HAHSELIN6E9 VAN Hi fiElEBHTIKMD VAN LEIDEN.
24.
f
7
Kitting van Donderdag 22 December 1870,
geopend des namiddags ten 1j ure.
Vooizilter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler.
Tegenwoordig de beeren EigemanLe Poole, Lezwijn, Goudsmit, de
Fremery, Tollens, Stoffels, Hubrecht, Hartevelt, Verster, Wttewaall, van
Wensen, Krantz, Driessenvan Outeren, du Rieu, Scheltema, van Heu-
kelom, Cock, Buys, Bijleveld, Dercksen en van den Brandeler.
De beeren Hoog en Tieleman gaven kennis verhinderd te zijn de verga
dering bij te wonen.
De aanteekeningen van bet verhandelde in de zitting van Donderdag 15
December II. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
Dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van den 13 dezer
maand, B, 75-16 (3e aid), G. S.n° 25, waarbij de beslissing verdaagd
wordt omtrent het raadsbesluit van 24 November, tot onderhandsche aan
besteding van het riolceren der Binnenvestgrachtvolgens het stelsel van
Liernur.
Deze wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Voordragt van de Plaatselijke schoolcommissie ter vervulling der bij
periodieke aftreding in haar midden openvallende plaatsen.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze ter inzage van de leden
in de leeskamer neder te leggen.
2°. Verzoek van C. Keereweer Pz.tot liet in eigendom bekomen van
gemeentegrond bij het dempen der Binnenvestgracht.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
De Voorzitter. Nog is ingekomen een adres van liet Bestuur der Ty-
pographische Vereeniging Lourens Jansz. Coster, tot het kosteloos, in gebruik
bekomen van de Stads-Gehoorzaal op Maandag 9 Januarij aanstaande. Ik
zou u voorstellen, Mijne Heeren, even als dat in vorige jaren is geschied,
liet verzoek ook thans toe te staan.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Aan de orde is
I. Benoeming van een lsten hulponderwijzer 3de klasse aan de openbare
school voor meer uitgebreid lager onderwijs 2de klasse voor jongens.
De heeren Eigeman, Goudsmit en Dercksen worden door den Voorzitter
uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
De voordragt bevat de volgende namen: Gerardus Hendricus de Bock,
Herman Johan Nieolaas de la Haye Koch, Isaac Brevee, de eerste en de
laatste binnen deze gemeente, de tweede te Doesborgh werkzaam.
Met 16 stemmen wordt benoemd G. H. de Bock; zijnde verder uitge-
bragt op I. Brevee 2 stemmen en op II. J. N. de la Haye Koch 1 stem
terwijl 4 briefjes in blanco waren gelaten.
II. Concept-verordeningen tot helling en invordering eener plaatselijke
directe belasting.
Van de Commissie van Financiën was bet volgende rapport ingekomen
«Bij besluit uwer vergadering van gisteren werd aan onze Commissie op
gedragen eene herziening van het tarief, dat Burgemeester en Wethouders
wenscher. ingelascht te hebben in de verordeninghoudende heffing van
een income-tax, ten einde dit toe te passen waar vrijwillige aangifte van
de klasse, waartoe de belastingschuldigen naar hun inkomen behoorenmogt
ontbreken. Terwijl zij voldoet aan die opdragtgaat zij uit van de onder
stelling dat het de bedoeling is van den Raadzich te houden aan den
enkelen grondslag van de huurwaardezooals Burgemeester en Wethouders
voordragen.
Ofschoon de Commis-ie eenstemmig van oordeel blijft, dat dergelijk ta
rief, hoe ook ingerigtaltijd hoogst gebrekkig moet zijn en in geen geval
past in de bedoelde verordeningen zij zich dus met betrekking tot den
ambtshalven aanslag blijft houden aan het voorstel in haar vroeger rapport
neergelegd, zoo is zij echter bereid als hare meening te kennen te geven,
dat een tarief als Burgemeester en Wethouders bedoelen, nog het best aan
zijne bestemming zal beantwoorden, dat wil zeggen, streng genoeg zijn om
de income-tax niet illusoir te maken en billijk genopg om niet voor een
straftarief door te gaanwanneer het wordt ingerigt als volgt
van
60
tot beneden
80
maal.
