HiSlEUHfilH VAN DEN ÜHHBENTER&AD VAN LEIDEN. 43. Zitting van Donderdag 13 September 1SÏ3. geopend te drie uren. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Van Heukelom, Hartevelt, De FremeryVan Puttkamraer, Evers, Lezwijn, Van Hettinga Tromp, EigemanLe Poole, Bijleveld Verster Veeikind Dercksen Van Outeren, Van Wensen, WttewaallBuys en Van den Brandeler. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Dinsdag 3 Sep tember worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Vijf dispositiën van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 2 en 3 Sept. jl.B. n°». 6227. 6228, 6226, 6112 en 6246 (3» afd.), G. S., n°». 23/1 en 23/2, 19, 13/2 en 36, ten geleide van de door hen goedgekeurde besluiten van 15 en 29 Augustus jl., strekkende tot: verhooging der gemeente-begroolingdienst 1872, met f2210 (aan koop van 3 huisjes voor de eventueele vergrooting der Bewaarschool in de Baaihal); af- en overschrijving gemeentebegrootingdienst 1872, tot een bedrag van 1800 (vergrooting der bewaarscholen in de Scheistraat en de Groene- steeg) c. aankoop van drie huisjesverkoop van inschrijving op het grootboek en afstand van grond aan T. L. Muusers; d. tot afstand van grond van het tusschen de gemeenten Leiden Utrecht en Woerden gemeenschappelijk jaagpad, aan C. Meurs Zoon, te Aarlan- derveen e. tot af- en overschrijving van de gemeente-begrooting, dienst 1872, van een bedrag van fl 1967.685 en van ƒ130. 2°. Missive van den heer J. Seelig, houdende kennisgeving dat hij de benoeming tot lid der Commissie van Fabricage aanneemt, alsmede kennis gevingen van de heeren Van Outeren en Eigemandat zij de herbenoeming tot lid respectievelijk van de Commissie belast met het ontwerpen en herzien der plaatselijke strafverordeningen en van de Commissie van Financiën aan nemen. De missive van den heer Seelig is van den volgenden inhoud Leiden5 September 1872. Hoezeer ten hoogste vereerd met de benoeming van den Gemeenteraad, mij medegedeeld bij UEds. geëerde regelen dd. 3 dezer n°. 621, vreesik, dat mijne overige werkzaamheden mij beletten zullen, om de betrekking van lid der Commissie van Fabricage naar den eisch te vervullen. Met den omvang derzelve uit den aard der zaak nog niet ten volle bekend wil ik evenwel gaarne beproeven om aan het in mij gestelde vertrouwen te voldoen. Ik heb derhalve de eer in antwoord te berichtendat ik de gedane benoeming aanneem. Aan den Heere Burgemecester Het lid van den Gemeenteraad van Leiden." J. Seeliq. 3°. Missive van den Minister van Binnenlandsche Zakenwaarbij wordt goed gekeurd het raadsbesluit tot aanstelling van eenen leeraar in de staathuis houdkunde aan de hoogere burgerschool, op eene jaarwedde van ƒ1600. Deze missive luidt als volgt: »'s Gravenhage, 10 September 1872. Gaarne hecht ik mijne goedkeuring aan het mijbij uwen brief van 20 Augustus 11. n°. 579, toegezondene besluit van den Raad uwer gemeente, dd. 15 Augustus te voren, tot aanstelling van een leeraar voor de staats wetenschappen enz. aan de hoogere burgerschool, op eene jaarwedde van ƒ1600. Aan Heeren Burgemeester en De Minister van Binnenlandsche zaken Wethouders der gemeente Leiden." voor den Ministerde Secretaris Generaal A. C. Van Heusde 1. S. G. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adressen van J. llietbergen en Dr. M. J. de Goeje, om afschrijving van plaatselijke directe belasting. 2°. Missive van de Gemeente-Commissie van het Ned. Herv. kerkgenoot schap aan Burgemeester en Wethouders en den Raad gericht, houdende be zwaren tegen het voorstel om met 1873 met de aflossing van de schuld ten laste van de hoofdkerken een aanvang te maken. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en \an de Commissie van Financiënten fine van bericht en raad. 3°. Missive vandeGedep. Staten, waarbij eene nadere regeling van de jaar wedden Van den Burgemeester en de Wethouders wordt in overweging gege ven in verband met den uitslag der laatste tienjarige volkstelling. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze missive te stellen in handen van de Commissie van Financiën, ten fine van bericht en raad. 4". Missive van den Kerkeraad der Ned. Herv. gemeentedaarbij over leggende afschrift van het rapport van zijne Commissie in zake het Weeshuis. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van HH. Gecommitteerden uit den Gemeenteraad in zake het Weeshuis, ten fine van bericht en raad. 1872. 5°. Voorstel van Commissarissen der Gasfabriek, tot uitbreiding van het terrein dier fabriekten einde een nieuwen gashouder te kunnen plaatsen. