HUMMN TAD DEN GÜEI8TEBAAD TAN LEIDEN. 36. Killing van Donderdag 30 November 1871. geopend ten 2 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Eigemanvan Hettinga Tromp, Evers, Le- zwijn, de Eremery, Stoffels, van Wensen, DercksenVeefkind, du Rieu, Hubrecht, Hartevelt, Wttewaall, Krantz, Verster, van OuterenBuys, Goudsmit en van den Brandeler. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaturdag 18 November worden gelezen en goedgekeurd. Door den Voorzitter worden overgelegd: 1°. Voordragt, waarbij andermaal ahn de deliberatiën dezer vergadering wordt onderworpen de begrooting der dd. schutterij, bepaaldelijk met be trekking tot twee artt. waarin door haar wijziging is gebragt, met rapport van de Commissie van Financiën. 2°. Voordragten tot afschrijving van plaatselijke directe belasting, met rapport van de Commissie van Financiën. 3®. Voordragt van de Plaatselijke schoolcommissie ter vervulling der bij periodieke aftreding in haar midden ontstaande vacaturen. 4°. Adres van Mejufvr. C. Dejardin om ontslag als hulponderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs 1« kl. voor meisjes, met rapporten. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze stukken ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 5®. Adres van Commissarissen der Nieuwe Sociëteithoudende verzoek om nog voor 10 jaren vergunning te erlangen tot behoud van de houten schutting aan hunne sociëteit. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. 6®. Adres van Jhr. Mr. J. N. van Puttkammer, om ontslag uit de be trekking van secretaris dezer gemeente. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën, ten fine van berigt en raad. 7°. Adressen van Mr. J. N. van Hall, H. G. Hartman Jz. en A. Mon- tagne, om tot secretaris dezer gemeente benoemd te worden. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, Aan de orde is: t. Benoeming van een regent voor het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. (Zie Handd. 34, n°. 44.) De heeren Stoffels, Hubrecht en van Outeren worden door den Voor zitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Met 16 stemmen wordt benoemd de heer Dr. J. E. van Iterson JAz. zijnde 2 stemmen uitgebragt op den heer A. van Hettinga Tromp, en 1 op den heer J. J. Brandhoff Isselman, terwijl 1 briefje in blanco was ge laten. II. Benoeming van o. een hulponderwijzer der 2de klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2d» klasse voor jongens. (Zie Handd. 35, n°. 45.) Met 18 stemmen wordt benoemd F. C. Corbachzijnde 1 stem uitgebragt op W. A. de Hond. b. eene hulponderwijzeres der 1ste klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1ste klasse voor meisjes. (Zie Handd. 35n°. 46.) Met 15 stemmen wordt benoemd J. C. Renssen; zijnde 2 steramen uit gebragt op J. Vlaanderen, en l stem op O. Tulleken, terwijl 1 briefje in blanco was gelaten. c. eene 2do hulponderwijzeres der 4d® klasse aan dezelfde school. (Zie Handd. 35, n°. 47.) Met algemeene stemmen wordt benoemd S. H. W. van Goor den Oos- terlingh. d. eene bulponderwijzeres der 2de klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse voor meisjes. (Zie Handd. 35, n°. 48.) De heer Hartevelt. Voor en aleer tot deze benoeming over te gaan wenschte ik op te merken, dat de keus, die aan den Kaad gelaten wordt, niet zeer ruim is. Het blijkt toch dat er maar ééne persoon is die in aanmerking komt; de twee anderen zijn maar toegevoegd, ofschoon zij de vereischte acte als hoofdonderwijzeres missen. Er bestaat bij mij geen twijfel of Burgemeester en Wethouders hebben deze voordragt gedaan naar regt en billijkheid en na overleg met de betrokken autoriteiten. Mij is echter ter oore gekomendat er eene sollicitante (misschien ook meer deren) is geweest, die de vereischte acte wel bezat; dat eene dergelijke persone van de voordragt wordt afgelatenkan zeer goed geschied zijn in het belang van de persoon zelf; ik vraag hier niet naar de redenen, want allerminst zoude ik het avenir van wie ook in de waagschaal willen stellen 1871 het zal mij genoeg zijn, mijnheer de Voorzitter, wanneer ik van u vernemen magdat de voordragt juist zóó en niet anders is opgemaaktin het belang van andere sollicitanten, zoo die er zijn geweest. De Voorzitter. De heer Hartevelt heeft volkomen de bedoeling be grepen onzer voordragt; ook ben ik bereid, des noodig, in besloten ver gadering de meest mogelijke inlichtingen deswege te geven. Ik voeg hier gaarne bij dat ook deze voordragt met naauwgezetheid is overwogen. Tot de benoeming overgegaan zijnde, wordt met 15 stemmen benoemd II. M. Klerk de Reus; zijnde 1 stem uitgebragt op W. C. J. Hepp, terwijl 3 briefjes in blanco waren gelaten. e. eene lste hulponderwijzeres der 4de klasse aan dezelfde school. (Zie Handd. 