Artt. 1720 worden aldos goedgekeurd, de drie eerste artt. met wijzi
ging van het woord ^Burgemeester" in ^Burgemeester en Wethouders."
Art. 17. Indien de ouders of die hen vervangen bij herhaling het be
paalde in art. 15 niet nakomen, geeft de hoofdonderwijzer of'de hoofd
onderwijzeres daarvan kennis aan den Burgemeester.
Art. 18. Wanneer leerlingen herhaaldelijk van de school afwezig blij
ven zonder dat voor die afwezigheid wettige redenen zijn aan te voeren
wordt daarvan mede aan den Burgemeester kennis gegeven. Aan zoodanige
leerlingen kanop voordragt van den hoofdonderwijzer of van de hoofdon
derwijzeres voor een door den Burgemeester goed te keuren tijdde toe
gang tot de school worden ontzegd.
Art. 19. Leerlingen, die zich zoo slecht gedragen dat zij voortdurend
den goeden gang van het onderwijs verstoren, moeten door den hoofdon
derwijzer of de hoofdonderwijzeres tijdelijk van de school verwijderd worden
die daarvan onmiddellijk aan den Burgemeester kennis geeft en diens be
slissing inroept.
Art. 20. Maandelijks zal de hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres
aan de ouders of die hen vervangen een schriftelijk rapport mededeelen
omtrent het gedrag, de vlijt en de vorderingen hunner kinderen of pupilen.
Art. 21. Jaarlijks wordt een staat opgemaakt van het gedrag en de
vorderingen van alle leerlingen der school en aan de leerlingen die het
zich waardig hebben gemaakt, op voordragt van den hoofdonderwijzer of
de hoofdonderwijzeres, een door Burgemeester en Wethouders te bepalen
prijs uitgereikt.
Aan de leerlingendie de hoogste klasse met vrucht hebben doorloo-
pen, wordt een getuigschrift, volgens bijgevoegd model, uitgereikt.
De heer Goudsmit. In dit artikel wordt gesproken van de leerlingen
die het zich waardig hebben gemaakt. Nu blijkt het wel uit de tweede
alinea dat de bedoeling is, dat er een getuigschrift zal worden uitgereikt
aan de leerlingen die de hoogste klasse met vrucht hebben doorloopen
maar ik geloof dat die bedoeling duidelijker moet blijken. Het certificaat
moet een prikkel zijn voorde leerlingen om de hoogste klasse te doorloopen
en indien ik mij niet bedrieg zal alleen onder die voorwaarde het certificaat
worden afgegeven.
De Voorzitter. Het is wel degelijk de bedoeling, dat het getuig
schrift alleen zal worden uitgereikt aan de leerlingen die de hoogste klasse
met vrucht hebben doorloopen. Ik geef dan ook in overweging om art. 28
van de vorige verordening in verband te brengen met de laatste alinea van
het thans in behandeling zijnde art. 21.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Artt. 22 en 23 worden aldus goedgekeurd.
Art. 22. De prijsuitdeeling wordt door eene les voorafgegaan en heeft
plaats vóór de zomer-vacantie aan het einde van den jaarcursusin tegen
woordigheid van eene commissie uit het collegie van dagelijksch bestuur.
Art. 23. Tot bijwoning van de les en de prijsuitdeeling worden uitge-
noodigd de leden van den Gemeenteraadde leden der Plaatselijke School
commissie de Schoolopziener en de ouders der leerlingenof die hen ver
vangen.
De Voorzitter. Ik stel voor de vaststelling van deze verordening ook
tot de volgende zitting aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
VERORDENING houdende Instructie voor de hoofdonderwijzers en hoofd
onderwijzeressen der openbare lagere scholen.
Artt. 18 worden aldus goedgekeurd.
Art. 1. De hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen zijn verpligt
stiptelijk alle bepalingen uit te voeren van de verordeningen op de scholen
voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs binnen deze gemeente.
Art. 2. Zij zorgen voor het geven van klassikaal onderwijs en het
streng handhaven der klassen-verdeeling.
Art. 3. Zij dragen zorg dat het onderwijs gegeven worde overeenkomstig
een rooster, die jaarlijks door hen opgemaakt, in de maand Maart bij
Burgemeester en Wethouders ingezonden en door dezenna de Plaatselijke
Schoolcommissie gehoord te hebben, vastgesteld,wordt.
