omtrent de voorgestelde nieuwe verordening op het brandwezen dat de Raad met sommige daarin voorgestelde bepalingen zich niet heeft kunnen ver eenigen, hoofdzakelijk met het getal manschappen, bepaald bij de thans nog van kracht zijnde verordening, benoodigd bij ieder stel nieuwe spuiten. Wij achten het volstrekt noodzakelijk, dat aan eltc der vier stel nieuwe brandspuiten 80 spuitgasten worden aangesteldkunnende met een minder aantal spuitgasten niet naar vereischte en spoedvooral bij een' langdurigen brand gewerkt wordendit is ook van toepassing wanneer de braud ontstaat op eenen afstand van p. in. 300 meters van het water wordende er alsdan eene zeer groote krachtsinspanning gevorderd tot blussching van den brand. Ook indien beide spuiten, dat is de zuig- en perspomp, door de tiabijbeid vaii hèt water bij den brand, ieder afzonderlijk met een zuigbuis en straal- pijp werken, kan iedere spuit, wil zij met vrucht tot blussching bare hulp verleeheti, niét minder daii 40 man ter beschikking hébben. Ten slotte zij nog opgemerkt, dat het tliet denkbaar is dat bij het uitbreken van brdndvooral des nachts, ieder Onmiddellijk tegenwoordig zal zijn; hoe kléinët het gétal spüitgastendés te grooter het gevaar aan öhtbfè- kehdé hulp. Wij Verzoeken den Raad, met den ernst die de zaak vordett, dfh op het genotrièn besluit terug té willen komendaar het getal spuitgasten döot déii Raad bepaald, alleen bij de oude spuiten, Welke Volgens vroeger ge- nomeh raadsbesluit reeds door nieuwe moesten vervangen zijd, eenigzifis voldoende ié. Wij netnen tlè vrij heid'de» Raad ifi bedenking te gëveri om art. 1 der verordétiing alzoo té tvijrigendat er 80 manschappen aan elk stel nieuwe spuiten en 60 manschappen aan elk stel otide spüitën ttiogén gépladtst Wordenofals in art. 6 der vétordening op het braiidwezen dér gemeente 's Gravenhage van 17 Jan. 1857 is bepaald, te wetêtt dat èr bij iedere spuit zooveel spuitgasten worden aangesteld als Burgë- meeëtef' èn Wethouders met óverleg van dëü oppërbrandmeestër (hiét dèn direetéür) iioodig achteii. 'tWelk doendöenz. Leiden, Juli 1871. Leiden, 7 Augustus 1871. Op het adres van den directeur, den adjunct-directeur ën de opperbrand-. meesters van het brandwezenheb ik de eer te berigten dat de daarbij ontwikkelde bezwaren betreffen art 1 der nieuwe verorde ning op het brandwezendat behandeld en aangenomen is met 11 tegen 3 stëmmen, in de raadszitting van den 15en Junij dezes jaars; dat het bezwaar tegen eene voorgestelde Vermindering van hét aantal spuitgasten ook door mij bij de behandeling is in het midden gébragt, maar niet door de meerderheid der vergadering werd gedeeld; dat bij dë eindstemming over de verordening ook dóór mij uitdrukkelijk is verklaard, dat dit bezwaar, niet opgelost zijnde, grond gal om tegen dé verordening te stemmen; dat toch tot eene behoorlijke bediening van de brandspuiten moet kun' nën gerekend worded op een voldoend personeel en dat zoolang dit perso neel niet door eeüe Verordening, krachtens art. 191 der gemCenteWet, wordt verktégende vrijwillige hulp oók niet zoo beperkt kan worden ih de verordening op Wier overtreding geen straf is bedreigd dat in dit geval oök dient te rade t'e wordert gegaan met de ervaring en dé praktijk, zoödat in dit opligt geen geringe waarde mag Wordeh toe' gekend aan bet beredeneerd adres van de hoofdbeambten bij het brandwezeH; dat, daarmede in overeenstemming, door mij op nieuw ernstig wórdt ge raden dat de Raad, wijzigende art. 1 det verordening vastgesteld 15 Junij 11. bepale dat het aantal spuitgasten bedraagt 80 aan elk stel nieuwe en 60 aan elk étel oude Spuiten. De Wethouder, Voorzitter der Commissie van Fabricage. Aan H. H. Burgemeester en C. W. HuBRkcfit. Wethouders. Leiden, 7 Augustus 1871. In onze handen werd ten finé Van berigt