latenzonder dat de gemeente zich eenige bemoeijing veroorlooft om daar omtrent beschikkingennu of later, te maken, omdat zulks geheel afhan kelijk is van het goedvinden der ambtenaren die daarvan gebruik maken; dat derhalve de betrekking der gemeente tegenover het rijk zeer wordt vereenvoudigd en wederkeerig de last voor het rijk zeer wordt verligt, als de gemeente zich bepaalt tot de aanwijzing en beschikbaarstelling van het locaal om tot ijkkantoor te worden ingerigt en gebruikt, zondermeer, maar daarvoor als jaarlijksche huur niet meer bedingt dan vijftig gulden." De heer Hubrecht. Ik meen te moeten herinneren dat vroeger het ijkloeaal zich onder het raadhuis bevondmaar dat het gouvernement zich tevreden heeft gesteld met de toezegging dat, als wij een beter locaal had den wij het aan de regering zouden geven. Thans kunnen wij een beter locaal aanwijzendat echter ƒ600 aan verbouwing en reparatie zou kosten. De heer van derTooren, namens den heer Minister van binnenlandsche zaken met de opname belastheeft toen nog verbeteringen voorgestelden toen bleek het dat de kosten van verbouwing ƒ800 zouden bedragen. Tot dusver hadden wij voor het beneden-locaal slechts 50 huur, maar nu wij ƒ800 voor verbouwing moeten bestedenhebben wij gemeend dat daartegen een huur van ƒ170 moest overstaan, terwijl wij voorstellen die huur voor den tijd van 5 jaren te sluiten. De Voorzitter. De Commissie had eerst gedacht de huur op 50 te stellenmaar zij heeft gemeend dat dit nog al aan bezwaren onderhevig was, omdat het locaal nog tot verschillende andere einden kon worden be stemd. Daarom heeft men gemeend, als er een aanbouw van f 800 moet geschieden, dan een huurprijs van 170 moest worden bedongen, hetgeen dantoch een billijke huurprijs is te achten. De heer Scheltema. De Commissie van Financiën heeft in haar rap port wel een bedrag aangegevenmaar zij heeft er niets op tegen dat het verhoogd wordt en laat het bepalen van den huurprijs geheel aan Burge meester en Wethouders over. Maar de Commissie is er zeer tegen dat het locaal op kosten der gemeente zal worden ingerigt tot njksgebruik. Zij wenscht het aan het rijk te verhuren zooals het is, en de inrigting geheel voor rekening van het rijk te laten. Of nu de daarvoor benoodigde uitgaaf groot of klein is en eene goede rente zal opleveren, dit doet hier niets af. Het ligt niet op den weg der gemeente om uitgaven als deze te doen ten einde daaruit voordeel te, trekken. De Commissie is tegen het beginsel dat de gelden der gemeente, en nog wel de gewone inkomstengebruikt worden om localen, voor rijksgebruik bestemd, in te rigten en te onderhouden. De heer Hubrecht. Ik moet toch doen opmerkendat ten opzigte van andere inrigtingen hetzelfde plaats vindt. Een goed locaal voor den ijk is toch voor de ingezetenen der gemeente ook van veel belang. Steeds heeft men geklaagd dat het groot getal perspnendat soms tegelijkertijd daar komen moet, geen behoorlijke plaats vindt om er te vertoeven. Volgens het plan zal er nu eene wachtkamer komen; dat zal eene groofe verbetering zijn. Bovendien meen ik dat een huurprijs van 170 voldoende rente zal opleveren voor het kapitaaldat wij voor het locaal zullen besteden. De heer Scheltema. Dat het nadeelig voor de gemeente is om loca len die het rijk gebruikt in te rigten en te onderhouden, blijkt juist uit het tegenwoordige gebouw voor den ijk. Nog onlangs, indien ik mij goed herinner in het vorige jaar, is dit locaal veranderd en verbeterd, en heeft het dus geld gekost, en nu reeds zou de gemeente een ander locaal ge heel nieuw moeten inrigtenen zijn bij gevolg de gelden* nog zoo kort geleden aan het tegenwoordige locaal besteed, nutteloos uitgegeven. Doch al kon de gemeente er voordeel bij hebbendan nog ligt' het niet op haar weg om een locaal dat door het rijk gebruikt zal worden, daarvoor in te rigten en te onderhouden. De heer Buys. Ik ben het met den vorigen spreker geheel eens. Het geldt hier wel eene kleine geldsom, maar toch een vrij belangrijk beginsel. Ligt het op den weg der stad, om ten dienste van het rijk een ijkloeaal in te rigten, ik geloof dat niet. De wet heeft de kosten van den ijk ten laste van het rijk gebragt en nu zie ik niet in dat de gemeente die kosten moet voorschieten om later in den huurprijs die voorschotten terug te vinden. Zoekt de staat naar een geschikt locaal en kan Leiden dat verstrekkendan is er geen reden waarom wij het niet zouden verhurenmaar laat de rege ring het dan ook inrigten zooals zij meent te behooren. De heer Hubrecht heeft er aan herinnerd dat de ingezetenen van Leiden groot belang hebben bij een goed ingerigt ijkloeaal. Ongetwijfeld, maar de ingezetenen van Leiden hebben evenzeer belang bij de goede inrigting van alle rijksinstellingendie hier ter stede voorkomenen met hetzelfde regt zou men dus van ons kunnen vorderendat wij de gebouwen daartoe strekkende naar de inzigten der regering inrigtten. Kunnen wij het rijk een locaal der gemeente tegen billijke huur afstaanik heb er niets tegenmaar wij moeten de gelden op de plaatselijke begrooting voor plaatselijke behoeften toegestaan, niet gebruiken om ten dienste van het rijk gebouwen in te rigten. Voor het overige wil ik hier nog bijvoegen dat de Commissie van Financiën niet hecht aan haar voorstel om voor het enkele niet