Deze rooster wordt in afschrift aan de Schoolcommissie medegedeeld en
in de school opgehangen.
De hoofdonderwijzer van de voorbereidende school der 2e klasse, voor
jongens en meisjes, moet zich omtrent de leerplannen en de geheele inrig-
ting der school verstaan met den hoofdonderwijzer en de hoofonderwijzeres
der scholen voor voortgezet onderwijs der 2e klasse, voor welke zij tot
voorbereiding dient.
Art. 4. Zij zien toe op het gedrag en den ijver van het hulppersoneel
en geven daarvan in de maand Junij van elk jaar een verslag aan Burge
meester en Wethouders. Zij zenden den Schoolopziener een afschrift van
dit verslag.
Art. 5. Zij zijn verpligt aau het hulppersoneel alle hulp bij hun werk
te verleenen en aan de kweekelingen vormend onderwijs te verschaffenin
gevolge de voorschriften reeds vastgesteld of nader vast te stellen.
Art. 6. Zij zijn verpligt, indien iemand van het hulppersoneel zich aan
slecht gedrag of pligtverzuim schuldig maakt, daarvan dadelijk aan Burge
meester en Wethouders kennis te geven.
Art. 7. Zij gebruiken op de scholen geene andere leerboeken dan die
welke door de Plaatselijke Schoolcommissie zijn goedgekeurd.
Art. 8. Zij zijn verpligt de kinderen en de ouders, of die hen vervan
gen met de meeste welwillendheid en voorkomendheid te behandelen.
Art. 9. Zij zijn verpligt zorg te dragen voor de reinheid der localen
en voor goede Iuchtverversching.
De heer Veefkind. Ik heb ten deze eene kleine opmerking van ge
heel huishoudelijken aard. Moet hun ook niet worden opgedragen de zorg
voor eene behoorlijke verwarming der localen?
De Voorzitter. Ik geloof dat dit van zelve spreekt.
De heer Bijleveld. Ik zou willen vragen of het geheele artikel niet
kan vervallen. Mij dunkthet ligt zoo voor de handdat de hoofdonder
wijzers hebben te zorgen voor reinheid en Iuchtverversching in de loca
len dat het wel niet noodig zal zijn dat afzonderlijk in de instructie te
bepalen. Mogten zij daarin in gebreke blijvendan zou eene opmerking van
hen, die met het toezigt zijn belast, toch wel voldoende zijn.
De Voorzitter. Ik geloof toch, dat het goed is te bepalen, wie in
in deze de verantwoordelijke persoon is.
De heer van Heokelom. Ik geloof wel, dat het zaak is deze bepaling
te latenwant het rein houden der localen is nog iets anders dan het
gewone schoonmaken.
De heer Bijleveld. Het is mijn plan niet tegen de voorgestelde bepa
ling eene ernstige oppositie te voeren. Is men voor het behoud, ik wil er
gaarne in berusten.
Het artikel wordt goedgekeurd.
Art. 10. Zij dragen zorg voor het zindelijk houden en goed bewaren
der schoolbehoeftenzien toe dat deze zonder hunne toestemming niet
worden medegenomen en zorgenbij de aanschaffing van nieuwede
daarvoor op de begrooting uitgetrokken posten niet te overschrijden.
De heer Dercksen. Ik wenschte nog even terug te komen op art. 8.
Is het niet vreemd, te denken, dat de onderwijzers minder ordentelijk
konden zijn dan de ouders? Zou men die bepaling niet alsnog kunnen
weglaten.
De Voorzitter. Ik geloof ook, dat art. S wel alsnog zou kunnen
wegvallen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Art. 10 wordt goedgekeurd.
Art. 11. Zij zijn een half uur vóór den aanvang van eiken schooltijd
in de school aanwezig en mogen die niet vóór den geheelen afloop van
eiken schooltijd verlaten. Indien zij door ziekte verhinderd zijngeven zij
daarvan kennis aan den Burgemeester en aan den onderwijzer of onderwij
zeres der eerste klasse.
In andere gevallen mogen zij van de school niet afwezig blijven dan
met toestemming van den Burgemeester.
Het artikel wordt goedgekeurd.
