HADim m 11 fiHSEHTEBAAD VAI10B1I. Kitting ven Donderdag 4t Del 1871 geopend ten twee ure. Vooizitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de hceren Buys, EigemanLe Poole, Lezwijn, de l're- mery, Tollens, Stoffels, Krantz, Driessenvan Outerenvan Heukelora, DercksenCock, du Rieu, Scheltema, Verster, Bijleveld, Goudsmit en van den Brandeler. De heeren van Wensen, Hartevelt en Wttewaall gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aantcekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 20 April 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede 1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van den 18den April dezes jaarsB. n°. 2184 (3e afd.) G. S. n°. 20, waarbij wordt goedgekeurd liet raadsbesluit van den 8sten bevorens, tot kosteloozen afstand van een gedeelte gemeentegronds aan het Rijk ten behoeve van het Noso- comium Academicum. 2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandvan de zelfde dagteekening, B. n°. 2169 (4e afd.) G. S. n®. 40, waarbij de ont vangst berigt wordt van een afschrift eener verordening tot wijziging der algemeene policieverordening. 3°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandvan 25 April jl.B. n°. 2368 (3e afd.) G. S. n°. 24, waarbij wordt goedgekeurd het aangaan van twee geldleeningenals 1°. ad /"17000; 2°. ad /"45000, waartoe besloten is bij raadsbesluit van 20 April. 4°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten dezer provincievan dezelfde dagteekening, 11. n°. 2209 (4e aid.) G. S. n°. 60, waarbij de ontvangst berigt wordt van een afschrift der Verordeningen op het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis, op het Armbestuur en Wees- en Oudelie- deuhuis der Roomsch-Catholijken alsmede op het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, vastgesteld den 2l)sten April. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Proces-Verbaal van het opnemen der boeken en kas van den Gemeente- i Ontvanger, op den lsten dezer maand. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit voor kennisgeving aan te nemen en gedurende veertien dagen ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 2°. Request van Jhr. W. J. C. Rammelman Elsevier, om continuatie in de betrekking van archivaris dezer gemeente met rapport. 3°. Staat van af- en overschrijving, dienst 1870, met rapport der Com missie van Financiën. 4°. Voordragt tot verhooging der jaarwedde van den leeraar in het han- delsregt en staatswetenschappen aan de instellingen voor hooger en middel baar onderwijs, met rapport der Commissie van Financiën. 5°. Adres van aangelanden aan het Studentenpad tot wegneming der pa len, met rapport. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze stukken ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 6°. Verzoek van J. L. Hoos te Leiderdorp, tot afstand van den stal aan het Zijlhek tegen een door hem nieuw te doen bouwen stal met woning. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. De Voorzitter. Ik heb verder de eer mede te deelen dat ingekomen is een nader voorstel van den heer Buysin zake de openbaarmaking van stukken die bij den gemeenteraad in behandeling komen. Dat stuk is reeds in de leeskamer ter visie nedergelegd. De heer Buys. Was het niet uwe bedoeling, mijnheer de Voorzitter, om dat voorstel te behandelen als een araendement op het aanhangig voor stel? De Voorzitter. Het is moeijelijk voor mij om dat als zoodanig te beschouwen. De leden hebben er al kennis van kunnen nemen en als dus de vergadering kan goedvinden het voorstel heden te behandelen als een deel van het door u gedane voorstel, is het mij wel. Ik heb reeds medegedeeld dat het nader voorstel in de leeskamer ter inzage heeft gelegen. De heer Buys. De wijze, waarop de zaak op de agenda vermeld werd, heeft mij inderdaad gefrappeerdmaar ik twijfelde toch niet aan de bedoe ling om nu het geheele voorstel af te doen. Immers mijn nader voorstel is niet anders dan het amendement, dat de heer Cock in de vorige verga dering had aangekondigd, en dat toen hadden de stemmen niet gestaakt, ook zeker dadelijk zoude zijn afgedaan. Waarom zou dat amendement, nu het niet staande de vergaderingmaar reeds acht dagen te voren werd inge diend, thans buiten behandeling moeten blijven? De Voorzitter. Op de agenda kon niet wel anders worden vermeld dan het voorstel, waarover in de vorige vergadering de stemmen hebben ge staakt. Mijn voornemen was aan uwe vergadering de vraag te onderwerpen zal het voorstel als amendement op dat van den heer Buys thans worden behandeld Ik heb voorts nog de eer aan de vergadering mede te deelen dat het rapport van Burgemeester en Wethouders op de missive van de Gemeente commissie omtrent den toren der Mare-kerk gereed is en aan de Commissie 1871. van Financiën zal worden verzonden. Ook kan ik mededeelen dat aan de heeren Knyff en Kapteyn uitstel is verleend tot 1 September a. s. om gevolg te geven aan de hun verleende concessie voor de lijn LeidenWoerden. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde: I. Herstemming over het 2de punt van het voorstel van Burgemeester en Wethouders in zake de openbaarmaking van stukken, die bij den ge meenteraad in behandeling komen. De heer Bijleveld. Vóór ik daarover mijne stem uitbreng, wenschte ik eene kleine inlichting te bekomen, mijnheer de Voorzitter. Na de lezing van het gedrukt verslag der handelingen is bij mij de vrees ontstaandat door mij niet goed begrepen is de strekking van het advies van Burge meester en Wethouders betrekkelijk het 2de punt van het voorstel van den heer Buys. Volgens het verslag zoude, in strijd met mijne opvatting, het voorstel van Burgemeester en Wethouders slechts kortweg strekken om be doeld 2J" punt te verwerpenmag ik daarom vragen of werkelijk het voor stel van Burgemeester en Wethouders niets anders bedoelt dan een advies tot verwerping van het 2<1« punt van het voorstel Buys? De Voorzitter. Er is in het advies van Burgemeester en Wethouders voorgesteld om de geschreven stukken niet publiek te maken, maar ze in de vergadering voorafgaande aan die waar ze in behandeling zullen komen, mede te deelenopdat het publiek er kennis van zou kunnen nemen. De heer Bijleveld. Dus dan komt bet op niets anders neder dan op den raad tot verwerping van het tweede gedeelte van het voorstel van den heer Buys? De Voorzitter. Ja, dat is de strekking. Het tweede punt van het voorstel van Burgemeester en Wethouders, alsnu in hoofdelijke omvrage gebragt zijnde, wordt verworpen met 11 tegen 8 stemmen. Voor stemden: de heeren de Frcmery, Tollens, StoffelsDercksen, du Rieu, Scheltema, Verster en de Voorzitter. De Voorzitter. Thans zal ik aan de vergadering de vraag onderwer pen, of zij kan goedvinden nu reeds het nader voorstel van den heer Buys te behandelen. De heer Scheltema. Mijnheer de Voorzitter! Nu deze stemming is afgeloopen wensch ik een voorstel te doen betreffende het onderwerp dat thans is behandeld. Ik meende dit niet te mogen doen tusscben het^sta- ken der stemmen iu de vorige vergadering en den afloop der stemming. Maar nu deze heeft plaats gehaden het voorstel van Burgemeester en Wethouders is verworpenben iK zoo vrij het volgende voorstel aan den Raad te doen »De Ondergeteekende heeft de eer voor te stellen om, bij wijze van proefneming, aan het gedrukt verslag der Handelingen van den Gemeente raad eenige uitbreiding te gevendoor daarin op te nemen alle stukken of bijlagen geene nominatiën bevattendeen ter behandeling in den Raad bestemd. Die uitbreiding zal dus bestaan in het opnemen, ook zonder voorlezing, van alle ingekomen stukken in de 'Handelingen" van die vergadering waarin ze zijn ingekomen; terwijl de tusschentijds inkomende en spoed ver- eischende stukken in een buitengewoon nommtr zullen worden opgenomen. Algemeen is de wenschelijkheid erkend om het publiek met den inhoud der stukkenvóór de behandeling daarvan in den Raadbekend te maken. De ondergeteekende is overtuigd dat dit doel door zijn voorstel veel beter dan door het voorstel van den heer Buys, ook na de daarin gebragte wij ziging zal bereikt worden omdat het volledige publiciteit geeft en geene bevoorregting creëert. Het gedrukt verslag zal voorts ongetwijfeld in belangrijkheid en doelma tigheid toenementerwijl de vermeerdering van kosten aan de voorgestelde uitbreiding verbonden, niet veel overtreffen zal het bedrag, dat het drukken van stukken op de thans gebruikelijke wijze, vooral wanneer daaraan uit breiding wordt gegevenkost." De Voorzitter. Mag ik vragenof de vergadering kan goedvinden die zaak tot de eerstvolgende vergadering aan te houdenof verlangt men reeds thans tot de behandeling daarvan over te gaan Ik heb in het voorstel van den heer Scheltema niet aangetroffen de exceptie, die de heer Buys gemaakt heeft, ten aanzien van stukken die geheim zijn. De heer Scheltema. Mijne bedoeling is om alleen die stukken open baar te maken, welke voor openbaarheid geschikt zijn. De Voorzitter. Mij komt het wenschelijk voor de zaak tot eene vol gende vergadering uit te stellen. De heer Boys. Ik begrijp waarlijk niet goed hoe men thans kan aarze len over hetgeen verder te doen staat. Er was aanhangig een voorstel bestaande uit twee deelen. Het eerste werd aangenomenmaar over het tweede bestond veel verschil van meening. Bij de discussie in de vorige vergadering toch bleekdat er naast bepaalde voor- en tegenstanders ook leden waren, die het beginsel in het eerste deel neergelegd, goedkeurden, maar vreesden dat het tot monopolie zou leidenen daartegen een waarborg zochten. Ten slotte staakten de stemmen. Nu heb ik van het daaruit voortvloeijende uitstel gebruik gemaakt om eene poging te doen tot wegne ming der bezwaren voor hen die monopolie vreezen en daaromna overleg met den heer Cock een derde deel of artikel aan mijn voorstel toegevoegd, dat om de vergadering niet te verrassen reeds vóór acht dagen werd inge diend. Het tweede deel van mijn voorstel wordt nu ook aangenomen en het derde of laatste deel komt dus van zelf aan de ordeten einde daar mede de geheele zaak af te doen. Midden in de discussie komt nu de heer Scheltema een geheel ander en zelfstandig voorstel indienen. Ik heb 12

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 1