HAfllELIRGER VAH 111 fiSHEEHTEBAAD TA» HIDES. 14. INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. N®. 417. Leiden, 18 Maart 1872. Burgemeester en Wethouders nemen de vrijheid uwe vergadering voor te stellen om te besluiten tot den openbaren verkoop van eenige boomen na der omschreven op de hierbij gevoegde lijst. De daarop in de eerste plaats vermelde boomen bevinden zich op het perceel gemeentegronds, hetwelk bij het door Gedeputeerde Staten van deze provincie goedgekeurd raadsbesluit van 20 Februarij jl. kosteloos aan de fabriekanten J. en A. Le Poole in eigendom is afgestaan ten einde daarop eenige arbeiderswoningen te bouwen en zullen derhalve, als die bebouwing in den weg staande, behooren te wor den opgeruimd. De verkoop van de op bedoelde lijst in de tweede plaats omschreven boomen wordt noodzakelijk geacht, omdat bij nader onderzoek ons is ge bleken dat zij niet meer vatbaar zijn voor opsnoeijing, waartoe vroeger plan bestond. De takken toch die halverwege de sloot uitsteken kunnen niet worden weggehaktdoordien zij te hoog in de kruin voorkomen en te dun en te lang uitgegroeid zijn om op de gewone wijze al ware 't zelfs met levensgevaar te worden gekapt. Bovendien moeten deze boomen, evenzeer als de overige op de lijst ver meld, geacht worden in den toestand waarin zij zich thans bevinden, in meerdere of mindere mate gevaar op te leverenen dient te worden opge merkt dat de waarde, al naarmate het jaargetijde vordert, niet onbelangrijk zal verminderen. Het is derhalve wenschelijk dat spoedig tot den voor gestelden verkoop kunne worden overgegaan. Wat de opruiming van den in de laatste plaats vermelden boom betreft, wordt het daartoe strekkend voorstel gedaan in verband met het ingekomen adres van W. C. Hoogendijk verzoekende een vaste brug te leggen over de sloot langs den singel tusschen de Zijl- en Hoogewoerds-poorten. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. Voorstel tot den openharen verleooj) van eenige boomen. 6 ijpen boomen op den Vestwal tusschen den Vliet en de gedempte Koe poortsgracht. 7 dito op het open pleintje buiten de Hoogewoerdspoortgrenzende aan het erf van den heer A. J. Rijshouwer. 1 dito aan het Rapenburg voor het huis van den Hoogleeraar W. G. Pluygers. 1 dito op het Levendaal voor de staldeur van den heer G. Kottner. 4 dito aan den singel bij de Naakte Sluis. I dito aan den singel tusschen de Zjjl- en Hoogewoerds-poorten, bij de Schrijversbrug. Leiden, 18 Maart 1872. De Commissie van Financiën heeft de eer te berigten dat zij geene be denkingen heeft tegen de voordragt van Burgemeester en Wethouders tot den openbaren verkoop van de boomennader omschreven in de daarnevens gevoegde lijst, en mitsdien de vrijheid neemt u in overweging te geven om dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financienenz. Zitting Tan Donderdag 21 Maart 1873, geopend ten 2 ure. Voorzitter: de heer Rurgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Stoffels, Verster, Veefkind, du Rieu, Wttewaail, Eigeman, Lezwijn, Hartevelt, de Fremery, van Wensen, Krantz, Driessen, van Heukelom, Evers, Dercksen, van Hettinga Tromp, Goudsmit, Buys en van den Brandeler. De heeren Hubrecht, van Outeren en Bijleveld gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De notulen van het verhandelde in de zitting van Vrijdag 1 Maart wor den gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Eene missive van de Gedeputeerde Staten van Zuidholland, ten ge leide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 20 Februarij jl., tot kosteloozen afstand van gemeentegrond aan de fabriekanten J. en A. Le Poole. 2°. Eene missive van de Ged. Staten van Zuid hollandten geleide van de door hen goedgekeurde raadsbesluiten van 1 Maart jl., houdende vast stelling van twee staten van af- en overschrijving op de gemeentebegrootins dienst 1871 en 1872. 