De heer Van Heukelom. Ik meen ook bepaald, dat er ten deze van vermeerderde werkzaamheden sprake is. De heer Hartevelt. Op verlangen van onzen geachten Wethouder, den heer De Fremeryheeft de Commissie van Financiën met hem over deze zaak gesproken. De commissie was eenparig van gevoelendathoe men vroeger hierover ook mocht hebben gedachtzij liet voor onbetwistbaar hield, dat, de stads-architect ook architect was over de stedelijke gasfa briek; dat, mocht het in den loop van het jaar 1873 blijken, dat zijne werkzaamheden aan die stedelijke inrichting zeer beduidend worden uitge breid er alsdan aanleiding kan gevonden worden tot het doen van een voorstel om het traktemeut van den architect te verhoogen. Voor het oogenblik bestaat die aanleiding niet. De vraag kan later zijn: wat zal de architect ten gevolge der nu voorgestelde wijziging te doen krijgenof m. a. w. zal zulks van zoo veel beteekenis zijndat bem daarvoor ver goeding zal moeten worden toegekend in hooger loon en niet bij wijze van gratificatie, zooals eenmaal plaats vond, hetgeen toen niet gunstig door den Raad is opgenomen Maar nog eensdaarover hebben wij thans niet te handelen. Aan de orde is de wijziging of verbetering der instructie. De heer Dercksen komt ter vergadering. De Voorzitter. Ik heb ook gezegd, dat, indien het werkelijk bleek in den loop van het jaar, dat de werkzaamheden van den architect belang rijk vermeerderd wareneen voorstel tot verhooging van traktement zou worden gedaan. En dat aan den architect een belangrijk werk bij de gas fabriek zal worden opgedragen is hoogst waarschijnlijk. De heer De Fremery. Het zal spoedig blijken, dat de werkzaamheden van den architect door de voorgestelde wijzigingen belangrijk zullen vermeer deren. Als binnen weinige weken de werken benoodigd tot uitbreiding van de gasfabriek zullen aanbesteed wordenzal men uit de bestekken den om vang van die werken beter kunnen bevattenen in staat zijn een juister oordeel uit te brengen over de werkzaamheden die vervolgens zullen ge- eischt worden en die welke tot dus verre gevorderd zijn. Geeft de minder juiste redactie van de instructie aanleiding tot de onderstelling dat aan den architect immer is opgedragen geweest bet opzicht over alle gemeente-' eigendommen, de geschiedenis leert juist het tegendeel; aan den architect zijn nimmer als gemeente-ambtenaar werkzaamheden op de gasfabriek opge dragen. Zal dit voortaan plaats hebben, dan moet, wil men niet onredelijk zijn, ook het traktement, in verhouding van den vermeerderden arbeid, worden verhoogd. De heer Lezwijn. Ik moet doen opmerken, dat, behalve over de gas fabriek wanneer dit door Commissarissen wordt verlangdaan den architect ook het toezicht zal worden opgedragen over het Caecilia-gasthuisde Bank van Leening en het Nosocomium, waardoor zijne werkzaamheden wel dege lijk zullen worden vermeerderd. De heer Cock. Nu de discussien van het onderwerp in behandeling zijn afgedwaald en thans hoofdzakelijk over eene verhooging van de bezoldiging van den gemeente-architect schijnen geloopen te hebben, ben ik wel ge noodzaakt tegen de behandeling van dat punt te protesteeren. Daar ik immers over die zaak wensch te zwijgendewijl zij volstrekt niet aan de orde iszoude uit mijn stilzwijgen opgemaakt kunnen wordendat ik al het gesprokene beaamde. Dit is volstrekt het geval niet, en ik zoude niet gaarne deze vergadering verlaten terwijl ik dien schijn achterliet. Mocht die zaak vroeger of later aan de orde komen en behoorlijk onderzocht zijn, dan ben ik volkomen bereid er van gevoelen over te wisselen. Thans is alleen aan de orde de redactie der wijzigingen van twee onzer huishou delijke verordeningen, als uitvloeisel van het raadsbesluit van 13 