HANDELINGEN TAN UN GEMEENTERAAD TAN LEIDEN. 30. INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. N°. 34. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met de meeste hoogachting te kennen Dr. Hendrik Boursse Wils, wonende alhier, Dat hij op den kanlwal aan zijn huis, hetwelk in aanbouw is, staande en gelegen op hel Rapenburg, hoek Houtstraat, n°. 30, wenscht te doen plaatsen een reservoir, alsmede eene pijp te leggen van den reservoir door de straal naar de hadkamer van bovenbedoeld woonhuis, Dal daartoe ingevolge de beslaande verordeningen uwe toestemming wordt vcreischt; Reden waarom hij de vrijheid neemt, zich tol UEd. te wenden met beleefd verzoek hem dil wel te willen toestaan. 't Welk doende, enz. Leiden, 20 September 1871. Dr. Hendrik Boursse Wils. Leiden, 30 October 1871. In onze handen werd, ten fine van herigt en raad, gesteld een adres van ür. Hendrik Boursse Wils, daarbij verzoekende om in de straat aan den kanlwal vóór zijn huis aan het Rapenburg, hoek Houtstraat, n®. 30, een reservoir of lillreerloeslel te mogen doen plaatsen, alsmede om eene pijp te leggen door de straat naar de hadkamer in genoemd perceel. Wij hebben daarop ingewonnen het rapport der Commissie van Fabri cage, hetwelk wij hiernevens in afschrift overleggen en waarmede wij ons wel kunnen vereenigen. Wij nemen alzoo de vrijheid u te raden des adressants verzoek toe te staan, onder de voorwaarde door de Commissie bij haar rapport aan gegeven, en voorts tegen betaling der regten, bij art. 3, n°. 10, 12, 15, 16 en 17 van hel tariel van 5 Maart 1857 vastgesteld. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz Leiden, 25 October 1871. De Commissie van Fabricage heeft de eer op de hierbij gevoegde aan den Gemeenteraad ingediende requeslen te berigten, dal bij haar geen be zwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek, gedaan: 1°. door Dr. II. Boursse Wils, maar nader toegelicht, ten aanzien der strekking om een fillreertoestelter grootte van zestig centimeters wijdte en diepte, te leggen in de straat aan den kant van den wal vóór zijn huis op het Rapenburg, wijk IV, n°. 644 (straaln®. 30), alsmede eene pijp te leggen door de straat, om water te trekken naar eene bad kamer, mits dat toestel dooreen steen gedekt en aangewezen, ten einde ook desnoodig te worden schoongemaakt, alsmede tegen betaling der regien bepaald bij art. 3, n". 10, 12, 15, 10 en 17 van het tarief, vastgesteld 5 Maart 1857. 2° enz. De Commissie van Fabricage, enz. Aan lleeron Burgemeester en Wethouders. 1®. enz. 2®. door H. J. Lahree, tol hel stellen van een houten plankijs in den Ouden Rijn voor zijne werkplaats in de Koppenhinksleeg, wijk VII, n°. 1077 (straatn®. 6), mits, na vooraf verkregen vergunning van het Hoogheemraadschap van Rijnland, niet meer dan 75 centimeters in het water uitspringende en anderhalve meter breed, alsmede tegen betaling van het regt, bepaald bij art. 3, n®. 20 van het tarief, vastgesteld 5 Maart 1857. 3®. enz. De Commissie van Fabricage, enz. Aan Ileeren Burgemeester en Wethouders. N®. 30. Den Wel-Ed. Achtb. Ileeren Burgemeester en Wethouders der stad Leiden. Met deze is mijn vriendelijk verzoek om eene waterlozing voor het verloren water te mogen maken, in hel perceel aan de HoogewocrdIII, 462, aangezien ik anders drie- of viermaal 'sjaars de kruin zou moeten laten ruimen. Inmiddels noem ik mij hoogachtend UEd. Dw. Dienaar, 31. van Well. Leiden, 30 October 1871. Burgemeester en Wethouders hebben de eer u te berigten, dat zij zich geheel vereenigen kunnen met het rapport, door de Commissie van Fabri cage uitgebragt, op het adres van M. van Well, waarbij hij vergunning verzoekt tol het maken van eene uillozing in het stads-riool voor zijn huis aan de Hoogewoerd, n®. 85. Onder referte aan dat rapport, hetwelk hiernevens in afschrift wordt overgelegd, nemen zij de vrijheid u te raden het verzoek in te willigen, mits betalende het 'regt bij art. 3n®. II, van hel tarief van 5 Maart 1857 vastgesteld. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 25 October 1871. De Commissie van Fabricage heeft de eer op de hierbij gevoegde aan den Gemeenteraad ingediende, requeslen te berigten, dal bij haar geen bezwaar bestaat legen de inwilliging van hel verzoek, gedaan: 1°. enz. 3®. door 31. van Well, tot het maken van eene uillozing in het slads- kolkriool voor zijn huis op Hoogewoerd wijk IIIn®. 