staat uitgedrukt, mits in het maken en voortdurend onderhouden van het
verbindingsriool, tusschen het bedoelde privaat en den te maken privaat-
put, geheel buiten bezwaar van bovengenoemd ministerie worde voorzien.
Onder mededeeling hiervan heb ik de eer u Wei-Edel Achtbaren te infor
meren, dat in de overeenkomst, waarvan bij mijne aan u gerigte missive van
den 29sten April n°. 93een ontwerp was gevoegd alsnu als 3de voor
waarde kan worden gesteld#dat in den privaatput zal mogen uitloozen een
(voor zooveel noodig nader aan te duiden) privaat van de Kweekschool voor
zeevaart, mits in het maken en voortdurend onderhouden van het daartoe
noodige verbindingsriool, tusschen het privaat en den privaatput, geheel
buiten bezwaar van het Departement van Oorlog worde voorzien."
Ten slotte heb ik de eer nog mede te deelendat het 's Ministers ver
langen is dat de overeenkomst nu zoo spoedig doenlijk worde opgemaakt
weshalve ik Uw Ed. Achtb. beleefd verzoek bedoelde voorwaardenmet de bij
mijne missive van den 29sten April jl. n°. 93 gevoegde teekening-schets
en ontwerp te mogen geworden. De Kolonel Garnizoens-kommandant,
von Wrangel auf Lindenberg.
Leiden, 21 Junij 1871.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op de in hare handen gestelde
stukkenbetreffende de aanvrage van Zijne Excellentie den Minister van
Oorlog, lot afstand van gemeentegrond te berigtendat zij geen bezwaar
heeft om aan het rijk in gebruik af te staaneen gedeelte gemeentegrond
uitmakende een deel van het perceel bij het kadaster bekend onder sectie
A, n°. 489, grenzende aan de kazerne in het Noordeinde, bekend onder
sectie An°. 454ten einde aldaar te maken een privaat met putwaar
van de oppervlakte, nader met meer juistheid op te meten, wordt berekend
op vijftig vierkante meters.
De Commissie meent, na inzage der stukken, aan dien afstand te moe
ten verbinden de volgende voorwaarden
1°. dat tot dien afstand wordt verkregende vergunning van het Bestuur
der Kweekschool voor zeevaartomdat het af te stane gedeelte behoort tot
den tuingrond waarvan aan de Kweekschool het gebruik is vergund en die
uit dien hoofde als zoodanig op de kadastrale leggers bekend staat
2°. dat het rijk op het bedoelde gedeelte grond, binnen één jaar na de
dagteekening der te sluiten overeenkomst, doet bouwen een privaat met pri
vaatput en een ringmuur tot afscheiding van dien grond van het overig
gedeelte van den tuin der Kweekschool voor zeevaart
3°. dat in den privaatput zal mogen uitloozen een (voor zooveel noodig
nader aan te duiden) privaat van de Kweekschool voor zeevaart, mits in
het maken en voortdurend onderhouden van liet daartoe noodige verbindings
riool, tusschen den privaat en den privaatput geheel buiten bezwaar van het
Departement van oorlog worde voorzien;
4°. dat de privaatput niet door genoemden tuin, maar door de kazerne
zal worden geruimd;
5°. dat voor het in gebruik afgestane gedeelte grond geen regt of recog
nitie wordt betaald. De Commissie van Fabricage, enz.
Leiden, Junij 1871.
Wij hebben de eer u bij deze voor te stellen aan het Rijk in gebruik te
geven, op de wijze als met de kazernegebouwen gebruikelijk is, een ge
deelte gemeentegrond bij de kazerne aan de Wittepoort aan den tuin bij
de Kweekschool voor zeevaart.
Deze grond moet strekken ter verbetering en uitbreiding der aldaar be
staande privaten, waaraan tot bevordering van reinheid en gezondheid
groote behoefte bestaat.
Wij nemen de vrijheid u voor te dragen hieraan uwe toestemming te ver-
leenen en ons te magtigen, na verkregen goedkeuring van Gedeputeerde
Staten, de daartoe vereischte acte te teekenen.
Burgemeester en Wethouders enz.
De Commissie van Financiën heeft de eer u te berigten op de hierbij
gevoegde voordragt van Burgemeester en Wethouders, waarvan de strekking
is dat aan het Rijk in gebruik worde gegeven, op de wijze als zulks met
de kazernegebouwen gebruikelijk is, een gedeelte gemeentegrond bij de
kazerne aan de Wittepoort, aan den tuin bij de Kweekschool voor zeevaart,
dat zij daartegen uit een financiëel oogpunt geene bedenkingen heeft. Zij
raadt u dus dienovereenkomstig te besluiten.
De Commissie van Financiën, enz.
Leiden, 29 Maart 1871.
