HASDBIINGEH Til DER KEKEERTEBA&D VAR LEIDER.
7.
Zitting van Donderdag ft Del 1§70,
geopend des namiddags ten 2 ure.
Voorzitter: de Wethouder H. P. C. Stoffels.
Tegenwoordig de heeren Eigeman Bijleveldllarteveltde Fremery
Hoog, Hubrecht, Tollens, Lezwijn, Le Poolevan HeukelomDriessen
van Outeren, Wttewaall, Cock, Dereksen en Stoifels.
De Voorzitter. Ik heb de eer aan de beeren mede te deelen dat ik
berigt ontvangen heb van den heer Burgemeester, dat hij verhinderd is de
vergadering bij te wonenwegens eene ligte ongesteldheid. Ook van de
heeren Scheltema, TielemanKrantz en Verster is berigt ingekomen dat
zij verhinderd zijn.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaturdag 23 April jl.
worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter legt over:
1°. Proces-verbaal van het opnemen der kas en boeken van den gemeente
ontvanger op 30 April dezes jaars.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit voor kennisgeving aan
te nemen en gedurende veertien dagen ter inzage van de leden in de lees
kamer neder te leggen.
2°. Bekening van de Oud-Regenten van het Minnehuis over 1869.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen
van de Commissie van Financiënten fine van berigt en raad.
3®. Adres van G. W. Karg, koffijhuishouder alhier, waarbij hij vergun
ning verzoekt om een keldergat met trap te mogen doen uitbouwen aan
'zijn huis in de Paardensteeguitkomende in de Schapensteeg.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit te stellen in handen van
Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
Aan de orde is:
I. Verzoek van Mevrouw de Wed. A. B. Barkey, geb. Coops, om ont
slag als Regentes van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis.
Burgemeester en Wethouders radenovereenkomstig het advies van het
daarbij betrokken collegie, de adressante het gevraagd eervol ontslag te verleenen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
II. Verzoek van Dr. I. L. van Praag, om continuatie als stads-geneesheer.
Door Diakenen der Nederduitsch-Hervormde gemeente, Meesteren Regenten
der Roomsch Katholijke Armen en Weezen en Armverzorgers der Neder-
landseh-Israëlitische gemeente wordt, blijkens hunne hierop uitgebragte rap
porten voorgesteld den adressant in opgemelde betrekking te continueeren.
De heeren Hoog, Tollens en Le Poole worden door den Voorzitter uit-
genoodigd om met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
Met algemeene, 15 stemmen, wordt de heer van Praag als stads geneesheer
gecontinueerd; hebbende de heer Dereksen wegens aanverwantschap met den
adressant aan deze stemming geen deel genomen.
III. Bezwaaischriften tegen- en vaststelling van het kohier der plaatse
lijke directe belasting, dienst 1870.
Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt:
Ter voldoening aan art. 264 der wet van 29 Junij 1851 (Stbl. n". 851
is het kohier voor den hoofdelijken omslag, dienst 1870, op den I4llen April
jl. voorloopig door ons vastgesteld en gedurende veertien dagen voor een
ieder ter lezing op de secretarie dezer gemeente nedergelegd. Van dit
nederleggen is openbare kennisgeving geschied, en gedurende dien tijd zijn
de volgende bezwaarschriften ingekomen
1°. Van de weduwe H. J. Meerburg, wonendein het pand wijk 2 n°. 68.
Deze reclame is juist bevonden; zij heeft bij het bescbrijvirigsbillet te
kennen gegeven dat zij bezwaar had de schatters in hare woning toe te
latendientengevolge moest op haar het voorschrift der verordening worden
toegepast en IJ maHl genomen worden de huurwaarde van de rijks-perso-
neele belasting, hiervan heeft echter bij 'het kohier eene afwijking plaats
gehaden moet alzoo haar aanslag van 36.23 met 6.84 worden vermin
derd en teruggebragt tot 29.39.
2°. Van P. Meijer, wonende in wijk 2 n®. 340.
Deze bovenwoning is niet hooger geschat dan zij waard is en daarvoor
wordt betaald; ook heeft bet meubilair werkelijk de waarde van 20. De
schatters zijn volgens hunne verzekering op deze bovenwoning geweest.
Dan dat deze woning vrij van belasting aan den reclamant is verhuurd
welligt op grond dat de vroegere verordening haar niet onder diegene stelde,
welke tot grondslag van den hoofdelijken omslag moest dienenheeft wel
ligt tot de dwaling bij den requestrant aanleiding gegeven. Wij stellen voor
hierin geene verandering te brengen.
