HANDELIN6EN TAD BEN BEKEENTEBAAD VAN LEIDEN.
59.
INGEKOMEN STEKKEN,
ter inzage van de leden nedergelegd.
N°. 233. Leiden, 7 December 1872.
Het collegie vaïi gedeputeerde staten van Zuid Holland heeft ons bij
missive van 25 November jl. n°. 127, doen toekomen een afschrift van
het Koninklijk besluit van den 19<fen te voren n°. 12, houdende goedkeu
ring der door hen met ingang van 1 Jan. 1873 vastgestelde jaarwedden
van Burgemeesters, Secretarissen, Ontvangers en Weihouders, vergezeld
van een extract-staat waaruit blijkt dat bedoelde jaarwedden voor deze ge
meente zijn vastgesteld als volgt: voor den Burgemeester op 3600, den
Secretaris op ƒ3000, den Ontvanger op 3000, en iederen Wethouder
op 1000.
Bij missive van 3 December jl. n°. 35 hebben gedeputeerde staten ons
daarop de begrooting voor 1873 met bijbehoorende memorie van toelichting
teruggezonden met verzoek den Raad uit te noodigen bedoelde begrooting
dienovereenkomstig te wijzigen, en ons, voor zoover na het tijdstip der
vaststelling veranderingen zijn gebracht in de jaarwedden enz. van het on
derwijzend personeel, die tevens daarin op te nemen.
De begrooting zal alsnu met een bedrag van ƒ900 in uitgaaf moeten
worden verhoogd.
Ten gevolge evenwel van eenige sedert de vaststelling der begrooting
voorgevallen veranderingen zullen enkele posten van uitgave kunnen worden
verminderd.
De gepensioneerde beambte ten kantore van den gemeente-ontvanger
Willem Wijnnobel is den 30 November jl. overledenzoodat het voor
dien persoon uitgetrokken pensioen ad 345.50, behoort te vervallen
volgnummer 145 zal alzoo moeten worden verminderd met gezegd bedrag
en worden vastgesteld op f 5338.92.
In het onderwijzend personeel zijn sedert de vaststelling der begrooting
eenige vacatures ontstaannamelijk aan de school n°. 2 voor onvermogen-
den van eenen onderwijzer 2de klasse en aan de meisjesschool 2de klasse
van twee onderwijzeressen 2de klassetengevolge waarvanmet het oog op
de aanstelling van nieuwe titularissen tegen het minimum der bij de ver
ordening bepaalde jaarwedden, volgnummer 116 kan worden vermiuderd
met f 350 en alzoo zal behooren te worden vastgesteld op een bedrag van
f 60860.
Tot vinding van het nog benoodigd bedrag van f 203.50, stellen wij u
voor den post voor onvoorziene uitgaven met ƒ200 te verminderen en alzoo
vasttestellen op 5800 en het batig saldo thans geraamd op 50.89,
vasttestellen op f 47.39.
De begrooting leggen wij hierbij over ten einde daarin de bovenvermelde
wijzigingen worden aangebracht, terwijl wij hiernevens voegen een suppletoire
memorie van toelichting, waarbij tevens, ingevedge het verzoek van Gede
puteerde Staten, nadere inlichtingen worden verstrekt aangaande de restant
kapitalen der in de volgnummers 143 en 144 bedoelde geldleeningenwaar
van uitbetaling en aflossing moet geschieden.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz.
Leiden, 10 December 1872.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen het voorstel
.van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der begrooting van 1873, als
gevolg van de verhooging in de jaarwedden van den Burgemeester en van de
Wethoudersdoor het collegie van Gedeputeerde Staten onder goedkeuring
des Konings vastgesteld.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N°. 333. Laiden, 5 December 1872.
Bij het door ons collegie aan uwe vergadering ingediend rapport van 26
Augustus j. 1. stelden wij voor om te besluiten tot:
1". het dempen van de Nieuwe Volmolengracht en het plaatsen aldaar van
een nieuw lokaal voor de school n". 2 voor minvermogenden;
2°. het inrichten van het schoollokaal op de Oude Vest tot tusschenschool;
3°. het tijdelijk verplaatsen van de school n°. 2 voor minvermogenden
naar de Baaihal;
4°. het tijdelijk verplaatsen van de bewaarschool in de Baaihal, hetzij naar
het Caecilia-Gasthuiswanneer dit zal zijn ontruimd, hetzij naar een ander
geschikt lokaal, daarvoor door ons collegie in overleg met de Commissie
voor de bewaarscholen aan te wijzen.
Sedert hebben zich omstandigheden voorgedaan, die eene verandering
in den bestaanden toestand hebben gebracht, zoodat wij besloten hebben bo
vengenoemd voorstel terug te nemen.
Zoowel de Plaatselijke Schoolcommissie als de Districts-selioolopziener heb
ben ons gewezen op de wenschelijkheid om op het terrein van de Baaihal
eene school voor minvermogenden op te richten en om, nadat die school gereed
zal zijn, liet schoollokaal op de Oude Vest te bestemmen voor bewaarschool,
waardoor de kosten van demping der Volmolengracht zouden worden bespaard.
Naar hun oordeel zoude het terrein van de Baaihal met de aangekochte
huisjes voldoende ruimte aanbieden voor eene schooi van minvermogenden
en zoude het schoollokaal op de Oude Vest beter geschikt zijn voor bewaar-
dan voor tusschenschool.
1878.
Naar aanleiding van deze door het schooltoezicht ontwikkelde zienswijze,
hebben wij onmiddellijk een nader onderzoek naar de uitvoerbaarheid van
dit planhetwelk vroeger reeds door ons in overweging was genomendoen
instellen.