B
B
80
B
B
B
100
8
0
0
B
100
B
B
B
200
9
B
B
B
200
B
B
B
400
10
B
H
B
400
B
B
B
600
II
B
B
B
600
B
B
B
700
12
B
a
B
700
B
B
B
800
13
B
B
B
800
B
B
B
900
14
B
U
B
900
B
B
B
1000
15
B
B
B
1000
B
B
B
1100
16
B
B
B
1100
B
B
B
1200
17
B
B
B
1200
en
hooger
18
B
Met huurwaarde bedoelt de Commissie natuurlijk de werkelijke huurwaarde
en niet die voor 's rijks personele belasting aangenomen. Misschien is
het voorzigtig dit in het artikel uit te drukken en dus den aanhef te lezen
als volgt: «Waar ambtshalve aanslag noodig wordt geacht, geschiedt zulks
in verhouding tot de werkelijke huurwaarde" enz.
1870.
Wat betreft den aanslag ambtshalve van personen die bij anderen in
wonen, moet uwe Commissie openhartig verklaren, dat het haar na rijpe
overweging volstrekt onmogelijk is voorgekomen daarvoor eenigeu maatstaf
te vindenwelke ook maar van verre op een redelijken grondslag steunt.
Elke bepaling daaromtrent is naar haar inzien reine willekeur. Het ver
mogen van inwonende meerderjarige kinderen, broeders of zusters, en nog
erger hel vermogen van gouvernantesdames van gezelschap enz.at te
meten naar een deel der huurwaarde van het huis waarin zij toevallig wo
nen, is naar hare overtuiging volstrekt onmogelijk. Er blijft aldus niet
anders over dan althans in dat geval Burgemeester en Wethouders te laten
beslissen. Mogt men er nog toe kunnen komen aan deze altijd en overal
den ambtshalven aanslag over te latenDe werking van de nieuwe belas
ting zou er ongetwijfeld vrij wat beter door worden. In elk geval zal
men nu achter het tarief de volgende zinsnede moeten voegen
-/Indien personen bij anderen inwonende en een zelfstandig vermogen heb
bende, ambtshalve moeten worden aangeslagen, geschiedt de aanslag door
Burgemeester en Wethouders, behoudens beroep op den Gemeenteraad."
De Voorzitter. Ik zal thans de voordragt der Commissie van Financiën
in behandeling brengen en vragen of daarover ook door iemand liet
woord verlangd wordt.
De heer Eigeman. Hoe meer ik over de zaak nadenkhoe meer ik
in mijn gevoelen wordt versterktdat noch het tarief van Burgemeester
en Wethoüdersnoch dat van de Commissie van Financiën in verbetering
daartegen gegevenmoet aangenomen wordenwant geen van beidenen
hierin geef ik de Commissie gelijk, past in het stelsel van de income-tax.
Het advies door de Commissie uitgebragt, heeft mij, ik moet het beken
nen, te leur gesteld, en ik houd het er voor, dat zij enkel had kunnen
volstaan met den wensch op het laatst dour haar uitgedrukt: «Mogt men
er toe kunnen komen aan Burgemeester en Wethouders altijl en overal
den ambtshalven aanslag over t'e laten!" Ik zou om een en ander gaarne
zien, dat Burgemeester en Wethouders konden besluiten, hetgeen ik de
vrijheid neem hun in bedenking te geven, om hunne voordragt van een
tarief in te trekken, en zich, even als dit in andere plaatsen geschiedt,
de moeijelijkheid te willen getroosten om volgens den uiterlijken staat van
de belastingschuldigen den ambtshalven aanslag te regelen. Mogtcn zij
dit niet kunnen doen, en besluit de llaad tot de aanneming van het tarief
van de Commissie van Financiën, dan heb ik daarop eenige bemerkingen.
