerig schrijven van de heeren Liernur en De Bruyn Kops, ten vorigen jare aan ons college inge diend, waarbij zij hunne denkbeelden ontwikkelen aangaande eene uitbrei ding van hun stelsel over de geheele gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 2 Juni 1873. Bij Raadsbesluit van den 23 April 1870, is goedgevonden eene proef te nemen met het Liernursche rioolstelselten aanzien der wenschelijkheid om dat stelsel meer algemeen toe te passenen nu die proefneming bevredi gende uitkomsten heeft opgeleverd, hebben de heeren Liernur en De Bruyn Kops te Frankfort een voorloopig plan ingediend, betrekkelijk eene alge meene uitbreiding van dat stelsel in deze gemeente, en zich tevens bereid verklaardover de verdere uitwerking van dat plan in nadere onderhande ling te treden. Dat plan werd bij missive van 2 September des vorigen jaars n°. 612 ter kennisueming toegezonden, toen reeds de plaatselijke be grooting voor dit jaar was ingediend, zoodat nu de Commissie van Fabri- cage gereed staat, eene nieuwe raming der kosten van de gemeentewerken voor^ 1874 te ontwerpen, zij thans het geschikte tijdstip acht, om te dien aanzienonder terugzending van het bedoeld plan mede te deelendat zij de uitbreiding van het Liernursche rioolstelselzoo dit van wege de aanzienlijke kosten die daarmede gepaard gaan bezwaarlijk dadelijk algemeen zoude kunnen geschiedentoch in aldeelingenvan jaar tot jaar uit te voerenbijzon der kan aanbevelen, omdat de aanvankelijk genomen proef in elk opzicht voldoet, en aan dit stelsel van wege de verkregen uitkomsten geen bezwa ren blijken verbonden te zijn, maar integendeel de afvoer van faecale stof fen thans in een gedeelte van wijk II geschiedt zonder hinder voor de openbare reinheid en gezondheidterwijl de daaraan verbonden jaarlijksche kosten grootendeels worden gedekt door de opbrengst der verpachte mest stoften. De Commissie van Fabricage acht zich verplichtdaaromtrent eene be slissing van den gemeenteraad uit te lokken, van die strekking, dat wan neer de bestaaode riolen vernieuwing of belangrijke herstelling vereischen, -of in het belang der openbare reinheid en gezondheid in bestaande toestan den verbetering noodig wordt geachtde Commissie van Fabricage den weg vindt aangewezen om daaromtrent de vereischte voorstellen te kunnen doen. Immers in den laatsten tijd hebben zich bijzondere omstandigheden voor gedaan die dringend voorziening vereischennamelijk de gebrekkige afvoer van faecale stoften in de gedempte Marendorpscbeaehtergrachten de Commissie van Fabricage acht het noodzakelijk in opzettelijke overweging te nemen en daaromtrent eene beslissing uit te lokkenvóór dat de be grooting voor 1874 wordt ingediend of vastgesteld. Bij het dempen van de Marendorpsachtergracht en van de Volmolen- gracht werd een aantal van 88 beerputten aangelegd en door nieuwe riool- takken met de bestaande lozingen der privaten verbondenvoorts een door loopend kanaal met overstortingskanalenom het overtollige huis- en hemel water af te leiden. De faecale stoften zouden in de beerputten bezinken en daaruit door ruimen of uitscheppen worden verwijderd. De ervaring van de laatste tien jaren heeft echter doen ziendat de- beerputten wel met water werden gevulddoch dat de privaatstoffen in de riooltakken achter bleven zoodat geen uitpompen van de beerputten tot bevordering der uit-, storting kon plaats hebben dan door kostbare afdammingen op verschillende afstanden, die het tevens mogelijk maakten om elke riooltak afzonderlijk te ledigen. Het gestadig ontstaan en toenemen van verstoppingen kon niet achter blijven en het telkens ruimen werd noodzakelijk, terwijl toch de toestand steeds verergert en de klachten der bewoners van de pereeelen die in deze gedempte grachten met de privaten uitlozenalgemeen worden «-over het vol staan der privatenhet persen uit de kolken en de daaruit voortvloeiende stankdie er heerschtin hunne meestal bekrompen woningen" terwijl inmiddels de grond van die uitgestrekte buurt, tot boven den gewonen waterstand met rioolwater werd doortrokkenzoodat het onbruikbaar worden van alle waterputten het gevolg daarvan geworden is. Moet aldaar het Liernursche rioolstelsel worden toegepast, of zal het be staande worden verbeterd en hersteld? Dat laatste is mogelijk, door bet geheel of gedeeltelijk weguemen of aanvullen der beerputten en het ledigen van al de riooltakken, die door de stratendwarsstegen en sloppen liggenbenevens door den aanleg van een hoofdriool, aanvangende op de Oude Vest, nabij de Bakkersteeg en ein digende in de Mare, met een dwarsriool door de Voldersgracht naar de Oude Vest tegenover de nieuwe Volmolengracht, met afsluit-en ruimkasten alsmede hoofd-reservoirsalles en overal aansluitende bij de bestaande spruiten der woningen. De kosten van zoodanige verbetering over 635 meters hoofdriool en 570 meters takriool met al wat daartoe behoort, worden geraamd op ƒ21000, terwijl die van het Liernursche rioolstelsel kunnen worden berekend op ƒ60000 in verhouding van hetgeen het reeds daarvoor ingericht gedeelte van wijk II heeft gekost, terwijl daarbij gevoegd moet worden het bezwaar, dat de stationnaire locomobile geen dienst zou. kunnen doen in het bedoelde deel van wijk VI en dat de verhoogde prijzen van het voor een en ander benoodigde ijzerwerk ook dat bedrag nog aanmerkelijk kan doen stijgen. Aan H. H. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 2