zoude niet goed zijn. Ik geloof, dat het dan ook uit een praktisch oogpunt
nuttig is die arme menschen nu maar vrij te laten.
De heer Veester. Volgens hetgeen zoo even door den heer Seheltema
is gezegdheeft de Commissie van Financiënbij het door haar uitgebragt
rapport, gemeend zich te moeten bepalen tot het voorstel van Burgemeester
en Wethouders, en in geene verdere beschouwingen te moetentreden. Maar
de heer Seheltema heeft er bijgevoegd dat de Commissie, wanneer haar
daartoe den noodigen tijd werd gegund, bereid zoude zijn ook andere
wijzigingen voor te dragen. Op grond hiervan zou ik, in het belang der
zaak, wel in overweging willen geven het thans in behandeling zijnde voor
stel alsnog naar de Commissie van Financiën te renvoyeren, ten einde door
haar een nader voorstel zoude kunnen worden gedaan. Mij zoude dit ver
kieslijk voorkomen, boven het nog gedurende een jaar behouden der tegen
woordige belasting, die m. i. voor verschillende verbeteringen vatbaar is.
Intusschen weet ik niet of de zaak zoo urgent is, dat daaraan voor het
oogenblik geen gevolg meer zoude kunnen worden gegeven.
De Voorzitter. Als wij nu weêr overgaan tot eene geheele wijziging
der belastingdan wil ik wel de verzekering gevendat de zaak ten nadeele
zal strekken van de belastingschuldigen. Die wijziging zal weêr op nieuw
een belangrijken tijd van behandeling vereischen en dan nog aan de Ko
ninklijke goedkeuring moeten worden onderworpen. Eerder kunnen wij de
beschrijvings-billetten niet uitreiken. Niet voor Augustus zal het kohier
kunnen worden vastgesteld. De belastingschuldigen zullen hierdoor zeker
niet gebaat wordenwant zij zullen in korte termijnen alles moeten betalen.
Nu krijgen zij de billetten reeds in Januarijin afwachting van de goed
keuring op de thans voorgedragen wijziging, zoo die door den Kaad mogt
worden aangenomenen in Maart of April kan men rekenen dat de ko
hieren zullen kunnen zijn opgemaakt.
De heer Scheltema. Ik ben het geheel met u eens, mijnheer de Voor
zitter, en kan bijgevolg niet instemmen met het denkbeeld van den heer
Verster. Ik moet hier nog bijvoegendat ik wel bereid ben om te onder
zoeken of in onze tegenwoordige belasting verbeteringen zijn te brengen,
overtuigd dat zij niet volmaakt is, maar dat ik niet kan beloven dat ons
onderzoek het resultaat zal hebben dat men zich voorstelt, van namelijk
alle bezwaren op te heffen. Ik heb dan ook alleen te kennen gegeven dat
wij na naauwgezet onderzoek welligt eenige verbeteringen zouden kunnen
voorstellen, en nu zou ik het in de onzekerheid dienaangaande niet raad
zaam achten te wachten en de vaststelling der belasting aan te houden.
Ik heb intusschen naar aanleiding van de tegen deze wijzigingen geopperde
bezwaren, eene vraag, en zal daarbij een woord moeten gebruikendat in de
laatste dagen hier zoo menigwerf is gehoordik bedoel de income-tax.
Juist de voorstanders van de income-tax streden tegen eene wijziging, die
ten doel heeft om een aantal kleine belastingschuldigendie niet vervolgd
kunnen wordenbuiten de belasting te laten vallen. Onder die voorstanders
van de income-tax behoort toevallig ook de Wethouder van financiën. Mag
ik dan zoo vrij zijn hem te vragen of naar zijne meening diezelfde belas
tingschuldigen of wel de meesten daarvandie nu door deze wijziging vrij
van belasting zullen zijn, daarentegen wel in de income-tax, indien wij die
hadden gekregenaangeslagen zouden wordenof zouden ze door de income-
tax niet evenzeer vrij van belasting zijn als door de nu voorgestelde wijzi
gingen? Zoo ja, dan is, dunkt mij, het bezwaar van de voorstanders der
income-taxdie deze wijzigingen bestredengrootendeels opgehevenen zoo
neenhoe zullen Burgemeester en Wethouders dan executeeren
De heer de Fremery. Ik geloof datde gestelde vraag beter zou kunnen.beant
woord worden door den geachten voorstellerdie aannam dat eene heffing
beneden ƒ400 niet billijk zoude zijn; zeer zeker komt daardoor het voor
stel van Burgemeester en Wethouders nog in een beter lichten kan
heffing van een inkomen beneden de 300 bezwaarlijk meer verdedigd
worden.
De heer Scheltema. Ik dank u zeer voor die inlichting. Alzoo zouden
degenen, die door deze wijziging worden vrijgesteld, evenmin in de income-tax
iets betalen.
De beraadslagingen gesloten zijnde, worden achtervolgens in stemming
gebragt de alinea's a en 6 van het voorstel, welke beide, met 13 tegen
7 stemmen worden aangenomen.
Tegen stemdende heeren Goudsmit, du Rieu, Krantz Harteveltvan
Outerenvan Heukelom en van Wensen.
Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering
gesloten.
VERBETERING.
In N°. 24 der Handelingen bladz. 3kol. 2staat(voorstel Le Poole)
aangenomen met 12 tegen 4 stemmen; moet zijn: 19 tegen 4 stemmen.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.
i