De Commissie spreekt van werkelijke huurwaarde. Maar wat verstaat zij
onder werkelijke? Zij zal toch zeker niet bedoelen den huurprijs, dien
men betaalt? Deze kan naar mijn gevoelen nimmer de ware huurwaarde
aanduiden, want in vele gevallen is men door de omstandigheden genood
zaakt le betalen, wat de verhuurder gelieft te bedingen; zulks kan verre
boven de huurwaarde zijn. Ik geef daarom in bedenking om voor werke
lijke huurwaarde de getaxeerde huurwaarde te zetten. Verder geeft de
Commissie aan om achter het tarief de volgende zinsnede te plaatsen«In
dien personen bij anderen inwonende en een zelfstandig vermogen hebbende,
ambtshalve moeten worden aangeslagengeschiedt de aanslag door Bur
gemeester en Wethouders, behoudens beroep op den Gemeenteraad." Op
dat beroep op den Gemeenteraad heb ik reeds tegenomdat ik het niet
raadzaam acht, dat in eene openbare vergadering van den Raad de perso
nen gewikt en gewogen woiden. Bestaat er mogelijkheid dat zulks in
eene gesloten vergadering kon plaats hebbendan heb ik tegen deze be
paling niets.
De heer Hartevelt. Het ontwerp, zoo als bet door mij oorspronkelijk
aan den Raad is aangeboden, is verminkt, doordien men een' maatstaf in
de verordening verlangde voor hen die zich niet wilden classificeren. Bur
gemeester en Wethouders zagen op tegen den ambtshalven aanslag en
wenscliten een tarief b. v. van huurwaarde met een opklimmenden factor;
de Raad besloot dit tarief te zullen inwachtenen toen dit hier ter tafel
kwamvond dat tarief zulk een heftigen tegenstandals ooit tegen eenig
onderwerp kan gevoerd worden. Eenmaal echter tot een tarief voor den
ambtshalven aanslag beslotenbleef er wel niet anders over dan de Com
missie van Financiën te verzoeken een ander tarief te ontwerpen; met
welwillendheid is hieraan voldaan. Nu vraag ikof het ontwerp-tarief dat
wij thans voor ons hebben beter is dan dat wat Burgemeester en Wethou
ders hadden ontworpen Ik zal dit niet bestrijdenevenmin als ik het
vorige in bescherming nammaar naar mijne overtuiging was dat van
Burgemeester en Wethouders althans een middel van contrainte. Maar
Mijne Heeren, blijkt uit de beide tarieven niet ten duidelijkste, dat het
vinden van éën juisten maatstaf voor alle belastingschuldigen tot de vrome
wenschen behoort; bestond die, dan behoefden wij niet langer in het duis
tere rond te tastendan hadden wij gevonden waar wij allen naar zoeken
en had ik met mijn voorstel wel te huis kunnen blijven. Twee wegen
staan ons nu open: of het tarief door de Commissie van Financiën ontwor
pen voor den ambtshalven aanslag aan te nemenof op liet genomen besluit
terug te komen, indien Burgemeester en Wethouders te bewegen zijn,
hunne bezwaren te overwinnen. Tot een van beiden zullen wij moeten be
sluiten; wat ik zoude wenschen is duidelijk.
De heer Scheltema. Ik wensch met weinige woorden te antwoorden op het
geen door den heer Hartevelt over het door de Commissie van Financiën opge
maakt tarief is gezegd. Het verwondert mij niet dat de heer Hartevelt over dit
tarief evenmin voldaan als over dat van Burgemeester en Wethouders. Ik
geloof zelfs dat het algemeen tegen is gevallen en het spijt mij dan ook dat
de Commissie het maken van een tarief op zich heeft genomenwant zij
kon onmogelijk iets goeds leveren. Ik heb mij echter laten verleiden
door de innemende en vleijende woorden, waarin de heer Goudsmit zijn
voorstelom ons het maken van een tarief op te drageninkleedde, en
35