HANDELINGEN VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 13. INGEKOMEN STUKKEN ter image van de leden nedergelegd. Leiden, 31 Mei 1871. Wij hebben de eer u mede te deelen dat zich op onze oproepingvoor de betrekking van 2en hulponderwijzer der 4e klasse aan de openbare lagere school n°. 1 voor minvermogenden, slechts één sollicitant heeft aangemeld, A. van der Spiegel, thans hulponderwijzer te Wassenaar, wiens stukken hiernevens worden overgelegd. En het is in overleg met den hoofdonderwijzer dier school en den dis- tricts-schoolopzienerdat wij de vrijheid nemen u de navolgende voordragt aan te bieden tot een drietal aangevuldom aan de letterlijke bepaling der wet te voldoenten einde door u de benoeming zoude kunnen geschie den, als: 1°. Antonie van der Spiegel (eenige sollicitant); 2®. L. Marks8°. H. Riepraa tot aanvulling. Burgemeester en Wethouders enz. Leiden, 31 Mei 1871. Ter vervulling der betrekking van 2en hulponderwijzer der 3e klasse aan de openbare lagere school n°. 2 voor minvermogenden, opengevallen door de bevordering van H. Veldhuyzenhebben wij de eer u hiernevens over te leggen de stukken van hen die zich op onze oproeping daartoe hebben aangemeld. In overleg met den hoofdonderwijzer der betrokken school en den districts schoolopzienerhebben wij een drietal opgemaakt, dat wij ons de eer geven u hiernevens aan te bieden, met verzoek daaruit wel eene keuze te willen doenals 1®. Jacob Dondorp; 2®. Pieter Antonie Biegman3°. Theodorus Wilhelm Beltermanallen binnen deze gemeente werkzaam. Burgemeester en Wethouders enz. De Commissie van Financiën, in wier handen werd gesteld eene supple- toire begrooting en staat van af- en overschrijving van het Heilige Geest of armen wees- en kinderhuis alhier over 1870, heeft de eer u te berig- ten dat zij daarop geene bedenkingen heeft en u raadt die goed te keuren. De Commissie van Financiën enz. Leiden, Junij 1871. De Commissie van Financiën geene bedenkingen hebbende tegen den ter fine van onderzoek in hare handen gestelden suppletoiren staat van begrooting en den staat van af- en overschrijving van het Boomsch Catholijk Armbe stuur voor het jaar 1870 heeft de eer u te raden die beide staten goed te keuren. De Commissie van Financiën enz. Leiden, Junij 1871. De Commissie van Financiën heeft de in hare handen gestelde suppletoire begrooting en den staat van af- en overschrijving van het Boomsch Catholijk Wees- en Oudeliedenhuis voor het jaar 1870 onderzocht en daarop geene bedenkingen, gevondenwaarom zij de eer heeft u te raden die beide goed te keuren. De Commissie van Financiën enz. Leiden, Mei 1871. De Commissie van Financiënde in hare handen gestelde rekening van het Evangelisch Luthersch wees- en oudeliedenhuis over 1870 onderzocht en daarop geene bedenkingen gevonden hebbendeheeft de eer u te raden die goed te keuren: in ontvang ad f 13199.44; in uitgaaf ad /"l3001.33 alzoo opleverende een batig saldo van f 198.11; waarvan in de eerstvol gende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan. De Commissie van Financiën enz. Leiden, Junij 1871. De Commissie van Financiën heeft de eer u te berigten dat zij bijgaan- den suppletoiren staat van begrooting van het Nederlandsch Israëlitisch armbestuur, dienst 1870 heeft onderzocht en daartegen geene bedenkin gen heeft, weshalve zij de vrijheid neemt u te raden dien goed te keuren. De Commissie van Financiën enz. De Commissie van Financiën, op de in hare handen ten fine van berigt en raad gestelde rekening der Gemeente-apotheek van de dienst van 1870, geene bedenking hebbende, heeft de eer u te raden die goed te keuren: in ontvang ad ƒ5311.26^; in uitgaaf ad 5619.26*, alzoo opleverende een nadeelig saldo van ƒ368.00, onder bepaling dat die som in de rekening van de administratie der Vereenigde gast- en leprooshuizen over het jaar 1870 in uitgaaf zal worden geleden doch van hetgeen is aangewezen als nog te ontvangen of te verhalen, ten bedrage van ƒ208.69, in de eerst volgende rekening dezer administratie verantwoording zal behooren te worden gedaan. Ten gevolge van het bovenstaande stelt zij u voor den suppletoiren staat van begrooting en staat van af- en overschrijving van de administratie der Yereenigde gast- en leprooshuizen over 1870, waarop zij geene aanmer kingen heeft, mede goed te keuren. De Commissie van Financiën enz. Leiden, 22 Junij 1871. Wij hebben de eer u bij deze over te leggen eene opgave van belasting schuldigen in de plaatselijke directe belasting over de dienst van 1870, aan wie nog gedeeltelijke afschrijving of restitutie, door het verlaten der ge meente zal behooren te worden verleendmet voorstel om den aanslag van de daarop vermelde personen met het bedrag te verminderen als de laatste kolom aanwijst. Burgemeester en Wethouders, enz. Plaatselijke directe belasting. Opgave van belastingschuldigen over de dienst van 1870, aan wie gedeeltelijke afschrijving of restitutie, door het verlaten der gemeente, zal behooren te worden verleend: 1. B. G. Moerbeek, vertrokken naar Haarlem, afgeschreven 29 Junij, primitief aangeslagen ad 6.89. Af te schrijven 6 maanden ad 3.39. Heeft betaald 3.50. 