HANDELINDEN Til DEN 6ENEENTERAAD TAN LEIDEN.
24.
INGEKOMEN STEKKEN
ter inzage van de leden nedergelegd.
21 September 1871.
N°. 1. Leiden, 11 September 1871.
Ten gevolge van onze oproeping ter vervulling der betrekking van ls'e
hulponderwijzeres der 2<le klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid
lager onderwijs der 2de klasse voor meisjes, opengevallen door het verleend
eervol ontslag aan Hendrika Petronella Werst, hebben zich eenige sollici
tanten aangemeld, wier namen op bijgaande lijst zijn vermeld en wier stuk
ken wij ons de eer geven u hiernevens over te leggen.
Een viertal van haar zijn door ons uitgenoodigd tot het afleggen van
een vergelijkend praetisch examenhetwelk op den 9en dezer maand in
tegenwoordigheid van den schoolopziener en ons collegie in het sehoollocaal
heelt plaats gehad.
Op grond van den uitslag van dat onderzoekhebben wijin overleg
met de hoofdonderwijzeres der betrokken school en den districts-ïchoolop-
ziener, eene voordragt opgemaakt, welke wij de vrijheid nemen u hierne
vens aan te bieden en waaruit wij u verzoeken de benoeming te doen, als:
1°. Catherine Marie Helène Jacqueline Gersente Briclle2°. Catherina
Engelina Geertruida van Dobbente Rotterdam; 8°. Jaaike Lojenga, te
Leerdam. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 2. Leiden, 7 September 1871.
Onder overlegging der stukken van sollicitanten naar de betrekking van
lste hulponderwijzeres der 3de klasse aan de openbare school voor meer
uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse voor meisjes, opengevallen door
het verleend eervol ontslag aan Johanna Elisabeth Drechsler, hebben wij
de eer u de navolgende voQrdragt aantebiedon door ons in overleg met
de hoofdonderwijzeres dier school en den districts-schoolopziener opgemaakt,
met verzoek daaruit wel eene keuze te willen doen, als:
1°. Johanna Petronella Drinhuyzen 2". Johanna Jacoba van der Weyden
3°. Jeannette Jacqueline Peltenburg, allen binnen deze gemeente werkzaam.
Burgemeester en Wethoudersenz.
N°. 3. Leiden, 12 September 1871
Onder overlegging der stukken van sollicitanten naar de betrekking van
3den hulponderwijzer der 4do klasse aan de openbare school voor meer
uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse, voor jongens, hebben wij de eer
u hiernevens eene voordragt ter vervulling dier plaats aan te bieden door
ons in overlegmet den hoofdonderwijzer dier school en den districts
schoolopziener opgemaakt, en waaruit wij u verzoeken eene keuze te willen
doen, als: 1®. Dirk Christiaan Oudshoorn; 2®. Johan Heinrich Bliim
3®. Johannes Jacobus Werst; de eerste en laatste alhier, de tweede
te Nootdorp werkzaam.
Wij voegen hier nog de opmerking bijdat de laatste door onster
aanvulling van het 3-tal, op de voordragt is geplaatst, hoewel wij zijne be
noeming minder wenschelijk achten, vermits hij, even als de sollicitanten
van der Waals en van Gelderen, nog maar kort geleden aan de openbare
scholen werd benoemd en eene mutatie, waarbij bet geldelijk voordeel der
sollicitanten niet betrokken isons minder geraden voorkomt in het belang
der respectieve scholen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 4L Leiden, 4 September 1871.
De ondergeteekende D. G. Stokhuyzen2de hulponderwijzeres der 4de
klasse aan de school voor meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes,
eerste klasse, neemt de vrijheid tegen den loden October een eervol ont
slag uit bovengenoemde betrekking te verzoeken.
Met hoogachting,
Heeren Burgemeester en Wethouders UEd. dw. dien., D. G. Stokhuyzen.
der Gemeente Leiden.
Leiden, 14 September 1871.
Wij hebben de eer u hiernevens over te leggen een adres van Dorothea
Geertruida Stokhuyzenstrekkende ter bekoming van een eervol ontslag
tegen 15 October aanstaande als 2' hulponderwijzeres der 4° klasse aan
de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der le klasse,
voor meisjes, benevens het daaromtrent uitgebragt rapport door de hoofd
onderwijzeres dier school.
Onder referte aan dat rapport, nemen wij de vrijheid u te raden de
adressante het gevraagd eervol ontslag uit hare betrekking tegen genoemd
tijdstip te verleenen. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 11 September 1871.
De hoofdonderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager
onderwijs lste klasse voor meisjes, heeft de eer te berichten dat zij er hoe
genaamd geen bezwaar in ziet om aan Mejufvrouwen M. C. Snellen en
D. G. Stokhuyzen het verzochte eervolle ontslag uit hare betrekking te
verleenen.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
A. J. W. Renssen.
N°. 5. Leiden, 8 September 1871.
De ondergeteekende, Maria Cornelia Snellen, hulponderwijzeres der lste
klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs lste
klasse voor meisjes, heelt de eer tegen 31 December 1871 een eervol
ontslag uit hare betrekking te verzoeken.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders M. C. Snellen.
der Gemeente Leiden.
1871.
Leiden, 14 September 1871.
Bij het hierbij gevoegd adres verzoekt Maria Cornelia Snellen hulpon
derwijzeres der 1* klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager
onderwijs der 1' klasse, voor meisjes, tegen 31 December dezes jaars als
zoodanig een eervol ontslag.