3°. Van W. C. de Sainbewoner van wijk 4 n°. 180.
Hier is verzuimd voor ééne dochter de bij de verordening toegestane
remissie ad 2 pCt. af te trekken, zoodat deze aanslag van ƒ160.11 moet
worden verminderd met 3.20 en alzoo teruggebragt tot 156.91
4°. Van C. P. D. Pape, wonende in wijk 4 n#. 325.
Hier heeft door eene verkeerde aanwijzing een abuis plaats gehadmen
heeft gemeend dat deze requestrant de kamers op de eerste verdieping be
woonde, terwijl hij slechts die op de tweede verdieping in gebruik heeft;
ten gevolge hiervan zal'zijn aanslag van 12.11 moeten teruggebragt wor
den tot 5.62 en alzoo verminderd worden met ƒ6.49.
5°. Van H. C. Vlek, bewoner van wijk 5 n®. 18.
Deze reclame is bij hertaxatie ongegrond gevonden de requestrant ver
gist zich in zijn bezwaar dat voor broodbakkersbedrijf, bergplaatsen van
graan meelbrandstoffen enz., op grond van art. 5 der verordeningvan
zijnen aanslag voor huurwaarde van het vorig j^ir slechts ƒ25 zouden zijn
afgetrokken; dehakkerij, graan en meelzolders, waren reeds ten vorigenjare
buiten aanmerking gebleven, en nu in aanmerking genomen, dat de beide
bovenverdiepingen met verschillende behangen- en gestucadoorde kamers,
keuken enz., eene behoorlijke afzonderlijke woning opleveren, waarvoor de
huurwaarde moest gesteld worden op 300 ook de benedenverdieping, be
halve winkel en bakkerij, genoegzame kamers, keuken en verdere offices
bevatten, om op 175 huurwaarde te worden gesteld. Wij mogen alzoo
tot geene vermindering raden.
6®. Van H. Manger Muntz, bewoner van wijk 6 n°. 76.
1870;
De schatters hebben de huurwaarde van het kantoor in compensatie gebragt
met de huurwaarde van eenen afzonderlijken stal, dien zij meenden dat deze
reclamant had. Daar het echter gebleken is dat in dat laatste eene dwaling
heeft plaats gegrepenachten zij het billijk dat de huurwaarde voor de
localen tot kantoor in gebruik met /50 moet verminderd worden, waardoor
de aanslag van ƒ244.78 moet worden teruggebragt tot ƒ229.07, en alzoo
verminderd met- ƒ15.71.
7®. Van J. Vogelezang, bewoner van wijk 7 n°. 984.
De reclamant vergist zich door te meenen dat zijne huurwaarde te hoog
zoude zijn gestelddaar er sedert het vorige jaar bij zijne woning een ka
mertje aan den Ouden Rijn is bijgebouwd, en er aan zijne woning meer
dere verbeteringen zijn aangebragt. Een meer naauwkeurig onderzoek van
zijn meubilair geeft aanleiding dat er termen aanwezig zijn om dit van
ƒ600 tot op ƒ400 te verminderen. Wordt dientengevolge voorgesteld den
aanslag van den reclamant van 27.98 te brengen op ƒ26.50 en mitsdien
dezen te verminderen met ƒ1.48.
Kan uwe vergadering zich met deze voordragt vereenigendan stellen
wij voor daarvan aan de adressanten kennis te geven.
Er zijn nog ingekomen drie stukken, als van:
1°. C. Lamboov, bewoner van wijk 1 n°. 152,
2°. J. W. Boeiimer, bewoner van wijk 2 n®. 181,
3°. W. F. Wijting, bewoner van wijk 5 n°. 871,
waarbij deze kennis geven niet bij magte te zijn, onder opgave van re
denen de op het kohier ten hunnen laste uitgetrokken belasting te vol
doen en daarom verzoeken daarvan te worden ontslagen. Deze zijn geene
bezwaren tegen den aanslag, zij zijn alzoo ontijdig, en het onderzoek daar
van behoort niet tot uwe bemoeijing. Wij stellen daarom voor hierop over
te gaan tot de orde van den dag.
Eindelijk stellen wij u voor, ingevolge art. 265 der bovengenoemde wet,
het kohier, voorloopig vastgesteld tot ƒ88176.02, thans vast te stellen tot
ƒ88142.30."
