HMDMG1N VAM OEM GEMEENTERAAD VAM LEIDEN.
32.
Zitting van Donderdag 3 Kovcmber 1871,
geopend ten 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren Veelkind, du Bieu, Eigemanvan Hettinga
Tromp, Evers, Lezwijn, Hartevelt, de Frcmery, Hubrecbt, Tollens, Stoffels,
van Wensen, Krantz, Driessen, van Outerenvan HeukelomDercksen
Buys, Verster, Bijleveld, Goudsmit en van den Brandeler.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zittingen van Donderdag
26 October 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter. Van Commissarissen der gasfabriek is eene missive in
gekomen die ik den Secretaris verzoek voor te lezen.
Die missive is van den volgenden inhoud
«■Leiden, 2 November 1871.
De boekhouder van de stedelijke gasfabriek J. SchootmanDingsdag
namiddag te vier uren de fabriek heimelijk verlaten hebbendezonder aldaar
terug te keeren of ten zijnen huize eenig berigt van zijne verwijdering te
hebben achtergelaten, zijn door ons de noodige nasporingen bevolen, zoo
wel ten aanzien van de omstandigheden die aan zijne verwijdering zijn voor
afgegaanals met betrekking tot den toestand van het beheer dat hem was
opgedragen en toevertrouwd.
Voor zoover het gehouden onderzoek'strektis niet meer gebleken, dan
dat zijne sleutels en horologie op zijn lessenaar zijn nedergelegd, alvorens
hij de fabriek verliet.
Spoedig nadat vermoed werd, dat hij met zeker plan zich verwijderd
hadis door ons eene vergadering gehoudenwaarin besloten werd den be
ambte T. G. Key tijdelijk te belasten met de waarneming van alles wat
de boekhouding aangaat, maar het beheer der gelden op te dragen aan den
Directeur, die deze opdragt heeft aangenomen en alzoo de geldelijke ver
antwoordelijkheid draagt.
Wij hebben gemeend u hiervan te moeten kennis geven terwijl inmid
dels het onderzoek naar zijne' boekhouding en geldelijk beheer wordt voort
gezet en de uitslag daarvan zoodra mogelijk aan uwe vergadering zal worden
medegedeeld.
De Commissarissen der stedelijke gasfabriek
C. W. Hubrf-cht.
P. nu Uieu.
Aan den Gemeenteraad. J. I, van Wensen."
De Voorzitter. Ik twijfel niet of de vergadering zal instemmendat
Commissarissen der gasfabriek in deze zaak op de beste wijze hebben voor
zien in afwachting van hetgeen omtrent het beheer verder zal blijken en
waaromtrent nader mededeeling zal worden gedaan. Ik stel voor deze
missive voorloopig voor kennisgeving aan te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Door den Voorzitter wordt overgelegd
1°. Proces-verbaal van het opnemen der kas en boeken van den gemeente
ontvanger op 30 October 11.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit voor kennisgeving aan
te nemen en gedurende veertien dagen ter inzage van de leden in de lees
kamer neder te leggen.
2°. Adres van Pastoor J. Bots, ter bekoming van gemeentegrond in de
Marialijsensteeg.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit te stellen in handen van
Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
3°. Rapport op het adres van Dr. H. Boursse Wils, tot het plaatsen van
een reservoir voor duinwater op het Rapenburg.
4°. Idem op het adres van H. J, Labreetot het stellen van een houten
plankijs in den Ouden Rijn.
5°. Idem op het adres van M. van Welltot het maken van eene uit-
lozing in het stads-kolkriool op de Hoogewoerd.
6°. Idem op het adres van A. W. Sijthoff, waarbij deze verzoekt dat alle
officiële stukken die van stadswege in de Leidsche Courant worden bekend
gemaaktook aan het Leidsch Dagblad kosteloos worden verstrekt.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze stukken ter inzage van
de leden in de leeskamer neder te leggen.
7®. Adres van D. A. J. Hoogenstraaten Wz., tot het leggen van hnrd-
steenen banden voor de kelderlichten aan zijn huis aan het Gangetje.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in handen
van Burgemeester en Wethoudersten fine van berigt en raad.
Aan de orde is
I. Benoeming van eene 2de hulponderwijzeres 3de klasse aan de openbare
school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse, voor meisjes.
(Zie Handd. 28, n°. 32.)
Voor deze en de verder aan de orde gestelde benoemingenworden de
heeren Eigeman, Hartevelt en Buys door den Voorzitter uitgenoodigd met
hem het bureau van stemopneming uit te maken.
Met 19 stemmen wordt benoemd J. J. van der Weyde; zijnde 2 stem
men uitgebragt op C. Broekhof!terwijl 1 briefje in blanco was gelaten.
II. Benoeming van een hulponderwijzer 1ste klasse aan do openbare
School voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1ste klasse voor jongens.
(Zie Handd. 29 n°. 33.)
1871.
Met 21 stemmen wordt benoemd M. P. du Croixzijnde l briefje in
blanco gelaten.
III. Benoeming van eene Commissie, ten fine van onderzoek in hoeverre
er termen bestaan om de bank van leening op te heffen.