De Commissie van Fabricage heeft ons daarop te kennen gegevendat
er zeer zeker wel bezwaren tegen dit plan bestondenvoornamelijk betref
fende de ligging van het gebouw tegenover het Zuidende ongunstige gele
genheid tot het verkrijgen van voldoend licht aan de beide einden van het
terrein en in het algemeen ten gevolge van den minder gunstigen vorm
van de beschikbare ruimte, doch dat die bezwaren althans voor gedeeltelijke
oplossing vatbaar waren.
Dit laatste is dan ook, onzes inziens, gebleken uit het plan door onzen
gemeente-architect opgemaakt, waarbij deze ambtenaar er in geslaagd is
om de vele moeielijkheden die bet terrein oplevert, na herhaalde bereke
ningen en overwegingen te overwinnen.
Aangaande dit ontwerp kunnen wij, behalve hetgeen daaromtrent in het
bericht der Commissie van Fabricage voorkomtnog het volgende mede-
deelen.
Het schoolgebouw thans geschikt voor de plaatsing van 600 leerlingen
zal voldoen aan de behoefte, aangezien het getal leerlingen op de school
voor minvermogenden n°. 2, gedeeltelijk geplaatst in het lokaal op de
Oude Vest en voor een gedeelte in de Baaihal, thans bedraagt onge
veer 550.
Voor de plaatsing van eenige privaten is gebruik gemaakt van de schuine
gedeelten aan de achterzijde van het terrein, welke privaten licht verkrijgen
uit de achterpoort en uit het plafond en van ruime ventilators zullen wor
den voorzien. De privaten in den gang verkrijgen licht en lucht van bin
nenplaatsen en tevens elk een ventilator.
De afvoer der faecalien zal geschieden met reukeloos aangelegde dichte
riolen naar nabijgelegen stadsriolen.
Voor de luchtverversehiug zal op vierledige wijze gezorgd wordente weten
1°. door ruime grondkanalen gaande tot onder de a jour kachelplaten,
in gemeeuschap met den buitenrand der kachels, zoodat versche verwarmde
lucht binnenstroomt;
2°. door opgaande kachelpijpen in het midden der plafonds met een
sluitbaar a jour roset; voorts gaat de rookpijp tot boven het dak op en
heeft tusschen het plafond en het beschoten dak eene afgesloten kokering
zoodanig dat wegens de verdunde lucht in den koker er afvoer van be
dorven lucht plaats heeft
3°. door staande kokers ter hoogte van twee meters met buitenroosters
binnenschuiven en bovenkleppenalle naar behoefte te gebruikenterwijl
de onderschuiven tegenover de roosters steeds buiten schooltijd zullen wor
den geopend en
4°. door een weiuig (20 c. m.) naar binnen opendraaiende bovenramen
met driehoekige zijschermenalles tot openen en sluiten behoorlijk ingericht.
Bij elke klasse wordt een leerbord tegenover de ramen geplaatst met een
plafondlicht boven elk bord.
De overkleederen worden in den corridor bewaard, ten welken einde aan
de beide gangmuren kapstokken zullen worden geplaatstterwijl het plafond
van den gang vier ventilators verkrijgt.
Eindelijk is de vloer van het gebouw 50 c. m. boven de straathoogte
gelegen en de hoogte van den vloer tot het plafond 5 meters.
Wanneer aan dit plan uitvoering wordt gegeven, dan zal, naar ons in
zien in de bestaande behoefte aan een behoorlijk ingericht schoollokaal
voor minvermogenden op voldoende wijze worden voorzien.
De plaatselijke schoolcommissie heeft daarmede genoegen genomen en
evenzeer de inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht voor Zuid-Hol
landblijkens de overgelegde rapporten.
Aan het bezwaar van den inspecteur tegen de plaatsing van eene pomp
naast een privaat zal worden tegemoet gekomen door de bedoelde pomp in
verbinding te brengen met een reservoir van duinwater.
De kosten zijn met inbegrip van ameublement en de verdere benoodigd-
heden geraamd op ƒ38000.
Wat betreft de verplaatsing van de Bewaarschool thans in de Baaihal naar
het schoollokaal op de Oude Vest heeft de Commissie voor de bewaarscholen
ons te kennen gegeven dat daartegen bij haar geen bezwaar bestaat, mits
dit lokaal behoorlijk voor eene bewaarschool worde ingericht en voorzien
worde van eene ruime speelplaats.
Wanneer tot het bouwen van eene school voor minvermogenden in de
Baaihal overeenkomstig dit voorstel mocht worden beslotendan zullen wij
later eene nadere voordracht tot verbouwing van het schoollokaal op de
Oude Vest aanbieden met opgave van de daarvoor benoodigde kosten
waarbij dan tevens voor de inrichting van eene behoorlijke speelplaats zal
worden zorg gedragen.
Met intrekking van onze in den aanhef dezer vermelde voordracht stel
len wij thans op grond van het aangevoerde voer, om te besluiten:
1°. dat op het terrein van de Baaihal zal worden opgericht een lokaal
voor de school n°. 2 voor minvermogenden overeenkomstig het overge
legd plan;
2°. dat de bewaarschool in de Baaihal alsmede de leerlingen van de
school n", 2 voor minvermogenden thans aldaar opgenomentijdelijk zullen
worden verplaatst naar een of meer lokalen door Burgemeester en Wet
houders in overleg met de Commissie voor de bewaarscholen en de Plaat
selijke Schoolcommissie daarvoor aan te wijzen;
3°. dat het schoollokaal op de Oude Vest zal worden ingericht tot be
waarschool, wanneer de sub 1". bedoelde school gereed zal zijn, en
4°. dat de kosten voor een en ander benoodigd gevonden zullen worden
door verkoop van inschrijving op het Grootboek.
71