HANDELINGEN VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 37. 1NGER0MEN STERREN, ter inzage van de leden nedergelegd. N#. 85. Leiden, 27 November 1871. Ter voldoening aan artikel 2 der Verordening van 21 December 1857, heeft de Plaatselijke Schoolcommissie alhier de eer u ter vervulling der va caturen welke door de periodieke aftreding van vier harer leden op den Sisten December aanstaande in hare Commissie zullen ontstaan, u de navol gende personen aan te bevelen voor de vacature ontstaande door de aftreding van den Heer dr. P. L. Eijke: de Heeren Dr. P. L. Eijke en Dr. D. Doyer; voor de vacature ontstaande door de aftreding van den Heer Mr. J. E. Goudsmit: de Heeren Mr. J. E. Goudsmit en J. A. F. Coebergb voor de vacature ontstaande door de aftreding van den Heer J.van Heu- kelom Jr.de Heeren J. van Heukelom J'. en Mr. W. C. D. Olivier; en voor de vacature reeds ontstaan door het verleend eervol ontslag aan den Heer M*. F. B. Coninck Liefsting, die mede op den 31sten December aanstaande periodiek zoude hebben moeten aftreden: de Heeren Dr. J. H. C. Kern en P. J. Cosijn. De Plaatselijke Schoolcommissie te Leiden Aan den Gemeenteraad van - A. J. Wijnstroom, Leiden. Secretaris. N°. 86. Leiden, 1 December 1871. Ter vervulling der vacature, met 1°. Januarij e. k. ontstaande door de periodieke aftreding van Prof. P. J. Veth, als lid der Commissie voor de bewaarscholen alhier, hebben wij de eer u het navolgend dubbeltal voor te dragen, met uitnoodiging daaruit debenoeming te willen doen, als: l°.DProf. D. Bierens de Haan, 2°. Mr. A. J. Wijnstroom. Wij voegen hierbij de opmerking dat het aftredend lid zijn verlangen heeft te Kennen gegeven om niet weder in aanmerking te komen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N». 87. Leiden, 30 November 1871. Ter vervulling der vacature van hulponderwijzer der 2' klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1« klasse, voor jongens, ontstaan door het verleend eervol ontslag aan J., J. Wijtenburg, hebben wijin overleg met den hoofdonderwijzer dier school en den distriets-schoolopzienereen drietal opgemaakthetwelk wij ons de eer ge ven u hiernevens aan te biedenmet verzoek daaruit de benoeming te doen als1°. Simon Petrus Perdijk 2'. Dirk Hendrikus Poelman3°. Hendrik Velthuisen, allen binnen deze gemeente werkzaam. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. 88. Leiden, 1 December 1871. In het begin dezes jaars werd door onsna het verleend eervol ontslag aan den Heer A. W. Kroonals onderwijzer in de natuurkunde en na tuurlijke historie bij het vormend onderwijs, met de waarneming der daar door opengevallen lessen tijdelijk belast de Heer H. Japikse, phil. nat. cand., die sedert voldoende blijken van bekwaamheid en geschiktheid voor die taak heeft gegeven. Wij nemen dientengevolge de vrijheid in overleg met den distriets-school opziener en den dirigeerenden hoofdonderwijzer, u thans voor te dragen den Heer Hendrik Japiksecandidaat in de philosophic aan de hoogeschool alhier, tot onderwijzer in gemelde vakken bij het vormend onderwijs te benoemen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N#.. 8». Aan den Eaad der gemeeute Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Jhr. Mr. J. N. van Puttkam- mer, dat hij gedurende ruim 40 jaren ambtenaar dezer gemeente is geweest, waarvan de laatste 32jaren als Gemeente-Secretaris, en thans den ouderdom van 72 jaren heeft bereikt; dat hij alsnu te rade is geworden zijne ambtelijke betrekking aan jeug diger krachten te moeten overlaten dat hij zich hiertoe verpligt acht in het belang van zijne geboorteplaats, de gemeente waarin hij bijna onafgebroken heeft geleefden aan wier wel vaart hij zijne beste krachten heeft gewijd. Eedenen waarom hij de vrijheid neemt u eerbiedig te verzoeken hem, mogt het u behagen onder toekenning van pensioeneen eervol ontslag uit de betrekking van Secretaris dezer gemeente te verleenen. 't Welk doende, enz. Leiden, 19 November 1871. v. Puttkammer. Leiden, 4 December 1871. Bij request, den 20,ten November 1871 ingekomen, heeft Jhr. Mr. J. N. van Puttkammer, Secretaris der gemeente Leiden, zich tot uwe vergadering gewend, met het eerbiedig verzoek om hem, op den leeftijd van 72 jaren, na ruim 40 jaren ambtenaar dezer gemeente te zijn geweesteen eervol ontslag uit die betrekking te willen verleenenonder -toekenning van pensioen. 