Wij hebben daarop het advies ingewonnen van de hoofdonderwijzeres dier
school, hetwelk wij hiernevens overleggen en waarmede wij ons wel vereenigen
kunnen, weshalve wij de vrijheid nemen u te raden de adressante het gevraagd
eervol ontslag uit hare betrekking tegen opgemeld tijdstip te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 6. Aan den Gemeenteraad te Leiden.
Mijne Heeren
Mogt mij op den laten September 1857 de eer te beurt vallen door
den Gemeenteraad te worden benoemd tot Regent van het H. G. of Arme
Wees- en Kinderhuis alhier, thans zie ik mij gedrongen u te verzoeken
hoe ongaarne ook mij uit die betrekking eervol te ontslaan.
De redenen, welke mij daartoe verpligten, zijn alleen gelegen in het door
u genomen besluit van den I5en April dezes jaars, waarbij wordt gewijzigd
de verordening van den Hen Augustus 1864, houdende reglement voor
bovengemelde inrigting.
Ofschoon aanvankelijk wel voorziende, dat de gevolgen van dat besluit
heilloos op de opvoeding der kinderen moesten werkenzoo is het mij echter
nu eerst ten duidelijkste gebleken dat, naar mijne innige overtuiging, die
ik hier met bescheidenheid bloot legaan onze weezen in het gesticht te
kort wordt gedaan, in hetgeen voor hunne vorming en opleiding, ten op-
zigte hunner godsdienstige belangen, noodzakelijk is, en dat alzoo met den
grondslag hunner opvoeding wordt prijs gegeven, wat als een onmisbaar
element voor geheel hun leven niet ontbreken mag.
Met smart verlaat ik eene inrigting, waaraan ik steeds met hooge in
genomenheid was gehecht en waarin het mij een lust en vreugde was
werkzaam te zijndoch al wordt mij de nood ook opgelegd mijne be
trekking tot de weezen vaarwel te zeggen toch zal ik hen ten allen tijde
met hartelijke belangstelling en dezelfde ingenomenheid blijven gedenken.
't Welk doende,
Leiden, 1 September 1871. Tichler.
Lei len, 7 September 1871.
Bij nevensgaand adres verzoekt de heer P. L. Tichler een eervol ont
slag als regent van het Heilige Geest of Arme Wees en Kinderhuis alhier.
Wij hebben daarop het advies ingewonnen van het bestuur dier instel
ling, hetwelk wij ons de eer geven u hiernevens over te leggen en waar
mede wij ons volkomen vereenigen kunnenweshalve wij de vrijheid nemen
u te raden den adressant het gevraagd ontslag eervol te verleenenonder
dankbetuiging voor de door hem in die betrekkinggedurende een aantal
jarengeheel belangeloos bewezene diensten.
Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 6 September 1871.
Onder terugzending van het verzoek om ontslag als regent van het H. G.
of Arme Wees- en Kinderhuis van den heer P. L. Tichler alhier, en in
antwoord op UEd.-Achtb. daaraan gehechte apostille van den 4den dezer,
n°. 1120, hebben wij de eer te berigten, dat bij ons geene bedenkingen
tegen het verzoek om ontslag zijn gerezen.
In aanmerking genomen de vele diensten, gedurende 14 jaren, door den
adressant aan het weeshuis bewezenstellen wij voor hem het meest eervol
ontslag te verleenen. Namens het bestuur van het H. G.
of Arme Wees- en Kinderhuis,
Aan Heeren Burgemeester en J. J. Prins, Voorz.
Wethouders der stad Leiden. H. C. Hartevelt, Secret.
N°. 7.
Aan Edel-Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders en
Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Hermanus Selier, oud 29 jaar
dat hij zich tot UEd.-Achtbaren wendt, met beleefd verzoek hem adressant
ten gevolge der ontstane vacature van den adsistent-torenwachterwelke
door voortdurende ziekte zijn ontslag heeft moeten verzoeken, te mogen
worden benoemd. 'tWelk doende,
met de meeste hoogachting
Leiden, 20 Junij 1871. UEd.-Achtbare onderdanige dienstw. dienaar.
H. Selier.
Leiden, 4 September 1871.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer u te berigten dat zij op
bijgaand adres van Hermanus Selier, wonende alhier, daarbij verzoekende
om als adsistent-torenwachter benoemd te mogen wordenbet advies hebben
ingewonnen van den torenwachter, hetwelk zij ten deze overleggen en waar
mede zij zich wel vereenigen kunnen.
Zij nemen mitsdien de vrijheid u te raden den adressant als zoodanig
te willen benoemen. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 1 September 1871.
Ik neem de vrijheid UEd.-Achtbaren op het adres van Hermanus Selier
te berigten, dat bedoelde persoon bij mij bekend is als zeer geschikt
voor de betrekking van adsistent-torenwachter, en raad u mitsdien hem
als zoodanig wel te willen benoemen.
Aan Burgemeester en Wethouders De torenwachter,
der gemeente Leiden. C. J. van Pijpen.
N°. 8. Alkemade31 Julij14 Augustus 1871.
Geeft beleefdelijk te kennen de Raad der Gemeente Alkemade hetgeen volgt:
Adressant had gehoopt op zijn verzoek dd. 29 September 1870, n®. 642,
eene gunstige beschikking te mogen ontvangenen zag zich dientengevolge
zeer teleurgesteld door UEdel Aehtb. besluit van den 15 December jl.
34