2. A. C. H. Tengnagelvertrokken naar Zutphenafgeschreven 5 Mei 1870, primitief aangeslagen ad 91.27. Af te schrijven 2 maanden ad ƒ15.21. De familie is in dit perceel gebleven tot uit. Octo ber 1870. 3. G. J. Goekoop, vertrokken naar Goedereede, primitief aangeslagen ad ƒ11.95. Af te schrijven 7 maanden ad 6.97. Uit het adres blijkt dat de belastingschuldige 25 Mei 1870 is gepromoveerd, en uit het bevolkingsbillet dat hij op 1 Januarij 1870 hier tijdelijk woonachtig was. 4. J. A. Herklots, vertrokken naar Soeterwoude, afgeschreven 9 Mei, primitief aangeslagen ad ƒ45.34. Af te schrijven 8 maanden ad f 30.22. 5. J. van Dorsten, vertrokken naar Zutphen, primitief aangeslagen ad ƒ9.86. Af te schrijven 9 maanden, ad f 7.39. De gemeente verla ten met 1 April, volgens bijgaand stuk. Leiden, Junij 1871. De Commissie van Financiën kan zich wel vereenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan de op den door hun overgelegden staat aangewezen belastingschuldigen, gedeeltelijke afschrijving of restitutie te verleenen en heeft de eer u te raden dien vast te stellen tot een bedrag van f 63.18. De Commissie van Financiënenz. Leiden, Mei 1871. Bij raadsbesluit van den 15eB December 1870 werd tot de vergrooting van de school voor onvermogenden n®. 2 beslotenen daarbij vastgesteld dat de kosten, ten bedrage van ƒ8300, zouden gevonden worden door verkoop van inschrijvingen op het grootboek tot eene gelijke som. Het opmaken van het daartoe vereischte raadsbesluit werd destijds ver daagd en wy hebben thans de eer dit aan uwe vaststelling te onderwerpen. Burgemeester en Wethouders enz. Leiden, Mei 1871. De Commissie van Financiën, geene bedenkingen hebbende tegen de in hare handen gestelde suppletoire begrooting op de dienst 1871, heeft de eer u te raden die goed te keuren. De Commissie van Financiën enz. Leiden, 31 Mei 1871. Op het bijgaand adres van J. J. Knotter, tabaksverkooperwonende alhier, houdende verzoek om in de stoep voor zijn huis aan de Haarlem merstraat, hoek Donkersteeg, wijk VI, n®. 78, een keldergat met palen te mogen doen maken hebben wij het advies der Commissie van Fa bricage ingewonnen en het is op grond daarvan, dat wij de eer hebben u te raden des adressants verzoek toe te staan, mits het keldergat gemaakt worde binnen de rooijing van de stoepeen hek of eene opendraaijende gording gesteld worde om het gevaar voor de passage te voorkomen, on der toezigt van rooimeesters en tegen een regt van 60 cents 'sjaars, be paald bij art. 3, n®. 37, van het tarief dd. 5 Maart 1857. Burgemeester en Wethouders enz. Leiden, 31 Mei 1871. Wij hebben de eer u te berigten dat wij op bijgaand adres van A. T. Sinclar van de Laar, stoffenverwer, om vergunning tot het leggen van een los spoelvlotje in de Langegracht vóór of nabij de Reineveststeeghet advies der Commissie van Fabricage hebben ingewonnen. Op grond daarvannemen wij de vrijheid u te raden des adressants verzoek in te willigen, mits het vlot gelegd worde onder toezigt van den gemeente-architect en tegen betaling van het regt van 1 'sjaars, bepaald bij art. 3, n° 2, van het tarief van 5 Maart 1857. Burgemeester en Wethouders enz. 1871. Leiden, 31 Mei 1871. Bij nevensgevoegd adres verzoekt Pieter van Oerletimmermanwonende alhiervergunning tot het leggen van eene geplaveide stoep voor zijn huis aan de Haarlemmerstraat wijk VI, n°. 306. Wij hebben daarop de Commissie van Fabricage gehoord, die geene be denkingen tegen de inwilliging beeft. Ook wij kunnen ons daarmede ver eenigen en nemen mitsdien de vrijheid u te raden den adressant de ge vraagde toestemming te verleenen, mits de stoep niet meer dan één meter buiten den gevel uitspringe en gelegd worde onder toezigt van rooimeesters. Burgemeester en Wethouders enz. Aan den Baad der gemeente Leiden. De ondergeteekenden Hendrik Veefkind Zoon, fabriekanten en koop lieden alhier, nemen bij dezen de vrijheid u vergunning te vragen tot het 21

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 1