Zitting van Donderdag 39 «Iiinij 1871, geopend ien twee ure. Vooizitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Hartevelt, Le Poole, Lezwijn, Tielemanvan Wensen, van OuterenCock, Verster, Buys, de Fremery, Hubrecht, Tollens, Stoffels, Krantz, van Heukelom en van den Brandeler. De heeren Eigemandu Kieu en Bijleveld gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 15 Junij 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van den 13en dezer maand, B. n°. 3460 (3eafd.), G. S. n°. 24, waarbij worden goed gekeurd de raadsbesluiten; 1°. tot verkoop van inschrijvingen op het groot boek; 2°. tot onderhandsehe verhuring van twee huisjes; 2°. Missives van de heeren H. C. Hartevelt, Dr. J. J. Prins en J. van Schravendijk, allen van 20 Junij, waarbij deze de betrekking van regent van het H. G. ot Arme Wees- en Kinderhuis aannemen. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt over: 1°. Voordragt van Bestuurders van liet Werkhuis, ter benoeming van 3 leden buiten den Gemeenteraad, bij periodieke aftreding. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 2°. Adres van P. C. Knijff en A. Kaptijn, concessionarissen van den spoorweg Leiden Utrechtwaarbij deze aan de vergadering verzoeken eene krachtige ondersteuning, van de zijde dezer gemeente, aan hunne onderneming toe te kennenhetzij door het verleenen van een subsidie in eensof in termijnen uit tc betalen hetzij door het nemen van aandeelen in de onderneming tot een door den Kaad te bepalen bedrag. 3°. Verzoek om afschrijving van plaatselijke directe belasting, wegens vertrek uit de gemeentevan P. Peeters. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën ten fine van berigt en raad. 4". Adres van het Departement Leiden der Nederlandsche maatschappij ter bevordering van nijverheid, daarbij wijzende op het hooge belang dat er in het teekenonderwijs op de scholen voor openbaar lager onderwijs voor on- en minvermogendengelegen is. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. 5°. Verzoek van J. J. Hoos, steenfabriekant onder Leiderdorp, waarbij deze te kennen geeft het door hem ingediend adres omtrent den stal en de woning aan het Zijlhek voorloopig buiten behandeling te houden. Wordt beslotenovereenkomstig de voordragtdit aan te nemen voor kennisgeving. 6°. Suppletoire staat van begrooting, voor 1871, van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen der Commissie van Financiënten fine van berigt en raad. 7°. Adres van A. van Asperen, houdende bezwaar tegen het kohier der plaatselijke directe belasting voor 1871. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten hierop over te gaan tot de orde van den dag, als zijnde de tijd tot het indienen van bezwaarschriften verstreken. Aan de orde is: I. Benoeming van een 2den hulponderwijzer 3de klasse aan de openbare lagere school ,n°. 2 voor minvermogenden. (Zie de voordragt Handd. n°. 13, blz. 1.) De heeren Tieleman, Hubrecht en Stoffels worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Met 13 stemmen wordt benoemd J. Dondorp; zijnde 3 stemmen uitge- bragt op T. W. Beltermanterwijl 3 briefjes in blanco waren gelaten. II. Benoeming van een 2den hulponderwijzer 4de klasse aan de openbare lagere school n°. I voor minvermogenden. (Zie de voordragt Handd. n°. 13, blz. 1.) Met 13 stemmen wordt benoemd A. van der Spiegel; zijnde 3 briefjes in blanco gelaten. III. Aanvrage tot uitgifte in gebruik van een gedeelte gemeentegronds aan de kazerne aan de Wittepoort, bij den tuin der kweekschool voor zeevaart, ten behoeve van het llijk, (Zie de voordragt, de rapporten der Commissiën van Fabricage en van Financiën enz. Handd. n°. 13, blz. 2 en 3.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. IV. Adres van B. Bongers, pachter van het tolhek aan den Rijnsburger- vliet, tot schadeloosstelling wegens geleden verlies door stremming der passage. (Zie de rapporten van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën, Handd. n°. 13, blz. 3.) De conclusie dier rapporten wordt op gelijke wijze aangenomen. V. Voordragt tot afschrijving of teruggave van plaatselijke belasting, dienst 1870. (Zie de voordragt en het rapport van de Commissie van Financiën Handd. n°. 13, blz. 1.) Wordt op gelijke wijze aangenomen. VI. Rekening der gemeente-apotheek, dienst 1870, en daarbij behoo- rende suppletoire begrooting en staat van af- en overschrijving op de be- grooling der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen. (Zie het rapport van de Commissie van Financiën Handd. u°. 