35 n°. 49.) Met 17 stemmen wordt benoemd J. J. Peltenburg; zijnde 2 stemmen uitgebragt op mej. A. Broekhof!. III. Verzoek van J. J. Wijtenburg, om ontslag als hulponderwijzer der 2de klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der lste klasse voor jongens. (Zie Handd. 35, n°. 50.) De conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. In de vooronderstelling dat uwe vergadering het ge vraagde ontslag wel zou willen verleenen, hebben Burgemeester en Wet houders, in het belang van het onderwijs, gemeend reeds nu eene voor dragt te moeten indienen ter vervulling der thans ontstane vacature. Die voordragt kan dan in eene eerstvolgende vergadering aan de orde gesteld worden. Zij is natuurlijk in overleg met den schoolopziener en den hoofd onderwijzer opgemaakt. De heer Goudsmit. Worden de hulponderwijzers en hulponderwijzeressen mijnheer de Voorzitterin dier voege benoemddat zij gedurende een ze keren tijd hier moeten blijven, of is daaromtrent niets bepaald? Wij loo- pen alsdan gevaardat zijbij elke betere kans of lotsverbetering zich spoe dig wederom zullen verwijderen, waardoor het onderwijs noodwendig lijden moet. Ik zou dus willen vragenof aan de benoeming niet de voorwaarde verbonden is, dat de benoemde gedurende eenigen tijd ten minste zal moe ten blijven. De Voorzitter. In de verordening is niets dergelijks bepaald, en zoo danige bepaling zou m. i. hier toch niet binden, want als de benoemden zich elders wenschen te begevenkan men hen daarin niet verhinderen. De heer Goudsmit. Dat zou toch voor hen tegelijk eene moeijelijk- heid opleverenwant dan ware hun de mogelijkheid van een eervol ontslag benomen, hetgeen voor hen natuurlijk voor eene plaatsing elders minder wenschelijk zou zijn. Daarom zou ik wel eene dergelijke voorwaarde nu'.tig achten. De Voorzitter. Ik wil de zaak gaarne in overweging nemen. De heer Goudsmit. Ik wil daarom de aandacht op dit punt vestigen omdat het niet dan voor het onderwijs nadeelig kan zijnwanneer gedu rende den cursus er zoo vele mutatiën plaats hebben. De Voorzitter. Over het algemeen kunnen wij zeggendat wij daar over gedurende de laatste jaren nog al niet te klagen hebben. De heer Goudsmit. Ja, maar wel in de toekomst, vreesik, als de meis jesscholen eene uitbreiding zullen ondergaan. IV. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting voor 1871. (Zie" Handd. 35, n°. 51.) De conclusie van het rapport der Commissie van Financiën wordtzonder beraadslaging, met algemeene stemmen aangenomen. V. Wijziging in het raadsbesluit van den 29 December 1870 tot heffing eener plaatselijke directe belasting. (Zie Handd. 35n°. 52.) De heer Veefkind. Mijnheer de Voorzitter, ik wensch tot de Commissie van Financiën de vraag te rigtenof het hare bedoeling is ommet die verhooging van 20 pCt., alleen te treffen hen die kamers verhuren dan wel of zij die verhooging ook wenscht toe te passen op hen die afschrij ving genieten voor een deel hunner woning, dat dient tot uitoefening van hun bedrijf. De heer Buys. Ik meendat de bedoeling is om de 20 pCt. verhooging algemeen toe te passen op allen die voor een gedeelte van hun huis afschrij ving van belasting bekomenniet alleen op hen die kamers aan anderen verhurenmaar ook op hen die een gedeelte van hunne woning uitsluitend bestemmen voor de uitoefening van hun bedrijf. De bijvoeging, door de Commissie van Financiën voorgesteldkomt namelijk aan het slot van de eerste zinsnede en moet dus geacht worden op die geheele zinsnede van toepassing te zijn. De heer Veefkind. Ik moet u zeggen, mijnheer de Voorzitter, dat de zaak mij niet duidelijk was. Het woord hoofdbewoner", dat de Commissie in de voorgestelde toevoeging gebruikt, doet, mijns inziens, denken dat de nieuwe bepaling alleen ziet op hen die kamers verhuren; bovendien is in de geheele voordragt der Commissie van niets anders sprake. De heer Buys. Ik geloof niet dat die bedoeling ligt in het voorstel der Commissie. Voor deze onderstelling pleit vooreerst, wat ik zooeven 52

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 1