ingerigte locaal ƒ50 huur te vragen. Moet die som hooger zijn, dan heeft zij er niets tegen die te vragen. De Voorzitter. Het voorstel vao. de Commissie van Financiën geldt een beginsel. De huurprijs van ƒ50, door haar voorgesteld, wordt door Burgemeester en Wethouders te gering geacht. Dat is echter eene vraag van latere zorg. Ik zal dus eerst het beginsel in omvraag brengen of de Baad geneigd is voor vdergelijke inrigting van het locaal eene som van 800 te besteden. In stemming gebragt, wordt het voorstel van de Commissie van Financiën aangenomen met 11 tegen 4 stemmen. Tegen: de heeren Stoffels, de Fremery, Hubrecht en de Voorzitter. De Voorzitter. Ten gevolge van dit besluit zullen Burgemeester en Wethouders omtrent den huurprijs een nader voorstel aan den Raad onder werpen. VII. Voordragt tot onderhandsche verhuring van de arbeiderswoning bij het Blaauwe hek aan de Haarlemmer-trekvaart. Wordt zonder discussie goedgekeurd. I VIII. Verzoek van Gebr. van Wijk en C°.tot het leggen van een 2den duiker uit hunne fabriek tot in den Nieuwen Rijn. Burgemeester en Wethouders hebben tegen de inwilliging van dit ver zoek geen bedenking en raden overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, het toe te staan. De heer Krantz. Ik heb tegen de inwilliging van dit verzoek geen bezwaar, maar hoop dat het den heer van Wijk gelukken moge, door den nieuwen duiker beter water te verkrijgen want ik doe opmerken dat de waterstand in den laatsten tijd zeer laag is. Van een lid der Commissie van Fabricage vernam ik daarom met genoegen, dat men krachtige pogin gen aanwendt, om meerderen toevoer van water te verkrijgen. De Voorzitter, Ik kan dat laatste volkomen bevestigen. Het water van de Gouwe is sedert de laatste acht dagen bijzonder laag. Het voorstel wordt daarop goedgekeurd. IX. Verzoek van M. van den Dop, tot onderhandsche huur van een stukje teelgrond buiten de Morschpoort. Overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage hebben Bur gemeester en Wethouders tegen dit verzoek geene bedenking, en raden het toe te staan. Wordt zonder discussie goedgekeurd. X. Verzoek van J. H. Willink, tot het voor hem alleen pachten van het jagtregt op de Vroonwateren dezer gemeente. Overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage hebben Bur gemeester en Wethouders bezwaar tegen de inwilliging van dit verzoeken de Commissie van Financiën vereenigt zich hiermede. Het voorstel tot afwijzing van dit verzoek wordt zonder discussie goed gekeurd. XI. Verzoek van aangelanden, tot demping van een gedeelte singelsloot tusschen de Zijl- en voormalige Heerenpoorten. Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricagehierop afwijzend te beschikken. De heer Krantz. Wanneer de eigenaren mogten voorstellen om deze demping voor eigen rekening te bewerkstelligenzou dan daartegen geen bezwaar bestaan? Het zou toch naar mijne meening voor den gezondheids toestand der bewoners van die huizen zeer wenschelijk zijn, indien tot die demping werd overgegaan. Ik zal echter stemmen voor het voorstel tot afwijzing van het verzoek, om voor rekening der gemeente tot die demping te besluiten. De heer Hubrecht. Er zou in allen gevalle bezwaar bestaan om zoo danig verzoek in te willigen. Immers daardoor zou men tusschen beiden een stilstaand water krijgendat voor de gezondheid schadelijk zijn zou. Al vroegen dus de adressanten om de demping voor eigen rekening te doen, dan zou dit nog aan bezwaren onderhevig zijn, tenzij men de ge- heele sloot mogt willen dempenhetgeen meer aanbeveling zou verdienen. De heer Krantz. Staat de sloot dan aan de beide einden in verband met den singel? De heer Hubrecht. Wel degelijk. In omvraag gebragt wordt het voorstel tot afwijzing van dit verzoek met algemeene stemmen aangenomen. XII. Rekeningen over 1869, van: den schuttersraad der dienstdoende Schutterij. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt die goed te keuren in ontvang ad ƒ6665.09, in uitgaaf ad ƒ6665.09 alzoo sluitende quite. Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd, hebbende de heer Schel tema, als rendant van rekening, gedurende de behandeling dezer zaak de vergadering verlaten. het werkhuis. Wordt ten gevolge van het te gering aantal tegenwoordige ledenbijal dien de rendanten van rekening de zaal verlatentot eene volgende verga ling aangehouden. c. het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt die goed te keuren in ontvang ad ƒ6714.90 J in uitgaaf ad ƒ6594.67 alzoo sluitende met een batig saldo van ƒ120.23, waarvan in de eerstvol gende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan. Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. d. Oud-Regenten van het Minnehuis. De Commissie van Financiën raadt deze op te nemen en goed te keuren in ontvang ad 20974.011 in uitgaaf ad 20970.28, alzoo opleve rende een batig saldo van ƒ3.73J-, welke "som, met de nog te verhalen posten ad ƒ1505.50, zal worden overgedragen aan de tegenwoordige admi nistratie. Goedgekeurd als boven, hebbende de heer Hartevelt, rendant van reke ning, voor de behandeling dezer zaak de vergadering verlaten. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering ge sloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBë.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1870 | | pagina 3