De Voorzitter. Het ia geene belemmering, maar eene beleefdheid van wege Burgemeester en Wethouders. Wil de heer du Rieu er ook een voorstel van maken? De heer du Hieu. Ja, Mijnheer de Voorzitter. Dit voorstel wordt voldoende ondersteund. De heer Goudsmit. Ik kan mij met het voorstel van den heer du Rieu niet vereenigen. Gold het een bestaande toestand, had de man er een vlot liggen, ik zou er niet tegen hebben. Maar nu geldt het het schep penvan een nieuwen toestand en, terwijl de Raad nog te beraadslagen heeft over een toekomstig plan, zou het inderdaad een belachelijk figuur maken indien een verzoek werd toegestaan in eene richting tegenovergesteld aan die van het plaatselijk bestuur. De heer Buys. De Voorzitter zeide zoo even, dat wanneer de demping niet doorgaat, de adressant nog altijd op zijn verzoek kan terugkomen. Ik weet niet of die verklaring wel geheel overeenstemt met het eigen voor stel van Burgemeester en Wethouders. Immers tusschen het voorstel van Burgemeester en Wethouders en het advies van de Commissie van Fabricage bestaat een vrij groot verschil. Eerstgenoemd collegie wil namelijk adres- sant's verzoek aanhoudende Commissie van Fabricage het daarentegen af wijzen. Het eerste is dunkt mij meest rationeel. Evenzeer als ik met den vorigen spreker geloof, dat er onder de tegenwoordige omstandigheden geen termen bestaan om in te willigenzoo vind ik ook geen termen om af te wijzen. Men moet eenvoudig doen wat Burgemeester en Wethouders willen namelijk het nemen van eene beschikking uitstellen tol geschikter oogenblik en daarvan aan den adressant kennis geven. De Voorzitter. Mijne bedoeling was deze: wanneer de adressant, in het vooruitzicht op de demping, toch verlangt het spoelvlotje te leggendan kan bij zich op nieuw tot den Rand wenden. Reeds nu is hij in kennis ge steld dat de demping aauhangig is. De heer van Heukelom. Alleen dit, Mijnheer de Voorzitter. Hoe het later met het voorstel betreffende de demping zal gaanwaardoor het ge bruik van het vlot kan worden belemmerddit kunnen wij nog niet voor- uitloopen. Intusschen kan die man, hangende de beslissing, misschien nog veel voordeeltjes met dit vlotje behalen, tot goedmaking der kosten; en wellicht kan hij er ook nog eenig geld mede verdienen. Het voorstel van den heer du Rieu, om het verzoek van den adressant toe te staan, in omvraag gebracht zijnde, wordt verworpen met 11 tegen 5 stemmen. Voor stemden: de heeren Bijleveld, Lezwijn, Cock, van Heukelom en du Rieu. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, strekkende om aan den adressant te kennen te geven dat zijn verzoek wordt aangehouden tot dat omtrent de demping eene beslissing zal zijn genomenwordt hierop met algemeene stemmen aangenomen. VI. Voordracht tot de onderhandsche verpachting, bij continuatie, van de opbrengst van het brug- en tolgeld aan de Spanjaardsbrug en het Zijlhek. (Zie Handd. 38, n°. 167.) Wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen. VII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1872. (Zie Handd. 38n". 165.) Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. VIII. Verzoek van C. M. Bosch Kramer, om afschrijving van haren aanslag in de plaatselijke directe belasting over 1871. (Zie Handd. 38, n°. 169.) Overeenkomstig de conclusie van het rapport van Burgemeester en Wet houders en van de Commissie van Financiën, wordt met algemeene stemmen besloten, het verzoek toe te staan. IX. Verzoek van het bestuur van het gesticht »de Voorzienigheid", om twee uitloozingen te maken in het riool in de Krauwelsteeg. (Zie Handd. 38, n°. 170.) Overeenkomstig het rapport van Burgemeester en Wethouders, waarmede de Commissie van Fabricage instemt, wordt met algemeene stemmen beslo ten het verzoek toe te staan. X. Verzoek van N. van Wijk, ter bekoming van gemeentegrond aan de Boommarkt. (Zie Handd. 38, n°. 171.) De heer van Heukelom. Mijnheer de Voorzitter! Ik kan mij niet best vereenigen met de conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethou ders. Het spijt mij, de zaak is met de meeste welwillendheid behandeld, en toch geloof ik dat men tot eene andere conclusie had moeten komen. Ik geloof, dat als er sprake is van afstand van grond van wege de stad, men dan wel mag vragen: tot welk gebruik? De adressant nu geeft met veel ophef te kennendat de. aanbouw aan de belende woning hem in de uitoefening en voortzetting zijner affaire hinderlijk is. Maar wat is er van die affaire? hij noemt zich winkelier en verhuurder van vaartuigen enz. Maar in dat woord «enz." zit een kroeghouder en wel een van de ergste soort. Ware 'teen openbare herberg, ik zou de schouders ophalen, maar het is wat men noemt een knijpkroeg met een' aparten achteringang en waarde liefhebbers, die zich nog eenigszins schamen, openlijk een kroeg te bezoeken, als het ware ongemerkt naar binnen sluipen om een zoogenaamd knijpertje te nemen en op die wijze bepaalde drinkebroers worden. Is het nu goed aan zoodanigen kroeghouder grond af te staan naast een huis, dat pas is verbouwdwaaraan veel is ten koste gelegddoch waardoor, bij den afstand van den aangevraagden grond, het gebruik belemmerd, ja on dragelijk gemaakt zou worden. Ik geef wel in bedenking om daartoe niet over te gaan. De Voorzitter. Aan Burgemeester en Wethouders is daaromtrent niets bekend. De heer van Heukelom. Ik heb er nog een bepaald onderzoek naar ingesteld en bevonden dat men tapte: bier, brandewijn en gedistilleerde wateren. De Voorzitter. Dan stel ik voor deze zaak aan te houden tot eene volgende vergadering. Dienovereenkomstig wordt besloten. XI. Verdeeling van den Raad in sectiën. De afdeelingen worden verdeeld als volgt 1» Afdeeling: de heeren Stoffels, Wethouder en lid derCommissie van Fabricage, Buys, voorzitter der Commissie van Financiën, van Puttkammer, van Hettinga TrompDriessen, du Rieu, van Heukelom en Wttewaall. 2® Afdeeling: de heeren Lezwijn, Wethouder, Hartevelt, lid der Commis sie van Financiën, van Wensen, lid der Commissie van Fabricage, Goud smit, Evers, Dercksen, Verster en Cock. 3® Afdeeling: de heeren de Fremery, Wethouder, Eigemanlid der Commissie van FinanciënSeeliglid der Commissie van FabricageLe Poole, KrantzVeefkind, Bijleveld en van Outeren. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1872 | | pagina 2