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën, ten fine van bericht en raad. Aan de orde is I. Verzoek van P. Kooreman Pz.om eene stoep te leggen voor een per ceel op den Vliet. (Zie Handd. 41 n°. 172.) De conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders, om de gevraagde vergunning te verleenen, wordt, zonder beraadslaging, met alge- meene stemmen aangenomen. II. Verzoek van W. R. Van der Vliet, om eervol ontslag als hulponder wijzer aan de openbare school n°. 1 voor minvermogenden. (Zie Handd. 41, n°. 173.) De Voorzitter. Dat adres zou thans aan de orde zijnmaar de adres sant heeft zich heden-ochtend bij Burgemeester en Wethouders vervoegd en om bijzondere redenenverzocht die behandeling alsnog aan te houden. Burgemeester en Wethouders vinden geen bezwaar aan dat verzoek te vol doen zoodat ik voorstel deze zaak alsnu buiten behandeling te laten. Hiertoe wordt besloten. III. Verzoek van F. J. Paanakkerom het keldergat in de Maarsmanssteeg n«. 5 te vergrooten. (Zie Handd. 41, n°. 174.) De conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders, om het verzoek toe te staan, wordt, zonder beraadslaging, met algemeenestemmen aangenomen. IV. Voordracht tot openbare verpachting van den dienst van concierge in de Stads-Gehoorzaalen tot wijziging van het tarief. (Zie Handd. 41, n°. 175 en 42, n°. 175*.) De Voorzitter. De heeren hebben de stukken kunnen lezen. Ik zal dus vragen, wie daarover het woord verlangt. Over de voordracht tot openbare verpachting door geen der leden het woord gevraagd zijnde, wordt die voordracht in hoofdelijke omvrage gebracht en met 15 tegen 3 stemmen aangenomen. -Tegen stemden: de heeren Eigeman Veefkind en Dercksen. De Voorzitter. Ik breng thans in discussie het tarief, zooals het thans gewijzigd wordt voorgesteld. Gelijk de heeren gezien hebben, kan de Com missie van Financiën zich zeer goed met het tarief vereenigenzooals het thans is ontworpen. De heer Veefkind. Ik heb met genoegen bemerkt dat, bij het ontwer pen van het nieuwe tarief, de Commissie van Fabricage grootendeels heeft gevolgd het tarief, dat in der tijd door de Commissie van Financiën is voorgesteld, maar toen door den Raad werd verworpen. Tegen de voorge stelde huurprijzen bij het gebruik der verschillende lokalen voor ééns en tegen de voorwaardenwaarop lokaal n°. 1 (de groote zaal) des avonds na 5 u. bij abonnement in gebruik zal worden afgestaanheb ik dan ook geene bedenkingen. Maar des te meer is dit het geval waar het geldt bijna al de overige cijfers van het tariefdie betrekking hebben op het afstaan der zaal n°. 1 (bij abonnement) tot 's nam. 4 u. en op het verhuren (ook bij abonnement) der lokalen n°. 2 en 3zoowel voor het gebruik bij dag als voor dat bij avond. Die beide deelen van het tarief staan evenmin in billijke verhouding tot elkander als er in het tweede gedeelte iets bestaatdat op evenredigheid der cijfers onderling gelijkt. De voorgestelde huurprijzen voor lokaal n°. 1 (de groote zaal) bij dag en die voor de zalen n°. 2 en 3 zoowel bij dag als bij avondzijnin verhouding tot de huur van lokaal n°. 1 des avonds, bij abonnement veel te hoog berekend. Wil men nu geene vaste verhoudingen aannemen dan bestaat er, mijns inziens, nog wel grond om, met het oog op de concurrentie, den huurprijs voor de kleinere lokalen lager, niaar nooit om die proportioneel hooger te stellen dan dien voor de groote zaal. Ook het gebruik van de groote zaal bij dag had dunkt mij, door het stellen van aannemelijke conditiën bij abonnement, wel wat geanimeerd mogen worden terwijl het voorgesteld tarief juist het tegendeel doet. Ik heb mij de moeite gegeven om de voorgedragen cijfers eens na te gaan en ben tot de conclusie gekomen dat ik aan deze voordracht mijne stem niet zal kunnen geven, tenzij de tarieven bij abonnement voor het gebruik der kleinere lokalen en voor dat der groote zaal bij dag eene vrij belangrijke vermindering ondergaan. De Voorzitter. Het zou mij aangenaam zijn, indien de heer Veefkind zijn voorstel nog eens nader zou willen verduidelijken. De heer Veefkind. Volgaarne, Mijnheer de Voorzitter, ofschoon eene quaestie van cijfers zich zeer slecht tot mondelinge behandeling leent. Vol gens de voordracht zal bij abonnement voor zaal n°. 1 des avonds moeten worden betaald: voor 1019 avonden f 150.dat is 7\ maal de enkele huur, 20—29 e 250.— 12J id. 3039 300.#15 h id. 40—50 400.— 20 id. Maar nu het gebruik tot 's namiddags 4 uur, dan wijst het voorgesteld tarief aan 49

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1872 | | pagina 1