1671. Burgemeester en Wethouders meeuen den uitgedrukten wensch te moeten eerbiedigen, van den man, die gedurende 43 jaren zijne beste krachten heeit gewijd aan de bevordering van de belangen der gemeente; zijn leef tijd en de belangrijke diensten aan de gemeente bewezen, geven hem meer dan gewone aanspraak op eene eervolle rust en erkenning van deze zijne diensten. De adressant is op 2 October 1828 tot commies van stads beschrevene middelen, op eene jaarwedde van f400, aangesteld, en werd reeds in 1839 geroepen tot de gewigtige betrceking die hij thans gedurende meer dan 32 jaren met eere heeft vervuld. Burgemeester en Wethouders meenen alzoo u te moeten aanraden omop grond van den bereikten leeftijd en de volbragte dienstjarenhet verzoek in te willigen onder toekenning van een pensioenovereenkomende met de bepalingen van de wet, regelende de burgerlijke pensioenen, dd. 9 Mei 1846, St.-bl. n°. 24, gelijk vroeger steeds na wel volbragten diensttijd is verleend. Art. 3 van die wet bepaalt dat bij den ouderdom van 65 jaren en 40 jaren dienst pensioen verleend wordtart. 13 dat als maatstaf voor de regeling van het pensioen wordt genomen de middelsom der wedde of be looning, door den ambtenaar gedurende de laatste zestig maanden van zijne dienst genotenterwijlingevolge art. 8het pensioen der ambtenaren wordt geregeld, voor ieder jaar dienst, naar een zestigste deel van de middelsom der wedde of belooning bij art. 13 bedoeld, zonder het 2/3 gedeelte van dat bedrag te boven te kunnen gaau. Aan de gestelde voorwaarden is door adressant voldaan, terwijl wat den maatstaf betreft, bij Koninklijk besluit van 18 November 1866, n°. 9, het tractement van den gemeente-secretaris is vastgesteld op /3000; die jaarwedde is alzoo gedurende vijf jaren genoten. Op grond van een en ander hebben Burgemeester en Wethouders de eer voor te stellen aan den adressant, op de meest eervolle wijze, met 1° Januarij e. k. of later, wanneer zijn opvolger zijne betrekking zal hebben aanvaard, ont slag te verleenen, onder toekenning van een pensioen ten bedrage van f 2000. Burgemeester en Wethouders van Leiden v. d. Brandeler Burgemeester. C. W. Hubbecht, Weth'. 1®. Secr«- Aan den Gemeenteraad van Leiden. Bij de hiernevensgaande missive doen Burgemeester en Wethouders het voorstel om aan Jhr. Mr. J. N. van Puttkammer, op zijn daartoe gedaan verzoek op de meest eervolle wijze ontslag te verleenen als Secretaris van deze gemeente en hem daarbij toe te kennen een pensioen van f 2000 's jaars. Geroepen om over het laatste gedeelte van dit voorstel van praeadvies te dienen, is het uwe Commissie aangenaam te kunnen verklaren, dat zij, volkomen instemmende met de overwegingen, welke Burgemeester en Wethouders tot hunne voordragt hebben geleidook geenerlei bezwaar heeft tegen de conclusiewaartoe genoemd Collegie aan het slot van die overwe gingen gekomen is. Bestond er immer voor den Gemeenteraad aanleiding om als erkenning van bewezen diensten aan aftredende ambtenaren pen sioen te verleenen, dan bestaat die aanleiding thans, nu het geldt het ver zoek van onzen eersten ambtenaar, die meer dan veertig jaren lang met onverpoosden ijver zijne beste krachten aan de dienst van deze gemeente heeft toegewijd. Overtuigd dat die toewijding door uwe Vérgadering niet minder zal worden erkend en gewaardeerd dan door de Commissie van Financiën aarzelt deze geen oogenblik u te raden om het voorstel van Burge meester en Wethouders, zooals het daar ligt, door uwe goedkeuring te be krachtigen. De Commissie van Financiën, enz. N°. 60. Leiden; 28 November 1871. De ondergeteekende, Clémence Marie Jeanne Dejardin, hulponderwijzeres aan de 2de afdeeling der openbare school voor meer uitgebreid lager onder wijs l5t' klasse voor meisjes, neemt de vrijheid, tegen 31 December 1871 een eervol ontslag uit hare betrekking te verzoeken. Aan Heeren Burgemeester en C. M. J. Dejardin. Wethouders der Gemeente Leiden. Leiden, 30 November 1871. Op het hiernevens overgelegd adres van Mejufvrouw Clémence Marie Jeanne Dejardin, houdende verzoek om een eervol ontslag tegen 31 Decem ber e. k. als 2e hulponderwijzeres der 2' klasse aan de 2' afdeeling der openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1® klasse, voor meisjes, hebben wij het gevoelen ingewonnen van de hoofdonderwijzeres dier school, wier advies hiernevens wordt overgelegd eu waarmede wij ons vereenigen. Wij nemen alzoo de vrijheid u te raden, de adressante het gevraagd ontslag tegen gemeld tijdstip eervol te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 28 November 1871. De Hoofdonderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs le klasse voor meisjes heeft de eer te verklaren dat zij er hoe genaamd geen bezwaar in ziet, om aan Mejufvrouw Clémence Marie Jeanne Dejardin het door haar verzochte eervolle ontslag te verleenen. Aan Heeren Burgemeester en A. J. W. Eenssen. Wethouders der gemeente Leiden. Hoofdonderwijzeres. 53

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 1