nevens de raming der kosten, welke stukken onder n°. 187, 188, 189 en 190 worden overgelegd, zal aan uwe vergadering blijken dat de noodig ge acht wordende veranderingen in den bestaanden toestand worden begroot op eene som van f 1215 welke som nog zou moeten worden verhoogd met 756, wanneer overeenkomstig de meening van den heer garnizoens-kommandant de geheele baan voor onbevoegden ontoegankelijk werd gemaakt door het geheel omheinen met eene stevige houten rastering; terwijl een later voor stel tot het maken van drie atdaken, blijkens de missive van de Commissie van Fabricage van 16 December 11., n°. 1042, betrekking heeft tot eene uitgave van f 1050. Intusschen werden, naar aanleiding van de daartoe betrekkelijke bespre kingen bij de behandeling der plaatselijke begrooting voor 1870, pogingen aangewend om de schietbaan aan het rijk af te staanbehoudens eenige voorwaarden in het belang der Vereenigingen, aan wie daarvan het gebruik werd verleend. Het antwoord van Z. E. den minister van oorlog, bij missive van 2 De cember 11., die hierbij overgelegd wordt, ontvangen, was niet gunstig, dan alleen wat betreft de bereidwilligheid tot betaling van eene matige jaarlijk- sche huur. Wij meenen dat het bedrag van die huur wel niet meer dan f 50 's jaars zal kunnen zijn. De onzekerheid waarin wij verkeerden of met het besteden van die niet onbelangrijke som de bezwaren tegen het gebruik of den aanleg van de schietbaan geheel zouden weggenomen worden, heeft ons bewogen om met den garnizoens-kommandant nader in overweging te nemen welke middelen er nog ontbreken om de veiligheid te verzekeren. En het is ons gebleken dat het gemis aan een behoorlijk toezigt op het gebruik van de schietbaan en de vrije toegang tot die baan onder de voorname oorzaken te tellen zijn, die er toe hebben geleid om de zoo zeer noodige veiligheid in gevaar te brengen. Met overleg en onder goedkeuring van den garnizoens-kommandant werd het ons mogelijk een middel te vinden dat ons uitermate dienstig voor komt, door het gebruik van de schietbaan aan eenige bepalingen te verbin den, die als voorschriften of voorwaarden kunnen gelden, als: 1°. afsluiting van de schietbaan door middel van deuren; 2°. afsluiting van den kogelvanger; 8°. het maken van tien kleine traversen; 4°. de baan door het plaatsen van eene nieuwe travers te verlengen, geschikt voor het schieten op 300 passen. Tot bestrijding der kosten hieraan verbonden, wordt de beschikbaarstel ling van f 500 gevraagd, terwijl het bovendien zeer dienstig is geoordeeld op het gebruik van de schietbaan eenige regels en voorschriften te stellen, zooals deze op bijgevoegde nota zijn vermeld enop welker strikte naleving toezigt gehouden wordende, volgens het oordeel van den kolonel garnizoens- kommandant, voldoende waarborgen aanwezig zijn voor de veiligheid en bruikbaarheid van het terrein. Het rapport der Commissie van Financiën luidt als volgt: »üe Commissie van Financiën heeft de eer, over de in hare handen ge stelde voordragt betreffende de schietbaan, het volgende te kennen te geven. Uit de overgelegde stukken blijkt: 1°. dat er drie gevallen zijn van kogels, die buiten de baan zijn geraakt. Alle drie hebben zich voorgedaan vóór de laatste verandering of verbetering. Twee zijn het gevolg van ricochet op de ijzeren schijf. Het ijzer is door hout vervangen. Een dergelijk geval kan dus niet meer plaats hebben. Het derde geval is van een kogel die over alles heen is gegaan en dus in eene geheel andere rigting dan in die van de baan of van den kogelvanger is afgeschoten. De oorzaak van dat geval ligt niet in de baan en is door verandering in de baan niet weg te nemen, althans zeer zeker niet door de voorgestelde kleine traversen; 2°. dat de inrigting der baan goed is, maar dat de rigting niet deugt. Op grond hiervan meent Uwe Commissie te moeten adviseren, om aan de baan zelve geene kosten te maken en om ze in gebruik te laten ne men mits onder gestreng toezigtzoowel bij het gebruik door meer- als door minder geoefenden. Daarvoor zou noodig zijn eene afdoende afsluiting, zoo niet van de geheele, dan toch van het grootste gedeelte der baan, als zijnde het eenige middel om streng toezigt te kunnen