Artt. 1216 worden aldus goedgekeurd.
Art. 12. Zij mogen aan niemand van bet hulppersoneel voor langer
dan drie dagen vrijheid geven om van de school afwezig te blijven.
Tot het verleenen van een verlof voor langeren tijd hebben zïj de toe
stemming van den Burgemeester noodig.
Art. 13. In de maand Januarij van elk jaar zenden zij bij Burge
meester en Wethouders de verantwoording in van de hun verstrekte toela
gen ten behoeve der kweekelingen.
Art, 14. Elke drie maanden laten zij door het hulppersoneel een staat
vervaardigen, meldende het gedrag, de vlijt en de vorderingen van iederen
leerling in elk vak.
Deze staten liggen steeds gereed voor Burgemeester en Wethouders, de
Plaatselijke Schoolcommissie en den Schoolopziener.
Art. 16. Met uitzondering van de hoofdonderwijzers der scholen voor
onvermogendendoen zij den gemeente-ontvanger elke maand opgave van
die leerlingen, welke de school in de afgeloopen maand hebben verlaten.
Art. 16. De hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen, uit hunne be
trekking wenscbende te worden ontslagen, zijn verpligt twee maanden vóór
het tijdstip, waarop dit ontslag moet ingaan, zich daartoe schriftelijk tot
den Gemeenteraad te wenden.
VERORDENING houdende Instructie voor het hulppersoneel der openbare
lagere scholen.
De artikelen dezer verordening worden aldus goedgekeurd:
Art. 1. Het hulppersoneel is verpligt stiptelijk alle voorschriften op te
volgenhun door den hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeresof die
hem of haar vervangt, te geven.
Art. 2. Zij zijn verpligt, een half uur vóór den aanvang van eiken
schooltijdin de school tegenwoordig te zijnten einde toe te zien op
het binnenkomen der leerlingen en alles in orde te brengenwat in dien
schooltijd moet gebruikt worden.
Art. 3. Zij zijn verpligt den hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres
indien deze het verlangt, in de administratieve werkzaamheden der school
behulpzaam te wezen.
Art. 4. Indien zij door ziekte verhinderd worden op de school tegen
woordig te zijn, zorgen zij dat de hoofdonderwijzer of de hoofdonderwij
zeres daarvan vóór den aanvang der school kennis draagt.
Art. 5. Indien zij om andere redenen afwezig wenschen te blijven,
verzoeken zij onder mededeeling der redenenden hoofdonderwijzer of de
hoofdonderwijzeres om verlof en onderwerpen zich aan zijne of hare uit
spraak, behoudens beroep op den Burgemeester.
Art. 6. Bij ontstentenis van den hoofdonderwijzer of de hoofdonder
wijzeres, treedt de onderwijzer of de onderwijzeres der eerste klasse in
zijne of hare plaats; bij ontstentenis van beide, de oudste onderwijzer of
onderwijzeres der tweede klasse.
De onderwijzer of onderwijzeres die den hoofdonderwijzer of de hoofd
onderwijzeres vervangt, heeft dezelfde verantwoording als deze.
Art. 7. Het hulppersoneel moet de hun opgelegde verpligtingen trouw
nakomen en de kinderen goed behandelen; alle onbetamelijke middelen tot
handhaving der orde en tucht moeten vermeden worden.
Art. 8. De onderwijzers of onderwijzeressen, hulponderwijzers of hulp
onderwijzeressen, uit hunne betrekking wenschende te worden ontslagen,
zijn verpligt éénc maand vóór het tijdstip, waarop dit ontslag moet ingaan,
zich daartoe schriftelijk tot den Gemeenteraad te wenden.
VERORDENING regelende het onderwijs in teekenen en gymnastiek aan de
openbare lagere en middelbare scholen te Leiden.
Artt. 14 worden aldus goedgekeurd.
Art. 1. Aan al de openbare lagere scholen en aan de Hoogere Burger
school dezer gemeente wordt onderwijs gegeven in handteekenen en gym
nastiek.
Art. 2. Het onderwijs in het handteekenen wordt op de scholen voor
on- en minvermogenden en op de school voor voorbereidend onderwijs der
2e klasse, alsmede op de laagste klassen der overige scholen gegeven door
het hulppersoneel aan die scholen werkzaam.