December 11. De heer Van Heukelom. Wij moeten ons toch de vraag stellenof wij zoodoende den architect meer werkzaamheden mogen opdragen. Dat is juist waartegen ik bedenking had, indien niet al dadelijk daarbij op den voorgrond stond eene verhooging van traktement. De heer Goudsmit. Ik geloof, met den heer Cockdat al die redenee ringen niet /luius loei zijn. Er is alleen quaestie van een verschillend toezicht door verschillende autoriteiten op werken der gemeente. Alle die werken nu te zamen maken uit één ondeelbaar geheel, waarvan de heer Van Heukelom niet zal ontkennendat zij eigenaardig behooren tot den werkkring van den architect. Mocht het nu blijken, dat diens werkzaam heden buiten evenredigheid zijn vermeerderdnu dan kan men, zoo noodig, later met een voorstel tot verhooging van zijne jaarwedde voor den dag komen. Nu kan daarover geen debat worden gevoerdnu het alleen geldt de regeling, de verdeeling van toezicht over verschillende gemeentewerken. De heer Van Heukelom. Ik geef toe, dat op dit oogenblik aan de orde is eene verdeeling van het toezicht; maar die moet toch uitgevoerd worden. De heer Goud3Mit. Daartoe strekt deze wijziging. De heer Van Heukelom. Maar men dient toch ook te letten op de gevolgen. De Voorzitter. Ik ben het eens met den heer Goudsmit, dat wij op dit oogenblik niet over die gevolgen hebben te spreken. Ik stel thans voor, overeenkomstig het voorstel van de Commissie voor de huishoudelijke ver ordeningen te besluiten. Dat voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. d. Het voorstel der commissie tot wijziging van art. 2 der verordening van den I4den Mei 1858, houdende reglement op het beheer en bestuur der stedelijke gasfabriek. Wordt, zonder beraadslaging, aangenomen met 19 tegen 2 stemmen. Tegen stemdende heeren Du Rieu en Van Puttkammer. e. De wijziging van art. 10 van het reglement van orde voor de verga deringen van liet college van Burgemeester en Wethouders, wordt, zonder beraadslagingmet algemeene stemmen goedgekeurd. IX. Verzoek van C. Van Cazant om den zolder in de Smidssteeg in huur te bekomen. (Zie Handd. 1 n". 7.) De conclusie van het gunstig rapport van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. X. Voordracht tot het verleenen van eene toelage aan den hoofdonder wijzer J. A. Van Dijk. (Zie Handd. 1n°. 12.) Die voordracht wordt, zonder beraadslaging, aangenomen met 19 stemmen tegen 1die van den heer Du Rieu. De Voorzitter. Verlangt niemand meer het woord? De heer Krantz. Ik wenschte in herinnering te brengen, dat bij de behandeling der gemeentebegrooting is ter sprake gebracht de aanschaffing van eene stoombrandspuiten dat aan Burgemeester en Wethouders was opgedragen daaromtrent een voorstel te doen. Ik zou nu willen vragen in hoever daaraan gevolg wordt gegeven. De Voorzitter. Ik kan u mededeelen, dat het rapport nagenoeg i3 vastgesteld en eerstdaags zal worden gedrukt. De heer Krantz. Ik dank u, mijnheer de Voorzitter, voor die mede- deeling. Ik wensch hierbij nog alleen dit te voegen, dat, naar ik vernomen heb, bij den laatsten brand te Rotterdam zeer gunstige resultaten zijn verkregen van den dienst der stoombrandspuit. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. VERBETERING. In de rede van den heer De Fremery over de voordracht betrekkelijk de oprichting van een schoollokaal jop het terrein van de Baaihal (Handd. 64 bladz. 3) staat, regel 28 v. o.: 2 pCt. van het verbruikte kapitaal, enz.; lees: 5 pCt. van het verbruikte kapitaalenz. In Handd. I van 1873, n®. 11, staat regel 18 v. b.tot den gemiddelden prijs van f 0.7 7ÏS per hectoliter; lees: tot den gemiddelden prijs van f 0.47" per hectoliter Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1873 | | pagina 3