en raad gesteld bijgaand adres van den directeur, den adjunct-directeur en de opperbrandmeësters bij het brandwezen alhier, waarbij zij verzoeken dat door u worde teruggekomen op bet besluit van 15 Junij dezes jaars, houdende bepaling van het getal spuit gasten aan elke spuit. Wij hebben dit adres in handen van den Wethouder, Voorzitter der Commissie van Fabricagegesteldwiens rapport wij óns de eer geven hier nevens over te leggen en waarmede wij ons volkomen kunnen vereenigen. Wij nemen mitsdien de vrijheid uonder referte aan dat rapportte raden dat alsnog door u, met wijziging van uw besluit van den 15den Junij jl.worde bepaald dat het aantal spuitgasten aan elk stel nieuwe op 80 én aan elk stel óude spuiten op 60 worde vastgesteld. Aar. den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan deu Gemeenteraad van Leiden. Geeft met gepasten eerbied te kennen Johannes Jacobus Caffee, Koüihuis- houder alhier in de Galgstraat wijk 5 n°. 245 dat bij gaarne wenschte vergunning te mogen hebben tot bet leggen van een stoep en het plaatsen van twee palen voor een hem toebehoorend pei- eeel in genoemde straat, geteekend wijk 5 n°. 239, Nu wendt hij zich vrijmoedig tot den gemeenteraad, met beleefdelijk ver zoek hem bovengemelde aanvrage wel te willen verleenen. Leiden, 20 Juni 1871. 'tWelk doende, J. J. Caffee. Leiden, 7 Augustus 1871. Wij hebben de eer u te berigten op bijgaand adres van Johannes Jacobus Caffee, koffijhuishouder alhier, daarbij vergunning verzoekende tot het doen leggen van eene stoep en het plaatsen van twee palenvoor zijn huis in de Galgstraat wijk 5 n°. 239, dat wij daarop de Commissie van Fabricage hebben gehoord, die tegen het verleenen der gevraagde toestemming bezwaar heelt, uithoofde van den binder die daardoor aan de passage veroorzaakt zou worden. Wij kunnen ons daarmede geheel vereenigen en nemen mitsdien de vrij heid u te raden het verzoek van den adressant te wijzen van de band. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Be Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen gestelde rekening van het Heilige Geest of arme wees- en kinderhuis alhier over de dienst van f870 en daarop geene aanmerkingen gevonden. Zij heeft dê eer u te radenna voorafgaande goedkeuring der bierbij ge voegde suppletoire begrooting, die rekening vast te stellen en goed te keuren, de ontvang ad 48307.09 J de uitgaaf ad /"46018.99, alzoo opleve rende een batig saldo van /"2288.10J waarvan in de eerstvolgende reke ning verantwoording zal behooren te worden gedaanmitsgaders van hetgeen is aangegeven als nog te verhalenten beloope van f i .20. Leiden, Augustus 18 71. De Commissie van Financiën, enz. v Aan den Raad der gemeente Leiden. De ondergeteekenden Dr. Carel Joban Emmerentius Brutel de la Rivière en Hendrik Nicolaas Veefkind, de eerste als eerste voorzitter, de tweede als eerste secretaris der Vereeniging "Musis Sacrum" aibiet*, hebber» de eer hierbij over te leggen eene plattegrondsteekening aanwijzende den jnisten vorm en de oppervlakte van het gedeelte plantsoen nabij de Hoogéwoerds- poort bij raadsbesluit dd. 28 Juli 1870 aan de Vereeniging "Musis Sacrum" afgestaan De richting der grenslijnzooals die nu is getrokkenstemt geheel ovéreen met die, welke op het door de Vereeniging ingediend oorspronkelijk plan door de Commissie van Fabricage is aangegeven. Verschillende omstandigheden waaronder ook het steeds toenemend leden talmaken het voor de Vereeniging hoogst wenschelijk hierin zoomogelijk, eenige wijziging te brengén. Ten zuidoosten sluit zich tegen de omheining een houtboschje aan en de ondergeteekenden richten door dezen het ver zoek tot u, om bet biunengedeelte daarvan aan bet tegenwoordig terrein te mogen verbindenop zoodanige wijs als op nevensgaande teekening wordt aangegeven; de vrije wandeling om het terrein heen wordt daardoor in het minst niet belemmerd. Nog richteri de ondergeteekenden het verzoek tot u om der Vereeniging vergunning te verleenen tot het bouwen eener schuur of bergplaats aan en boven het water van de Binnenvestgrachtter plaatse daarvoor op de teeke ning aangewezen. De ondergeteekenden houden zich voor eene gunstige beschikking aanbe volen en hebben dé eer té zijn C. J. E. BBtiïEL DE LA RlVlÈEE. Leiden, 30 Mei 1871. H. N. Veefkind. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De ondergeteekenden Dr. Carel Johan Emmerentius Brutel de la Rivière, als voorzitter, en Hendrik Nicolaas Veel kind als secretaris der vereeniging "Musis Sacrum" alhier, nemen de vrijheid terug te komen op bet in dato 30 Mei 11. dóór hen ingediend adres en zulks ten einde daarin de navol gende wijzigingen te brengen: Vooreerst wenschen zij hun verzoek tot uitbreiding van het terrein aan de zijde van bet vroeger vermeld houtboschje slechts te doen strekken tot verkrijging eener strook van 10 meters breed, volgens de roode lijn op de teekening aangegeven. Voorts wenschen zij in te trekken het tweede gedeelte van bun verzoek (dat tot plaatsing eener schuur aan de Binnenvestgracbt), omdat bun later is gebleken dat die schuur op het terrein zelf kan worden geplaatst. 't Welk doende, Leiden, 4 Juli 1871. C, J. E. Brutel de la Rivière. H. N. Veefkind. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekenden Dr. Carel Johan Emmerentius Brutel de la Rivière, als voorzitter^ en Hendrik Nicölaas Veefkind, als secretaris der Vereeniging "Musis Sacrum" alhier, nemen de vrijheid terng te komen óp het ih dato 30 Mei 11., door hen ingediend adres en zulks tert eihde daarin de navol gende wijzigingen te brengen: Vooreerst wenschen zij hun verzoek tot uitbreiding van het terrein nu slechts te doen strekken tot verkrijging eener 9trook, van ongeveer 10 meters breed, aan de zijde van het houtboschje. eri eener strook, gemid deld van één meter breed, aan de tegenovergestelde zijde, beiden volgens het beloop der roode lijnen daarvoor op nevensgaande teekening aange geven. Voorts wenschen zij in te trekken het tweede gedeelte van hun verzoek dat wat betrekking heeft op de plaatsing eener schuur aan de Binnenvest- gracht, omdat hun bij nader onderzoek is gebleken dat die sebuur op het terrein zeil kan worden geplaatst. 'tWelk doende, Leiden, 4 Juli 1871. C. J. E. Brutel de la Rivière. H. N. Veefkind. Leiden, Augustus 1871. Burgemeester en Wethouders hebben de eer te berigten op het adres van het bestuur der Vereeniging Musis Sacrum tot het bekomen van grond ter uitbreiding van bet terrein om bet gebouw op het Plantsoendat zij zich wel kan vereenigen met het daarover uitgebragt rapport van de Com missie van Fabricage en mitsdien de vrijheid neemt u te raden dat ver zoek toe te staan onder de bij genoemd rapport gestelde voorwaarden. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 27 Julij 1871. De Commissie van Fabricage beeft de eer op het adres der Vereeniging "Musis Sacrum" te berigten, dat de indiening van haar rapport over het daarbij gedaan verzoek is vertraagddoor het bespreken met het bestuur der Vereeniging van de bedenkingen waartoe de bij liet adres gevoegde schetsteekening aanleiding had gegeven waaromtrent eerst op 28 Junij 11. een schriftelijk antwoord van wege het bestuur ingekomen is en waarop gevolgd is de indiening van de twee hierbij gevoegde requestengedag- teekend 4 Julij, waarbij het vroeger gedaan verzoek gedeeltelijk is gewijzigd gedeeltelijk ingetrokken. Die bedenkingen betroffen bet bij de verleende vergunning van 28 Julij 1870 aangenomen beginsel: dat het in gebruik afgestaan gedeelte van hot Plantsoen aan de Hoogewoerdspoort in geen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 3