uitoefenen en om het schieten op de baan, zonder vergunning en toezigt, te kunnen beletten. Alleen het afsluiten van den kogelvanger acht zij niet voldoende. Evenmin zal het aanleggen van kleine traversen zekerheid tegen het rico- chetteren opleveren. Zij zou in overweging willen geven om liever de baan met zaagsel, run of iets dergelijks te beleggen en om aan dengene, aan wien het opzoeken der kogels vergund zal worden, tevens in last te geven om de steentjes van de baan te verwijderen. Het verlengen der baan vindt bij uwe Commissie geen bezwaar. Zij heeft alzoo de eer u te adviseren om alleen gelden toe te staan voor het toezigt op het gebruik en voor de daardoor vereischte afsluiting van de schietbaan, alsmede voor het verlengen derzelve, en om de daartoe benoo- digde uitgaaf te dekken op de wijze zooals wordt voorgesteld." De Voorzitter. Na al hetgeen reeds sedert eenige jaren over de schietbaan is voorgevallen en na hetgeen bij herhaling in den Raad daar over is gesprokenzal ik thans te dien aanzien in geene herhalingen tre den maar toch meen ik te moeten constaterendat de schietbaan in Maart 1868 door deskundigen, ook van wege het departement van oorlog, werd onderzocht en dat door den luit.-kolonel directeur des normaal schiet school werd verklaard dat die baan geheel was ingerigt overeenkomstig de teeke- ningen door het departement van oorlog verstrekten alzoo in alle opzigten voldoende was. Intusschen zijn er later eenige kogels uit de baan geraakt, waaromtrent bij Burgemeester en Wethouders het vermoeden bestaat dat, althans bij sommigendit aan minder goed toezigt op de baan moet wor den toegeschreven. Vandaar, dat Burgemeester eu Wethouders met den garnizoens-kommandant in overleg zijn getreden om een reglement vast te stellen, waarvoor het toezigt verzekerd wordt. Volgens dat reglement zal elk corps, dat van de baan wenscht gebruik te maken, daartoe den sleutel moeten doen aanvragen, die op het raadhuis zal worden bewaard. Intus schen, meenen Burgemeester en Wethouders, hoezeer dan ook die afwijkin gen van kogels gedeeltelijk aan minder naauwkeurig toezigt moeten worden 1870: toegeschrevenzal toch de afsluiting van den kogelvanger een zeer gewensehte maatregel zijn, terwijl door de plaatsing van een hek niet meer door ieder gebruik van de schietbaan zal kunnen worden gemaakt. Ik mag mijn be- I vreemding niet verzwijgen dat de minister van oorlog in eene der laatst over deze zaak gewisselde stukken te kennen geeft dat de rigting der baan niet goed gekozen is. Daargelaten toch dat blijkens de situatie-kaart de baan niet in de rigting van de bedoelde rij woningen is aangelegdzal bij eene schietbaan, die goede waarborgen voor de veiligheid aanbiedt, de rigting niets doen. Ware aan de baan eene andere rigting gegeven, zou dezelfde aanmerking gelden voor de veiligheid van het verkeer langs den Holl. Spoorweg, en voor de landbouwers en het vee in de aangrenzende weiden. De heer Verster. Hoe hoog zal het cijfer der kosten zijn, wanneer de voorstellen van Burgemeester en Wethouders, tot het aanbrengen van eenige verbeteringen aan de schietbaan, worden aangenomen? De Voorzitter. Die kosten zullen 500 bedragen, en daardoor zal men tevens verkrijgen dat men op de baan zal kunnen schieten op een afstand van 300 passen. De heer Hubrecht. De commissie belast met het uitbrengen van een rapport over de schietbaan heeft het aanleggen der dwars-traversen aange radenook' in Belgie en Frankrijk worden die kleine traversen bij aanleg van schietbanen toegepast. Maar ik hecht daarbij veel aan het gevoelen van den heer kolonel garnizoens-kommandant, die deze traversen allezins dienstig oordeelde, en die meende dat door de voorgestelde verbeteringen de schiet baan voldoende waarborgen voor veiligheid zoude hebben. De heer Scheltema. Het komt mij voor, dat van het gevaarlijke der schietbaan en van de ongevallendie hebben plaats gevondenveel te veel ophef gemaaakt is. Ik ben het overigens geheel met den voorzitter eens dat de baan zelve goed is, maar dat er gebrek aan behoorlijk toezigt was bij het gebruik daarvan. De Commissie van Financiën is in haar rapport afgegaan op hetgeen haar uit de overgelegde stukken is gebleken. Zij