3°. Eene aan Burgemeester en Wethouders gerigte missive van Burge meester en Wethouders van Alkemade, houdende mededeeüng dat het ma ken van eene brug over de Ringvaart van den Haarlemmermeerpolder is herbesteed, waaraan de Gemeenteraad zijne goedkeuring heeft gehecht. Deze missive is van den volgenden inhoud: 1872. »Alkemade, 2 Maart 1872. Bij deze hebben wij de eer UEd. Achtb. kennis te geven, dat den 20»tM> der vorige maand door ons is herbesteed het maken van eene brug over de Ringvaart van den Haarlemmermeerpolder nabij de Nieuwe Wetering alhierj dat de Gemeenteraad daaraan zijne goedkeuring heeft gehecht, en dat weldra met het werk een aanvang zal worden gemaakt. De Burgemeester en Wethouders der gemeente Alkemade, J. Hoolboom, Burgemeester. D. van Klink, Wethouder, 1. S." 4°. Eene missive van Mevr. de Wed. G. H. Fabius—Ledeboer, houdende mededeeling dat zij de benoeming tot Regentesse van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis aanneemt. 5°. Eene missive van J. Mooten en W. P. van der Drift, houdende kennisgeving van eene door hen opgerigte smidsvereeniging, onder den naam van «Nut door Vriendschap." x Deze worden voor kennisgeving aangenomen. 6". Het verslag van de Commissie voor de bewaring van voorwerpen van waarde of belangrijk voor de oudheidkunde en de geschiedenis der kunst. Hieromtrent wordt besloten het voor kennisgeving aan te nemen en op te nemen in het Jaarlijksch Verslag. De Voorzitter legt vervolgens over: 1®. Voordragt ter benoeming van een 2d"> hulponderwijzer 3de klasse aan de school n°. 2 voor onvermogenden. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 2°. Adres van Vrouwe J. du Rieu geb. Mispelblom Beijer, om ontslag als Regentesse van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit te stellen in handen van het Bestuur van het betrokken gesticht, ten fine van berigt en raad. 3®. Adres van Mej. J. P. Drinhuizen, om ontslag als 1ste hulponder wijzeres 3de klasse, aan de meisjesschool 2de klasse. 4®. Adres van W. C. Groenevelt, om ontslag als docent aan de meisjes school 1ste kl. 5®. Adres van W. P. Wolters, verzoekende het gebruik van een der localen in de Hoogere Burgerschool, voor het geven van lessen in de Nederlandsche taal. 6°. Adres van W. C. Hoogendijk, om eene vaste brug te mogen leg gen over de sloot langs den singel tusschen de Zijl- en Hoogewoerdspoorten en dat een aldaar staande boom worde weggeruimd. 7°. Adres van J. Otger, om eene brug te leggen over de sloot gelegen aan het jaagpad nabij de Wouterbrug. 8®. Adres van D. Noothoven van Goor, om een duiker te leggen uitko mende in de Middelstegracht, tot voeding van een stoomketel. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten al deze stukken te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. 9®. Voorstel van het raadslid Dercksen. tot wijziging van art. 13 van de verordening houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door par ticulieren. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiënten fine van berigt en raad. 10°. Adres van A. van Driel, te Leiden, en Mr. P. H. Engelste Utrecht, verzoekende dat de grond tusschen de Zijdgracht en St. Jacobs-grachtaan den eerstondergeteekende reeds voor eene lijnbaan afgestaan, voor hetzelfde doel aan beiden in gemeenschap worde overgedragen. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. Aan de orde is: -I. Benoeming van een 2'" hulponderwijzer 3« klasse aan de openbare school n°. 1 voor minvermogenden. (Zie Handd. 12, n®. 39.) De heeren de Fremery, Krantz en Driessen worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken. De uitslag der stemming is dat P. A. Biegman met algemeene (17) stem men wordt benoemd. De heeren Goudsmit en Buys komen ter vergaddling. II. Voordragt betreffende het te bouwen schoollocaal voor voorbereidend lager onderwijs. (Zie Handd. 12, n". 40.) De heer Eigeman. Mijnheer de Voorzitter, veroorloof mij u een paar vragen te doen. Ik lees in de voordragt van Burgemeester en Wethouders dat zij de toegangen tot de school zullen doen uitkomen op de Oude Vest, om daardoor grootendeels op te heffen het bezwaar, hetwelk de plaatselijke schoolcommissie heeft tegen het bouwen van de school op het plein bij het ziekenhuis, omdat in zijne onmiddellijke nabijheid vele bordeelen zich bevinden in stegen die toegang tot dat plein verleenen. Maar nu vraag ik: is het Dagelijksch Bestuur van plan de steeg, welke eertijds leidde van de Oude Vest tot de Kamp, en bij de bebouwing van het plein weder ontstaan zal, geheel te laten vervallen? Verder vraag ik: wat is er van waar, dat bij het Ministerie van oorlog het denkbeeld bestaat, zooals vele v 14

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1872 | | pagina 1