13blz. 1.) Worden op gelijke wijze aangenomenhebbende de heer Stoffels zich gedurende de behandeling dezer zaak uit de vergaderzaal verwijderdop grond van art. 24 der gemeentewet. VII. Suppletoire begrooling en staat van af- en overschrijving van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, 1870. (Zie het rapport van de Commissie van F'inanciën Handd. n°. 13, blz. 1.) Wordt op gelijke wijze aangenomen. VIII. Staat vau af- en overschrijving van het R. K. Wees- en Oudelie- denhuis, 1870. (Zie het rapport van de Commissie van Financiën Handd. n°. 13, blz. 1.) Wordt op gelijke wijze aangenomen. IX. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving van het 11. K. Armbestuur, 1870. (Zie het rapport van de Commissie van FinanciënHandd. n°. 13, blz. 1.) Wordt op gelijke wijze aangenomen. X. Suppletoire bcgrooting van het Nederlandsch Israëlitisch Armbe stuur, 1870. (Zie het rapport van de Commissie van Financiën Handd. n°. 13, blz. l.j Wordt op gelijke wijze aangenomen. XI. Voordragt tot verkoop van een der kruidtorens. (Zie de voordragt en het rapport van de Commissie van FinanciënHandd. n°. 13, blz. 3.) Wordt op gelijke wijze aangenomen. XII. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1871. (Zie de voordragt en het rapport van de Commissie van FinanciënHandd. n°. 13, blz. 1.) Wordt op gelijke wijze aangenomen. XIII. Adres van J. J. Knotterhoudende het verzoek om in de stoep voor zijne woning een keldergat te mogen maken en palen te stellen. (Zie het rapport van Burgemeester en Wethouders, Handd. n°. 13, blz. 1.) De heer Vebsteu. Ik wensch met betrekking tot dit verzoek eene vraag te rigten tot den heer Wethouder van Fabricage. Het huis van den adressant grenst, als zijnde een hoekhuis, gedeeltelijk aan de Haarlemmer straat en gedeeltelijk aan de Donkersteeg. Nu zoude ik wel willen weten of de palen alléén in de Haarlemmerstraat zullen worden geplaatstdan wel of het voornemen bestaat om die ook in de Donkersteeg te stellen. De heer Hubrecht. Het plan is om de palen te plaatsen op de Haar lemmerstraat in dezelfde rooijing, maar niet in de Donkersteeg. De heer Verster. Na de ontvangen inlichting zal ik voor de inwil liging van het verzoek stemmen. De conclusie van het rapport wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XIV. Adres van P. van Oerle tot het leggen van eene geplaveide stoep. (Zie het rapport van Burgemeester en Wethouders, Handd. n°. 13, blz. 1.) De conclusie van het rapport wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Hebben de leden ook nog iets te vragen of eenig voorstel te doen De heer Buys. Twee leden der Commissie van Financiën zullen weldra voor eenigen tijd de stad verlaten. Ik zou dus willen vragen, of het niet wenschelijk ware die commissie tijdelijk met twee leden aan te vullen, ten einde zij inmiddels met hare werkzaamheden kunne voortgaan. De Voorzitter. Dat is, dunkt mij, een voorstel, dat nu wel niet aan de orde is. Doch meent de vergadering ook dat er reeds nu eene beslissing op zou kunnen worden genomen dan wil ik het gaarne in behandeling brengen. De heer Buys. Zoó als gij verkiest, mijnheer de Voorzitter. Ik moet echter herinneren, dat de vergadering meer dan eens op een soortgelijk verzoek als ik nu gedaan heb, dadelijk tot aanvulling der commissie is overgegaan. De heer Lezwijn. In het vorig jaar is op uw voorstel in dezelfde vergade ring de benoeming geschied. De Voorzitter. Ik zal dan de vergadering verzoeken tot de aanvulling der commissie met twee tijdelijke leden over te gaan. Ik stel voor die twee leden één voor één te benoemen. De heer Lezwijn. Ik blijf ten minste vijf van de zeven dagen in de stadmaar de heeren Scheltema en Buys verlaten de stad voor langen tijd. Als eerst tijdelijk lid in de Commissie wordt met 9 stemmen benoemd de heer Krantz; zijnde verder uitgebragt op de heeren Hartevelt en du Rieu elk 2 stemmenvan HeukelomLe Poole en Cock elk I stem. De Voorzitter. Mag ik vragen of de heer Krantz bereid is de be noeming aan te nemen De heer Krantz. Ik zal wel niet altijd in de gemeente zijn, maar toch in de nabijheid, en niet in gebreke blijven om waar het noodig is aan de werkzaamheden der commissie deel te nemen. Tot tweede tijdelijk lid wordt met 9 stemmen benoemd de heer Harte velt, zijnde verder uitgebragt op de heeren du Rieu 4 stemmen, Cock, Le Poole en van Wensen elk 1 stem. De Voorzitter. Is ook de heer Hartevelt bereid deze benoeming aan te nemen De heer Hartevelt. Ja, Mijnheer de Voorzitter, ook ik zal deze be noeming aannemen. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. ÜRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 2