HWES Vil DEI HEÜEITERAAI Vil LEIDEN. INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedergelegd. Leiden, 21 Augustus 1871. Wij hebben de eer u bij deze over te leggen het bij ons ingekomen rapport der Commissie van Fabricage, betreffende den uitslag der gehouden openbare aanbesteding van de nieuwe keienbestrating van den Stationsweg buiten de voormalige Khijnsburgsche-poort. Uit dat rapport blijkt dat zelfs de laagste inschrijving nog ver is boven de raming, zoodat de gunning niet in het financieel belang der gemeente is te achten. Naar ons oordeel zijn er alzoo termen aanwezig om in dit geval aan de uitvoering in eigen beheer de voorkeur te geven. Wij nemen mitsdien de vrijheid u te radenop uw besluit van 20 Julij 1871 terug te komen en tot de uitvoering van dat werk in eigen beheer te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden 19 Augustus 1871. In voldoening aan uw verlangen, hebben wij de eer ten opzigte derkrach tens raadsbesluit van den 20 Julij dezes jaars, op den 14 dezer maand plaats gehad hebbende openbare aanbesteding van de nieuwe bestrating met keijen van den Stationsweg buiten de voormalige lihijnsburgsche poort, te berigten dat de ingekomen inschrijvingsbillettenals van: J. van der Kamp alhier tot 4848D. van Essen, te Woubrugge, tot 4820, W. F. van der Heyden Co. alhier, tot ƒ4444N. D. Smits alhier, tot 4281 ons te hoog voorkwamen. Volgens de raming van den gemeente-architect zou dat werk kunnen ge schieden onder eigen beheer voor de som van f 34''0, wanneer gebruik gemaakt werd van 1 de bevoegdheid bij het aannemingscontract bedongen om het benoodigd aantal keijen ten bedrage van 62720 tot den aannemings- prijs van f 52.42 per duizend stuks, als buitengewone levering te beschou wen terwijl het arbeidsloon wordt berekend op 20 cents de vierkante el en slechts 236 zou bedragen en in het voordeel der gemeente komt de waarde der p.m. 30000 oude klinkers, die geraamd kan worden op ƒ112, alzoo die posten zamengetrokken, als 62720 keijen, 52.42 de 1000 ƒ3287.78 arbeidsloon over 1180 meters, 20 Cts. de meter236. ƒ3523.78 af waarde van 30000 oude klinkers112. verkrijgt men een bedrag vanf 3411.78 Uit hoofde van dit bij proefneming verkregen aanmerkelijk verschil van 870, meent de Commissie dat er grond bestaat om gedurende den tijd, dat de gunning in beraad is gehouden, den Gemeenteraad in de gelegenheid te stellen op zijn besluit van 20 Julij 1871 terug te komen of daarbij te volharden. De Commissie van Fabricage, enz. Leiden, 21 Augustus 1871. üe Commissie van Financiën heeft kennis genomen van de voordragt van Burgemeester en Wethouders in zake de nieuwe bestrating met keijen van den Stationsweg buiten de voormalige Hhijnsburgsche-poort. Naar aanleiding van den uitslag der gehouden openbare aanbesteding van dat werkis ook zij van gevoelen dat de uitvoering in eigen beheer ditmaal de voorkeur verdient. Zij vindt mitsdien volkomen vrijheid u te raden zich met de voordragt van het Dagelijksch Bestuur te vereenigen en dienovereenkomstig te be- sluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz. Den Edel-Aehtbaren Raad der gemeente Leiden. Daar de ondergeteekendetijdelijk hulponderwijzer der 4de klasse aan de school n°. 2 voor minvermogenden te Leidenniet langer met een tracte- inent van 300 in zijne behoeften kan voorzien en thans benoemd is tot hulponderwijzer der 3de klasse te Haarlemzoo geeft hij aan den Edel- Achtbaren llaad met verschuldigden eerbied te kennendat hij hem vrien delijk verzoekt om zijn eervol ontslag uit zijne tegenwoordige betrekking, tegen den len September e. k. of eerder. 't Welk doende enz. enz. Leiden, 17 Aug. 1871. H. Kiepma. Leiden, 21 Augustus 1871. Wij hebben de eer u te berigten dat wij op bijgaand adres van Hendrik Kiepma, strekkende ter bekoming van een eervol ontslag tegen 1° Septem ber a. s. als 3e hulponderwijzer der 4e klasse aan de openbare lagere school n". 