2®. door J. J. Fransman, om de stoep te vernieuwen en daarin een kel
dergat te maken vóór zijn huis op de Haarlemmerstraat, wijk 6, n°. 378
(straatn®. 44), mits het keldergat niet grooter zij dan een meter lang
en een halve meter breeden tegen betaling van het rechtbepaald bij art.
3, n®. 37, van het tarief, vastgesteld den 5 Maart 18B7.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Fabricage, enz.
N°. 148. Leiden, 20 Juli 1872.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer u bij deze over te leggen
het concept-raadsbesluit betreflende de rekening van ontvangsten en uitgaven
der gemeente Leiden over het dienstjaar 1871, om, nadat de rekening der
trekvaarten en jaagpadenwelke deze stad met andere steden in gemeenschap
bezit, over datzelfde jaar zullen zijn goedgekeurd, indien het aangeboden
ontwerp uwe goedkeuring wegdraagthet op den voorgedragen voet en wijze
vast te stellen.
Tot dekking der onbetaald geblevene sommen ad 1510.47® (stelsel
Liemur), ƒ9520.96 (stads-gehoorzaal) en ƒ936.25 (vergrooting van de
school voor onvermogenden n®. 2)te zamen ƒ11967.68®, leggen zij hierbij
tevens over eene suppletoire begrooting, ten einde dat bedrag te vinden
uit het vermoedelijk beschikbaar overschot van den dienst van 1871 en te
brengen op het artikel onvoorziene uitgaven der begrooting dienst 1872 en
tevens de vereischte staat van af- en overschrijving, om van dat artikel, het
op de drie respectieve artikelen benoodigde, te kunnen overbrengen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, Juli 1872.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ten
fine van bericht en raad gestelde verantwoording van Burgemeester en Wet
houders van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente over 1871, benevens
de daarbij overgelegde rekening van den gemeente-ontvanger.
Zij heeft bij dat onderzoek opgemerkt dat daaronder de hoogst mogelijke
volledigheid plaats had.
Daar deze rekening gedrukt is en sedert den 20 Juli jl. ter inzage van
alle leden op de leeskamer heeft gelegenacht de Commissie het onnoodig
u op deze of gene punten opmerkzaam te maken, en neemt zij mitsdien de
vrijheid u te raden omonder goedkeuring der rekening van de trekvaarten
en jaagpaden, welke deze gemeente in gemeenschap met andere bezit, deze
rekening voorloopig vast te stellen bij een besluit waarvan het ontwerpover
eenkomstig art. 220 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad n'. 85), u te
gelijk met de rekening door Burgemeester en Wethouders is aangeboden
terwijl zij nog ten slotte de vrijheid neemt u te raden de daarbij overge
legde suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving
tevens vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 144. Leiden, 29 Juli 1872.
De Commissie der bewaarscholen alhier heeft er onze aandacht op gevestigd
dat de speelplaatsverbonden aan de openbare bewaarschool in de Scheistraat
voor het aantal kinderen dat daarvan gebruik maakt te klein is en drin
gend vergrooting behoeft, en dat zulks gevoegelijk zoude kunnen geschie
den door een gedeelte van het open terrein van het St. Elisabeths-gasthuis
ter breedte van 7 metersdaaraan te verbinden.
Na een ingesteld plaatselijk onderzoek is het ons gebleken dat tegen dit
plan geene overwegende bezwaren bestaan, en dat daaraan uitvoering zoude
kunnen worden gegeven door het plaatsen van een muur of andere af
sluiting.
De kosten van deze vergrooting zijn geraamd op ƒ430, terwijl nog voor
verplaatsing der privaten, van de pomp enz. benoodigd is 370, zoodat
de kosten in het geheel zullen bedragen ƒ800.
Bovendien behoort de openbare bewaarschool in de Groenesteeg mede te
worden vergrootin verband met eene noodzakelijke verplaatsing der
privaten.
De kosten daarvoor benoodigd worden geraamd op 1000, als:
Aankoop van een huisje750.
Transportkosten50.
Verplaatsing der privaten en verdere verbouwing 200.
Wij stellen u voor tot het aanbrengen van de bovenomschreven verbete
ringen te besluiten en de kosten, ten bedrage van ƒ1800, te vinden door
af- en overschrijving van Hoofdstuk VII, art. 9 der uitgaven, begrooting
dienst 1872, kosten der bewaarscholenop art. 5 van dat Hoofdstuk,
onderhoud van de scholen enzen wel op grond dat van de op eerstgemeld
artikel uitgetrokken somvermoedelijk een meerder bedrag dan het boven
genoemde onbeschikt zal blijven.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 2 Augustus 1872.
De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen het voorstel
van Burgemeester en Wethouders tot vergrooting van de bewaarscholen in
de Scheistaaat en in de Groenesteeg, waarvan de kosten worden geraamd
op ƒ1800, en geeft mitsdien in overweging dienovereenkomstig te besluiten
en den overgelegden staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting
voor 1872 vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DKABBE.