Wordt besloten dat die commissie uit drie leden zal bestaan, een voor
een te verkiezen.
Als eerste lid wordt met 12 stemmen benoemd de heer Buys; zijnde ver
der uitgebragt op de heeren Driessen 4, Cock 3 stemmen, Tollens, Evers
en Bijleveld elk 1 stem.
Voor het tweede lid worden bij eene eprste stemming uitgebragt op de
heeren Coek 5, Driessen, Dercksen en Bijleveld elk 3, du Rieu, Lezwijn
en van Heukelom elk 2 steramenHartevelt en Tollens elk 1 stem.
Vermits alzoo geen der leden de volstrekte meerderheid op zich vereenigd
heeft, wordt overgegaan tot eene tweede vrije stemming en wordt met
12 stemmen benoemd de heer Cock; zijnde verder uitgebragt op de
heeren Dercksen 4, Driessen 3, van Heukelom 2 stemmen en Bijleveld
1 stem.
Voor het derde lid worden hij eene eerste stemming uitgebragt op de
heeren Bijleveld en Dercksen elk 5, Driessen 3, van Heukelom, van
Hettinga Tromp en du Rieu elk 2 stemmenLezwijn Tollens en Goud
smit elk 1 stem.
Bij eene tweede vrije stemming worden uitgebragt op de heeren Bijle
veld 10, Dercksen 5, Driessen 4 en van Heukelom 3 stemmen.
Bij eene stemming over de twee leden die de meeste stemmen op zich
vereenigd hebben, wordt de heer Bijleveld met 17 stemmen benoemdzijnde
op den heer Dercksen 5 stemmen uitgebragt.
De drie benoemde heeren laten zich de op hen uitgebragte keuze wel
gevallen.
IV. Benoeming eener Commissie betreffende het verstrekken van duin
water.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten deze benoeming op de
zelfde wijze te doen plaats hebben als die van de vorige commissie.
Voor het eerste lid worden uitgebragt op de heeren van Heukelom 10,
Hubrecbt en Evers elk 4van den Brandeler 2 stemmenVerster en
Krantz elk 1 stem.
Bij eene tweede vrije stemming wordt met 18 stemmen benoemd de
heer van Heukelom; zijnde verder uitgebragt op de beeren Hubrecht,
VersterEvers en Stoffels elk 1 stem.
Tot tweede lid wordt met 12 stemmen benoemd de heer Evers; zijnde
verder uitgebragt op de heeren Hubrecht 7 stemmen, van Hettinga Tromp
Eigeman en Verster elk I stem.
Voor het derde lid worden, bij eene eerste stemming, uitgebragt op de
heeren Driessen 8Hubrecht 5 Lezwijn 4 stemmenDercksenTollens
Verster, Eigeman en Krantz elk 1 stem.
Bij eene tweede vrije stemming wordt met 12 stemmen benoemd de heer
Driessen; zijnde verder uitgebragt op de heeren Hubrecht 6, Leiwijn
2 stemmenTollens en Verster elk l stem.
De drie benoemde leden dier commissie laten zich mede de op hen uit
gebragte keuze welgevallen.
V. Staat van af- en oversohrijving op de gemeente-begrooting van 1S71
(Zie Handd. 28, no. 29.)
De conclusie van het rapport der Commissie van Financiën wordt zonder
beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen.
VI. Voordragt tot verhooging van de jaarwedde van den leeraar in de
staatswetenschappen aan de hoogere burgerschool.
(Zie Handd. 28no. 27.)
Wordt op gelijke wijze aangenomen met 19 tegen 3 stemmen.
Tegen stemden: de heeren Tollens, Dercksen en Verster.
VII. Voordragt tot bestendiging der parallel-afdeelingen aan de tweede
klasse der hoogere burgerschool.
(Zie Handd. 28no. 28.)
Wordt op gelijke wijze aangenomen met 18 tegen 4 stemmen.
Tegen stemdende heeren TollensDercksenVerster en Eigeman.
VIII. Adres van de Vereeniging Musis Sacrum, tot het plaatsen vaneen
reservoir voor duinwater en het leggen van een duiker, met nader rapport
van de Commissie van Fabricage.
(Zie Handd. 28, no. 31.)
De heer Eigeman. Ik zal stemmen voor de conclusie van het rapport
der Commissie van Fabricage. Maar ik zou willen vragenof daarbij niet
tevens eene recognitie zou moeten worden bepaald. Er zullen toch meer
dergelijke aanvragen komeneven als nu plaats heeft van den heer
Boursse Wils.
De heer Hubrecht. Er zal eene recognitie worden bepaaldzooals dit
is vastgesteld bij raadsbesluit van Maart 1857.
De heer van Outeren. In het eerste rapport der Commissie van Fabri-
cage werd de verpligting tot betaling van recognitie reeds opgenomen.
De heer Hubrecht. Zooals de heer van Outeren teregt heeft opgemerkt
is die recognitie in het eerste rapport vermeld.
De Voorzitter. De bedoeling is te handelen evenals ten aanzien van
het verzoek van den heer Boursse Wils.
48