462 (straaln0.85), tegen betaling van het regt, bepaald bij art. 3, n®. 11 van het tarief, vastgesteld 5 3Iaarl 1857. De Commissie van Fabricage, enz. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders. N®. 35. Aan den Edel Achtb. Gemeenteraad van Leiden. Geeft inel verschuldigden eerbied te kennen aan den Raad dezer Ge meente, de ondergetcekende Hendrik Jacobus Lahree, kuiper, wonende aan den Ouden Rijn, dat hij een nieuw gebouw heeft doen plaatsen (ter uitoefening van zijn beroep) in de Koppenhinksleeg bij de Hoogl. Kerk- grachl, geleekend Nu. 6, uitkomende aan den Ouden Rijn; dal daar ter plaatse het water zoo ondiep is, dat men onmogelijk met een emmer kan scheppen en de schoeijing tevens zeer hoog is, waarom adressant UEd. Achtb. beleefdelijk verzoekt daar een plankijs te mogen doen plaat sen, ter lengte van I 50 Ned. el en ter breedte van 0.75 Ned. el, ten dienste van zijn beroep, even als zulks aan de nabijgelegen werkplaats van den Heer Vogelenzang bestaat. UEd. Dw. Dienaar. II. J. Labree. Leiden, 30 October 1871. Bij nevensgevoegd adres verzoekt Hendrik Jacobus Labree, kuiper alhier, vergunning lol liet doen plaatsen van een houten plankijs in den Ouden Rijn, voor zijne kuiperij in de Koppenhinksteeg n®. 6. Het daarop door ons ingewonnen rapport der Commissie van Fabri cage, waarmede wij ons vereenigen kunnen, wordt hierbij in afschrift overgelegd. Wij nemen mitsdien de vrijheid u te raden des adressants verzoek in te willigen, inits bedoeld plankijs, na voorat verkregen vergunning van liet Hoogheemraadschap van Rijnland, niet meer dan 75 centimeters in het water uitspringe en anderhalve meter breed zij, en voorts legen be taling van liet regt bepaald hij art. 3, n°. 20, van hel tarief van 5 Maart 1857. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 25 October 1871. De Commissie van Fabricage heeft de eer op de hierbij gevoegde aan den Gemeenteraad ingediende requeslen Ie berigten, dut bij haar geen bezwaar beslaat tegen de inwilliging van het verzoek, gedaan: N°. 37. Aan den Edel-Achlbaren Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende Alber- lus Willem Sijlhoff, drukker en uilgever van het Leidsoh Dagblad dat hij zich vroeger vruchteloos tot tiet dagelijksch bestuur heeft ge wend met het verzoek om alle offieiëele stukken, die onder de rubriek asladsherichten" van stadswege aan de Lcidsche Courant ter plaatsing worden toegezonden, denzelfden dag te mogen ontvangen; dat hij de plaatsing van deze stukken kosteloos heeft aangeboden terwijl de Leidsciie Couraal daarvoor eene jaarlykscho vergoeding geniet dat bedoelde stukken steeds zooveel mogelijk den volgenden dag uit de Leidsche Courant in het Leidsch Dagblad worden overgenomen; dal dit een groot ongerief veroorzaakt aan de lezers, die thans alle publicatiën een dag Ie laat ontvangen; dat de Leidsche Courant geen stadscourant is en aan een stelsel van begunstiging der Leidsche Courant of tegenwerking van het Leidsch Dagblad kwalijk kan gedacht worden; dat echter de tegenwoordige toestand feitelijk een privilege daarstelt voor do Leidsche Courant dat al moge de Leidsche Courant ouder zijn, het Leidsch Dagblad sedert zijn tienjarig bestaan evenzeer op eene steeds toenemende sym pathie der Leidsche burgerij mag bogen; dat adressant dus in deze op uwe bereidwilligheid en uwen ijver voor alle, wat het algemeen belang kan bevorderen, meent aanspraak te mogen maken. Redenen waarom de ondergeteekende lot uwen Raad komt met het eerbiedig verzoek, dat het uwen Raad moge behagen, te bepalen, dat alles olliciëele stukken, die lol dusver in de Leidsche Courant van stads wege publiek gemaakt werden, op den dag zeiven der uitgifte ook aan het Leidsch Dagblad kosteloos zullen worden verstrekt. 'tWelk doende, enz. Leiden, 9 October 1871. A. W. Suthoff. Leiden, October 1871. Rij raadsbesluit van den 23»,en September 1846 is aan den uitgever der Leidsche Courant eene jaarlijksche toelage van f200 verleendonder voorwaarde dat. alles wal betrekking heelt lot de stad, het gymnasium, de hank van leening en alle commissiën en adminislraliën uit en tot het stedelijk bestuur behoorende, kosteloos in die courant zal worden opgenomen en geplaatst. 42 1871.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 1