De Commissie van Fabricage heeft bij de uitvoering van het plan voor
den nieuwen aanleg der beplanting van den Vestwal, tusschen den koren
molen de Oranjeboom en de gedempte Koepoortsgracht, zich overtuigd van
den bouwvalligen toestand der beide kruidhuizen en van de noodzakelijkheid
om daaraan eenige herstellingen te doen verrigten, maar is daardoor ook
geleid tot de vraag, of aan het behoud van de beide inrigtingen thans
wel dringende behoefte bestaat, zoodat één derzelven zou kunnen worden
afgebroken
Dientengevolge heeft zij de eer voor te stellendat bijaldien hij de
schutterlijke en militaire autoriteiten daartegen geen bezwaar bestaat, de
goedkeuring van den gemeenteraad wordt gevraagdom een der kruidhuizen
bij afbraak te doen verkoopenen de opbrengst te besteden tot versterking
en herstelling van het andere, dat behouden zou blijven.
De Commissie van Fabricage enz.
Leiden, 9 Mei 1871.
Naar aanleiding van het voorstel vervat in uwe missive dd. 5 April jl.,
n°. 230, door mij onderworpen aan den heer Generaal-Majoor, bevelhebber
in de le militaire afdeeling, heb ik de eer Uw Wel-Edel Achtbare te doen
kennen, het thans alhier in gebruik zijnde kruidhuis, wanneer het eenige
herstellingen zal hebben ondergaan voor de behoefte voldoende wordt ge
acht, en dat er geene bedenkingen zijn tegen het afbreken van den twee
den kruidtoren, zoodra de eerstbedoelde op kosten der gemeente Leiden, in
overleg met en ten genoege van den eerstaanwezenden ingenieur te'sHage,
belast met de dienst alhier, behoorlijk hersteld of in orde gebragt zal zijn.
De Kolonel Garnizoens-kommandant,
von Wrangel auf Lindenberg.
Leiden, Junij 1871.
Bij den vervallen toestand der kruidtorens ea de weinige behoefte die
aan deze beiden bestaat, heeft de Commissie van Fabricage aan ons het
voorstel gedaan een dezer voor afbraak te verkoopenwanneer de kosten
van herstelling van den overblijvenden uit die opbrengst zouden kunnen
worden bestreden.
De militaire autoriteit heeft daartegen geene bedenkingen en wij nemen
mitsdien de vrijheid bij deze uwe magtiging tot dien verkoop te verzoeken.
Burgemeester en Wethouders enz.
Leiden, Junij 1871.
Op de voordragt van Burgemeester en Wethouders, waarbij deze uwe
magtiging verzoeken tot het afbreken van een der kruidtorensten einde uit
de opbrengst daarvan den overblij venden toren te kunnen herstellen, heeft
de Commissie van Financiën de eer u te berigten dat zij daartegen geen
bezwaar heeft en u mitsdien raadt daartoe te besluiten.
De Commissie van Financiën enz.
Leiden, 24 Mei 1871.
De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van den pach
ter van het tolhek aan den Rijnsburgschen Vliet B. Bongers te berigtendat
de herstellingen aan de Tolbrug, den 21sten Mei des vorigen jaars z(jn
aangevangenmaar drie dagen later zijn gestaaktop de klagte van den
pachter, wegens de stremming der passage voor het drijven van koeijen
enz. naar de drukke veemarkten in dit jaargetijdedat die werkzaamheden
zijn hervat den 2den Jalij daaraanvolgende en twaalf dagen later geheel
waren afgeloopenen dat derhalve gedurende die dagen het geregeld ge
bruik van het pad, voor rijtuigen en vee, kan verminderd zijn.
De Commissie vindt daarin aanleiding en grond om voor te stellen, aan
gen. pachter te verleenen eene schadeloosstelling van vijfentwintig gulden
in verhouding tot het bedrag der verschuldigde jaarlij ksche pacht van
ƒ1107 's jaars, voor de genoemde vijftien dagen en de overige uit de pacht
voortvloeijende voordeelen. De Commissie van Fabricage enz.
Leiden, 31 Mei 1871.
Bij nevensgevoegd adres verzoekt B. Bongerspachter van het tolhek
aan den Rijnsburgervlietom vermindering van pacht over het loopende
jaar of eene schadeloosstelling voor het verlies door hem ten gevolge der
herstelling van de brug geleden. Uit het hierbij overgelegd rapport der
Commissie van Fabricage blijkt, dat gedurende vijftien dagen het geregeld
gebruik van het pad voor rijtuigen en vee is gestremd geweesten het is
op grond daarvan dat wij de vrijheid nemen u te raden den adressant eene
schadeloosstelling te verleenen van vijfentwintig gulden in verhouding staande
tot zijne jaarlijksche pachtsom van ƒ1107.
Burgemeester en Wethouders enz.
Leiden, 24 Junij 1871.
De Commissie van Financiën, gelezen hebbende het adres van B. Bon
gers pachter van het tolhek aan den Rijnsburgervlietheeft de eer daarop
te berigten, dat zij zich volkomen vereenigt met het daaromtrent uitgebragt
rapport van Burgemeester en Wethouders. Zij neemt derhalve de vrijheid
u te raden den adressant eene schadeloostelling te verleenen tot een bedrag
van vijfentwintig gulden. De Commissie van Financiën enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.