men in eigen beheer, die ook dit werk zouden kunnen verrigten. Ik ge loof dus, dat de post zeer goed voor vermindering vatbaar is: in de eerste plaatsomdat er voor de locomobile eene geschikte gelegenheid bestaat en ten anderen, omdat het vermaken van het kruidhuis nooit ƒ2000 zal behoeven te kosten. De heer Hubrecht. De heer Le Poole heeft voorgesteld dezen post met 1000 te verminderen en meent dat de zaak te kostbaar is voorgesteld. Maar op pag. 49 van het gedrukte boekje van de Commissie voor de volks gezondheid, onder de stukken aanwezig, is omtrent het Liernur-stelsel een staat opgenomen van de benoodigde kosten voor de exploitatie. Het komt mij voor, dat die kosten veel te min zijn berekend, o. a. 50 cent per dag voor een span paarden is veel te gering. Wat het lokaal aan het einde van de Garenmarkt betreft, ik ken die ruimte. Toen er quaestie «as om in dit gedeelte een brandspuithuis aan te leggen, is gebleken dat die ruimte daarvoor te klein was. Het is eene smalle poort en aan het einde heeft men eene opene ruimte. Er moet gerekend worden op het aanschaffen van vaatwerk, op de huur van een locaal tot plaatsing der locomobile, en op de inrigting der bewaarplaats van de vaten. Deze som is zeker noodig. De heer le Poole. Ik moet zeer verschillen in de opvatting van die ruimte. Die ruimte is zoo grootdat er nu op een vierde gedeelte daarvan 8 vaten staan, die ieder 600 liters kunnen bevatten. Dus valt het niet te betwijfelen of er is ruimte genoeg. De heer Hubrecht. Er woont daar een melkboerdie achter de poort nog een groot gedeelte in gebruik heeft. Om daar te komen tot plaatsing der locomobile is niet mogelijk. Het is geheel overbouwd. De heer le Poole. Door demping wordt daar een andere toestand ge boren en kan men gemakkelijk in die poort rijden van de zijde van den Vestwal. De heer Hubeecht. Het is slechts eene beperkte ruimte. Het is een gang en er is geen stal of loodswaaraan behoefte is. De heer le Poole. Het grootste gedeelte is overdekten ik herhaal zulks, het biedt voldoende ruimte aan. De Voorzitter. Ik geloof, dat aan de Commissie van Fabricage nog eens zou kunnen worden verzocht om te onderzoeken of de plaats voldoende zou zijn. Ook mij komt zij niet geschikt voor, men zou er de locomobile in de open lucht moeten plaatsen. De heer le Poole. Er is weinig open luchteen groot gedeelte is zoo als er in den staat der eigendommen te lezen staat, overbouwd door het huis no. 2275. De Voorzitteb. Het is toch geen afgebakend terrein; en eene locomo bile zal toch geheel omsloten moeten zijn. De heer le Poole. De geachte Voorzitter van de Commissie van Fabri cage heeft daar gesproken van het rapport, dat in de leeskamer heeft ge legen. Maar ik heb hier te doen met het antwoord van Burgemeester en Wethouders op het algemeen sectieverslag over het onderzoek der begrooting, waarin duidelijk te lezen staat, met betrekking tot de gevraagde 2000, «waaronder niets begrepen is wat aanleg betreft, maar alleen wat noodig is, voor het inrigten van een der kruidhuizen tot bewaarplaats van vaatwerk en voor het in huur verkrijgen van een bergplaats voor de locomobile in de nabuurschap van de gedempte gracht?" En nu heb ik te kennen gege ven, dat het inrigten van het kruidhuis niet zooveel kan kosten; en die poort allezins voldoende is voor de locomobile. De heer Hubeecht. In de vorige vergadering is medegedeeld het rap port omtrent het Liernur-stelselen daarin worden opgegeven de kosten van exploitatie, als zullende bedragen 1800, volgens het zoo evengenoemde boekje der Commissie voor de volksgezondheidwaarin de kosten gespecifi ceerd zijn. Die kosten zullen eenigzins moeten verhoogd wordendaar niet is opgenomen de verandering van het kruidhuis en de plaatsing van de locomobile. Maar ik wil volgaarne nog eens een nader ondezoek instellen ofschoon ik mij overtuigd houddat de plaats door den heer Le Poole aangeduid niet toereikend is. De heer le Poole. Het spijt mij dat de Commissie van Fabricage er niet in schijnt te kunnen treden. Ik blijf mij overtuigd houden dat die plaats eene uitmuntende gelegenheid aanbiedt, en de kosten voor het kruid huis te hoog geraamd zijn. De heer Hubeecht. Ik heb reeds gezegd dat ik zeer bereid ben nog eens nader het voldoende van die ruimte te onderzoekenen als het kan zal ik zeer gaame aan den wensch van den heer Le Poole trachten te voldoen. De heer Goudsmit. De heer Le Poole heeftgeloof ikeen voorstel gedaan. Trekt hij dat nu in? De heer le Poole. Volstrekt niet. Het voorstel van den heer Le Poole, niet voldoende ondersteund zijnde, heeft geen verder gevolg. De post wordt hierop goedgekeurd. No. 79 wordt aldus goedgekeurd: Onderhoud van klokken, horologiën, speelwerken en dergelijke ƒ750. No. 80. Kosten van aanleg en onderhoud der algemeene begraafplaats ƒ50. In het sectie-verslag komt omtrent dezen post voor«In eene sectie wordt gevraagd: of aan de Israëlitische gemeente op het door haar gedaan ver zoek, nog een gedeelte van de burgerlijke begraafplaats zal worden afgestaan tot het begraven van