heeft bevondendat twee kogels buiten de baan zijn geraakt door ricochet op de ijzeren schijf, en een derde over alles heen is gegaan. Het ijzer is door hout vervangen en sedert dien tijd hebben geene verdere ongevallen plaats gehad. Het ricochetteren op het ijzer van de schijf kon dan ook niet meer plaats hebben en het schieten over alles heen of buiten de baan kan niet voorkomen worden door veranderen aan de baan, wat men er ook aan doealleen door streng toezigt kan men hiertegen waken. De Commissie van Financiën meende derhalve, dat er geen verdere kosten aan de baan moesten gedaan wordenmaar dat men zich alleen nog eenige kosten moest getroosten tot afsluiting der baan. De Voorzitter. Ik geloof, dat het toch gevaarlijk zijn zou, omverbe teringen door den kommandant aangegeven tot vermijding van ongevallen achterwege te laten. Eene geheele afsluiting van de baan, die door de Com missie van Financiën wordt verlangdzou ik minder wenschelijk achten. Mogt menniettegenstaande de door Burgemeester en Wethouders voorge stelde maatregelen voor sluitingvan de baan gebruik makenzou zoodanige handeling eene strafbare daad zijn en tot eene vervolging leiden. De vorige spreker heeft gezegd, dat er na de verandering van de schijf van ijzer in hout geen ongevallen meer hadden plaats gevondenik meen het tegendeel. Ook moet ik nog aan den Raad mededeelen dat geen gebruik van de baan zal gemaakt mogen worden dan nadat de manschappen al de oefeningen in het schieten zullen hebben doorgeloopen. De heer Scheltema. De Commissie van Financiën is natuurlijk alleen afgegaan op hetgeen in de overgelegde stukken voorkomt. Daaruit is het haar geblekendat zich twee gevallen hebben voorgedaan voor de verandering - van den kogelvanger en een ander geval voor de verandering van de ijzeren schijf. Die feiten neem ik aan. Dat er naderhand nog een kogel buiten de baan is geschotenzooals ik nu van den Voorzitter verneemdaarvan blijkt niets uit de overgelegde stukken. De Voorzitter. Zoo als ik zeide, heeft zich later nog een geval voor gedaan dat een kogel buiten de baan raakte. De heer Verster. Na al het gebeurde en na kennisneming der over deze zaak gewisselde stukken, ben ik van oordeel, dat alles zich resumeert tot de behoefte aan een beter toezigt op de schietbaanaangezien het aldaar gebeurde aan verregaande onvoorzigtigheid is toe te schrijven. Burgemees ter en Wethouders en de Commissie van Financiën willen hierin voorzien door het aanbrengen van veiligheidsmaatregelen, die wederom nieuwe uitga ven vereischen. Ik houd mij evenwel overtuigd, dat het doel kosteloos en op eenvoudige wijze kan worden bereikt, door het uitoefenen van een streng toezigt op het gebruik van de schietbaandes noods bij verordening te regelen. De Voorzitter. Ik doe opmerken dat het leggen van traversen zoo groote kosten niet oplevertmaar dat de grootste kosten veroorzaakt worden door de afsluiting van den kogelvanger; welke maatregel intusschen zeer noodzakelijk is, ten einde mede het zoeken naar kogels door jongens tegen te gaan. De heer Scheltema. Men erkent dat het grootste bezwaar gelegen is in het slecht toezigt, dat op de baan wordt gehouden. Dat is ook mijn groot bezwaar. Wanneer nu dat bezwaar wordt opgeheven en men goed toezigt wil uitoefenenzou het dan niet beter zijn de baan te doen ge bruiken zooals die nu is, en er niets aan te doen? De Voorzitter. Daar zou ik groot bezwaar in zien. Wat de kosten aangaat, moet ik doen opmerken dat de Commissie van Financiën voor stelt de geheele afsluiting der baanwaarvan de kosten op f 600 worden geraamd; terwijl de verbeteringen, die Burgemeester en Wethouders voor stellen aan te brengen, slechts 500 zullen bedragen. I)e heer Scheltema. De Commissie van Financiën heeft voor de afslui ting geadviseerdomdat zij meende dat die noodig was om het toezigt be hoorlijk te kunnen uitoefenen. Zijn er echter aan de afsluiting overwegende bezwaren verbonden of zijn de kosten te hoog, dan zou ik er eer voor zijn de afsluiting weg te laten en de baan zoo als zij is, onveranderd, weder te laten gebruiken, echter onder streng toezigt. Wat Burgemeester en 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1870 | | pagina 5