2 voor minvermogendenhet advies van den hoofdonderwijzer der betrokken school hebben ingewonnenhetwelk ten deze wordt overge legd en waarmede wij ons volkomen kunnen vereenigen. Wij nemen alzoo, met referte aan dat rapport, de vrijheid u te raden den adressant het gevraagd ontslag tegen half September eervol te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 21 Augustus 1871. Ed. Achtb. Heer! Ter voldoening aan uw apostille van dezen morgenheb ik de eer u te berichten dat er bij mij bezwaar bestaat om aan het verzoek van adres sant te voldoen. In het belang van 't onderwijs, dat nog sedert zoo kor- 1871* ten tijd zich mag verheugen in een voldoend aantal hulponderwijzers, acht ik het wenschelijk dat adressants ontslag niet eerder gegeven worde dan tegen medio September, ook in verband met den tijd, waarop de nieuw benoemde hulponderwijzer van Papenrecht in functie hoopt te treden. De hoofdonderwijzer der openbare school Den Ed. Achtb. Heer Burge- N°. 2 voor minvermogenden meester van Leiden. N. Brouwer. Leiden, 19 Augustus 1871. De ondergeteekendeJacoba Catherina Vlaandereneerste hulponderwij - zeres der 2de klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1ste klasse voor meisjes, neemt de vrijheid tegen den len November a. s. een eervol ontslag uit bovengenoemde betrekking te ver zoeken. J. C. VliAANUEREM. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Leiden, 26 Augustus 1871. Burgemeester en Wethouders hebhen de eer te berigten op het adres van Jacoba Catherina Vlaanderen, om ontslag uit de betrekking van le hulpon derwijzeres der 2" klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1° klasse voor meisjes, tegen 1° November a. s.dat zij daarop hebben gehoord de hoofdonderwijzeres dier school en volkomen vrij heid vinden U te radenovereenkomstig dat rapporthetwelk hierbij is gevoegdde adressante het gevraagd ontslag tegen opgemeld tijdstip eervol te verleenen. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad. Leiden, 25 Augustus 1871. De hoofdonderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs le klasse voor meisjes heeft de eer te berichtendat zij er hoegenaamd geen bezwaar in ziet aan Mejufvrouw J. C. Vlaanderen het gevraagde eervolle ontslag te verleenen. Aan Heeren Burgemeester en Wet- De Hoofdonderwijzeres enz. houders der gemeente Leiden. A. J. W. Renssen. Leiden, 22 Augustus 1871. Ter voorkoming van vele verzoeken om gedeeltelijke of geheele afschrij ving van plaatselijke directe belasting over het loopende jaarhebben wij de- eer u hierbij over te leggen een staat vermeldende de namen van eenige belastingschuldigendie de gemeente verlieten vóór de uitreiking der be trekkelijke aanslagbillettenna zich van de bevolkingsregisters te hebben laten afschrij venof overleden warenmet voorstel om den aanslag van die personen in genoemde belastingvóór hun de billetten worden toegezonden te verminderen met eene som, zooals de 8e kolom van dien staat aanwijst. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, Augustus 1871. De Commissie van Financiënin wier handen werd gesteldten fine van berigt en raad, eene lijst van personen, welke de gemeente verlieten of overleden warenvóór dat de uitreiking der aanslagbilletten in de plaat selijke directe belasting over 1871 plaats greep, kan zich wel vercenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om, ter vermijding van herhaalde verzoeken om gedeeltelijke of geheele vrijstelling van die belas ting, aan 95 personen afschrijving te verleenen en wel voor de sommen als in kolom 8 dier lijst zijn uitgetrokken, tot een gezamcntlijk bedrag van 1203.62. De Commissie van Financiën enz. Leiden, Augustus 1871. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen gestelde rekening van het lloomsch-Catholijk Armbestuur over 1870 en daarop geene bedenkingen hebbendeheeft zij de eer u te raden die goed te keuren de ontvangsten, ad 19380 04® de uitgaven, 19036.00s alzoo sluitende met een batig saldo van344.04. waarvan in de eerstvolgende rekening verantwoording zal behooren te wor den gedaan, mitsgaders van hetgeen is aangewezen als nog te ontvangen of te verhalenten beloope van 2084.45. De Commissie van Financiënenz. Leiden, Augustus 1871. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen gestelde rekening van het Roomsch-Catholijk Wees- en Oudeliedcnhuis voor 1870. Zij heeft daarop geene aanmerkingen en raadt u die goed te keuren, de ontvangsten ad31587.77 de uitgaven 31574.63 alzoo opleverende een batig saldo vanf 13.14 hetwelk in de eerstvolgende rekening zal behooren te worden verantwoord. De Commissie van Financiënenz. 31

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 1