arme lijken?" Het antwoord van Burgemeester en Wethouders zegt hieromtrent: «Met de inrigting der begraafplaatsen is men nog niet zoo ver gevorderd dat aan het verzoek van het Israëlitisch armbestuur gevolg kan worden gegeven." De heer Krantz. Vele jaren zijn voorbijgegaan dat deze post voor memorie is uitgetrokken, altijd in afwachting eener wet. Nu is er die wet, en in het sectie verslag staat vermeld, dat in eene sectie gevraagd wordt, of aan de Israëlitische gemeente op het door haar gedaan verzoek nog een ge deelte van de burgerlijke begraafplaats zal worden afgestaan, tot het begra ven van arme lijken. Wat is nu de bedoeling met het antwoord, dat men met de inrigting der begraafplaatsen nog niet zoover gevorderd is, dat aan het verzoek van het Israëlitisch Armbestuur gevolg kan worden gegeven? Bestaat er plan eene begraafplaats in te rigten zooals die volgens de wet is voorgeschreven en heeft men eenige kans daaromtrent spoedig eene voor- dragt te ontvangen P De Voorzitter. Het plan is een gedeelte van het terrein af te zonde ren en te omheinen. De beer Krantz. Is dat het oude terrein De Voobzittee. Dat is het terrein dat bedoeld wordt. De heer Hubrecht. De begraafplaats, waarvan nu sprake is, is het ter rein bij de Binnenvestgracht aan het einde der gedempte IJzerengracht. De heer- Krantz. Ik geloof dat die begraafplaats niet voldoet aan de voorschriften der wet. De Voorzitter. De opgaaf is gedaan aan het hooger bestuur. Als er aanmerking op te maken ware geweest, zou ons wel het verder gebruik der begraafplaats verboden zijn geweest. Maar tot nog toe zijn er geene be denkingen ter onzer kennis gekomen. De heer Krantz. Dus bij het dagelijksch bestuur bestaat dan naar het schijnt geen plan om eene nieuwe begraafplaats aan te leggen. De Voorzitter. Wij hebben nog vier andere begraafplaatsen; en als wij het oog hebben op het zeldzaam gebruik dat van bedoeld terrein gemaakt wordt dan kan daaromtrent wel geen bezwaar bestaan. Ik wil aannemen dat een enkel maal er van gebruik zal worden gemaakt, bijv. door de Israëlitische gemeente, maar in ieder geval zal de zaak door het hooger bestuur worden uitgemaakt. Het hoofdstuk wordt vervolgens in hoofdelijke omvrage gebragt en met 21 tegen 3 stemmen aangenomen. Tegen stemdende heeren GoudsmitLe Poole en Scheltema. Hoofdstuk III. Kosten voor eigendommen welke de gemeente naar het burgerlijk regt bezit, met de deswege verschuldigde lasten. De verschillende daartoe behoorende posten, nos. 8388, worden aldus goedgekeurd: Onderhoud van huizen, torens, poorten en dergelijke 4000; Dag- en weekgelden der werklieden en bedienden in dienst der gemeente, mitsgaders verdere kosten der fabricage ƒ14674; Grondlasten en personele lasten wegens huizen en landerijen alsmede patentregten van schuiten f 1225 Dijk- en polderlasten ƒ150; Kosten ter zake van het innen van renten wegens inschrijvingen op de Grootboeken der Nationale Schuld 100; Kos ten van toezigt op de vroonwateren ƒ200. Het hoofdstuk wordt aangenomen met 23 stemmen tegen 1, die van den heer Scheltema. Hoofdstuk IV. Kosten van invordering der plaatselijke belas tingen OF MIDDELEN. v No. 89. Kosten van toezigt en van invordering der plaatselijke belas tingen ƒ10971. In het sectie-verslag komt omtrent dezen post voor: «In eene sectie wordt door den Voorzitter medegedeeld, dat eene verhooging van ƒ100 is aange vraagd ten einde iemand aan te stellen die bepaald belast is met het toezigt of opsporen der personendie van elders zich in de gemeente komen vesti genom daardoor de suppletoire kohieren meer volledig te kunnen opmaken." In hun antwoord zeggen Burgemeester en Wethouders: «Het belang der gemeente eischt zoodanige aanstelling, daar anders, met den besten wil, ontduikingen van belasting kunnen plaats hebben." De Ji eer Krantz. Deze post wordt toch slechts voorloopig goedgekeurd daar er een voorstel van de Commissie van Financiën is, om de opcenten op de personele belasting te verminderen? De heer Scheltema. Dat ziet niet op dit jaar, maar op het daarop vol gende. De post wordt goedgekeurd. No. 90 wordt aldus goedgekeurd: Vergoeding aan het rijk van 21 ten honderd van het onzuiver bedrag der opcenten ten behoeve der gemeente geheven op de grondlasten en op de personele belasting f 1300. Het hoofdstuk in zijn geheel wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heer Buys. Ik neem de vrijheid, mijnheer de Voorzitter, voor te stellen om de verdere behandeling der begrooting te verdagen. Het is op dit oogenblik 4^ ure. Ik geloof dat het moeijelijk wordt nu nog verder *te gaan. De Voorzitter. Ik zal aan de vergadering de vraag onderwerpen, of wij eene avondzitting zullen houden ja of neen. Ik zou in het laatste geval de vergadering willen bepalen op aanstaanden Zaturdag. Met 19 tegen 5 steramen wordt hierop besloten de beraadslagingen voort te zetten des avonds ten 7 ure. Tegen stemdende heeren DriessenTielemanHarteveltEigeman en Verster. De vergadering wordt hierop gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1870 | | pagina 7