Ae.htervolgens worden de conclusiën van dit rapport, zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming, aangenomen, en wordt mitsdien besloten: 1°. den
aanslag van de Wed. H. J. Meerburg, ten bedrage van ƒ36.23, te ver
minderen met 6.84 en alzoo terug te brengen tot ƒ19.39; 2®. het ver
zoek van P. Meijer af te wijzen; 3®. den aanslag van W. C. de Sain, tot
een bedrag van 160.11, .te verminderen met 3.20 en alzoo terug te
brengen tot ƒ156.91; 4®. dien van C.-P. D. Pape, tot een bedrag van
ƒ12.11, terug te brengen tot 5.62 en dus te verminderen met ƒ6.49;
5®. het verzoek van H. C'. Vlek af te wijzen"6®. den aanslag van H.
Manger Muntz, tot een bedrag van 244.78, te verminderen met ƒ15.71
en alzoo terug te brengen tot ƒ229.07 en 7®. dien van J. Vogelezang,
tot een bedrag van 27 98, te verminderen met /1.48, en alzoo terug
te brengen tot ƒ26.50,
Wordende voorts ten aanzien der adressen van C. Lambooy J. W. Boeh-
mer en W. F. Wijting, overeenkomstig de conclusie van bet rapport, be
sloten daaromtrent over te gaan tot de orde van den dag.
De VooRZiTTER, Ik stel eindelijk voor om, ingevolge art. 265 der ge
meentewet, het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1870,
voorloopig vast te stellen op een bedrag van ƒ88142.30
De heer Hartevelt. Alvorens de vaststelling van het kohier door u in
stemming worde gebragt, zij het mij vergund, mijnheer de Voorzitter, iets
in het midden te brengen. Indien zoo vele bezwaren door zoo vele belas
tingschuldigen mij ter oore gekomen en door mijna kennisneming van
het kohier gegrond voorgekomenlangs officiëlen weg den Raad waren
kenbaar gemaakt, ik zoude mijne stem tegen de vaststelling van bet kohier
laten hooren; ik zal er nu voor stemmen, maar wil er reeds thans op wijzen
dat er naar mijne overtuiging groote onredelijkheid en onbillijkheid bestaat
in de aanslagen van onze burgers in den middenstanddoor toepassing van
te hooge factoren opdat voor volgende jaren, wanneer dit systeem van belasting
mogt blijven toegepast, zulks vermeden worde. Men kan aannemen, dat
voor 1870 1/6 meer dan voor 1869 moet worden opgebragt. Was die
verhooging van 1/6 zoo na mogelijk gelijkmatig verdeeld, ik zoude er
vrede mede hebben, maar de belastingschuldigen, die in 1869 tusschen
de 20.en 40.betaalden, worden in 187o met 50 pCt. verhoogd,
terwijl vele hoog-aangeslagenennaauwelijks 1/6 of 16 pCt. meer beta
len dit kan de bedoeling van billijke wetgevers niet zijn.
De heer Tollens. Het verheugt mijdat hetgeen ik te dezen aanzien
wilde zeggen, reeds zoo duidelijk, als ik zelf het niet zeggen zou, door den
heer Hartevelt is in het midden gebragt. Het heeft ook mij getroffen
dat de aanslag van een aantal belastingschuldigen en wel van de uiterlijk
minst gegoeden met 50 pCt, is verhoogdterwijl vele onder de meest ge
goeden betrekkelijk veel minder zullen te betalen hebben. Om geen ver
warring te veroorzaken bij de inning der omslagen zal ik evenwel voor de
goedkeuring van dit kohier stemmen hoewel ik vrees dat er menige stem
tegen zal opgaan.
Het voorstel van den Voorzitter wordt hierop in hoofdelijke omvrage
gebragt en met algemeene stemmen aangenomen.
IV. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting van 1869.
De Commissie van Financiën, die daartegen geene bedenkingen heeft,
raadt dien staat goed te keuren.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
V. Voordragt tot verhooging der jaarwedden van de leeraars in het
Fransch en in de aardrijkskunde en geschiedenis aan de gemeente-instellin
gen voor hooger en middelbaar onderwijs.
Die voordragt is van den volgenden inhoud
•Alvorens eene oproeping te doen van personendie zich beschikbaar stel
len om bij de instellingen van hooger en middelbaar onderwijs te worden
benoemd tot leeraar in de Fransche taalalsmede in de geschiedenis en
aardrijkskundevinden Burgemeester en Wethouders zich verpligt u het
volgende onder de aandacht te brengenwat den leeraar in de Fransche
taal betreft, dat, bij de benoeming van den heer Lambert in den jare 1866,
na eene oproeping tegen eene bezoldiging van ƒ1200, de gemengde com
missie voor hooger en middelbaar onderwijs zwarigheid moest maken uit de
opgekomenen eene aanbeveling te doenreden die u op liare voordragt be-
9